• No results found

Belangrijke informatie! Belangrijke informatie! Belangrijke informatie!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Belangrijke informatie! Belangrijke informatie! Belangrijke informatie!"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

226713155.doc Sociale Psychologie

Door: Jesse & Ivo Belangrijke informatie! Belangrijke informatie! Belangrijke informatie!

In de sheets van college 1 wordt vermeld dat hoofdstuk 1&2 niet geleerd hoeven worden.

Aangezien in deze samenvatting ook al delen uit andere hoofdstukken (zoals het ‘ik’ en

‘mijzelf’) worden besproken, wordt aangeraden de hoofdstukken 1 & 2 van deze samenvatting wel te leren.

Ondanks dat we er erg veel tijd in hebben gestoken, is het natuurlijk je eigen verantwoordelijkheid goed te leren. Ons advies is dan natuurlijk ook om deze samenvatting alleen ter ondersteuning te gebruiken naast het leren van het boek, en niet ter vervanging ervan!

Belangrijke informatie! Belangrijke informatie! Belangrijke informatie!

Hoofdstuk 1 & 2 - Inleiding

Sociale psychologie

Sociale Psychologie bestudeert hoe de gevoelens, gedachten, en gedragingen van

mensen beïnvloed worden door de impliciete dan wel expliciete aanwezigheid, zowel fysiek als mentaal, van anderen. Daarnaast staat sociale cognitie (de manier waarop wij informatie over onze omgeving / de situatie interpreteren, herinneren en gebruiken) centraal.

Het doel van sociale psychologie is wetenschappelijk bepalen:

- óf een uitspraak waar of niet waar is

- in welke situatie; onder welke omstandigheden - bij wie

- en waarom

Dit doet men door gebruik te maken van:

- experimentele methode

- objectief, empirisch en betrouwbaar onderzoek

Een sociaal psycholoog bindt zich niet vast op eigen ideeën, maar op bewijzen geleverd uit onderzoeken.

Sociale psychologie is een wetenschap die wordt gebruikt in de psychologie en sociologie.

In het onderzoek naar sociaal gedrag worden 2 onderzoeksmethoden onderscheden:

- Basisresearch

Het vergroten van de kennis over sociaal gedrag.

- Applied research

Onderzoek om sociale problemen van heden dag beter te begrijpen en op te lossen.

(2)

Er wordt gebruik gemaakt van de wetenschappelijke methode. Er wordt van je verwacht dat je onderstaande begrippen kent. (zie Alg. Methodologie)

- Wetenschappelijke methode - Observatie onderzoek

o Naturalistische observatie o Infiltrant observatie

 Observer Bias

 Social Desirability Bias (aanwezigheid van anderen) - Correlationeel onderzoek

- Correlatie coëfficiënt

- Verschillende soorten vragenlijsten - Cross-lagged panel

- (on-)afhankelijke en controle variabele - Verschillende soorten validiteit

- 3e variabele

Een onderzoek moet gerepliceerd kunnen worden en moet worden gecontroleerd door een erkend wetenschapper om het wetenschappelijk gerechtvaardigd te maken.

Daarnaast moeten proefpersonen geïnformeerd worden over wat het onderzoek inhoud en moet het onderzoek ethisch verantwoord zijn.

Dual-process model of cognition

De sociale psychologen gaan er vanuit dat er 2 soorten van denken zijn. Dit wordt ook wel de dual-process model of cognition genoemd. Bij het dubbelproces model van cognitie gaat het om twee soorten cognitie die samen ons sociaal handelen beïnvloeden.

Het eerste proces is expliciete cognitie: een moeite kostende manier van denken die vrij langzaam gaat. Het tweede proces is impliciete cognitie: een vrijwel automatisch proces dat heel weinig moeite kost.

Verschillen in tussen psychologische en sociologische sociale psychologie

Psychologische sociale psychologie Sociologische sociale psychologie - Centraal gefocust op het individu - Centraal gefocust op de groep - Sociaal gedrag begrijpen door

analyse van persoonlijkheidstrekken en onmiddellijke stimulatie van psychologische status.

- Sociaal gedrag begrijpen door analyse van variaties tussen groepen als status, rol en normen en waarden.

- Analyse door middel van experimenten

- Analyse door middel van observatie en correlatieberekeningen

(3)

Perioden

- The early years (1885-1934)

Grondbeginselen worden gelegd, door onder andere Norman Triplett.

- The coming of age (1935-1945)

Veel nieuwe bevindingen en theorieën, onder andere die van Kurt Lewin.

- Rapid Expansion (1946-1969)

Veel nieuwe bevindingen en theorieën en veel nieuwe ‘aanhangers’ die sociale psychologie geloven.

- Crisis and Reassesment (1970-1984)

Theodore Newcomb zegt dat de verwachtingen van het gebruik van de sociale psychologie groter zijn dan men ooit zal bereiken. Er ontstaat een crisis.

- An expanding global view of social psychology (1985-nu)

Overeenkomsten van verschillende culturen/werelddelen in de sociale psychologie worden gegeneraliseerd waardoor een meer globaal beeld ontstaat.

Sociale psychologie is een studie die nog in zijn jonge jaren is. Er is nog veel te onderzoeken en de kennis over sociale psychologie kan nog ver uitgebreid worden.

Belangrijke personen in de sociale psychologie - Floyd (1885-1934)

Schrijver van het boek Sociale Psychologie - Lewin (1890-1947)

Oprichter van de gestaltpsychologie. De waarneming van objecten in de omgeving wordt volgens hen niet primair bepaald door de optelsom of associatie van individuele kenmerken, maar door de totale configuratie. De hersenen creëren daarbij

driedimensionale voorstellingen van tweedimensionale beelden.

Voorbeeld van groeperen volgens het principe van ruimtelijke aanvulling volgens bepaalde wetten of rationele principes.

- James en Mead

James en Mead bestudeerden beiden het zelf. Beide stelden vast dat het zelf bestaat uit twee delen: een actieve “ik” die de wereld om zich heen herkent en een “mijzelf” dat ons ertoe leidt om te begrijpen wie we zijn. Mead en James verschilden echter in hun benadering van “mijzelf”. Mead bestudeerde de

ontwikkeling van het zelf en hield vol dat het zelf ontwikkelde uit het spelen van rollen. Bijvoorbeeld een kind dat zijn eigen vader speelt en vervolgens zichzelf straft als hij stout is. Door deze rollen wordt ons zelfbeeld automatisch afhankelijk van hoe wij over willen komen bij de anderen die wij in onze rollen spelen.

Doordat het aantal rollen toeneemt en steeds complexer wordt, leidt dit

uiteindelijk ertoe dat wij de maatschappij als “die ander” zien die ons weer ziet.

James hield zich bezig met het volwassen, ontwikkelde zelf. Hij stelde dat het zelf niet beperkt is tot ons lichaam, maar dat het zelf bestaat uit alles waarmee wij ons emotioneel verbonden voelen. Het zelf kan dus ook je familie en vrienden zijn, of zelfs levenloze objecten. Zie voor meer informatie over het zelf hoofdstuk drie.

(4)

Basisaxioma (basisaannames)

Een uitspraak waarvan zeker is dat deze waar is.

Verschillende situaties spreken verschillende kanten van persoon aan.

- Een persoon kiest een situatie.

o Je kiest voor het spelen van Triviant als je dat leuk vindt.

- De situatie kiest de persoon.

o De sport kiest de personen die er ‘gemaakt’ voor zijn.

- Personen veranderen situaties.

o Feest is niet leuk, 3 leuke mensen komen binnen, feest is wel leuk.

- Situaties veranderen personen.

Personen worden beoordeeld naar aanleiding van de context (omgeving) waarin zij zich begeven.

o De aantrekkelijkheid van een andere persoon, is groter wanneer jij zelf ook aantrekkelijk bent.

o Als Ajax speelt voel je je meer Amsterdammer dan wanneer zij niet speelt.

Personen zijn zich er niet altijd van bewust dat de situatie ons gedrag beïnvloed. Er is sprake van een automatische invloed van situatie persoon.

De mens construeert en wordt geconstrueerd door zijn omgeving.

Het denken, doen en voelen van mensen wordt sterk beïnvloed door de situatie, of ook wel hun interpretatie van de situatie.

Situatie  Perceptie  Cognitieve motivatie gedrag

Paar lijntjes en figuurtjes zorgen al voor het vormen van een reëel beeld.

Mens is een sociaal dier.

Alles wat men doet wordt beïnvloed door anderen.

- Sociale facilitatie

Competitie met anderen versterkt de intensiteit van een handeling - Sociale inhibitie

Aanwezigheid van anderen vermindert het presteren.

De aanwezigheid van anderen zorgt voor arousal. Gedrag waar we goed in zijn (dominant gedrag) zal beter gaan, gedrag waar we niet goed in zijn (niet dominant gedrag) slechter.

Mensen hebben het gevoel altijd beoordeeld te worden. Zij hebben een grote behoefte aan verbondenheid met anderen, omdat je met een groep sterker staat dan in je eentje.

Uitsluiting heeft een aantal gevolgen voor het individu:

- Vergelijkbaar met fysieke pijn - Extreme vorm van straf

Mensen die sociaal uitgesloten worden zijn:

(5)

- Meer agressief dan mensen die verbonden zijn.

Hoofdstuk 3 – Het zelf

Het zelf

Het zelf ontstaat tijdens de ontwikkeling van de mens.

Hierbij staat de frontale cortex (onderdeel van het hersenschors) centraal. Hier bevindt zich onder andere het actieve ‘denkcentrum’ van de hersenen. Hier verwerken de hersenen naast de fysieke coördinatie ook mentale processen die meer intens zijn als plannen, sociale vaardigheden en abstract denken.

Tijdens deze ontwikkeling leert men de ‘ik’ kennen door onder andere sociale vergelijking en vergelijking met eigen gedrag.

Het zelf wordt onderscheden in drie delen:

- Het ‘ik’ (het zelfwaardering) - Het ‘mij’ (het zelfbeeld) - Emoties

Deze begrippen worden hieronder nader omschreven.

- Zelfbeeld (self-concept)

o Het totaal van alle gedachten en gevoelens van een persoon.

o Verschilt over/per:

 Tijd

 Situatie

 Cultuur

Psychische zelfomschrijvingen o Ik ben jongen/dik/blondine.

Sociale zelfomschrijvingen

o Ik ben student/dochter/Joods.

Attributieve zelfomschrijvingen

o Ik ben intelligent/moe/eigenwijs.

Globale zelfomschrijvingen

o Ik ben een mens / Ik leef / Ik ben ik.

o Bronnen van zelfbeeld:

Zelfperceptie

• Eigen gedachten, gevoelens en gedrag.

• Als je slordig bent, weet je dat zelf, maar dit wordt

benadrukt door het feit dat je vrienden zeggen dat je slordig bent.

Sociale vergelijking

Jij hebt een 4, een ander een 7. Je voelt je dommer. Je gaat op zoek naar iemand die ook een 4 heeft, zodat je je minder dom voelt.

Contrast effect

Als er iemand naast je zit die ouder is voel jij je jonger en andersom.

(6)

Reflected apraissal

Door analyse over hoe anderen jou behandelen en hoe zij over jou denken, kom je meer te weten over jezelf. Dit kan er ook toe leiden dat het zelfbeeld verandert, doordat zij het als het ware inprenten.

Gender Identity

De kennis dat iemand een man of een vrouw is, welke je kan herkennen aan kenmerken die specifiek zijn voor een sekse. Elk kind ontwikkeld in de loop der kinderjaren een gender schema, een cognitieve (aangeleerde) verwerking van binnenkomende informatie over het geslacht. Denk aan het zien van kleding, model van het haar, lichaamsverhoudingen. Door dit schema weet men of er een man of een vrouw voor je staat.

- Zelfwaardering (self-awareness/selfesteem)

o Je wordt er niet mee geboren. Het ontwikkelt zich in de loop van het leven.

o Zelfevaluatie Onderhoudsmodel (Self-evaluation maintenance model)

Sociale vergelijking

Zie hierboven bij sociale vergelijking.

• Spotlighteffect

Het effect dat men denkt dat iedereen op hen let, maar in feite is iedereen drukker met zichzelf dan met anderen.

Mensen nemen zichzelf veel te serieus.

Sociale reflectie

• + Birging: basking in reflected glory o Het in je zelfbeeld opnemen.

 hebben gewonnen.Wij

• - Corfing: cutting off reflected failure o Het van je zelfbeeld afduwen.

 speelden slecht.Zij

 De mate waarin sociaal vergeleken dan wel gereflecteerd wordt is afhankelijk van taakrelevantie

Als jij tennis ook belangrijk vindt, ga jij je eerder vergelijken met een persoon die net een toernooi gewonnen heeft en voel je je slechter, je bent jaloers. Vind jij tennis niet zo belangrijk, dan ga je je beter voelen, je hebt plaatsvervangende ‘trots’.

o Onderzoek maakt duidelijk dat mensen twee soorten zelfwaardering hebben: een expliciete vorm en een impliciete vorm. Waar de expliciete vorm verwijst naar hoe zelf iemand zichzelf publiekelijk

waardeert, verwijst de impliciete vorm naar hoe iemand zichzelf waardeert.

Waar de expliciete vorm vooral gebruik moet maken van publieke

erkenning, is de impliciete vorm meer zelfverzekerd in het eigen kunnen.

Onderzoek toont aan dat er problemen optreden bij een verschil tussen de twee: als iemand naar buiten toe erg zelfverzekerd is, maar dit niet van binnen is, kan zo’n persoon agressief worden als de expliciete

zelfwaardering in gevaar komt.

(7)

- Emoties

Elke gezichtsuitdrukking kan men koppelen aan een emotie. Deze kan men uitdrukken of aflezen van andere personen.

Emoties kunnen functioneren als belangenbehartigers. Als we een positieve emotie voelen, moeten we doorgaan met die situatie. Bij een negatieve emotie stoppen we zo snel mogelijk met de situatie/handeling.

De emotionele situatie of stimulus zorgt voor een emotioneel syndroom.

- Fysiologisch - Gedragsmatig - Cognitief - Expressief - Subjectief

Deze syndromen zorgen voor verandering van de situatie bij negatieve emoties en instandhouding van de situatie bij positieve emoties.

Naast het zelfbeeld en de zelfwaardering, zijn er nog vijf motieven voor informatieverwerking over zelf.

Zelfverrijking (self-enhancement) en Zelfverificatie (self-verification) Zelfverrijking en zelfverificatie zijn twee verschillende motieven voor

informatieverwerking over het zelf. Hierbij richt zelfverrijking zich op het verbeteren van gevoelens over de zelf, terwijl zelfverificatie draait om het krijgen van correcte informatie over het zelf. Over het algemeen proberen mensen een balans tussen deze twee

motieven te vinden. Uitzonderingen zijn mensen met een extreem hoge zelfwaardering, of een extreem lage zelfwaardering. In het geval van een extreem lage zelfwaardering, zullen deze individuen vooral gaan voor zelfverificatie voor het vinden van bewijs van hun lage zelfwaardering. Mensen met een zeer hoge zelfwaardering zullen zich echter vooral richten op zelfverrijking: het verbeteren van gevoelens over het zelf.

Zelfbewustzijn

Self-consciousness is ruwweg te onderscheiden in twee vormen:

- Private self-consciousness

Private self-consciousness gaat vooral over zelfkennis: het herkennen van de eigen lijn van gedachten en bewust het eigen handelen herkennen. Iemand die veel over het eigen handelen nadenkt, is dus iemand met een hoge mate van private self-consciousness.

- Public self-consciousness

Public self-consciousness richt zich vooral op wat andere mensen van ons denken:

zien we er wel goed uit? Maakt deze broek ons achterwerk niet dik? Iemand met een hoge mate van public self-consciousness houdt zich dus vooral bezig met het publieke verschijnen en publieke handelen.

(8)

Zelfregulatie

De manier waarop individuen hun doen en laten controleren en beheren.

- Hierbij is de control theory of self-regulation erg belangrijk. Deze theorie houdt in dat door zelfwaardering, mensen zich vergelijken met het ‘gemiddelde gedrag’ in een groep, en zich ten aanzien van deze vergelijking hun gedrag aanpassen richting het gemiddelde.

- Baumeister met zijn Krachtmodel van zelfregulatie denkt dat hier sprake is van een analogie van zelfbeheersing als een spier: Doordat men zich al heeft moeten beheersen, is de spier uitgeput en is men niet langer in staat op zich te beheersen in een daarop volgende situatie. Men zou zich dus wel willen

beheersen, maar de energie is op.

- Volgens Muraven’s Motivatiemodel van zelfregulatie is er echter geen sprake van uitputting, maar van motivatie: door zichzelf te hebben moeten beheersen, heeft men gewoon minder zin om zoiets vlak daarna opnieuw te moeten doen.

Men zou zich dus wel kunnen beheersen, maar men wil het gewoon niet.

Model van ‘control theory of self-regulation’

 Test  Congruentie met anderen

Gedrag aanpassen

Zelfdiscrepanties

Discrepanties (onderlinge tegenstrijdigheden) tussen ons zelfconcept en hoe we idealistisch zouden willen zijn of zouden willen gezien worden door anderen.

Bottom-up

interpretatie

Stimulus  reactie  gezichtsuitdrukking

(9)

Top down ( appraisal theory )

Komt van de persoon zelf. Dat wat wij denken (cognitie) bepaalt wat wij gaan doen.

interpretatie Stimulus  gevoel (gezichtsuitdrukking)  reactie

Gezichtsuitdrukking

De gezichtsuitdrukking en/of lichaamshouding bepaalt in zekere mate het emotionele gevoel.

Hoofdstuk 4 - Zelfpresentatie en persoonsperceptie

Mensen hebben heel snel, vaak te snel, een mening over iemand anders. Deze mening is niet altijd juist. De persoonsperceptie hangt af van verschillende sociale indrukken.

De mens is bijna continu bezig de indruk die zij maken op andere personen te

veranderen, door het continue zorgvuldig veranderen van haar gedrag. Aangezien dit niet altijd het gedrag is wat zij diep van binnen willen uiten, wordt sociale interactie in de wetenschap gezien als een theaterspel.

Persoonsperceptie

Persoonperceptie is het proces waarbij we een kort beeld krijgen van het gedrag van de waargenomen persoon. Doordat het een korte tijd bestrijkt, is dit beeld niet altijd even reëel. Persoonperceptie wordt ook wel sociale perceptie genoemd.

False consensus effect

We overschatten het voorkomen van onze eigen ideeën en attitudes in de populatie. Dit is onafhankelijk van wat deze ideeën inhouden.

Vb. Ik vind spelletjes spelen leuk. Als ik zou moeten schatten hoeveel mensen dit ook leuk vinden zal ik dit te hoog inschatten.

(10)

False uniqueness effect

We geloven onterecht dat onze goede vermogens uniek zijn in de maatschappij, en dat wij dus hele bijzondere mensen zijn.

Strategic Self-Presentation

(Strategische) zelfpresentatie is een al dan niet bewuste poging om invloed uit te oefenen op wat een ander van je denkt.

Er zijn verschillende strategieën van zelfpresentatie. Bij de belangrijkste staat een nadere omschrijving en voorbeeld.

- Selfpromotion

We kunnen bepaalde uitspraken over onszelf doen:

Vb.: ‘Ik ben heel spontaan' of ‘zo'n meisje ben ik niet!’

- Exemplification

Exemplification is een strategie waarbij je voordoet als een voorbeeld van integriteit en morele waarden. Deze strategie laat mensen overkomen als geabsorbeerd in het streven naar een nobel idee, of als iemand die zich opoffert voor het grotere goed. Tegelijkertijd gaan anderen zich schuldig voelen, wat leidt tot een grotere behoefte om jou te steunen. Leiders die deze strategie slim gebruiken, creëren zo een groep met meer eensgezindheid en loyaliteit.

Exemplification werkt dus echt.

Vb.: Spontaan reageren, een handtastelijke man een tik op zijn vingers geven - Modesty (bescheidenheid)

We kunnen bepaalde meningen of voorkeuren uiten:

Vb.:'Ik vind dat ..:’ , 'Ik hou van...' - Intimidation (bangmakerij, bedreiging)

Het kan ook minder direct:

Vb.: I.p.v. te zeggen 'Ik hou van voetballen' kun je bijvoorbeeld enthousiast vertellen over een voetbalwedstrijd waar je naartoe bent geweest

- Supplication (smeekbede) - Sandbagging (dwingen)

Ook kunnen veel dingen tot uiting worden gebracht in kleding en andere uiterlijke kenmerken:

Vb.: Make-up, haardracht, geurtjes - Ingratiation (vleiend)

- Self-handicapping

Zelfhandicapping is dat, nog voor men geconfronteerd wordt met een

prestatiesituatie waarin men redenen heeft om voor een mislukking te vrezen, men zich op voorhand wapent tegen het mogelijk verlies van zelfwaarde (of verlies in de ogen van anderen). Men kan dit doen door reeds op voorhand te verwijzen naar externe factoren die een mislukking waarschijnlijk of in elk geval begrijpelijk en vergeeflijk maken.

Vb. de voorzitter van een ondernemingsraad, die vermoedt dat zijn nieuwe voorstellen niet gemakkelijk begrepen en aanvaard zullen worden: 'Vannacht is mijn vrouw ziek geworden. Verontschuldig mij dus als ik niet al te duidelijk overkom'.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als uw WW-uiterking stopt of als u onvoldoende inkomen of vermogen heeft om in uw levensonderhoud te voorzien en u niet in aanmerking komt voor een andere uitkering, dan kunt u

Rath Health Foundation is een non-profit organisatie gericht op de verbetering van de gezondheid van de mensen op een wereld- wijde schaal, door onderzoek, opleiding en de

wanneer u op deze toets drukt tijdens de weergave, wordt de band vooruitgespoeld terwijl het beeld op het scherm blijft staan 18..

Als u bijvoorbeeld liever weinig risico neemt of slechts voor een relatief korte termijn van minder dan 5 jaar wilt beleggen, dan wordt er in uw beleggingsplan een grotere

IN GEEN GEVAL, INCLUSIEF NALATIGHEID, ZAL TCL AANSPRAKELIJK ZIJN, HETZIJ IN CONTRACT OF ONRECHTMATIG, VOOR DIRECT, INDIRECT, INCIDENTEEL, BIJZONDERE OF GEVOLGSCHADE,

Druk op op de afstandsbediening, selecteer Channel > EPG (kanaal > EPG) en druk op OK/► om de optie openen, of druk op de afstandsbediening op GUIDE, het menu van de

Met dit formulier kun je steun aanvragen bij Stad Gent voor het aanleggen en onderhouden van bloemenranden op landbouwpercelen.. Je kan steun aanvragen voor éénjarige of meerjarige

Deze gegevens worden bewaard in het digitale Leerling Administratie Systeem zolang de leerling onderwijs volgt op één van de scholen van LVO (Stichting Limburgs Voortgezet