• No results found

Memo Nijmegen 06 11 2015 19 mogelijke alternatieven terug gebracht naar 6 kansrijke alternatieven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Memo Nijmegen 06 11 2015 19 mogelijke alternatieven terug gebracht naar 6 kansrijke alternatieven"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Memorandum

Projectmanagement en Ruimtelijke Kwaliteit Proces en Projectmanagement

Memo beoordeling alternatieven zandafvoer gezamenlijk PO 091115 (3)

Aan

Harriet Tiemens, Bert Velthuis, Turgay Tankir

Datum

6 november 2015

Opgesteld door, telefoonnummer

Edwin van Haveren,9604 / Jurgen Hell, 2137

Onderwerp

Advies resultaat beoordeling alternatieven zandafvoer Beuningse Plas

1. AANLEIDING EN PROBLEEMSTELLING

Met betrekking tot het in de Intentieverklaring genoemde tracé ten behoeve van de zandafvoer Beuningen is een probleem ontstaan met Synthon. Synthon vraagt voor 1 december a.s.

duidelijkheid van de gemeenten Nijmegen en Beuningen of het beoogde tracé doorgaat. Indien er voor 1 december geen duidelijkheid is, of wanneer het beoogde tracé wordt gehandhaafd, zal Synthon de voorgenomen bedrijfsinvesteringen niet in Nijmegen laten plaatsvinden. In eerdere correspondentie is hier uitgebreid op ingegaan.

Na bestuurlijke afstemming hebben Beuningen en Nijmegen een procesafspraak gemaakt om haalbare/kansrijke alternatieven te onderzoeken en nieuwe afspraken in een gewijzigde

Intentieverklaring vast te leggen (De Klein/Velthuis 19 oktober). Deze planning van het proces is zodanig dat de nieuwe afspraken door beide colleges voor 1 december a.s. moeten worden bekrachtigd. De belangrijkste kaders/randvoorwaarden zijn:

Eindbestemming van het zandtransport is een schip voor vervolgtransport. Transport tussen Beuningse plas en schip kan plaatsvinden per buis, as, en transportband.

De verschillende alternatieven worden gezamenlijk geanalyseerd en beoordeeld op haalbaarheid.

Beide colleges spreken het vertrouwen naar elkaar uit er in gezamenlijkheid uit te komen ondanks de beperkte tijd waarin de alternatieven worden uitgewerkt en beoordeeld op hoofdlijnen, er resteren dus nog risico’s.

Beuningen geeft aan geen financiële ruimte te hebben.

2. RESULTAAT

Beuningen/Boskalis is op 19 oktober gevraagd na te denken over alle mogelijke alternatieven. In een voorselectie zijn 19 varianten teruggebracht tot 6 kansrijke alternatieven. Daarbij is de modaliteit buistransport komen te vervallen. In tegenstelling tot de overige modaliteiten moet bij buistransport de klasseerinstallatie aan het einde van de buisleiding staan. Dat betekent concreet:

een locatie langs het Maas-Waalkanaal of langs de Waal. Om meerdere redenen is dit onmogelijk/onwenselijk:

Een locatie langs het Maas-Waalkanaal is vanwege het vereiste ruimtebeslag niet beschikbaar.

(3)

Een locatie in de uiterwaarden van de Waal vereist een dijk om de installatie. De hiervoor noodzakelijke vergunning van RWS is onhaalbaar omdat deze rivierkundig een te groot obstakel vormt bij hoogwater.

Een locatie in de uiterwaarden is ook vanuit de Natuurbeschermingswet nauwelijks te verantwoorden.

Buistransport is significant duurder dan alle andere modaliteiten omdat grote hoeveelheden zand-watermengsels over meerder kilometers moeten worden verpompt en teruggebracht. Dit kost dermate veel energie dat dit voor de aannemer exploitatietechnisch niet haalbaar is.

Daarnaast moeten de buizen vanwege slijtage meerdere malen vervangen worden.

Naast de bestaande nuloptie (0-alternatief) zijn er vijf nieuwe alternatieven naar voren gekomen::

As Astransport (via bedrijventerrein Westkanaaldijk)

T1-1 Transportband via de Vlotkampweg naar het Maas-Waalkanaal T1-2 Transportband via de Hogelandseweg naar het MW-Kanaal

T2 Transportband via de zuidzijde A73/Neerbosscheweg naar het MW-Kanaal T3 Transportband via Beunings grondgebied naar de Waal (via het tracé van de

gastransportleiding)

T4 Transportband via de A-watergang achter bedrijven langs de Vlotkampweg naar het MW- Kanaal

Voor de locaties zie bijlage.

De afzonderlijke tracés zijn maandag 2 november jl. door de desbetreffende specialisten uit onze organisatie beoordeeld t.a.v.: mobiliteit, milieu, ruimte, draagvlak, groen/natuur,

grondbeschikbaarheid, planologie en vergunningen en technische haalbaarheid. Hiertoe is een format opgesteld om tot een zo objectief mogelijk beoordeling te komen. Ook Beuningen heeft een beoordeling op basis van dit format uitgevoerd. Er is alleen gekeken of de verschillende aspecten positiever of negatiever scoren t.o.v. het oorspronkelijke tracé. Donderdag 5 november jl. zijn de beoordelingen van Nijmegen en Beuningen met elkaar vergeleken. De beoordelingen van Nijmegen en Beuningen zijn hieronder weergegeven.

(4)

Memorandum

Vervolgvel 2

Memo beoordeling alternatieven zandafvoer gezamenlijk PO 091115 (3)

BEOORDELING NIJMEGEN

As T 1-1 T1-2 T2 T3 T4

Mobiliteit - 0 0 0 0 0

Milieu - - 0 0 - 0 0

Ruimtelijke kwaliteit + + +/++ 0 -/0 +

Draagvlak - -- - -- 0 0

Groen/Natuur + + + - -- +

Grondbeschikbaarheid + + + 0 - 0

Plan./verg. haalbaarheid + - - 0 - 0

Technische haalbaarheid ++ -/-- - - 0 -

TOTAAL + - 0/- -- 0/- 0/-

BEOORDELING BEUNINGEN

As T 1-1 T1-2 T2 T3 T4

Mobiliteit -- 0 0 0 0 0

Milieu -- 0 0 - 0 0

Ruimtelijke kwaliteit ++ + + -- - +

Draagvlak --/- --/- --/- 0/- --/- --

Groen/Natuur ++ + + - 0 0/+

Grondbeschikbaarheid ++ 0/- 0/+ 0 --/- 0/-

Plan./verg. haalbaarheid 0/+ 0 0 0 -- -

Technische haalbaarheid ++ - 0/- 0/- - -

TOTAAL + 0/- 0/- 0 - 0/-

(5)

3. CONCLUSIES

De hoofdconclusies van de vergelijking van de beoordelingen zijn:

Er zit een significante mate van overeenkomst in de beoordelingsresultaten van Beuningen en Nijmegen. Behoudens alternatief 2 (Transportband via de zuidzijde

A73/Neerbosscheweg), wijken de eindscores per alternatief slechts in beperkte mate af.

Uit de bespreking van de resultaten blijkt dat de verschillen tussen Beuningen en Nijmegen in hoofdzaak worden veroorzaakt door afwijkende beoordelingen als gevolg van

locatiespecifieke kennis, dossiers uit het verleden en beoordelingsverschillen ten aanzien van impact.

De beoordelingscores en de totaalscores zijn zonder weging gepresenteerd. Een weging is een politiek instrument om de verschillende belangen in onderlinge relativiteit tot uitdrukking te brengen en zal de beoordeling in belangrijke mate beïnvloeden. Deze weging is derhalve achterwege gelaten en dienen door de afzonderlijke colleges te worden gemaakt..

In de beoordeling is het aspect kosten niet meegenomen. Redenen hiervoor zijn dat kosten niet slechts een criterium vormen, maar maatgevend zijn. Overigens zijn de

kostenberekening op dit moment voor Nijmegen niet voldoende verifieerbaar waardoor beoordeling ook niet mogelijk is.

Met dit globale haalbaarheidsonderzoek is wel voldaan aan de beoogde randvoorwaarden zoals is vastgelegd in het procesvoorstel; er is zicht op een voor alle partijen aanvaardbaar geacht alternatief.

Vanwege de onduidelijkheid m.b.t. het kostenaspect en kostenverrekening en de weging van de afzonderlijke criteria kan echter niet één gezamenlijk voorkeursalternatief worden

aangewezen, maar is er sprake van meerdere haalbaar geachte alternatieven.

4. BELANGRIJKE RISICO’S:

Draagvlak

Bij de inventarisatie van de verschillende alternatieven is ook een voorzichtige inschatting gemaakt van het te verwachten draagvlak in de omgeving. Daarbij zijn we er vanuit gegaan dat altijd sprake zal zijn van weerstand, ongeacht het alternatief. Deze analyse betreft een "quick and dirty" beschouwing op de mogelijke effecten van de verschillende alternatieven op de bedrijven en burgers die gevestigd zijn in de straten waarin de verschillende alternatieven bedacht zijn.

Daarbij hebben we bij veel van deze bedrijven geen zicht op zaken als productieprocessen, toekomstplannen, verkeersbewegingen ten behoeve van/als gevolg van de bedrijfsvoering, etc.

Ook hebben we onvoldoende zicht op de emissies die de verschillende alternatieven met zich meebrengen (denk aan geluid, trillingen, stof).

In de analyse zijn alleen de bedrijven en bewoners meegenomen die gehuisvest zijn in de

betreffende straten. Bedrijven en bewoners die in de buurt gevestigd zijn, maar niet in die straten, niet. Het kan echter zijn dat ook zij hinder zouden kunnen ondervinden van de maatregelen. Zo weten we dat Synthon al heeft aangegeven dat al deze alternatieven onacceptabel zijn voor hen.

Andere bedrijven die niet direct aan de route liggen, maar die mogelijk ook gevolgen kunnen ervaren van de ingrepen zijn Mead Johnson, EMCM en Astra Zeneca voor zover we op basis van deze quickscan kunnen inschatten.

(6)

Memorandum

Vervolgvel 4

Memo beoordeling alternatieven zandafvoer gezamenlijk PO 091115 (3)

RWS en Waterschap

Naast bedrijven en burgers die in de (directe) omgeving van het uiteindelijke tracé gevestigd zijn, zijn ook Rijkswaterstaat en het Waterschap belangrijke partijen waar draagvlak voor de plannen moet zijn. Zo leidt een aantal alternatieven pal langs A-watergangen die beheerd worden door het Waterschap en kent het gros van de alternatieven laadfaciliteiten langs het Maas-Waalkanaal.

RWS zal daaraan medewerking moeten verlenen. Met het Waterschap zijn tot nu toe nog geen gesprekken gevoerd. Boskalis heeft onlangs bij RWS gepolst hoe zij staan ten opzichte van de opties T1-1, T1-2, T2 en T4 als het gaat om het beladen van de schepen op de binnen de

alternatieven bedachte plaatsen. RWS heeft aangegeven dat al deze alternatieven bespreekbaar zijn m.u.v. alternatief T4, waarbij de schepen te dicht voor de sluis zouden komen te liggen.

Synthon

Zoals in de aanleiding al verwoord, is afgesproken om gezamenlijk te komen tot een aanpassing van de intentieovereenkomst, omdat het belang van Synthon voor de stad en haar omgeving groot wordt geacht en daarmee ook het belang van een gezonde doorontwikkeling van dit bedrijf binnen Nijmegen. Synthon heeft aangegeven haar geplande investeringen buiten Nijmegen te realiseren als het zandtransporttracé volgens de oorspronkelijke intentieovereenkomst zal worden uitgevoerd. Inmiddels heeft Synthon bij monde van Huub Sanders aangegeven dat de

alternatieven Astransport over bedrijventerrein WKS, T1-1, T1-2 en T2 (alle alternatieven waarbij een boot beladen moet worden aan de zuidzijde van de sluis) voor hen onacceptabel zijn en zullen leiden tot het stopzetten van de investeringen op de locatie Nijmegen. In hoeverre Synthon deze woorden waar zal maken bij de keuze van een van deze alternatieven kunnen wij niet inschatten. Dit is echter een risico waarmee rekening zal moeten worden gehouden. De

inschatting is dat dit risico kleiner zal zijn naarmate een alternatief zal worden gekozen dat fysiek verder van Synthon verwijderd zal zijn.

Ook andere bedrijven dan Synthon zouden als gevolg van het zandtransport

investeringsbeslissingen kunnen gaan nemen die nadelig voor Nijmegen kunnen uitpakken. We hebben nog niet met andere bedrijven gesproken in dit kader, en hebben dan ook geen signalen binnen gekregen die hierop duiden, maar het lijkt reëel om dit wel als risico te benoemen. Naar verwachting zal dit niet de omvang en impact hebben vergelijkbaar met die van Synthon.

As-transport

Op basis van de beoordelingscriteria die zijn gehanteerd in de quickscan op de alternatieven kan as-transport worden gezien als een realistisch alternatief. Een keuze voor as-transport kent echter wel de nodige politieke gevoeligheden gezien de grote weerstand die Nijmegen in het verleden heeft gehad tegen deze transportwijze (milieu, veiligheid, mobiliteit). Nijmegen heeft destijds zelfs een zienswijze ingediend. Dit is ook de reden geweest om uiteindelijk te gaan werken aan het alternatief dat in de huidige intentieovereenkomst is verwoord. Ondanks dat er een geheel nieuwe situatie is ontstaan als gevolg van de onverenigbaarheid van het

oorspronkelijke tracé en de plannen van Synthon, alsook enkele wijzigingen in de fysieke ruimte/infrastructuur, zal het teruggrijpen naar het alternatief as-transport politiek gezien waarschijnlijk lastig verkoopbaar zijn. Daar komt bij dat we niet weten hoe de provincie zal reageren op het vergroten van het aantal vrachtwagenbewegingen bij de variant as-transport. Zal zij daarvoor toestemming geven in de nieuwe ontgrondingsvergunnning die zij aan Beuningen zal moeten afgeven als gevolg van een nieuw afvoertracé?

(7)

Financieel

De financiële gevolgen van de verschillende alternatieven zijn nog niet goed bekend. Op basis van een eerste voorzichtige inschatting van de aannemer van Beuningen (Boskalis) lijkt elk alternatief anders dan het oorspronkelijke tracé meerkosten met zich mee te brengen ten opzichte van het oorspronkelijke tracé. De raming die Boskalis heeft meegegeven kunnen we niet

beoordelen, mede omdat de kosten van het 0-alternatief niet inzichtelijk zijn gemaakt en dat de raming niet verifieerbaar is vanwege de globaliteit ervan. Volgens de ramingen van Boskalis zijn de alternatieven elk op zich minimaal €1,7 M duurder dan het 0-alternatief.

Alternatief onhaalbaar

Door de globaliteit van de quickscan in relatie tot de complexiteit die ieder alternatief met zich meebrengt is het risico aanwezig dat bij de verdere uitwerking van een alternatief blijkt dat er factoren zijn die we nu nog niet (voldoende) onderkend hebben die het alternatief onmogelijk maken (bijvoorbeeld als gevolg van technische, financiële of politieke onoverkomenlijkheden).

Ook om deze reden is het verstandig om in deze fase nog niet de keuze te maken voor 1 alternatief, maar meerdere alternatieven open te houden.

5. ADVIES

Geadviseerd wordt om de volgende besluiten te nemen:

Er zijn meerdere alternatieven gevonden die in de plaats kunnen worden gesteld van het voorkeurstracé uit de intentieverklaring .

Vanwege het ontbreken van voor Nijmegen verifieerbare kostenramingen wordt dit aspect buiten beschouwing gelaten.

De optie van het tracé langs Synthon is definitief van de baan.

De gewijzigde Intentieverklaring wordt na ambtelijke voorbereiding bestuurlijk voorbesproken met de portefeuillehouder van Beuningen.

Het resultaat van het overleg c,q, een gewijzigde intentie verklaring wordt ter besluitvorming op 24 november aan het het college aangeboden.

Na besluitvorming kan vóór de deadline van 1 december a.s. door Nijmegen aan Synthon worden aangegeven dat de nuloptie van tafel is.

(8)

Zandtransport Beuningse Plas

(9)
(10)

•T1-1 Afvoer per transportband via de Hogelandseweg-Vlotkampweg

Zandtransport Beuningse Plas

(11)
(12)

• T2 Zuidzijde A73 – Neerbosscheweg

Zandtransport Beuningse Plas

(13)
(14)

T4 Afvoer per transportband via A-watergang

Zandtransport Beuningse Plas

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

meegenomen. Een dergelijk model kennen we in Nederland niet. Het is ook niet in overeenstemming met het CEP, en zal dus niet gerealiseerd worden. We bespreken wel scenario's waarin

Als naast de leverancier ook een aggregator wordt ingeschakeld zijn er dus twee partijen actief op één aansluiting en zij zijn elk verantwoordelijk voor de onbalans van hun deel

De drinkwaterbedrijven en hun distributiegebied zijn aangewezen door de Minister in de Drinkwaterregeling (2011). 8 Drinkwaterbedrijven zijn verplicht desgevraagd drinkwater aan te

Er wordt steeds meer gepubliceerd en we hebben het steeds drukker, en dan krijgt de peer review al snel lagere prioriteit. Wie editor is van een tijdschrift kent ook het

Met de voorgestelde wetswijziging wordt beoogd de werking van de wet markt en overheid te versterken, door nadere eisen te stellen aan het besluitvormingsproces

De financieel adviseurs vinden dat deze variant zeker aantrekkelijke elementen heeft, maar vragen zich ook af of nabestaanden in staat zijn om zelf een verantwoorde keuze

148 Ktr.. Helaas is de praktijk daaraan steeds meer gaan toegeven. Veel advocaten doen weinig meer dan eenvoudige ABC-tjes toepassen. De ontbindingsvergoeding is letter- lijk het

Hoge investering (vooral bij oude gebouwen) voor isolatie Bron elektriciteit niet per se duurzaam (korte termijn). Elektrische infrastructuur is er (nog) niet