oktober 1931
H e t M AB V O O R 50 j a a r door Prof. J. Nathans
Geschiedenis
Al w aren er in 1931 slechts twee sociale w etten w aarvoor het premieplichtig loon m oest worden berekend terwijl er van loonbelasting c.a. nog geen sprake was, het blijkt voldoende moeilijkheden op te leveren om er een artikel aan te wijden. De aanh ef daarvan houdt in dat het nuttig is te overwegen van de diensten van de Accountants (heus, m et een hoofdletter) gebruik te m aken ten einde verbetering in de administratie en uitvoering dezer verzekering te be reiken. Verder wordt betoogd dat de m isverstanden het gevolg zijn van zeer vergeeflijke en begrijpelijke onbekendheid m et de Sociale Verzekeringswet ten, die niet zijn geünificeerd. Voor de Ongevallenwet 1921 dient m en alle lo nen, voor de Ziektewet 1929 de lonen van hen die m inder verdienen dan ƒ 3000,- (per jaar, m aar dat hoefde er niet bij de staan) op te geven. Overigens geeft het artikel veel informatie om trent de uitvoeringsorganen die stellig in teressant geweest zal zijn.
Melding wordt gem aakt van een circulaire die uitging van twee NIvA-gediplo- m eerden, niet zijnde leden. O nder de titel „Schandelijke praktijken” wordt ver teld dat deze circulaire o.a. inhoudt dat aangeboden wordt de overnam e van elke accountantscontrole tegen de helft van de kosten die tot dusverre werden betaald. W anneer gegadigden daarop ingaan zullen de hoofdboeken gratis bij gehouden worden w aardoor de hoge kosten van het aanhouden van een dure leider van de adm inistratieafdeling overbodig kan worden.
Besproken wordt een exam envraagstuk controleleer dat handelt over een gra- nenverw erkend fabrieksbedrijf. Er ontstaan drie eind en enkele bijprodukten. De kandidaat dient de wijze te beschrijven waarop de accountant zich, zowel gedurende de loop van het jaar als bij de controle van de jaarrekening van zijn taak dient te kwijten. Tevens wordt gevraagd of de accountant in zijn rapport aan het college van commissarissen, indien hij de jaarrekening en de boekhou ding akkoord bevonden heeft, al o f niet een voorbehoud m oet m aken ten aan zien van de beoordeling van technische rendementscijfers. Ik m oet mij bepaald geweld aandoen om de gegeven oplossing niet van com m entaar te voorzien m aar ik schrijf nu eenm aal geen geschiedenis van de controle-opvattingen. Een enkele gedachtengang m ag ik hier etaleren: Er is voldoende zekerheid te verkrijgen betreffende de ontvangen hoeveelheden en voorraden grondstof, dus het verbruik. Er is voldoende zekerheid te verkrijgen om trent de verkochte hoeveelheden en voorraden gereed produkt, dus de produktie. Dan kan de ac countant dus het rendem ent berekenen en zonder voorbehoud in zijn rapport zetten. Misschien was de schrijver toch niet helem aal gerust op de juistheid van deze cirkelredenering; vooraf toch m erkt hij op dat de accountant zich - in prin cipe - enig inzicht kan verw erven in „norm aal”-rendementscijfers en wel door a. het bezien van uitkom sten uit het verleden
b. eigen w aarnem ing van enkele produktieprocessen
c. kennisnem en van de uitkomsten van soortgelijke bedrijven door eigen w aarnem ing dan wel uit literatuur.
W aar die rendementscijfers dan hun plaats vinden in de controle wordt niet vermeld. H et is trouwens een „in principe”.