• No results found

(Betaald) werk: belang en tevredenheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(Betaald) werk: belang en tevredenheid"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

arbeidsmarkt beperken en wer- kenden lang er aan de slag h o u den, dan is er aandac h t v ereist v o o r werkbaar werk. E en g o ed werkkli- maat kan erto e aanz etten o m lan- g er ac tief te blijv en o p de arbeids- markt. M aar h o e kijken de mensen, en in h et bijz o nder de werkenden, in V laanderen en tal v an andere E u ro pese landen(g ro epen) nu z elf aan teg en werk? W elk belang wo rdt er g eh ec h t aan werk? W elke werkaspec ten ac h t men belang rijk en meent men teru g te v inden in h et eig en werk? H o e tev reden is men met h et werk?

Onderzoeksmateriaal

In 20 0 5 werd, in h et kader v an h et Internatio nal S o - c ial S u rv ey P ro g ram, v o o r een derde maal g epo lst naar de o pv atting en v an de bev o lking o v er h et u it- o efenen v an betaald werk. D it g ebeu rde in ru im dertig landen en v o o r h et eerst o o k in V laanderen waar dez e mo du le ‘W o rk O rientatio ns’ o pg eno men werd in de su rv ey ‘S o c iaal-c u ltu rele v ersc h u iv ing en in V laanderen’, ko rtweg de S C V -su rv ey .2E r werd do o r G E S IS , L eibnitz Institu te fo r th e S o c ial S c ien- c es, een g eïnteg reerd databestand ter besc h ikking g esteld dat to elaat o m internatio naal te v erg elijken.

A ang ez ien de E u ro pese U nie ric h ting g ev end is v o o r h et V laamse werkg eleg enh eids beleid, wo rden

Motivatie en welzijn

(Betaald) w erk:

belang en tevredenheid

Vanw eddingen, M . 2010. (Betaald) werk: belang en tevredenheid in een EU-perspec- tief. SVR-Rapport 2010/1. Brussel: Studiedienst van de Vlaam se Regering (SVR).

N iet alleen meer, maar ook betere banen staat al een poosje hoog genoteerd op de Europese en Vlaamse beleidsagenda’s.

M en hoopt immers dat kw alitatief goede arbeidsplaatsen ertoe bijdragen dat niet alleen meer mensen aan de slag gaan, maar ook dat men langer aan het w erk zal blijven.

De Studiedienst van de Vlaamse regering (SVR) verrichte inter- nationaal vergelij kend onderzoek, hoofdzakelijk op basis van het International Social Survey Programme (ISSP) en ging daar- bij na hoe de w erkende bevolking denkt over (betaald) w erk en hoe tevreden men daarover is.1

Situering

In 20 0 0 beslisten de E u ro pese reg ering sleiders in L issabo n dat de E u ro pese U nie de meest dy nami- sc h e kennisec o no mie ter wereld mo et wo rden. O m dit te bereiken werden er v ersc h eidene do elstel- ling en v o o ro pg esteld, waaro nder een aantal v o o r de arbeidsmarkt. D e meest bekende is wellic h t de 7 0 % -do elstelling die aang eeft dat teg en 20 1 0 z ev en o p de tien E u ro peanen o p bero epsac tiev e leeftijd (1 5 -6 4 jaar) betaald werk mo eten h ebben. H et stellen v an dez e sc h erpe do elstelling , en o o k de afg eleide streefno rmen v o o r v ro u wen en o u deren, o nderlijnt h et belang v an werk in de h u i dig e samenlev ing .

O m dez e kwantitatiev e do elstelling en te bereiken is h et o o k v an belang o m o o g te h ebben v o o r de kwaliteit v an h et werk. W il men niet alleen de in- stro o m bev o rderen, maar o o k de u itstro o m u it de

(2)

de analyses beperkt tot landen uit de EU. Op die manier komen er nog vijftien Europese landen en Vlaanderen uit de internationaal vergelijkbare data- set in aanmerking voor verder onderzoek. Om de resultaten beknopt en overzichte lijk voor te stel- len, wordt er geopteerd voor een pragmatische en eenvoudige bena dering waarbij de landen worden ingedeeld in min of meer vertrouwde geografische blokken: N oord-Europa met Scandinavische lan- den, West-Europa, Z uid-Europa met mediterrane landen en Oost-Europa met Centraal- en Oost-Eu- ropese landen. Gezien het thema worden de analy- ses verder beperkt tot de werkende respondenten (werknemers en zelfstandigen) en omwille van de internationale vergelijkbaarheid wordt de leeftijd afgebakend op 15-64 jaar.

Er wordt eveneens gebruik gemaakt van gegevens uit de Labour F orce Survey (LF S) van Eurostat en de Enq uê te naar de Arbeidskrachten (EAK ) van de F OD Economie – ADSEI om ondermeer de werk- zaamheid kort te schetsen in een Europese con- tex t.

Algemene kijk op werk

De Vlaamse globale werkzaamheidsgraad ligt in een internationaal vergelijkend perspectief in de mid- denmoot van het Europese klassement. Met 66,5%

in 2008 is Vlaanderen nog een eindje verwijderd van de 70%-doelstelling tegen 2010 zoals overeen- gekomen in Lissabon. Om deze norm te behalen, die nu al gerealiseerd is in een aantal EU-landen zoals Denemarken en Z weden, zal het Vlaamse Ge- west een tandje moeten bijsteken.

Er zijn verscheidene opvattingen over de zin van werk en werken. Een van de manieren om het be- lang dat er aan (betaalde) arbeid gehecht wordt in beeld te brengen, is een traditionele en een mo- derne zienswijze te onderscheiden zoals het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) dat doet (SCP, 2000).

Werken is goed volgens de traditionele visie, zelfs als werk niet of slecht betaald wordt, oninteressant is, in wei nig comfortabele omstandigheden moet worden verricht en prestige ontbeert. T egenover het traditionele arbeidsethos staat de moderne, enigszins calculerende arbeidsorië ntatie, waar ar- beid wordt verricht om iets te verwerven. De ISSP

‘Work Orientations’ 2005 module peilt naar de

arbeidsorië ntatie van de bevolking door hen twee verschillende uitspraken voor te leggen. Eerst werd gevraagd of een baan alleen maar een manier is om geld te verdienen en niets meer dan dat. Volgens het SCP wijst een bevestigend antwoord op een cal- culerende opvatting over de arbeid. B ij de tweede vraag werd geïnformeerd of de respondent graag een betaalde baan wil hebben, ook als hij het geld niet nodig heeft. In dat geval duidt een positieve reactie op een traditionele houding aldus het SCP.

Een groot deel van de Europese landen, waaron- der Vlaanderen, blijkt een overwe gend traditionele visie op werken te hebben. Aan de andere kant van het spectrum zitten Oost- en Z uid-Europese landen met een meer moderne kijk op arbeid. Daar tussenin zitten er nog een aantal landen waar de toewijzing aan een moderne of tra ditionele visie minder eenduidig is.

Haast een op de vijf Vlaamse werkenden ziet een job alleen maar als een manier om geld te verdie- nen en niet meer dan dat. R uimschoots de helft van de Vlamingen wil aan de slag blijven, ook al is dat financieel niet nodig.

Ook in West- en N oord-Europa neigt men naar een traditionele houding ten op zichte van arbeid. In Oost- en Z uid-Europa blijkt men er een meer cal- culerende visie over arbeid op na te houden.

B ij het polsen naar het belang van werkaspecten werd zowel gevraagd naar de waarde die er toe- gekend wordt aan bepaalde aspecten in het werk, als naar de opi nie of deze kenmerken ook in de belangrijkste baan gerealiseerd zijn. De verschil- lende werkaspecten kunnen in groepen ingedeeld worden. T raditioneel wordt hier bij een onderscheid gemaakt tussen ex trinsieke en intrinsieke arbeids- motivatie (De Witte, 2000; Super, 19 57; T arnai et al., 19 9 5).

Ex trinsieke factoren liggen buiten het werk zelf.

Mensen waarderen hun baan bij voorbeeld omwille van het inkomen, de werkzekerheid of de goede mogelijkheden om vooruit te komen. Intrinsieke factoren hebben dan weer eerder te maken met de job zelf. Hier horen aspecten thuis als een in- teressante baan of een job waar men zelfstandig kan werken. Er zijn ook auteurs (R osenberg, 19 57) die een derde set werkaspecten onderscheiden die

(3)

onder de noemer van sociale factoren kan geplaatst worden. Aspecten zoals anderen helpen en een bij- drage leveren aan de maatschappij kunnen hieron- der vallen.

Werkzekerheid en een interessante job zijn (zeer) belangrijk voor meer dan 95% van de werkende Vlamingen. Ook in West- en Noord-Europa ken- nen deze twee werkas pecten de meeste bijval. In Zuid- en Oost-Europa is dat naast werkzekerheid, een hoog inkomen. Maar tussen de twee en de drie werkende respondenten op de tien is het er (hele- maal) mee eens dat ze in hun huidige betrekking een hoog inkomen hebben en dat ze over goede mogelijkheden beschikken om vooruit te komen.

Dit blijkt in Vlaanderen en al de besproken Europe- se landen(groepen) het geval te zijn. De kloof tus- sen de verwachte en de aanwezige werkaspecten, die als een benadering voor de (on)tevredenheid met deze items kan gezien worden, blijkt voor deze karakteristieken ook overal het grootst te zijn.

Het gemiddelde niveau van tevredenheid met het werk is vrij hoog en ligt voor de Europese landen

tussen 4,9 en 5,5 op een schaal van 1 tot 7. In de top drie zitten Cyprus, Ierland en Denemarken.

Vlaanderen behoort samen met Letland en Frank- rijk tot de hekkensluiters.

In Vlaanderen zijn er maar twee uit een beperkte set van werkaspecten die een invloed op de alge- mene tevredenheid met het werk blijken uit te oe- fenen: een interessante baan en een job die nuttig is voor de samenleving. Dit is wel opvallend gezien de Vlaamse werkenden een hogere ontevreden- heid vertoonden inzake moge lijkheden om vooruit te komen, een hoog inkomen en werkzekerheid.

Deze aspecten blijken echter niet bij te dragen tot de algemene arbeidstevredenheid van de wer kende Vlaming. Dit is wel het geval bij de West-, Noord- en Zuid-Europese wer kende bevolking waar ook nog andere werkaspecten effect hebben op de al- gemene arbeidstevredenheid.

Uit voorgaande blijkt dat Vlaanderen in een interna- tionale rangschikking niet op dezelfde plaats staat als het gaat over werkzaamheidsgraad dan wel over arbeidstevredenheid. Waar Vlaanderen zich op vlak

Figuur 1.

Arbeidsoriëntatie werkende bevolking, 15-64 jaar (Europese vergelijking; 2005)

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Ik zou graag een betaalde baan hebben, zelfs als ik het geld niet nodig had, % (helemaal)eens

Een baan is alleen maar een manier om geld te verdienen en niets meer dan dat, % (helemaal) eens Zweden

TRADITIONELE VISIE

MODERNE VISIE Denemarken

NOORD-EUROPA

VLAANDEREN Frankrijk Groot-Brittannië

Cyprus Finland

Duitsland lerland WEST-EUROPA

Slovenië Letland

Portugal Hongarije

ZUID-EUROPA OOST-EUROPA

Tsjechië Spanje

Bulgrije

Bron: ISSP 2005 (Bewerking SVR)

(4)

van algemene werkzaamheid positio neert in de buik van het Europese klassement, bevindt het zich in de achterhoede als het gaat over globale arbeids- tevredenheid. Dit onderstreept het belang voor het beleid dat aandacht geeft aan werkzaamheid en werkbaarheid.

Vrouwelijke kijk op werk

Een overzicht van de vrouwelijke werkzaamheids- graden in de verschillende Europese lidstaten toont aan dat deze een eindje uit elkaar liggen. Vlaande- ren situeert zich ergens in het midden en behaalt daarmee al in 2008 de Europese doel stelling van 60% tegen 2010. Koplopers in de vrouwelijke te- werkstelling zijn wederom Zweden en Denemar- ken.

De Vlaamse vrouwelijke werkenden blijken een meer traditionele arbeidsoriëntatie te huldigen dan

hun mannelijke tegenhangers. Dit onderscheid komt zowel tot uiting in de afwijzing van de ge- dachte dat een baan alleen maar dient om geld te verdienen als in het relatief hoge voornemen om te gaan werken ook als men het inkomen niet nodig heeft. Op basis van eerdere onderzoeksresultaten zou men ver wachten dat net mannen een meer tra- ditionele kijk op arbeid zouden hebben.

Ook in de verschillende EU-landengroepen blijken vrouwen een meer traditionele of minder moderne zienswijze te hebben dan de mannelijke werkende bevolking.

De Vlaamse vrouw hecht hetzelfde belang als een man aan intrinsieke en extrinsieke werkaspecten.

De sociale aspecten in een job kunnen wel op een significant hogere waardering rekenen. Daarmee zit zij volledig op een lijn met haar Europese collega’s en worden de conclusies uit andere internationale onderzoeken bijgetreden. Op vlak van waardering Figuur 2.

Globale werkzaamheidsgraad en arbeidstevredenheid, 15-64 jaar (Europese vergelijking; 2005)

75,9 72,5 71,7

68,5 68,4 67,6 67,5 66,0 66,0 64,9 64,8 63,9 63,3 63,3

56,9 55,8 5,5

5,2 5,2 5,5

5,3 5,5

5,3 5,1 5,4

4,9 5,0

4,9 5,2

4,9 5,1 5,2

1 2 3 4 5 6 7

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Denemarken Zweden Verenigd Koninkrijº Cyprus Finland Ierland Portugal Sloven Duitsland VLAANDERENº Tsjech Frankrijk Spanje Letland Hongarije Bulgarije Arbeidstevredenheid, gemiddelde score

Werkzaamheidsgraad, in %

Werkzaamheidsgraad Arbeidstevredenheid

Noot: ° Gegevens werkzaamheidsgraad = Vlaams Gewest en gegevens arbeidstevredenheid = Vlaamse Gemeenschap; °° Gege- vens werkzaamheidsgraad = Verenigd Koninkrijk en gegevens arbeidstevredenheid = Groot-Brittannië

Bron: Eurostat LFS, FOD Economie – ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE), ISSP 2005 (Bewerking SVR)

(5)

van de intrinsieke en extrinsieke dimensies van het werk vallen er wel wat verschillen te noteren tus- sen de verscheidene landengroepen waar de vrou- welijke werkende bevolking, in vergelijking met de mannelijke, het ene aspect al wat meer of minder weet te appreciëren.

In Vlaanderen zijn vrouwen even tevreden over hun werk als mannen, net zoals dat het geval is in West- en Noord-Europa. Voor Vlaanderen spoort dit met bevindingen uit ander onderzoek. De vrou- welijke werkenden in Zuid- en Oost-Europa zijn beduidend minder tevreden met de arbeid dan hun mannelijke collega’s.

Van al de besproken werkaspecten, is er voor de Vlaamse werkende vrouw maar eentje dat een bij- drage levert aan haar globale arbeidstevredenheid en dat is het hebben van een interessante baan. De algemene arbeidstevredenheid van de vrou welijke

werkenden in de Europese landenblokken wordt doorgaans door de (on)tevredenheid met meerdere werkaspecten beïnvloed.

Ook hier kan men opmerken dat Vlaanderen in een Europees vergelijkende context van positie wisselt al naargelang het gaat over vrouwelijke werkzaam- heid of globale arbeidstevredenheid van vrou- wen. Waar Vlaanderen op gebied van vrouwelijke werkzaamheidsgraad tot de middenklasse behoort, maakt het deel uit van de hek kensluiters als het over globale tevredenheid met het werk handelt.

Ook dit is een beleidsrelevant aandachtspunt.

Oudere kijk op werk

In het Vlaamse Gewest is de werkzaamheidsgraad bij de vijfenvijftigplussers in 2008 blijven hangen op 3 4,3 %, een prestatie die ver verwijderd is van

Figuur 3.

Werkzaamheidsgraad en arbeidstevredenheid vrouwen, 15-64 jaar (Europese vergelij king,2005)

71,9 70,4

66,5 65,9

61,7 61,3 60,6 59,3 58,5 58,4 58,3

57,8 56,3 51,7

51,2 51,0 5,4 5,2

5,2 5,3

5,2 5,2 5,0

5,4

4,8 4,9

5,4 5,5

5,0 5,0 5,1

5,2

1 2 3 4 5 6 7

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Denemarken Zweden Finland Verenigd Koninkrij° Portugal Sloven Duitsland Letland Frankrijk Cyprus Ierland VLAANDERENº Tsjech Bulgarije Spanje Hongarije Arbeidstevredenheid, gemiddelde score

Werkzaamheidsgraad, in %

Werkzaamheidsgraad Arbeidstevredenheid

Noot: ° Gegevens werkzaamheidsgraad = Vlaams Gewest en gegevens arbeidstevredenheid = Vlaamse Gemeenschap; °° Gege- vens werkzaamheidsgraad = Verenigd Koninkrijk en gegevens arbeidstevredenheid = Groot-Brittannië

Bron: Eurostat LFS, FOD Economie – ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE), ISSP 2005 (Bewerking SVR)

(6)

de Europese 50%-doelstelling tegen 2010. In een internationale rangorde doet Vlaanderen het voor deze bevolkingsgroep dan ook bijzonder slecht en bengelt onderaan.

Net zoals de Noord-Europese vijftigplussers hebben de Vlaamse ouderen niet echt een meer traditionele opvatting over arbeid dan jongeren. In sommige EU-landengroepen is dat wel het geval. Dit laatste zou men eigenlijk verwachten aange zien verschei- dene studies aantonen dat ouderen over het alge- meen iets traditioneler ingesteld zijn.

Ook op gebied van waardering van intrinsieke en extrinsieke werkaspecten blijken de Vlaamse vijftig- plussers geen afwijkende visie ten aanzien van de jongere wer kenden te vertonen. Dit komt overeen met gegevens uit de Vlaamse onderzoekslite ratuur.

Alleen weten de oudere Vlamingen wel de sociale kant van een job hoger in te schatten, net zoals hun Scandinavische leeftijdsgenoten. De werkenden in

de andere Europese landen hebben een verschil- lende houding tegenover de intrinsieke en extrin- sieke dimensie van een baan. Behalve in Zuid-Eu- ropa, geven de vijftigplus sers in vergelijking met de jongere generaties een significant lagere waarde- ring aan de extrinsieke zijde van het werk. Over de intrinsieke karakteristieken heerst er helemaal geen Europese eensgezindheid.

Net zoals in Oost- en West-Europa wijkt de ar- beidstevredenheid bij de werkende vijftigplussers in Vlaanderen niet significant af van die bij de col- lega’s die aan het begin van hun loopbaan staan.

In Noord- en Zuid-Europa daarentegen heerst er een beduidend hogere arbeidstevredenheid bij de oudere werkende bevolking. Ook in de (internati- onale) literatuur komt men niet tot een eenduidig beeld.

Voor de Vlaamse werkende oudere draagt en- kel een interessante job bij tot de glo bale Figuur 4.

Werkzaamheidsgraad en arbeidstevredenheid ouderen, 55-64 jaar (Europese vergelijking, 2005)

69,4

59,5 56,9

52,7 51,6 50,6 50,5 49,5

45,4 44,5 43,1 38,7

34,7 33,0

30,7 30,7 5,4

5,7 5,7

5,5 5,7 5,3 5,3

4,9 5,5

5,0 5,4

4,8 5,7

5,3 5,5

4,7

1 2 3 4 5 6 7

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Zweden Denemarken Verenigd Koninkrij° Finland Ierland Cyprus Portugal Letland Duitsland Tsjech Spanje Frankrijk Bulgarije Hongarije Sloven VLAANDEREN° Arbeidstevredenheid, gemiddelde score

Werkzaamheidsgraad, in %

Werkzaamheidsgraad Arbeidstevredenheid

Noot: ° Gegevens werkzaamheidsgraad = Vlaams Gewest en gegevens arbeidstevredenheid = Vlaamse Gemeenschap

°°Gegevens werkzaamheidsgraad = Verenigd Koninkrijk en gegevens arbeidstevredenheid = Groot-Brittannië

Bron: Eurostat LFS, FOD Economie – ADSEI EAK (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE), ISSP 2005 (Bewerking SVR)

(7)

arbeidstevredenheid, in de meeste landengroepen spelen meerdere aspecten een rol. Werkzekerheid, een hoog inkomen en een baan waarin men zelf- standig kan werken, werden meermaals vernoemd bij de Noord- en West-Europese vijftigplus sers.

In een Europees kader komt de lage arbeidsdeelna- me van de ouderen volop in het vizier. Niet alleen draagt Vlaanderen de rode lantaarn op het vlak van werkzaam heidsgraad bij de 55-64-jarigen, de Vlaamse werkende ouderen blijken ook de laag ste score voor globale arbeidstevredenheid te hebben.

Dit is zeker een speciaal aan dachtspunt in het licht van de huidige situatie waar het net de bedoeling is om (oudere) mensen over de streep te trekken om langer aan het werk te blijven.

U kunt een gedrukt exemplaar van het SVR-Rapport 2010/1 bestellen via http://publicaties.vlaanderen.

be of u kunt de publicatie in PDF downloaden via http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/afbeeldingen- nieuwtjes/ arbeidsmarkt/ bijlagen/ 2010-02-08-svr- rapport2010-1.pdf.

Myriam Vanweddingen

Studiedienst van de Vlaamse Regering

Noten

1. Bij de voorstelling van de resultaten van de diverse ana- lyses op basis van de ISSP-data werd in het SVR-Rapport 2010/1 telkens de opdeling naar geslacht, leeftijd, oplei- ding, beroepsstatuut en werkregime gemaakt.

2. De SCV-survey is een meetinstrument dat in opdracht van de Vlaamse regering door de Studiedienst van de Vlaamse Regering werd ontwikkeld. Het ganse proces en metho- dologie van deze survey wordt uitvoerig gedocumenteerd (Carton et al., 2006). Sinds 1996 wordt er jaarlijks bij een representatief staal van 1 500 Nederlandstaligen tussen 18 en 85 jaar, wonende in het Vlaamse Gewest of in het Brus- sels Hoofdstedelijk Gewest, via face-to-face interviews ge- peild naar hun opvattingen, houdingen en verwachtingen.

Vanaf 2002 (behalve in 2003) wordt aan het einde van deze interviews een schriftelijke ISSP-vragenlijst bij de respondenten van de SCV-survey achtergelaten. In 2005 heeft ongeveer 88% van de ondervraagden het ISSP-en- quêteformulier ingevuld en teruggestuurd.

Bibliografie

Carton, A., Vander Molen, T., Pickery, J. & Van Geel, H.

2006. Basisdocumentatie: Sociaal-culturele verschui- ving en in V laanderen 2 0 0 5 , SV R -T echnisch rap p ort 2 0 0 6 /1. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Rege- ring.

De Witte, H. 2000. Houdingen tegenover arbeid in België op de drempel van de een entwintigste eeuw. In K.

Dobbelaere, M. Elchardus et al. (Eds.), V erloren Z e- k erheid. D e Belg en en hun w aarden, overtuig ing en en houding en: 77-115. Brussel/Tielt: Koning Bou- dewijnstichting/Lannoo.

Rosenberg, M.J. 1957. O ccup ations and values. Glencoe, IL: Free Press.

Super, D.E. 1957. T he p sy cholog y of careers. New Y ork:

Harper.

Sociaal en Cultureel Planbureau 2000. Sociaal C ultureel R ap p ort 2 0 0 0. Den Haag: SCP.

Tarnai, C., Grimm, H. & Watermann, R. 1995. Work Values in European Comparison: School Education and Work Orientation in Nine Countries. In Journal fü r Interna- tionale Bildung sforschung : 2(1), 139-163.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Onze studie toont verder nog aan dat jongeren vooral minder tevreden zijn over hun kansen op promotie, de mogelijkheden om initiatief te nemen in hun werk, hun werkzekerheid én

Ik heb in mijn reactie aangegeven dat gemeenten uiteraard gehouden zijn aan de geldende wet- en regelgeving, waarbij de Participatiewet ruimte biedt aan gemeenten voor het leveren

Stel dat ik een bedrijf uitkoop om een park of snelweg aan te leggen, dan gedraag ik me toch zoals de overheid hoort te doen?” Eerder zei hij dat de koop van de grond onder

De respondenten hebben behoefte aan duidelijkheid over waarom bepaalde hervormingen in de sociale zekerheid hebben plaatsgevonden en waarom de ver- antwoordelijkheid voor inkomen

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de