Vraag nr. 46 van 18 januari 1999
van de heer CARL DECALUWE
Sociaal huurpatrimonium – Waterschade
De voorbije maanden werd Vlaanderen vaak ge- troffen door wateroverlast, en meer specifiek ook de sociale woonwijken kregen hun deel van de wa- terschade.
1. Heeft de minister zicht op het aantal sociale wo- ningen dat werd getroffen door wateroverlast ? In welke regio's was de schade het grootst ? Wat is de geraamde schade aan het patrimoni- um ?
2. Op welke manier zal de schade aan het patri- monium worden vergoed en wat zal het aandeel zijn dat door het Rampenfonds wordt vergoed ? 3. In welke mate is er reeds een raming gemaakt (cfr. vraag 1) van de schade die de huizen zelf hebben geleden.
Antwoord
1. Op basis van het door de sociale huisvestings- maatschappijen (SHV) doorgegeven aantal kan worden aangenomen dat er ongeveer 350 wo- ningen werden getroffen door wateroverlast met beperkte tot ernstige schade als gevolg.
Dit geeft zeker geen totaalbeeld van de schade die de sociale huisvestingsmaatschappijen aan hun huurpatrimonium hebben opgelopen, want er waren ook meldingen dat er in diverse wijken schade werd opgelopen door lekkende daken en/of waterinsijpeling langs de gevels. Meerdere appartementsgebouwen werden eveneens zwaar getroffen door de hevige regens ; de schade aan deze gebouwen werd voornamelijk veroorzaakt door ondergelopen kelders of lekkende daken.
het woningaantal doorgeven zou een wat verte- kend beeld geven van de situatie.
De grootste schade werd gemeld in de regio's langs de Schelde en in het Nete- en Demerbek- ken, precies ook de gebieden die het zwaarst werden getroffen door de overstromingen.
2. Het aandeel dat ten aanzien van de sociale huis- vestingsmaatschappijen door het Rampenfonds wordt vergoed, is nog niet bekend.
Enkel schade die werd veroorzaakt door over-
stroming zal in aanmerking komen voor tege- moetkoming van het Rampenfonds. De overige schade, lekkende daken, waterinsijpeling door gevels, en dies meer, kan eventueel worden ver- goed door de verzekeringsmaatschappijen.
Enkel indien deze laatste de sociale huisves- tingsmaatschappijen niet tegemoetkomen, zul- len de herstellingswerken in de regel gebeuren met de eigen middelen van de sociale huisves- tingsmaatschappijen of, indien ze niet over vol- doende eigen middelen beschikken, door mid- del van een lening van de Vlaamse Huisves- tingsmaatschappij (VHM).
De tegemoetkoming door het Rampenfonds zal geval per geval worden bepaald, maar aange- zien zij beperkt is per eigenaar, is de kans groot dat die zeker niet volledig zal zijn.
3. Een meer gedetailleerd overzicht over de ge- raamde schade en de reeds bij het Rampen- fonds ingediende dossiers vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger hieronder.
Sociaal huurpatrimonium – waterschade Zware schade
– Diest : 117 woningen – Houthalen : 117 woningen – Bree : 72 woningen Beperkte schade
– Temse : 16 woningen
– Sint-Gillis-Waas : 23 woningen
– Boom en Terhagen : appartementsgebouw – Heist-op-den-Berg : ondergelopen parkings +
lekkende daken aan diverse wijken – Beringen : wijk Oppum in Herk-de-`stad – Tongeren : 8-tal wijken
– Antwerpen : de SHM's 1030 en 1050 maken melding dat er veel schade is door waterinsijpe- ling langs daken, gevels en kelders in bijna alle wijken
– Lier : 6 woningen
– Duffel : appartementsgebouwen Geraamde schade aan het patrimonium
– Diest : 12.000.000 fr. (dossier ingediend bij het Rampenfonds)
– Temse : 1.531.017 fr. (dossier ingediend)
– Sint-Gillis-Waas : 1.924.944 fr. (dossier inge- diend)
– Heist-op-den-Berg : 500.000 fr. (geen dossier in- gediend)
– Antwerpen (1050) : 1.252.526 fr. (dossier inge- diend)
– Lier : 709.554 fr. (dossier ingediend)
– Antwerpen (1030) : 530.845 fr. (dossier inge- diend)
– Duffel : 3.566.105 fr. (dossier ingediend) – Bree + Houthalen : 47.000.000 fr.
