• No results found

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Collegevoorstel beleidsplanning cultuurhistorie.doc Collegevoorstel

Openbaar

Onderwerp

Beleidsplanning cultuurhistorie

Programma / Programmanummer

Ruimte & Cultuurhistorie / 1031

Portefeuillehouder

H. Kunst

Samenvatting

Een aantal veranderingen in wet- en regelgeving op rijksniveau heeft gevolgen voor het archeologie- en cultuurhistoriebeleid van Nijmegen.

Omdat de wetswijzigingen en het daaruit voortvloeiend nieuwe beleid een eigen dynamiek en tijdspad kennen is het noodzakelijk om de beleidswijzigingen in twee delen aan de raad voor te leggen. Bijgaande brief informeert de raad over de verschillende beleidsonderdelen, het proces en de planning.

Ter besluitvorming door het college

1. Brief aan gemeenteraad vaststellen

 Alleen ter besluitvorming door het College

Besluit B&W d.d. 1 feruari 2011 nummer: 3.7

Conform advies

 Aanhouden

 Anders, nl.

BW-nummer

-

Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.

G280, Mayke Haaksman, 9048

Datum ambtelijk voorstel

24-01-2011

Registratienummer

11.0001519

Paraaf

akkoord

Datum

Concern B & V

Leidinggevende dr. M.J. Nicasie, G280

Programmamanager P. Oomens

Programmadirecteur B. Drummen

Paraaf akkoord

Datum

Bestuursagenda

Gemeentesecretaris

Portefeuillehouder 1

Openbare besluitenlijst 18 december 2007

Collegevergadering no 47

Aanwezig:

Voorzitter Wethouders

Gemeentesecretaris Communicatie Verslag

Th. de Graaf

P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer

P. Eringa A. Kuil M. Sofovic

Aldus vastgesteld in de vergadering van:

De voorzitter, De secretaris,

(2)

Collegevoorstel

1 Probleemstelling

Een aantal veranderingen in wet- en regelgevingen op rijksniveau heeft gevolgen voor het archeologie- en cultuurhistoriebeleid van Nijmegen. Omdat de wetswijzigingen en het daaruit voortvloeiend nieuwe beleid een eigen dynamiek en tijdspad kennen is het noodzakelijk om de beleidswijzigingen in twee delen aan de raad voor te leggen. Het archeologiebeleid staat voor de eerste helft van 2011 op de planning en het cultuurhistoriebeleid in de tweede helft van 2011. Om de raad tijdig te informeren over de verschillende beleidsonderdelen, het proces en de planningen hebben wij bijgaande brief opgesteld.

2 Juridische aspecten Niet van toepassing.

3 Doelstelling

Brief aan de raad vaststellen.

4 Argumenten Zie brief.

5 Klimaat

Niet van toepassing.

6 Financiën

Niet van toepassing.

7 Communicatie Niet van toepassing.

8 Uitvoering en evaluatie Niet van toepassing.

9 Risico

Niet van toepassing.

Bijlage(n): Brief aan de raad

(3)

www.nijmegen.nl Brief aan de raad cultuurhistorie.doc

Directie Grondgebied Stadsontwikkeling

Archeologie en Monumenten

Datum

1 februari 2011

Onderwerp

Beleidsplanning cultuurhistorie

Ons kenmerk

G280/11.0001518

Datum uw brief

Contactpersoon

Mayke Haaksman

Doorkiesnummer

(024) 3299048

Geachte leden van de raad,

Een aantal veranderingen in wet- en regelgevingen op rijksniveau heeft gevolgen voor het archeologie- en cultuurhistoriebeleid van Nijmegen. Omdat de wetswijzigingen en het daaruit voortvloeiend nieuwe beleid een eigen dynamiek en tijdspad kennen is het noodzakelijk om de beleidswijzigingen in twee delen aan uw raad voor te leggen: in de eerste helft van 2011 komt het archeologiebeleid aan de orde en in de tweede helft leggen wij het cultuurhistoriebeleid aan u voor.

Wij willen de benodigde beleidswijzigingen uiteindelijk laten landen in één integrale nota Cultureel Erfgoed. Deze nota bevat, naast het te vernieuwen beleid, ook het bestaande beleid (o.a.

visualiseren & inspireren en beschermen & instandhouden), wat nu verwoord is in verschillende nota’s, college- en raadsvoorstellen. Met één nota zijn burgers en andere belanghebbenden sneller en eenvoudiger op de hoogte van onze ambities en wensen ten aanzien van het cultureel erfgoed in Nijmegen.

Met deze brief informeren wij u over het proces, de verschillende beleidsonderdelen en de planning in tijd. De twee fasen in het proces zullen middels afzonderlijke startnotities aan uw raad worden voorgelegd. In onderstaande matrix is het proces verduidelijkt.

Beleidsonderdeel Planning Startnotitie archeologie aan raad voorleggen Maart 2011

Beleidsnota archeologie en facetbestemmingsplan aan raad voorleggen

April 2011 Startnotitie nota Cultureel Erfgoed met actueel

cultuurhistoriebeleid aan raad voorleggen.

April 2011 Nota Cultureel Erfgoed aan raad voorleggen (die nota zal ook

het door uw raad eerder vastgestelde beleid ten aanzien van archeologie bevatten)

Eind 2011/ begin 2012

Masterplan van het project Verleden Verbeeld aan raad voorleggen

Maart 2011 Aan de Gemeenteraad van Nijmegen

Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 93 34

E-mail gemeente@nijmegen.nl

Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

1

Openbare besluitenlijst 18 december 2007

Collegevergadering no 47

Aanwezig:

Voorzitter Wethouders

Gemeentesecretaris Communicatie Verslag

Th. de Graaf

P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer

P. Eringa A. Kuil M. Sofovic

Aldus vastgesteld in de vergadering van:

De voorzitter, De secretaris,

(4)

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Stadsontwikkeling

Archeologie en Monumenten

Vervolgvel

1

www.nijmegen.nl Brief aan de raad cultuurhistorie.doc

Daarnaast willen wij u op de hoogte stellen van de stand van zaken van het

uitvoeringsprogramma Het Verleden Verbeeld, waarin de besteding van de extra 1 miljoen euro, die door uw raad aan het programma Cultuurhistorie is toegekend, is opgenomen.

Archeologiebeleid

Nederland heeft in 1992 het Verdrag van Valletta (in de wandelgangen ook het verdrag van Malta genoemd) ondertekend. De uitgangspunten van het verdrag zijn op 1 september 2007 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De verantwoordelijkheid voor het bodemarchief ligt nu met name bij de gemeenten. Van hen wordt verwacht dat zij een archeologisch beleid met bijbehorende instrumenten ontwikkelen. De belangrijkste verplichting ingevolge de nieuwe wet is dat uw raad bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden.

In de afgelopen jaren hebben wij hieraan invulling gegeven door bij actualisaties en wijzigingen van bestemmingsplannen de archeologische waarden te beschrijven en de omgang met die waarden in de planregels op te nemen. Het archeologiebeleid willen wij als eerste aan u

voorleggen, omdat de actualisatie van bestemmingsplannen pas in 2013 is afgerond en een groot deel van de vigerende bestemmingsplannen (nog) geen adequaat regime biedt voor de omgang met de archeologische waarden. Ons college heeft het voornemen opgevat om middels een paraplu- of facetbestemmingsplan de omgang met de archeologische waarden voor het hele grondgebied van Nijmegen in één keer te regelen. Hiermee wordt tevens recht gedaan aan de rechtsgelijkheid voor alle inwoners en wordt eenduidigheid gecreëerd in de hele stad. De basis voor de omgang met de archeologische waarden, als geregeld via het facetbestemmingsplan, is de archeologische beleidskaart, die wij u via de beleidsnota archeologie in de periode februari – juli 2011 willen voorleggen. Tevens zullen in deze nota belangrijke andere punten aan de orde komen, zoals het veroorzakersprincipe, dat is geïntroduceerd door de wetgever, en financiering van het archeologisch onderzoek.

Cultuurhistoriebeleid

Naast het nieuwe beleid voor archeologie is ook een beleidswijziging voor cultuurhistorie nodig.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft namelijk in 2009 zijn visie op een moderne monumentenzorg (Modernisering Monumentenzorg, oftwel MoMo) gepresenteerd, die vervolgens door de Tweede Kamer is vastgesteld. Met deze visie wordt ingezet op een meer omgevingsgerichte, in plaats van de traditionele objectgerichte, monumentenzorg. Cultuurhistorie moet één van de afwegingsfactoren worden in de ruimtelijke ordening. Deze verplichting wordt vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De wijziging van het Bro houdt in dat

gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen cultuurhistorische waarden geïnventariseerd en geanalyseerd moeten hebben.

Om op een goede manier aan de verplichting vanuit het Bro te kunnen voldoen zal Nijmegen nieuw beleid op dit punt moeten formuleren. Op welke manieren cultuurhistorie in

bestemmingsplannen verankerd kan worden zal aan uw raad worden voorgelegd middels een startnotitie, die vooraf zal gaan aan de nieuwe nota Cultureel Erfgoed. Daarin zullen we ook aangeven hoe de Cultuurhistorische Informatiekaart gebruikt zal worden. Deze kaart maakt cultuurhistorische objecten en structuren inzichtelijk.

(5)

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Stadsontwikkeling

Archeologie en Monumenten

Vervolgvel

2

www.nijmegen.nl Brief aan de raad cultuurhistorie.doc

In de nieuwe nota zal ook aandacht besteed worden aan zaken als duurzaamheid en herbestemming en hoe cultuurhistorie kan bijdragen aan een duurzame leefomgeving.

Om uw raad op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen naar aanleiding van de Modernisering Monumentenzorg voegen wij ter informatie bijgaande brief toe, die door de gemeente Amsterdam is verstuurd namens de Federatie Grote Monumentengemeenten. Wij maken ons, net zoals een dertigtal andere grote monumentengemeenten, zorgen over de risico’s van de voorgestelde wetswijziging met betrekking tot vergunningvrij bouwen voor monumenten en in rijksbeschermde stadsgezichten. Voor de argumenten verwijzen wij naar bijgaande brief. De eventuele consequenties voor het gemeentelijke beleid zullen wij meenemen in de

voorbereidingen voor de nota Cultureel Erfgoed.

Verleden Verbeeld

Met het project Verleden Verbeeld willen wij de geschiedenis van Nijmegen beter zichtbaar en beleefbaar maken. Dit doen wij vanuit de overtuiging dat deze stad een groot aantal verhalen, plekken en objecten kent die het verdienen om door het grote publiek gekend te worden. Echter, het zichtbaar en beleefbaar maken van de cultuurhistorische component zien wij als slechts één van de resultaten van Verleden Verbeeld. Inzet van cultuurhistorie kan ook bijdragen aan het behalen van resultaten op sociaal-maatschappelijk of economisch recreatief vlak. Immers, de aanwezigheid van erfgoed loont voor een stad. Erfgoed, mits goed benut heeft potentie om te verbinden, om een gezamenlijke identiteit te kunnen benoemen en om de kwaliteit in openbare ruimte te verbeteren en zo een aantrekkelijke stad te creëren voor (potentiële) bewoners, bezoeken en bedrijven. Verleden Verbeeld kent daardoor gedeelde doelen met een groot aantal partners in en buiten de stad.

Verleden Verbeeld kent een doorloop tot en met 2014. Momenteel wordt een masterplan

ontwikkeld en worden projecten en partners geïnventariseerd voor het uitvoeringsprogramma. Het masterplan zal in maart aan uw raad worden voorgelegd. Hierin wordt ook de besteding van de extra 1 miljoen euro in 2013, die door uw raad aan het programma Cultuurhistorie is toegekend, opgenomen.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

De Burgemeester, De Gemeentesecretaris,

mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg

Aantal Bijlagen:

Brief Federatie Grote Monumentengemeenten

(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook ondernemers spelen in op het veranderend consumentengedrag: de supermarkten staan in de rij om op zondag open te gaan omdat de consument ook dan zijn dagelijkse boodschappen wil

Door dit voorstel wordt de inzet in de stad versterkt op het bevorderen van de gezonde leefstijl, stimuleren van bewegen en eten van gezondere voeding om overgewicht tegen te gaan

Het Rijk heeft geen fundamentele aanpassingen doorgevoerd op het driejaren geleden ingezette beleid voor de verdeling van de algemene uitkering en ook niet voor de verdeling van

Wel willen we in ons onderzoek ons beperken tot overname van voorzieningen die vòòr 2012 zijn verstrekt en waarvoor pas in 2012 voor het eerst een eigen bijdrage wordt geheven..

Bij de eerste subsidieverlening in 2009 hebben wij Stichting KIEMT laten weten dat een besluit over verdere subsidie na het eerste jaar mede afhangt van de resultaten van het

Als voorwaarden voor definitieve vaststelling van de apparaatskostenvergoeding wordt gesteld dat de gemeente de geluidsbelastingkaart en actieplan tijdig vaststelt en

Bent u van mening dat de hoeveelheid klantenwervers en straatverkopers In de binnenstad op enig moment zo hinderlijk kan zijn dat het aantal. omlaag gebracht zou moeten worden,

Toelichting gemeente: -Geinspecteerde 1 locatie niet (tijdig) geinspecteerd zijn. 0, GOB, PSZ: Van de 148 locaties zou er eze locatie was echter beeindig, terwijl de locatie