• No results found

Bijlage A Pensioenregeling van PGGM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage A Pensioenregeling van PGGM"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage A

Pensioenregeling van PGGM

De pensioenregeling van PGGM is in de laatste jaren aanzienlijk veranderd. Op 1 januari 2004 is overgegaan van een eindloon- naar een middelloonstelsel. Bij het middelloonstelsel is de pensioenopbouw lager dan bij het eindloonstelsel. Om dit verschil te compenseren is besloten de franchise te verlagen, waardoor meer pensioen kan worden opgebouwd. Het pensioen wordt opgebouwd met een percentage over de pensioengrondslag, dit is het salaris minus de franchise. Het opbouwpercentage is momenteel 2,05% voor deelnemers geboren na 1950. Dit is het hoogste opbouwpercentage dat fiscaal toegestaan is. Een tweede grote verandering is het afschaffen van het FLEX-pensioen per 1 januari 2006. De beschrijving die in deze bijlage wordt gegeven heeft voornamelijk betrekking op de nieuwe regeling. Er zijn drie manieren waarop een pensioen kan worden gefinancierd, namelijk door middel van kapitaaldekking, risicodekking of omslag. Bij kapitaaldekking wordt gespaard voor wat er nodig is om op leeftijd 65 met pensioen te gaan. Iedere deelnemer bouwt rechten op, die tot uitkering komen als hij met pensioen gaat. In geval van risicodekking is het totaal aan premie-inkomsten in een jaar gelijk aan de contante waarde van de betalingen die gedaan worden voor die mensen die het komende jaar komen te overlijden. Bij omslag is het totaal van de te betalen premies in een jaar gelijk aan het totaal van de uitkeringen die gedaan moeten worden in dat jaar.

De pensioenregeling van PGGM kent de volgende soorten pensioenen: • Ouderdomspensioen (OP) • Partnerpensioen (PP) • Wezenpensioen (WzP) • Arbeidsongeschiktheidspensioen (AP) • Overbruggingsuitkering (OBU) • FLEX-pensioen (FLEX)

(2)

aanvulling op de AOW. De deelnemer heeft de mogelijkheid het ouderdomspensioen uit te stellen tot maximaal 70 jarige leeftijd. Hierdoor stijgt de hoogte van het ouderdoms-pensioen. Er geldt echter wel de voorwaarde dat hij in de jaren tussen zijn 65e en de ingang van het ouderdomspensioen in de sector blijft werken. Tevens is er de mogelijkheid het ouderdomspensioen vervroegd in te laten gaan, tot een leeftijd van minimaal 55 jaar. Hierdoor heeft de deelnemer minder lang pensioen op kunnen bouwen en is zijn uitkering lager.

Het partnerpensioen wordt uitgekeerd aan de partner op het moment dat de deelnemer komt te overlijden, tot het moment dat de partner overlijdt. Het partnerpensioen is een aanvulling op de Algemene Nabestaanden Wet. De helft van het partnerpensioen wordt opgebouwd door middel van kapitaaldekking en de andere helft op risicobasis. Als de deel-nemer nog premiebetalend is op het moment dat hij komt te overlijden wordt het gehele partnerpensioen uitgekeerd. Als de deelnemer niet meer premiebetalend is op het moment dat hij komt te overlijden dan wordt alleen het deel uitbetaald dat opgebouwd is met kapitaaldekking. Voor de deelnemers geboren na 1950 geldt dat zij op het moment van ingaan van het ouderdomspensioen ervoor kunnen kiezen een deel van hun ouderdomspen-sioen in te leveren voor extra partnerpenouderdomspen-sioen. Voor de gepensioneerde deelnemers geldt dat het partnerpensioen alleen wordt uitgekeerd als de deelnemer op het moment dat het ouderdomspensioen in ging ervoor heeft gekozen om 20% van het ouderdomspensioen in te leveren voor partnerpensioen.

Het wezenpensioen wordt uitgekeerd aan de kinderen van een deelnemer als deze komt te overlijden, mits de kinderen de leeftijd 21 nog niet hebben bereikt. De uitkering stopt op het moment dat de kinderen 21 jaar zijn.

Het arbeidsongeschiktheidspensioen keert uit op het moment dat een deelnemer arbeidson-geschikt wordt, tot op het moment dat hij niet langer arbeidsonarbeidson-geschikt is, of het moment dat zijn ouderdomspensioen in gaat. Het arbeidsongeschiktheidspensioen is een aanvulling op de WIA, voorheen de WAO. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat uit drie on-derdelen, het salarisafhankelijke arbeidsongeschiktheidspensioen, het leeftijdsafhankelijke arbeidsongeschiktheidspensioen en het hiaatarbeidsongeschiktheidspensioen.

(3)

niet kunnen, alleen maar om dan vanaf hun 60e 10% meer geld te krijgen, is besloten om ook dit verschil te gaan compenseren.

De arbeidsongeschiktheidsuitkering bedraagt in eerste instantie 70% van het salaris. Diege-nen die slechts gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en hun restcapaciteit niet voor minstens de helft benutten worden na verloop van tijd gekort op hun uitkering. De uitkering bedraagt dan nog slechts 70% van het minimumloon. Dit verschil in uitkering wordt gecompenseerd door middel van het hiaatarbeidsongeschiktheidspensioen. Het is echter nog niet duidelijk of dit deel straks nog wel bestaat, want De Nederlandse Bank heeft onlangs besloten dat pensioenfondsen dit zogenoemde WIA-hiaat niet mogen verzekeren. DNB is van mening dat dit alleen gedaan mag worden door verzekeraars.

De OBU is een vervroegde uittredingsregeling. Het houdt in dat deelnemers op 60-jarige leeftijd kunnen stoppen met werken. Iemand die met de OBU gaat ontvangt van zijn 60e tot zijn 65e een uitkering die 80% is van zijn laatste salaris. Tevens heeft hij recht op

premievrije opbouw van het ouderdomspensioen in deze jaren. Hierdoor is de hoogte van het ouderdomspensioen gelijk aan wat het zou zijn geweest bij doorwerken. De meeste regelingen voor vervroegd uittreden werden gefinancierd via omslag, wat betekent dat de premiebetalende deelnemers opdraaien voor het pensioen van de gepensioneerden. Eind jaren 90 heeft men besloten dat er een einde moest komen aan deze regelingen, omdat deze te duur leken te worden met de toekomstige vergrijzing. Hierdoor werden op 1 januari 1999 alle VUT-regelingen afgeschaft en PGGM besloot hierin mee te gaan. De OBU van PGGM werd echter gefinancierd door middel van risicodekking, hierdoor waren er geen rechten toegekend en werd de afschaffing van de OBU geen grote kostenpost.

Om het verdwijnen van de OBU te compenseren is vervolgens het FLEX-pensioen geko-men. Dit pensioen wordt gefinancierd door middel van kapitaaldekking. Hiermee kunnen de deelnemers rechten opbouwen om vanaf hun 60e met FLEX-pensioen te gaan. Doordat

(4)

Bijlage B

Overzicht grondslagen

Dit is een overzicht van alle grondslagen met daarbij een korte beschrijving.

1. generatielengte; dit is de gemiddelde periode dat deelnemers, als premiebetaler of gepensioneerde in het fonds zitten. De generatielengte wordt afgerond op 5 jaar. 2. bestandsgroei

3. leeftijdsverdeling bij nieuwe toetreding

4. leeftijdsverdeling bij toetreding met diensttijd; toetreding met diensttijd houdt in dat de deelnemer al eerder pensioen heeft opgebouwd bij PGGM en hier nu mee verder gaat, er heeft een tijd tussen gezeten dat de deelnemer geen pensioen heeft opgebouwd.

5. waardeoverdracht; dit komt voor als mensen van pensioenfonds wisselen en hun op-gebouwde pensioenrechten meenemen.

6. ontslag; dit bestaat uit twee onderdelen, geheel ontslag en verlaging van de parttimebreuk.

7. arbeidsongeschiktheidsfrequenties

8. reactivering met terugkeer in de sector; na een tijd premievrije opbouw te hebben genoten, gaat de deelnemer zelf weer de pensioenpremie betalen.

(5)

11. samenwonen; hieronder vallen het huwelijk, een samenlevingsverband wat op grond van wettelijke registratie hieraan is gelijkgesteld en een gemeenschappelijke huishou-ding (systeem onbepaalde partner).

12. OBU-gebruikmakingskans; de kans dat een deelnemer gebruik maakt van de OBU. 13. gebruikmakingskans; de kans dat een deelnemer gebruik maakt van het

FLEX-pensioen.

14. gebruikmaking ruilen OP-PP; op leeftijd 65 hebben deelnemers de mogelijkheid om een deel van hun ouderdomspensioen in te leveren voor extra partnerpensioen. 15. salarisontwikkeling door:

• promotie

• bestandsontwikkeling

Het salaris kan ook nog veranderen door de loongroei volgens de CAO, dit is een economische grondslag.

16. WzP als % PP; het wezenpensioen is een percentage van het partnerpensioen. 17. excassokosten (in de opbouwfase en tijdens de afwikkeling)

18. administratiekosten (OP/PP/WzP en FLEX)

19. naijlingsfactoren; dit houdt in dat niet alle gebeurtenissen van een jaar worden ge-boekt in datzelfde jaar, maar ook nog in de jaren daarna. Als er nog gebeurtenissen van 2005 worden geboekt in 2006 dan wordt dit naijling van 2005 op 2006 genoemd. De naijlingsfactoren worden als volgt opgesplitst:

• nieuwe toetreding

• heraanmelding / toetreding met diensttijd • geheel ontslag

(6)

Bijlage C

Resultaten gevoeligheidsanalyse

In deze bijlage staan de volledige resultaten van de gevoeligheidsanalyse. In de tabellen 3.1 en 3.2 zijn aangegeven welke situaties doorgerekend zijn met de gevoeligheidsanalyse. Een kortere samenvatting van de resultaten is te zien in de tabellen 3.3 en 3.4.

Tabel C.1: Resultaten van de gevoeligheidsanalyse.

(7)

Tabel C.2: Resultaten van de gevoeligheidsanalyse door procentuele verandering in de grondslagen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als uw partner overlijdt en u voor uw pensionering (opnieuw) trouwt, (opnieuw) een geregistreerd partnerschap aangaat of (opnieuw) gaat samenwonen, heeft uw nieuwe partner na

de vorige regeling van de deelnemer – Individuele impact van nieuwe pensioenregeling – Toename keuzevrijheid en risico voor de klant.. • Klant concreet en tijdig informeren over

Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 68 e verjaardag valt, op de pensioendatum € 1.000 gelijkblijvend

Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van uitruil, vervroegen, uitstellen, variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen of afkoop van (kleine) pensioenen,

De gewezen partner van een gewezen deelnemer of gepensioneerde heeft alleen recht op bijzonder partnerpensioen, indien en voor zover de gewezen deelnemer of de gepensioneerde

Daarnaast bleek het verzamelen van deze gegevens zeer tijdrovend, omdat de gegevens voor ieder gebouw apart moeten worden opgevraagd en we daarbij afhankelijk zijn van derden en

Het bijzonder Partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de Deelnemer, Gewezen Deelnemer of Gepensioneerde is overleden en wordt uitgekeerd tot en

Uitvoeringsovereenkomst Gunvor Rotterdam Groep Uitvoeringsovereenkomst KPE Europe Groep Huishoudelijk reglement Pensioenfonds Archimedes Statuten..