Dekolonisatie en Koude Oorlog in Vietnam
Op 26 mei 1961 verklaart president Kennedy in de New York Times
Geen enkele hoeveelheid wapens of troepen is in staat om een regering in het zadel te
1
houden die niet bereid of in staat is tot het nastreven van sociale hervormingen en
2
economische ontwikkeling. Militaire verdragen met staten waar sociaal onrecht en
3
economische chaos uitnodigen tot opstand, infiltratie en subversieve acties helpen niet.
4
Een prent van tekenaar Frits Behrendt van 10 augustus 1965
Toelichting
Op de landen staat geschreven (van links naar rechts en van boven naar beneden):
Borneo, Sumatra, Malakka, Saigon, Vietnam, Kambodja, Laos, Thailand, China.
bron 1
bron 2
In 1967 maakt de Noord-Vietnamese fotograaf Mai Nam deze foto die de titel krijgt
‘Schiettraining van de zelfverdedigingswacht van een machinefabriek in Hanoi’
Op 16 september 1970 verklaart Henry Kissinger, president Nixons adviseur voor de buitenlandse politiek, in Chicago tegenover een groep Amerikaanse hoofdredacteuren en uitgevers
De grootste tegenstelling in de wereld van vandaag de dag is die tussen de Sovjet-Unie en
1
communistisch China. Langs een grens van 4000 kilometer zijn er aan de ene kant
2
territoriale claims en bestaat aan de andere kant een groot militair potentieel. Deze situatie
3
is des te grimmiger door de onenigheid tussen de twee grote communistische mogendheden
4
over de vraag welk van de twee het centrum van de communistische leer is, wat een bijna
5
godsdienstige ondertoon aan het conflict geeft.
6
Naar aanleiding van het bezoek dat Nixon en Kissinger in 1972 aan de Chinese Volksrepubliek hebben gebracht, geeft de Amerikaanse regering het volgende perscommuniqué uit
De Verenigde Staten erkennen dat er maar één China is en dat Taiwan een deel van China
1
is. De regering van de Verenigde Staten vindt dat de kwestie-Taiwan door de Chinezen zelf
2
moet worden opgelost. Alle Amerikaanse troepen en militaire installaties zullen op den
3
duur uit Taiwan worden teruggetrokken. Tot die tijd zal de omvang van deze troepen
4
worden verminderd en het aantal installaties op Taiwan worden teruggebracht.
5 bron 3
bron 4
bron 5
In onderstaande tabel zijn de Amerikaanse troepensterkte en het aantal gesneuvelde militairen in Vietnam tussen 1963-1972 weergegeven
jaar (Geschat) aantal Amerikaanse soldaten in
Vietnam
(Geschat) aantal Amerikaanse gesneuvelden
1963 16.300 123
1964 23.300 216
1965 184.300 1.965
1966 385.300 6.333
1967 485.600 11.348
1968 586.100 16.869
1969 475.200 11.776
1970 334.600 6.164
1971 156.800 2.413
1972 24.200 763
In de eerste week van augustus 1964 verscherpt de spanning in Zuidoost-Azië aanzienlijk.
Een Nederlandse samenvatting van de beschrijving in de Amerikaanse pers van de gebeurtenissen in de Golf van Tonkin uit 1964
Op 2 augustus werd de Amerikaanse torpedobootjager Maddox (2200 ton) in de golf van
1
Tonkin door drie Noord-Vietnamese torpedoboten beschoten met torpedo’s en kanonnen.
2
De aanval werd afgeslagen door geschutsvuur van de Maddox en door vliegtuigen van het
3
vliegkampschip Ticonderoga. Daarbij werden de Noord-Vietnamese boten beschadigd; één
4
ervan zou zijn gezonken. (…)
5
Op 4 augustus werden de Maddox en een tweede torpedobootjager, de C. Turner Joy,
6
opnieuw door Noord-Vietnamese torpedoboten aangevallen, terwijl zij volgens de
7
Verenigde Staten op normale patrouillevaart in de golf van Tonkin op 65 mijl uit de kust
8
waren. Twee van de aanvallende schepen werden hierop volgens Washington tot zinken
9
gebracht; twee andere beschadigd.
10
Van kind tot burger: Volksopvoeding via het onderwijs in Nederland (1780-1920)
Gozewijn Loncq is de initiatiefnemer van de Haagse afdeling van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen die in 1796 wordt opgericht. In zijn oprichtingsrede zegt hij
"Burgers (...) de bevordering van redelijke begrippen van verlichting in burgerlijke en
1
godsdienstige zin, is altijd, maar vooral nu, een van de hoofdplichten van de man die zijn
2
vaderland bemint; de man, die prijs stelt op zijn eigen geluk door het geluk van anderen te
3
vergroten. De tijden van onwetendheid (...) gaan voorbij; de dageraad der verlichting breekt
4
meer en meer door de duistere nevelen van de onkunde en van het onverstand. De man
5
wiens verlichte geest onder het voormalig bestuur van deze landen in plaats van
bron 6
bron 7
bron 8
Op een kaart van het huidige Nederland zijn de departementen (= afdelingen) van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen in 1810 en 1834 ingetekend. Eén punt staat voor één afdeling
In onderstaande tabel zijn de percentages weergegeven van leerlingen die openbaar of bijzonder lager onderwijs volgen
jaar Percentage leerlingen in openbaar onderwijs
Percentage leerlingen in bijzonder onderwijs
1850 79 21
1860 77 23
1870 77 23
1880 75 25
1890 71 29
1900 69 31
1910 62 38
1920 55 45
1930 38 62
bron 9
bron 10
1810 1834
In 1878 schrijft een onderwijzer in Friesland over de kinderarbeid die hij om zich heen ziet Bij enigszins gunstige weersgesteldheid verlaten de kinderen van acht jaar en daarboven,
1
reeds in de laatste dagen van maart de school. Dan begint het ‘aardappelzetten’, een man
2
boort het gat en het kind zet er de aardappel in. Dan komt het vlaswieden. Hierop volgt het
3
wieden van kanariezaad- en van de erwtenakkers. De gerst en tarwe worden rijp; en alles
4
wat handen heeft moet aan het aren lezen (graankorrels uit de achtergebleven aren zoeken).
5
Het vlas kan worden getrokken: mannen en vrouwen rukken het uit de grond, en kinderen
6
en kindertjes leggen het uitgerukte vlas in schoven. Inmiddels wordt het wieden der
7
ontzaggelijke aardappelvelden niet vergeten; dit duurt totdat de aardappelen rijp zijn, en
8
dan met alle macht aan het ‘dollen’, waaraan vóór midden oktober geen einde komt. Nu nog
9
een achttal dagen aan het nazoeken; en dan kan weer aan de school worden gedacht.
10
Verschrompeld van buiten en van binnen, ordeloos en ruw, komen de stumpers dan hun
11
plaatsen in de schoolbanken weer innemen. Men begrijpt hoe het dan staat met hun kennis.
12
De invoering van een wettelijke leerplicht was lange tijd voorwerp van publieke discussie.
Het kabinet Kappeijne van de Coppello schrijft in een toelichting op de Schoolwet van 1878 Vrijwel overal, onlangs nog in het Koninkrijk Italië, wordt de leerplicht ingevoerd. Waarom
1
kan dit goede voorbeeld in Nederland niet worden nagevolgd? De Staat heeft immers het
2
recht de vader te straffen die zijn ouderlijke plicht verzuimt en daardoor tegelijkertijd én
3
het kind benadeelt én schade toebrengt aan de burgerlijke maatschappij, welke er belang bij
4
heeft dat haar leden behoorlijk onderwijs genieten. De regering zou dan ook geen ogenblik
5
aarzelen de beslissende stap te doen, indien zij slechts met ouderlijke plichtsverzaking te
6
kampen had. Doch de staat heeft niet het recht aan de ouders de keuze der school te
7
ontnemen, en, zolang dus de tegenstand tegen de openbare school gaande wordt gehouden,
8
moet van het nemen van afdoende maatregelen worden afgezien.
9
De onderwijsvernieuwer Jan Ligthart beschrijft in zijn Jeugdherinneringen (1913) hoe hij rond 1880 aan de opleiding voor onderwijzer begint
Ik moest mijn ouders zeggen, dat ik het schoolgeld moest meebrengen, en dat de
1
bovenmeester anders verplicht was mij van de school te verwijderen. (…) Echter, behalve
2
betalen en verwijderen, was er nog een derde kans. En ik weet nog, hoe mijn hart opsprong
3
van blijde verlichting, toen de bovenmeester me dit uitzicht opende: Ik kon hulponderwijzer
4
worden. Dan kostte ik niets en zou zelfs wat verdienen: gratis opleiding en vijf gulden in de
5
drie maanden!
6
De theoretische opleiding, die ik gratis ontving, was heel eenvoudig. Ik kocht bij Ten Brink
7
en De Vries in de Hartenstraat voor vijf cent een ‘Beknopt Overzicht van de Vaderlandsche
8
Geschiedenis door A.A. Holst,’ voor tien cent een ‘Kort Overzicht van de Algemeene
9
Geschiedenis’ van dezelfde schrijver, voor nog eens vijf cent de beknopte ‘Bijbelsche
10
Geschiedenis’ en zo ook een beknopte Rekenkunde, Taalkunde, Aardrijkskunde. ’t Waren
11
dunne boekjes van 32-48 bladzijden, in een dun geel of anders gekleurd omslag – ieder
12
overzicht had, meen ik, zijn vaste kleur – en bestaande uit een reeks lesjes.
13 bron 11
bron 12
bron 13