Vraag nr. 42 van 23 april 1996
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Ministeriegebouw Hasselt – Geldigheid huuropzeg Op 22 mei 1995 betekende uittredend minister Sauwens de huuropzeg voor het gebouw Twee-Toren-wijk, Torenplein 6 in Hasselt, waar de gedecentraliseer-de diensten van het ministerie van gedecentraliseer-de Vlaamse Gemeenschap gehuisvest waren. Nochtans besliste de ministerraad op 8 februari 1995 dat de behandeling van deze huisvesting werd verdaagd naar de begrotingscon-trole 1995 en afhankelijk werd gemaakt van het opstel-len van een dossier over de noden van de administratie. Beschikte minister Sauwens op het ogenblik van de huuropzeg over een delegatie van bevoegdheid die hem in staat stelde de huurovereenkomst op geldige wijze op te zeggen ?
Antwoord
Vooraf wens ik op te merken dat uittredend minister Sauwens op 22 mei 1995 alleen een huuropzeg heeft betekend aan de eigenaar voor de verdiepingen 5, 8, 9, 10, 15, 17 en 18. De verdiepingen 3, 6, 11, 12, 13 en 14 zijn nog steeds ingenomen door de Vlaamse Gemeen-schap.
De heer Sauwens was als minister verantwoordelijk voor de huisvesting van de ambtenaren en bijgevolg bevoegd op te treden in naam van de Vlaamse regering. De beslissing werd trouwens genomen ingevolge de veiligheidsproblemen in het Torengebouw.
De eigenaars hebben zowel bij de Raad van State, afde-ling Administratie, als bij de voorzitter van de recht-bank van eerste aanleg te Brussel getracht de geldig-heid van de huuropzeg aan te vechten.
De Raad van State heeft op 11 december 1995 de vor-dering tot schorsing verworpen.
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg heeft in openbare zitting van 14 februari 1996 de hoofdeis van de tegenpartij afgewezen als ongegrond. De tegen-vordering wegens tergend en roekeloos geding werd gegrond verklaard voor een bedrag van 75.000 frank. De beschikking werd door de tegenpartij vrijwillig uit-gevoerd.
Rekening houdende met wat voorafgaat, oordeel ik dat er op een geldige wijze een einde werd gesteld aan de huurovereenkomst.