‘Het samenspel(-en) gaat verder’* * incl. belangrijke informatie voor onderweg

(1)

1

Beleidsnotitie Spelen 2016-2026

‘Het samenspel(-en) gaat verder’*

* incl. belangrijke informatie voor onderweg

18 januari 2016

Inhoudsopgave

1 Inleiding 2

1.1 Aanleiding 2

1.2 Waar staan we? 2

1.3 Leeswijzer 3

2 Inventarisatie en analyse 4

2.1 Toelichting inventarisatie en analyse 4 2.2 Resultaten panelbijeenkomst professionals 4

2.3 Resultaten online enquête 5

3 Visie: wat vinden we samen belangrijk! 6

3.1 Onze visie 6

3.2 Beleidsregels 7

4 Ruimte voor bewoners 9

4.1 Een basisvoorziening per kern 9

4.2 Twee opties voor bewoners 9

4.2 Voorwaarden voor overname speelplekken 9

5 Belangrijke informatie voor onderweg 11

5.1 Weurt 11

5.2 Ewijk 13

5.3 Winssen 15

5.4 De vier gebieden van Beuningen 17

(2)

2

1 Inleiding 1.1 Aanleiding

Begin 2015 zijn we gestart met de ontwikkeling van nieuw speelbeleid met als basis het plan van aanpak ‘Beuningen zoekt Samen-spel(en)’

(kenmerk: BW15.00114). In het plan van aanpak staat de volgende opdracht geformuleerd:

1) Ontwikkel nieuw beleid

2) Geef invulling aan de bezuinigingsopgave

(meerjareninvesteringsbegroting periode 2013-2018)¹ De titel van het plan van aanpak suggereert het al, zoek hiervoor samenspel met bewoners en stakeholders. Dit hebben we in 2015 gedaan. In deze beleidsnotitie vindt u de resultaten, het beleid en de uitgangpunten per kern. Zij vormen de basis voor het gesprek met onze inwoners over de invulling van het beleid.

1.2 Waar staan we?

2015 stond in het teken van het verzamelen en verwerken van informatie en het ophalen van de beleving in de kernen. We hebben met kinderen, jongeren, volwassenen, professionals en commissie- en raadsleden gesproken over de opgave. Hiervoor zijn de volgende stappen gezet:

 online enquête voor alle bewoners van de gemeente (maart ’15)

 bezoek basisschool startschot enquête (maart ’15)

 steekproefsgewijze buurtbezoeken (april ’15)

 panelbijeenkomst met professionals (april ’15)

 presentatie in de commissie Ruimte (december ’15)

1 In het Plan van Aanpak ‘Beuningen zoekt Samen-spel(en)’ (kenmerk: BW15.00114) kunt u hierover meer informatie vinden

En ook de ambtelijke projectgroep heeft haar advies uitgebracht. Dit alles heeft geresulteerd in een kleurrijk palet aan informatie, wensen en meningen waartussen wij een afweging moeten maken. (zie

onderstaande impressie)

Voor elke kern is een plan geschetst. Op basis van dit plan zijn de uitgangspunten voor een minimale basisvoorziening vastgelegd. De uitgangspunten zijn ruim geformuleerd. Er is nog volop ruimte voor bewoners om mee te denken over de invulling en ook bij de uitvoering kunnen bewoners actief meedoen. Hiervoor zijn twee opties:

1. Gemeente verzorgt de basisvoorziening. Bewoners plussen de locatie op met burgerinitiatieven (Samen in de Buurt)

2. Overname van speelplekken door bewoners (stichting/vereniging)

(3)

3

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 vindt u een beknopte toelichting van de inventarisatie en analyse. De resultaten van o.a. de online enquête en de panelbijeenkomst komen aan bod. In hoofdstuk 3 staat de visie centraal. Hierin staat wat we belangrijk vinden inclusief verschillende speerpunten en regels voor de invulling van het beleid. In hoofdstuk 4 wordt de ruimte voor bewoners voor eigen inbreng toegelicht. Dit gebeurt aan de hand van twee opties met voorwaarden. In hoofdstuk 5 vindt u tot slot per kern belangrijke informatie voor onderweg en de uitgangspunten voor de minimale basisvoorziening.

(4)

4

2 Inventarisatie en Analyse

2.1 Toelichting inventarisatie en analyse

In de inleiding werd al gesproken over een kleurrijk palet aan informatie, wensen en meningen. Dit palet komt voort uit een uitgebreide

inventarisatie en analyse. In deze notitie beperken we ons tot de hoofdlijnen. De volgende onderwerpen zijn geïnventariseerd:

Aantal voorzieningen

Alle speelvoorzieningen zijn geïnventariseerd. De voorzieningen variëren van hele kleine plekjes met een spelaanleiding (bijv. een hinkelpad op een pleintje) tot een grote speeltuin als Kindervreugd.

Aantal kinderen en jongeren

Het aantal kinderen en jongeren per kern en wijk is geïnventariseerd.

Hiervoor is onderscheid gemaakt in drie leeftijdscategorieën: 0-6 jaar, 7-12 jaar en 13-18 jaar.

Hoeveelheid groene ruimte

Naast de aanwezigheid van formele speelvoorzieningen hebben we ook gekeken naar de hoeveelheid groene ruimte in een wijk. Hiervoor is het richtgetal groen per woning als graadmeter gebruikt (Groenbeleidsplan 2012).

Kansen voor kinderen en jongeren

We hebben professionals die beroepsmatig of in hun vrije tijd veel met kinderen en jongeren van doen hebben, gevraagd naar de kansen die er nog liggen. We hebben hen gevraagd waar we mogelijk iets extra’s in kunnen doen voor de ontwikkeling van onze jeugd.

Financiële waarde huidig kapitaal

De waarde van de huidige speelvoorzieningen is geïnventariseerd. Deze bedraagt ongeveer €1.300.000,-. Dit bedrag is excl. BTW, excl. ondergrond en incl. montage. De oorspronkelijke voorziening voor de vervanging en renovatie van speelvoorzieningen lag lager. Dit wordt veroorzaakt door diverse areaaluitbreidingen (o.a. MFA ’t Hart, park de grote Aalst, schoolplein Koolzaadveld en Beatrixplein). Deze uitbreidingen zijn na vaststelling van het vorige beleid gerealiseerd.

2.2 Resultaten panelbijeenkomst professionals

In april ’15 heeft een groep professionals² met ons meegedacht over acht aanvliegroutes (zie onderstaande afbeelding). Het aantal sterren geeft aan hoe groot het panel de slagingskans van de route acht.

2 Basisschool de Triangel, stichting Perspectief, jongerencentrum Waasdaa, Standvast, een fysiotherapeut en kinderopvang Go for Kids

(5)

5

De drie routes: ‘meer speelruimte in wijken waar extra aandacht gewenst is’, ‘investeren in mobiele bus/jongerenontmoetingsplaats’ en ‘beheer en onderhoud door bewoners’ sprongen er uit. Stichting Perspectief

heeft ondertussen al een alternatief voor de succesvolle jongerenbus gevonden.

2.3 Resultaten online enquête

Maart 2015 hebben 145 kinderen, 272 volwassen en 11 jongeren de online enquête over het speelbeleid ingevuld. Hieronder volgt een korte impressie van de resultaten.

Bron: enquête volwassen (272 respondenten)

Ongeveer de helft van de volwassen respondenten heeft voorkeur voor een paar grote plekken in plaats van diverse kleine plekken. Ongeveer een vijfde deel van de respondenten heeft geen voorkeur of weet het niet.

Bron: enquête volwassen (272 respondenten)

Verschillende volwassen respondenten hebben aangegeven graag mee te werken of mee te denken over een speelplek. Dit is belangrijke informatie voor de twee opties die verderop in deze notitie worden toegelicht.

(6)

6

Bron: enquête kinderen (145 respondenten)

Kinderen hebben een lichte voorkeur voor kleine speelplekken in de buurt. Voor de inrichting van een speelplek zijn speeltoestellen, een natuurlijke speelomgeving en voetbalveldjes het geliefdst.

De enquête voor jongeren heeft te weinig respondenten opgeleverd om een representatief beeld te krijgen. De gesprekken met jongeren hebben wel een beeld opgeleverd. De jongeren maken veel gebruik van de JOP aan de Ooigraaf en het inmiddels vervallen kunstgrasveld bij de Hutgraaf.

De groene abri’s zijn onder jongeren wel een begrip.

3 Visie: wat vinden we samen belangrijk!

3.1 Onze visie

Onze beleidsvisie voor spelen (kinderen van 2 t/m 12 jaar) is geïnspireerd door de resultaten uit de enquête. Op de vraag “wat zijn de drie

belangrijkste functies van buitenspelen?” werden gezondheid,

ontwikkeling en plezier het vaakst genoemd. Dit hebben we vertaald in de volgende visie:

Alle kinderen moeten buiten kunnen spelen. Wij vinden het belangrijk voor de GEZONDHEID en ONTWIKKELING van kinderen, maar ook voor

het PLEZIER.

Bron: enquête volwassen ‘de 3 belangrijkste functies van buitenspelen’

Bij de invulling van deze visie proberen we waar mogelijk aandacht te besteden aan de volgende speerpunten:

 Extra aandacht voor wijken met kansen;

 Mogelijkheden voor korte speelmomentjes na schooltijd;

 Mogelijkheden voor ontmoeting en samenspel;

 Meer speelwaarde voor ‘formele’ speelplekken;

 Ruimte voor avontuurlijk spelen;

 Aandacht voor de kindvriendelijkheid van een wijk of buurt.

Op de vraag “wat zijn de drie belangrijkste functies van buiten bewegen en ontmoeten?” gericht op jongeren werden plezier, gezondheid en sociale ontwikkeling het vaakst genoemd.

(7)

7

Dit hebben we vertaald in de volgende visie:

Alle jongeren moeten elkaar (op daarvoor bestemde plekken) kunnen ontmoeten en gelegenheid hebben voor sport en spel. Ontmoeting en

beweging zijn belangrijk voor de GEZONDHEID en

SOCIALE ONTWIKKELING van jongeren, maar ook voor het PLEZIER.

Bron: enquête volwassen ‘de 3 belangrijkste functies van buiten bewegen en ontmoeten’

Bij de invulling van deze visie proberen we waar mogelijk aandacht te besteden aan de volgende speerpunten:

 Aandacht voor voetbalgelegenheden;

 Organisatie van (sport)activiteiten;

 Aandacht voor chillplekken;

 Aandacht voor flexibele invulling van voorziening.

Voormalig kunstgrasveld Hutgraaf

3.2 Beleidsregels

In deze paragraaf komen een aantal beleidsregels aan bod die van belang zijn bij de invulling en uitwerking van het nieuwe beleid. De regels gaan over diverse onderwerpen. Bijvoorbeeld de omgang met vrijgekomen speeltoestellen en de uitgangspunten voor de inrichting van plekken die we behouden.

Voorkeur voor centraal gelegen plekken

Het aantal speelplekken zal door de bezuinigingen fors afnemen met als gevolg dat de afstand tussen huis-speelplek voor veel kinderen groter wordt. Bij de situering van de ‘nieuwe’ ofwel te handhaven plekken is het van belang dat er goed wordt gekeken naar de ligging van de locaties en de spreiding. De voorkeur gaat uit naar centrale plekken die voor veel kinderen (met of zonder begeleiding) bereikbaar zijn.

Te verwijderen speelplek wordt informele speelruimte

Bij de uitvoering van het beleid worden diverse speelplekken verwijderd.

De speelobjecten (incl. speelondergrond) worden weggehaald. De locatie blijft echter wel beschikbaar voor informeel spelen. Deze bestemming kan alleen worden opgeheven als er sprake is van een ontwikkeling met een breed maatschappelijk belang of als de speelfunctie in de directe omgeving kan worden gecompenseerd.

Speelplek maakt plaats voor sobere openbare ruimte

De openbare ruimte van de te verwijderen speelplekken wordt sober heringericht, bijvoorbeeld met gazon. Bewoners kunnen de nieuwe situatie opplussen zoals we dit kennen van de actie ‘Samen in de Buurt’.

We vragen bewoners wel rekening te houden met de wensen van de kinderen en jongeren zodat de plek ook voor hun leuk blijft.

(8)

8

‘Nieuwe’ speelplekken zijn voor alle leeftijdsgroepen

We maken in de nieuwe situatie geen onderscheid in speelplekken voor de allerkleinsten en speelplekken voor de oudere kinderen. De forse vermindering van het aantal speelplekken maakt deze splitsing niet langer mogelijk. We proberen de speelplekken voor een brede doelgroep in te richten zodat iedereen zich kan vermaken.

Speeltoestellen worden zoveel mogelijk hergebruikt

De technische staat en de verplaatsbaarheid van alle speeltoestellen is geïnventariseerd. We proberen toestellen zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Of een toestel in aanmerking komt voor hergebruik hangt af van de technische staat, de restlevensduur, de speelwaarde en de verplaatsbaarheid van het toestel. Maar ook de investering die nodig is om een toestel op een andere locatie een nieuw leven te geven, weegt mee.

‘Nieuwe’ speelplekken met meer speelwaarde

We kijken kritisch naar de speelwaarde van ‘nieuwe’ plekken. In de enquête zijn veel wensen over de inrichting van speelplekken geuit.

Investeringen moeten in balans zijn met de speelwaarde. Waar mogelijk proberen we met minder middelen meer speelwaarde te creëren. Hierbij denken we niet alleen aan speeltoestellen, maar ook aan een natuurlijke en groene speelomgeving.

Aandacht voor de toegankelijkheid van speelplekken

Bij de inrichting van ‘nieuwe’ plekken proberen we daar waar mogelijk met kleine aanpassingen speelplekken toegankelijk te maken voor kinderen met een beperking.

Jeugdontmoetingsplekken (JOP’s) blijven bestaan

Alle jeugdontmoetingsplekken in de openbare ruimte, met of zonder overdekte voorziening, blijven bestaan. Ook als hier momenteel geen gebruik van wordt gemaakt. De behoefte van jongeren wisselt zich af en laat zich niet sturen. We vinden het belangrijk dat er in de openbare ruimte ook plekken voor jongeren zijn.

Bevolkingscijfers één van de afwegingscriteria

De uitgangspunten voor de basisvoorziening per kern zijn gebaseerd op verschillende afwegingscriteria. Niet alleen het aantal kinderen of jongeren bepaalt het aantal en de grootte van de (speel)plekken. We kijken ook naar andere aspecten. Bijvoorbeeld: is er in de wijk veel

informele speelruimte (pleintjes, brede trottoirs, gras e.d.)? Zijn er andere voorzieningen in de buurt? Kunnen kinderen of jongeren een steuntje in de rug gebruiken? En wat hebben we gehoord bij de buurtbezoeken?

Kortom diverse aanknopingspunten die om maatwerk vragen.

Houdbare financiële situatie op lange termijn

De ‘nieuwe’ situatie moet passen binnen het financiële kader zoals deze in het plan van aanpak is beschreven. Het is op dit moment nog niet mogelijk om een financiële verdeling te maken. Zodra de eerste ideeën voor de ‘nieuwe’ situatie bekend zijn (na de kernbijeenkomsten), kunnen we een eerste raming maken en deze gaan bijsturen. Dit wordt maatwerk.

De gewenste investeringen kunnen per gebied verschillen. De ‘nieuwe’

situatie moet ook op de lange termijn financieel houdbaar zijn.

(9)

9

4 Ruimte voor bewoners 4.1 Een basisvoorziening per kern

Op basis van vele afwegingen zijn per kern uitgangspunten voor de basisvoorziening geformuleerd (zie hoofdstuk 5). Hiermee geven we invulling aan onze visie dat alle kinderen buiten moeten kunnen spelen en jongeren ook thuishoren in de openbare ruimte. Voor elke kern hebben we een concreet voorstel gemaakt. De bezuinigingen maken het niet langer mogelijk om alle speelplekken in stand te houden. Veel speelplekken moeten verdwijnen. Zonder plan sterven alle plekken langzaam uit.

Het plan voor de basisvoorziening gaan we met onze bewoners

bespreken. Een optimale variant van de basisvoorziening is er niet. Er zijn talrijke afwegingen te maken. Bewoners kunnen nog wijzigingen

aanbrengen. Het budget blijft echter gelijk. Dit betekent dat de huidige situatie aanzienlijk moet veranderen.

4.2 Twee opties voor bewoners

We willen enthousiaste bewoners ruimte geven om de basisvoorziening die de gemeente biedt ‘op te plussen’. Hiermee kunnen zij de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving versterken. Op vele plekken in het land is inmiddels ervaring opgedaan met verschillende vormen van zelfbeheer. Onze bewoners kunnen kiezen tussen twee opties:

1. Burgerinitiatieven (Samen in de Buurt)

Gemeente is verantwoordelijk voor de basisvoorziening. Bewoners plussen de basisvoorziening op met eigen initiatieven. (bijv. door toezicht te houden, de plek schoon te houden of door activiteiten te organiseren).

2. Overname van speelplekken (stichting of vereniging)

Een groep bewoners neemt de zorg voor de speelplekken in een gebied of kern* grotendeels over. Daar hoort ook zeggenschap bij: de bewoners bepalen welke toestellen blijven of verdwijnen, waar in geïnvesteerd wordt, of er al dan niet uitsterfbeleid toegepast wordt enz.

* De overname van een enkele speelplek is mogelijk. Dit geeft alleen veel onduidelijkheid in wijken en kernen (o.a. budgettair gezien). In eerste instantie richten we ons op de overname van speelplekken in een kern of gebied, maar de overname van een enkele speelplek sluiten we op voorhand niet helemaal uit.

4.3 Voorwaarden voor overname speelplekken

Aan de overname van speelplekken zijn voorwaarden verbonden.

Hieronder staan de voorwaarden voor bewoners en de voorwaarden voor de gemeente opgesomd.

1. Voorwaarden bewoners

a) Harde voorwaarden

 Oprichting van (of onderbrengen bij) een stichting/vereniging

 Het bestuur onderschrijft de doelstelling en de kaders van de gemeente

 Het bestuur heeft aantoonbaar draagvlak in de buurt

 De stichting/vereniging houdt zich aan de Wet Attractiebesluit (WAS)

 Alle afspraken worden vastgelegd in een convenant

(10)

10

b) Voorbeelden van enkele nog te bespreken voorwaarden. Deze voorwaarden staan nog niet vast. In de uitvoeringsfase worden hierin keuzes gemaakt.

 Overname van een kern of wijk, niet van een enkele speelplek

 De stichting/vereniging is verantwoordelijk voor aankoop, onderhoud en vervanging van toestellen, voor de ondergronden, (nader af te spreken met de gemeente) en verwerft hiervoor zelf sponsorgelden en bijdragen in natura

 De stichting/vereniging is verantwoordelijk voor de veiligheid van de toestellen en ondergronden

 De stichting/vereniging legt jaarlijks verantwoording af aan de gemeente d.m.v. jaarverslag of een andere gekozen vorm

 Als de stichting/verenging met beheer en onderhoud onder het door de gemeente vastgesteld basisniveau dreigt te raken of anderszins in gebreke blijft, vindt opnieuw de overweging plaats of deze groep dit moet blijven doen

 Een speelplek waar geen toestellen (meer) staan blijft in principe een groenbestemming houden

2.Voorwaarden gemeente

a) Harde voorwaarden

 De gemeente helpt en faciliteert de stichting/vereniging d.m.v.

bijvoorbeeld een cursus zelfbeheer en onderhoud, cursus sponsoring, werven vrijwilligers ed.

 De gemeente zorgt voor groot onderhoud van de toestellen voorafgaand aan de overname door de stichting/vereniging

 De gemeente stelt jaarlijks een budget ter beschikking

 De gemeente zorgt voor de (twee-)jaarlijkse inspecties (zorgplicht gemeente)

b) Voorbeelden van enkele nog te bespreken voorwaarden. Deze voorwaarden staan nog niet vast. In de uitvoeringsfase worden hierin keuzes gemaakt.

 De gemeente zorgt voor een afgesproken deel van het onderhoud (bijvoorbeeld groot maaiwerk)

 De gemeente zorgt voor een vrijwilligersverzekering, eventueel andere verzekeringen en een lidmaatschap van het NUSO

 De gemeente zorgt eventueel voor basis groenonderhoud en onderhoud van hekken aan openbare weg/water (veiligheid) 3. Procesvoorwaarden overname

De keuze voor overname van speelplekken gaat niet over één nacht ijs.

Zowel gemeente als bewoners doen dit voor het eerst, zorgvuldigheid is geboden. Op het moment dat bewoners aangeven dat zij interesse hebben in de overname van speelplekken start een proces van

informeren en onderhandelen. Bovendien moet er uitgezocht worden of er voldoende draagvlak en motivatie is. Er wordt samen gekeken wat nodig is om tot een goed functionerende groep te komen. Gemeente en bewoners opereren hierbij als partners met een gezamenlijk belang: een speelvriendelijke buurt. Belangrijke voorwaarden zijn dat de tijdsdruk op bewoners zo veel mogelijk wordt vermeden en ambtenaren de tijd en ruimte krijgen om het proces zorgvuldig te faciliteren.

(11)

11

5 Belangrijke informatie voor onderweg

Voor elke kern is een samenvatting gemaakt van aandachtspunten die belangrijk zijn bij de invulling van het beleid. Voor de uitwerking van de basisvoorziening zijn ook een aantal harde voorwaarden gesteld.

5.1 Weurt: informatie voor onderweg Gebiedsindeling

We kijken in Weurt naar twee gebieden: Weurt-Noord en Weurt-Zuid met de Van Heemstraweg als scheidslijn. Vanwege deze drukke verkeersader willen we voor beide gebieden een eigen basisvoorziening realiseren.

Aantal kinderen en jongeren t/m 18 jaar

Weurt heeft 455 kinderen en jongeren. Het merendeel hiervan, bijna zeventig procent, woont in Weurt-Zuid.

Informele speelruimte in de wijken

In Weurt-Noord en Weurt-Zuid is het aantal m2 openbaar groen per woning onder het landelijke richtgetal (75 m2 per woning). Informele speelruimte (bijv. een pleintje of veldje) is beperkt aanwezig. Het is van belang dat de ruimte die er is, wordt gekoesterd.

Specifieke informatie over enkele locaties

Met de verhuizing van de Ruyterschool naar de Kloosterhof komt de oude locatie aan de Ruyterstraat vrij. Deze ruimte is niet bestemd voor de functie spelen. Het naastgelegen voetbalveldje ten hoogte van de Bevrijdingsstraat blijft in de toekomst wel beschikbaar als speelruimte.

Door de ontwikkeling van de Kloosterhof komt de speelplek in de

Kapittelweg te vervallen. Deze ruimte wordt ingezet voor waterberging.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen in Weurt is ruim €100.000,- euro (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde per speelplek varieert van

€3.000,- (Bevrijdingsstraat) tot €40.000,- (Th. van Heereveldstraat).

Enkele signalen van volwassenen uit de enquête en buurtbezoeken (niet uitputtend beschreven)

 “Een speelplaats hoeft niet altijd voorzien te zijn van speeltoestellen. Kinderen hebben net zoveel plezier met een natuurlijke speelruimte: geen vlak grasveld, maar heuvels en kuilen. Grote boomstammen, stapstenen in het gras.”

 “De gemeente zorgt voor groot onderhoud en wij (de buurt) zorgt voor klein onderhoud (Th. van Heereveldstraat)”

 “De speelplaatsen in de Laan 1945 en bij de Abdijweg en Kapittelweg worden weinig bezocht.”

Enkele signalen van kinderen en jongeren uit de enquête en buurtbezoeken (niet uitputtend beschreven):

 “Een paar skateplekjes want dat hebben we helemaal niet veel. En ook een voetbalveld met grote doelen want er zijn alleen maar kleine.”

 “Een speelplek zoals het Drutens Bosje.”

 “Een parkje in Weurt”

 “De crossbaan in Weurt plat en dan daar een leuke honk voor de jeugd kan ook de muziek hard want daar wonen geen mensen.”

(12)

12

Weurt: uitgangspunten basisvoorziening

Weurt-Noord

 In Weurt-Noord is één speelplek voor kinderen van

2 t/m 12 jaar. Deze speelplek ligt bij voorkeur op een centrale plek in het gebied.

 In Weurt-Noord is één trapveld. Het trapveld ligt bij voorkeur op een centrale plek in het gebied.

Weurt-Zuid

 De toekomstige speelvoorziening Kloosterhof (schoolplein) is een vast gegeven;

 In Weurt-Zuid is naast de Kloosterhof nog één speelvoorziening voor kinderen van 0 t/m 12 jaar;

 In Weurt-Zuid zijn twee voetbalveldjes voor jong en oud.

Wat verandert er?

Huidige situatie

Nieuwe situatie

Verschil openbare

schoolpleinen

- 1x

(Kloosterhof)

+1

speelplekken 5x 2x speelplekken -3

voetbalveldjes 4x 4x -

JOP 0x 0x -

Het aantal speelplekken gaat verminderen. Dit sluit aan bij de bezuinigingsopgave.

Het aantal voetbalveldjes blijft gelijk. Deze veldjes zijn met beperkte middelen goed in stand te houden.

Dorpsplein Theo van Heereveldstraat

Marienweerd

eerd Dorpsplein

Roozenburg

eerd Dorpsplein

(13)

13

5.2 Ewijk: informatie voor onderweg

Gebiedsindeling

We kijken in Ewijk naar de hele kern. We maken geen onderscheid in gebieden.

Ewijk heeft 744 kinderen en jongeren t/m 18 jaar. Hiervan woont ruim veertig procent in de wijk Vording. In Keizershoeve wonen vooral veel kinderen van 0-6 jaar.

De wijk Vording 2 heeft weinig groene ruimte om te spelen. In de wijk is 48 m2 openbaar groen per woning beschikbaar. Het landelijk richtgetal gaat uit van 75 m2 openbaar groen. In de andere wijken is meer groen aanwezig. Vooral de nieuwe wijk Keizershoeve springt er uit. Hier is veel groene speelruimte voor kinderen.

Extra aandacht en kansen

Leden van het panel en de projectgroep zien nog kansen in de wijken Vording 2 en 3. Hier wonen veel kinderen en jongeren. De speelruimte is beperkt terwijl dit juist in deze wijken extra van belang is voor de

ontwikkeling van de kinderen en jongeren.

Specifieke informatie over een locatie

In de wijk Keizershoeve fase 2 (’t Hof van Campe) staat een

speelvoorziening gepland. Deze voorziening ligt op korte afstand van park de grote Aalst (Keizershoeve 1). De groene opzet van ’t Hof van Campe en de aanwezigheid van park de grote Aalst in de nabije omgeving maken een extra voorziening in fase 2 niet noodzakelijk. Eventuele wijzigingen worden in overleg met de projectontwikkelaar besproken.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen in Ewijk is circa €185.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde van de plekken varieert van

€4.000,- (Viool) tot ruim €50.000,- (MFA ’t Hart). De speelvoorzieningen op het plein van MFA ’t Hart vertegenwoordigen een grote waarde. Het plein kan iets versoberd zonder dat de speelwaarde ernstig wordt aangetast.

 “Niet investeren in speeltoestellen, maar in parkachtige omgevingen waar natuurlijk groen te vinden is voor hutten, paadjes, beekjes, plassen e.d.”

 “Adoptie van speelplekken door ouders in de buurt van de

speelplek en dan graag zeker zij die belang hebben voor hun eigen kinderen in deze speelplekken.”

 “Misschien kunnen jullie de handen ineen slaan door bedrijven enthousiast te maken om te investeren in de toekomst en dus in speeltoestellen en speelplekken”

 “De gemeente moet de jeugd juist stimuleren om te gaan sporten/

bewegen. Wat nu al gebeurt met o.a. Sjors Sportief, maar dit moet een vervolg hebben. Het onderwijs en sportclubs moeten meer een twee eenheid worden, waardoor de jeugd meer uitgedaagd wordt om actief te zijn ook na schooltijd.”

(14)

14

Enkele signalen van kinderen uit de enquête en buurtbezoeken (niet uitputtend beschreven)

 “Een 'tijgerbos' waar je doorheen kunt sluipen, verstoppertje kunt spelen en hutten kunt bouwen.”

 “Doeltjes of basketbal mogelijkheid op een veldje of plein.”

 “Een voetbalveldje, boomhutten.”

 “Graag speelplekken zonder hondenpoep.”

Ewijk: uitgangspunten basisvoorziening

 De speelvoorziening op het plein van MFA ’t Hart is een vast gegeven. De voorzieningen op het plein kunnen iets

versoberd worden.

 De jongerenontmoetingsplaats (JOP) aan de Van Heemstraweg is een vast gegeven.

 In Ewijk zijn, naast MFA ’t Hart, drie speelplekken voor kinderen van 2 t/m 12 jaar. Eén van deze plekken ligt in Vording 2 of 3.

 In Ewijk is één formeel voetbalveldje.

 Het is nog onzeker of de geplande speelvoorziening in Keizershoeve 2 (’t Hof van Campe) wordt gerealiseerd.

Wat verandert er?

schoolpleinen

1x (MFA ’t Hart)

-

speelplekken (excl. Keizerhoeve 2)

8x 3x -5

JOP 1x 1x -

Het aantal speelplekken in Ewijk gaat fors afnemen. De instandhouding van de speelvoorzieningen op het plein van MFA ’t Hart (vast gegeven) en in park de grote Aalst (geen vast gegeven) vragen op termijn veel financiën.

MFA ‘t Hart Burg. Sprengerlaan

Park de grote Aalst (Keizershoeve)

(15)

15

5.3 Winssen: informatie voor onderweg Gebiedsindeling

We maken in Winssen geen onderscheid in gebieden. We kijken naar de totale kern.

In Winssen wonen 344 kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Ruim zeventig procent van de kinderen en jongeren woont binnen de bebouwde kom.

Informele speelruimte in de kern

De kern heeft een landelijk karakter. Ondanks dit karakter is er binnen de bebouwde kom weinig openbaar gebied. Het aantal m2 openbaar groen per woning ligt bijvoorbeeld onder het landelijk richtgetal. Dit heeft invloed op de speelruimte voor kinderen.

Specifieke informatie over locaties

De speelplek aan de Kennedysingel (Pandahara) komt in de toekomst met de beëindiging van de functie van de Pandahara te vervallen. Het is nog niet bekend binnen welk termijn dit zal plaatsvinden.

De locatie Jan Libottéstraat-Alex Willemsstraat is tijdelijk ingericht met enkele voetbalgoaltjes, maar de plek is officieel geen speelvoorziening. De locatie is voor alsnog aangemerkt als ontwikkellocatie.

Het voetbalveldje Leegstraat-Kerkepad is een officiële speelvoorziening, maar komt op termijn te vervallen. De locatie is voor alsnog aangemerkt als ontwikkellocatie.

De abri bij de jongerenontmoetingsplaats aan de Molenstraat is in overleg verwijderd. De functie ‘ontmoeting van jongeren’ is hiermee niet vervallen.

Een groep van ongeveer 25 vrijwilligers is actief betrokken bij de speelvoorziening in de Bongerd. Zij zetten zich in voor de inrichting en het onderhoud van de plek.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen in Winssen is circa €43.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing).

 “Haal de speeltoestellen weg (die kosten onderhoud en moeten afgeschreven worden) en vervang de plekken door gras met bosschages en een bankje. Kinderen hebben niet veel nodig om te kunnen spelen. Wat zand, een paar bomen en een heuvel is genoeg (en een bankje voor de grote kinderen).”

 “Neem contact op met de sportverenigingen om te onderzoeken of en zo ja onder welke voorwaarden sportvelden, tennisbanen e.d. als speelterrein gebruikt kunnen worden.”

 “Het groene hart is wellicht een mooie plek voor een speeltuin van groter formaat.”

 “Het zou fijn zijn als de gemeente een deel van de bongerd langs de kerk en bij de basisschool zou vrijgeven als een speelplek.

Kinderen kunnen daar avonturen beleven. Klimmen in bomen.

Hutten bouwen.”

(16)

16

Enkele signalen van kinderen en jongeren uit de enquête en buurtbezoeken (niet uitputtend beschreven)

 “Een leuk avontuurlijk terrein met heuveltjes en tunnels, waar je goed verstoppertje kan spelen. Allemaal gemaakt met natuurlijke materialen.”

 “Een kabelbaan en een klimrek.”

 “Wij willen het generatiepark in Winssen.”

Winssen: uitgangspunten basisvoorziening

 In Winssen zijn twee speellocaties voor kinderen van 2 t/m 12 jaar.

 De locaties Kennedysingel (Pandahara), Jan Libottéstraat- Alex Willemsstraat en Leegstraat-Kerkepad verdwijnen op termijn.

 In Winssen is één formeel voetbalveldje.

Wat verandert er?

Huidige Situatie

Nieuwe Situatie*

schoolpleinen

- - -

speelplekken 2x 2x -

JOP

1x 1x -

*Enkele speellocaties komen op termijn te vervallen. We moeten op zoek naar nieuwe locaties.

Aantal locaties blijft gelijk

In de nieuwe situatie blijft het aantal locaties gelijk aan de huidige situatie. Het verder versoberen van de beperkte voorzieningen die er zijn, is niet verstandig. Bovendien heeft de kern Winssen weinig

openbare ruimte beschikbaar dat geschikt is voor informeel spelen. We houden hiermee de basisgedachte dat alle kinderen buiten moeten kunnen spelen vast.

Planning

De gemeente is met de inwoners van Winssen in gesprek over de toekomst van hun dorp. In afwachting van deze ontwikkeling wordt het gesprek over het speelbeleid nog even in de wacht gezet en starten we eerst met de andere kernen.

Bongerd (burgerinitiatief) Kennedysingel (Pandhara)

(17)

17

5.4 De vier gebieden van Beuningen

De kern Beuningen is vrij groot. Voor het speelbeleid maken we

onderscheid in vier gebieden met de Wilhelminalaan, Koningstraat en de Burg. van Suchtelenstraat als begrenzing (zie onderstaande kaart).

(18)

18

Beuningen Gebied 4 informatie voor onderweg Gebiedsindeling

Beuningen is opgesplitst in vier gebieden. In gebied vier liggen de wijken Aalsterveld, Olden Tempel, Blanckenburg, Viermorgen en Den Balmerd.

Een belangrijke verkeersbarrière in het gebied is de Leigraaf.

In het gebied wonen 1019 kinderen en jongeren tot en met 18 jaren. De verdeling is als volgt:

 621 kinderen tot en met 12 jaar;

 398 jongeren van 13 tot en 18 jaar.

De meeste kinderen en jongeren wonen in de wijken Olden Tempel en Viermorgen.

Speelruimte in de wijken

De wijken Aalsterveld, Viermorgen en Olden Tempel hebben weinig openbaar groen. De hoeveelheid openbaar groen per woning is minder dan het landelijk richtgetal van 75 m2. In deze wijken is speelruimte niet vanzelfsprekend en spelen de formele speelvoorzieningen een belangrijke rol.

Leden van het panel en de projectgroep zien nog kansen in de wijken Aalsterveld, Olden Tempel en Blanckenburg. Hier wonen veel kinderen en jongeren. De speelruimte is beperkt terwijl dit juist in deze wijken extra van belang is voor de ontwikkeling van de kinderen en jongeren.

Het schoolplein (excl. waterspeelplaats) van basisschool de Klavervier aan het Koolzaadveld heeft een openbare functie en is onlangs sober

opgeknapt.

De jeugdontmoetingsplaats aan de Ooigraaf is een voorziening op gemeenteniveau. Hier maken jongeren uit alle kernen gebruik van.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen in gebied 4 is ruim €310.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde van de speelplekken varieert van

€3.500,- (Strijdbijl) tot €38.000,- (Koningstraat – Hosterdpark).

 “Wij hebben voor het speeltuintje op De Schacht in Beuningen, waar dagelijks veel gespeeld wordt al verschillende suggesties besproken met de gemeente en zijn bereid om zelf de handen uit de mouwen te steken.”

 “Mensen met een beperking (uit bijv. sociale werkplaats) de plannen rondom de nieuwe speelplaatsen laten uitvoeren, uiteraard onder leiding van goed en ervaren mensen.”

 “Misschien zijn er wel gepensioneerde mensen die extra toezicht willen houden en de gemeente willen inlichten wanneer er problemen zijn.”

 “Kijken waar de meeste allerkleinste kindjes wonen van 0-8 jaar bv en daar de speelplekken laten staan.”

(19)

19

Enkele signalen van kinderen uit de enquête en buurtbezoeken (niet uitputtend beschreven)

 “Iets meer om te klimmen en te klauteren in het speeltuintje. Daar houd ik van.”

 “mooi voetbalveld, hangplekken.”

 “leuke kleine speelplekjes om met water te kunnen spelen en speeltoestellen met trapveldjes en krospaadjes.”

 “ik vind de schommels in de speeltuin of op de speelplekken altijd het leukst.”

Uitgangspunten basisvoorziening Beuningen Gebied 4

 Het schoolplein (excl. waterspeelplaats) aan het Koolzaadveld is een vast gegeven.

 De jeugdontmoetingsplaats aan de Ooigraaf is een vast gegeven. Dit is een voorziening op gemeenteniveau.

 In gebied 4 zijn, naast de twee vaste gegevens, 9 speelvoorzieningen voor kinderen van 2 t/m 12 jaar.

 In het gebied bevinden zich zeven voetbalveldjes.

Wat verandert er?

schoolpleinen

1x Koolzaadveld

schoolplein

1x Koolzaadveld

schoolplein

-

speelplekken 20x 9x -11

JOP

1x JOP Ooigraaf

-

Het aantal speelplekken in Beuningen (gebied 4) gaat flink afnemen. Dit sluit aan bij de bezuinigingsopgave. In de huidige situatie is de dichtheid van de speelplekken vrij hoog ten opzichte van de andere gebieden.

Middenschip Schacht

Stoldonk

(20)

20

Beuningen Gebied 5 Informatie voor onderweg Gebiedsindeling

Beuningen is opgesplitst in vier gebieden. In gebied vijf liggen de wijken Centrum-(Oost), de Haaghe, Notenhof, Duivenkamp en de Linde.

In het gebied wonen 621 jongeren en kinderen. Hiervan woont ongeveer 50% in de wijk Centrum-Oost en 27% in Duivenkamp.

In de wijken Centrum, Centrum-Oost en Duivenkamp is weinig openbaar groen. De wijken zitten onder het landelijk richtgetal van 75 m2 openbaar groen per woning. Er is hier relatief weinig speelruimte voor kinderen. Dit geldt niet voor de wijken de Haaghe en Notenhof. Hier is zichtbaar meer ruimte aanwezig.

De jeugdontmoetingsplaats aan de Houtduiflaan valt binnen de grenzen van het woningbouwproject de Hutgraaf. De projectontwikkelaar heeft in zijn plan een voorziening voor de oudere jeugd opgenomen en wil dit in overleg met de toekomstige bewoners en de gemeente invullen. De wens voor een jeugdontmoetingsplaats in Beuningen-Oost met een wijk overstijgend karakter speelt hierbij een belangrijke rol.

De beheerde speelvoorziening Kindervreugd aan de Houtduiflaan is door het grote succes een vast gegeven. Deze speelplek is van grote betekenis voor de hele gemeente.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen in gebied 5 is bijna €200.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde van de speelplekken varieert van

€5.000,- (Patrijslaan) tot ruim €70.000,- (Kindervreugd-Houtduiflaan).

 “Vraag of lokale ondernemers hoveniers of tuincentra sportclub in samenwerking met de sporters een speeltuin willen sponseren of onderhouden.”

 “de buurt inschakelen bij het beheer en toezicht op speelplekken!

Verantwoordelijkheid ergens beleggen creëert meer zorg voor de toestand van de speelplek en respect voor de omgeving en elkaar.“

 “Het voetbalveldje bij oude Beuningse Boys dat moet eigenlijk terug komen op een andere plek.”

 “In de Balmerd ligt kleine speelplekken aan de Stoldonk en Kleidonk. Concentreer de speelplek aan de Stoldonk.”

 “Meer plekken om hutten te bouwen en lekker te ravotten.”

 “Een bospad om te crossen.”

 “Kan het kunstgras niet verplaatst worden binnen Beuningen?

De echte grasvelden zijn vaak veel te nat en modderig.”

(21)

21

Uitgangspunten basisvoorziening Beuningen Gebied 5

 De beheerde speelvoorziening ‘Kindervreugd’ is een vast gegeven.

 De invulling van de (speel)voorziening in de Hutgraaf is nog onduidelijk. Hierover is de gemeente nog in gesprek met de projectontwikkelaar.

 In gebied vijf zijn, naast het vaste gegeven Kindervreugd, 4 andere speelplekken voor kinderen van 2 t/m 12 jaar.

Minimaal twee van de vier plekken bevinden zich in de wijken met weinig openbaar groen.

 In het gebied zijn 4 voetbalveldjes.

Wat verandert er?

schoolpleinen

- - -

speelplekken 10x 5x

(incl. Kindervreugd)

-5

voetbalveldjes 5x 4x -1

JOP

1x 1x

afhankelijk van de ontwikkeling Hutgraaf

-

Het aantal speelplekken in Beuningen (gebied 5) gaat flink afnemen. Dit sluit aan bij de bezuinigingsopgave. Speeltuin Kindervreugd blijft een zeer belangrijke rol spelen.

Kindervreugd Wingerdstraat

Kapershof

(22)

22

Beuningen is opgesplitst in vier gebieden. In gebied zes liggen de wijken Tinnegieter en de Heuve (1 t/m 4).

In het gebied wonen 860 kinderen en jongeren. Vijftig procent van deze kinderen en jongeren woont in de Tinnegieter.

In de wijk Tinnegieter is weinig openbaar groen (onder het landelijk richtgetal). Hier hebben kinderen beperkte groene ruimte om te spelen en zijn de formele voorzieningen extra belangrijk. In de Heuve is daarentegen veel groene ruimte.

De leden van het panel en de projectgroep zien nog kansen in de wijk Tinnegieter. Hier wonen veel kinderen en jongeren. De speelruimte is beperkt terwijl dit juist in deze wijk extra van belang is voor de ontwikkeling van de kinderen en jongeren.

De speelvoorziening aan de Augustuslaan komt op termijn te vervallen.

De locatie is voor alsnog aangemerkt als ontwikkellocatie.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen is bijna €230.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde van de speelplekken varieert van €3.000,- (voetbalvoorziening in het Heuvepark) tot ruim €46.000,- (Vitelliuslaan).

 “Juist de kleine speeltuin is voor kleine kinderen belangrijk. In het zicht van ouders en buurtgenoten zodat ze zelfstandig vanuit huis kunnen spelen.”

 “Vraag bedrijven in ruil voor reclame een speelplaats te adopteren.”

 “Wat meer vertier voor jong en oud en de combinatie van toestellen en natuur. Met wilgentakken maak je al snel een leuk labyrint.”

 “De plekken waar 1 speeltoestel ofzo staat, kunnen beter

weggehaald worden i.v.m. bezuinigingen. De kinderen zijn daar zo verveeld en klaar mee.”

 “Een leuk sport veldje waar je kunt hockeyen of voetballen.

Of een leuk skate park waar je kunt skeeleren en kunt skaten.”

 “Iets met zelf hutten bouwen vind ik leuk.”

 “Voetbalgoaltjes op meerdere plekken.”

 “Een natuur speeltuin /zoals bosspeeltuin in Druten.”

(23)

23

Uitgangspunten basisvoorziening Beuningen Gebied 6

 In het gebied zijn 6 speelplekken. Drie van de zes speelplekken bevinden zich in de wijk Tinnegieter.

 In het gebied zijn vier voetbalveldjes. Minimaal één voetbalveldje bevindt zich in de wijk Tinnegieter.

Wat verandert er?

Nieuwe Situatie

schoolpleinen

- - -

JOP

- - -

Het aantal speelplekken in Beuningen (gebied 6) gaat aanzienlijk afnemen. Dit sluit aan bij de bezuinigingsopgave. Het aantal voetbalveldjes blijft gelijk, maar het aantal speelplekjes vermindert flink. Deze forse vermindering is mogelijk omdat de wijk de Heuve veel (groene) openbare ruimte heeft. Er is volop ruimte voor kinderen om te spelen.

Steenbakker Pompenmaker

Macrinushof

(24)

24

Beuningen is opgesplitst in vier gebieden. In gebied zeven liggen de wijken de Hoeve en de Beuningse Plas.

In het gebied wonen 1029 kinderen en jongeren. Ruim zeventig procent (741) van deze kinderen en jongeren woont in de Beuningse Plas.

In de Hoeve is weinig openbaar groen. Dit heeft invloed op de vrije ruimte voor kinderen om te spelen. In de Beuningse Plas is aanzienlijk meer ruimte voor kinderen.

De speelvoorziening van Slottuin 2 is speciaal geschikt voor kinderen met een lichamelijke beperking. Het speelobject is lastig te verplaatsen naar andere locaties.

Financiën

De huidige waarde van de voorzieningen is bijna €200.000,- (excl. BTW en incl. plaatsing). De waarde van de speelplekken varieert van €4.500,- (Berkenpark) tot ruim €56.500,- (Slottuin 2).

 “Op de Slottuin is een grote speelplaats die voor mindervaliden is bestemd alleen in de 9 jaar dat we hier wonen heb ik hier in het

begin 1 keer gebruik zien maken van de speelplaats door mindervaliden.”

 “Het is belangrijk dat de kinderen niet ver van huis zelfstandig kunnen spelen. voetbal etc. met buurtgenootjes”

 “Als je op een mooie zomerdag door Beuningen wandelt kom je immens veel speeltuintjes tegen. Enorm veel, vaak zijn er maar een paar echt druk bezet. Kinderen zoeken elkaar toch wel op en komen dan samen op 1 gezamenlijke plek. Ik zou er eerder voor kiezen om een aantal grotere speelplekken te maken en de weg daarnaartoe veilig te maken.”

 “ Ik denk dat een braakliggend (veilig gemaakt terrein) terrein voor b.v. hutten bouwen erg in de smaak valt. Bijvoorbeeld zoiets als het avonturen bos in Groesbeek.”

 “Een kleine plek vlak bij mij in de buurt zodat ik daar zonder mijn ouders naar toe kan en met mijn vriendjes kan voetballen.”

 “In de Hoeve 1 zijn de speeltoestellen erg verouderd.”

 “Meer klimbomen voor de kinderen in de speeltuinen en een hoge glijbaan en met buizen en andere verstop plekken waar de kinderen zich kunnen verstoppen.”

 “Ik vind dat de blauwe speeltuin MOET blijven!!!”

 “Graag wil ik een klimboom.”

(25)

25

Uitgangspunten basisvoorziening Beuningen Gebied 7

 In het gebied zijn 5 speelplekken van 2 t/m 12 jaar. Minimaal twee speelplekken van deze vijf bevinden zich aan de

noordzijde van het Kreekpark.

 In het gebied zijn 3 voetbalveldjes.

 De grote speelvoorziening Slottuin 2 is zeer lastig te verplaatsen en drukt hard op de financiën. De speelwaarde van het toestel is beperkt. Bij vervanging van het toestel (aan het einde van de levensduur) is versobering nodig.

Wat verandert er?

schoolpleinen

- - -

JOP

- - -

Het aantal speelplekken in Beuningen (gebied 7) gaat aanzienlijk afnemen. Dit sluit aan bij de bezuinigingsopgave. Het aantal voetbalveldjes blijft gelijk, maar het aantal speelplekjes vermindert fors. Deze vermindering is mogelijk omdat de wijk de Beuningse Plas kindvriendelijk is ingericht. Er is hier volop ruimte voor kinderen om te spelen. In de wijk de Hoeve ligt dit anders.

Berkenpark Slottuin 2

Kreekpark