Evaluatie Bijeenkomst 14 mei 2009
Lokatie: Varendonck College Someren
Onderwerp: Ontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin Asten en Someren
Programma van de avond 19.45 uur: Inloop
20.00 uur: Welkom door wethouder J. Huijsmans van de gemeente Asten 20.15 uur: Presentatie over CJG door wethouder A. van der Velden van de gemeente Someren
20.30 uur: Toelichting op het inventarisatie-onderzoek onder ouders, jongeren en kinderen door M. Melissen van Stade
20.50 uur: Pauze
21.00 uur: Discussie in groepen aan de hand van stellingen
21.50 uur: Afsluiting door wethouder J. Huijsmans van de gemeente Asten
Bijgevoegd is de presentatie over het CJG door wethouder A. van der Velden (Someren).
Bijgevoegd is de presentatie over het inventarisatie-onderzoek onder ouders, jongeren en kinderen door M. Melissen (Stade Advies).
Stelling 1:
Het CJG is bedoeld voor, zoals de naam al zegt, alleen jeugd en hun (aanstaande) ouders.
Alle aanwezigen (met uitzondering van 1 persoon) waren het met deze stelling oneens.
Gemaakte opmerkingen:
- De doelgroep van de stelling is te smal;
- Alle mensen die met jeugd en gezinnen te maken hebben moeten bij het CJG terecht kunnen;
- De onderwerpen waarvoor men terecht kan moeten centraal staan, niet de doelgroep;
- Het CJG moet wel gericht zijn op Opvoeden en Opgroeien;
- Professionals hebben hun eigen vangnet, daar moeten ze eerst naar toe;
- Wanneer een CJG alleen voor ouders en kinderen bedoeld is, werkt dit drempelverhogend;
- Bij het CJG moet je voor alle vragen terecht kunnen.
Conclusie:
Het CJG moet er niet alleen zijn voor (aanstaande) ouders en hun kinderen. Dit is wel de prioritaire doelgroep, maar een CJG moet ook anderen ‘bedienen’. Dit moet iedereen zijn die (zowel professioneel als privé) te maken heeft met opvoeden en opgroeien.
De doelgroep zoals is omschreven in de conceptvisie CJG sluit hierbij aan.
Stelling 2:
Het CJG moet laagdrempelig en toegankelijk zijn: ouders, jeugd en professionals moeten 24 uur per dag terecht kunnen bij het CJG met hun vragen.
De meeste aanwezigen waren het eens/oneens met de stelling.
Gemaakte opmerkingen:
- Richt een helpdesk in;
- Een CJG moet ook buiten werktijden om open zijn;
- Een reactie binnen 24 uur is gewenst;
- Er mag onderscheid worden gemaakt in urgentie;
- Bij crisis moet men direct terecht kunnen, evt. via bestaande kanalen;
- Belangrijk is snelle en goede doorverwijzing;
- Maak gebruik van wat er al is;
- Graag, gemakkelijk, vanzelfsprekend;
- Een duidelijk netwerk is noodzakelijk;
- ’s Nachts digitaal beschikbaar zijn (regionaal) en overdag fysiek beschikbaar (lokaal) en via telefoon;
- Laagdrempelig betekent geen instituut/instelling;
- Laagdrempelig betekent gratis consultatie;
- Laagdrempelig betekent een herkenbaar beeldmerk;
- Laagdrempelig betekent een luisterend oor;
- Laagdrempelig betekent betrouwbaar.
Conclusie:
De meerderheid vindt dat een CJG voor bepaalde (urgente) situaties ook buiten kantooruren om beschikbaar moet zijn. Aangegeven wordt wel aan te sluiten bij datgene wat er al is, en niet iets nieuws op te tuigen. Belangrijk is dat snel gehandeld wordt. Beeldvorming rondom het CJG is van groot belang om laagdrempeligheid te realiseren.
Deze uitgangspunten zijn opgenomen in de conceptvisie, en zullen verder uitgewerkt wroden in de ontwerpfase.
Stelling 3:
Het CJG moet gehuisvest worden op 1 locatie.
De meeste aanwezigen waren het eens/oneens met de stelling.
Gemaakte opmerkingen:
- Zoek aansluiting bij de vindplaatsen/ leeftijdsgebonden plekken;
- Richt 1 centrale backoffice in voor Asten en Someren samen (niet fysiek, maar een digitaal netwerk);
- Realiseer 1 “losse” CJG naast de vindplaatsen met de volgende
mogelijkheden: telefoon/ inloop/ digitale sociale kaart/ consultatie, ook voor (semi-) professionals/ website
- Werk met een infopunt;
- Realiseer een informele ontmoetingsplek voor ouders;
- Er moet een vangnet zijn.
Conclusie:
De aanwezigen hebben aangegeven dat een CJG aan moet sluiten bij de
vindplaatsen, maar dat er daarnaast nog een centraal punt ingericht moet worden waar men ook terecht kan.
Dit sluit aan bij de conceptvisie, waarin voorgesteld wordt om de huidige voorzieningen rondom opvoeden en opgroeien, dus op de vindplaatsen, te continueren en uit te breiden. Een centraal punt voor coördinatie is gewenst.
Stelling 4:
Het CJG staat onder regie van de gemeente. Zij ontwikkelt en faciliteert in middelen. Daarnaast draaien ambtenaren het CJG.
Alle aanwezigen waren het met deze stelling oneens.
Gemaakte opmerkingen:
- De gemeente moet regie voeren op het proces, maar niet zelf uitvoeren;
- Uitvoering is geen “core-business” van de gemeente;
- Om het CJG stuurbaar te houden, moet de gemeente goede, strakke eisen en criteria stellen;
- Geen inzage in het Elektronisch Kind Dossier voor gemeenten;
- Uitvoering over laten aan gespecialiseerde mensen;
- Externe partners kun je beter afrekenen dan eigen ambtenaren, wanneer je gebruik maakt van Beleidsgestuurde Contract Financiering;
- Stuur op resultaat (klanttevredenheidsonderzoeken, prestatie- indicatoren), waarbij financiën en afspraken instrumenten zijn;
- Gemeente moet onafhankelijk zijn, en een helicopterview hanteren;
- Bij uitvoering door gemeente neem je de verantwoordelijkheid van huidige organisaties af;
- Pas op met stellen van (teveel) regels (deregulering);
- Regie op digitale netwerk en onderlinge afspraken;
- Regie a.d.h.v. de zwaarte van de vraag;
- Hoe ga je om met organisaties waar je geen subsidierelatie mee hebt;
- Bij uitvoering door ambtenaren, is 24 uurs zorg niet mogelijk;
- Bij uitvoering door ambtenaren: onbetaalbaar.
Conclusie:
Het is goed dat de gemeente regie voert. Zij moet duidelijke afspraken maken over de uitvoering en de resultaten van het CJG, maar moet niet zelf op de stoel van de uitvoering gaan zitten. Aandachtspunt is om afspraken te maken op die punten die van belang zijn voor het goed functioneren van een CJG.
