• No results found

Verantwoordelijk Rédacteur: Dr. T. VAN DER LINDEN, s-gravenhage, tel Redactiebureau : s-gravenhage, Willem Witsenplein 6, telefoon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verantwoordelijk Rédacteur: Dr. T. VAN DER LINDEN, s-gravenhage, tel Redactiebureau : s-gravenhage, Willem Witsenplein 6, telefoon"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CHEMISCH WEEKBLAD ORGAAN VAN DE NEDERLANDSCHE CHEMISCHE VEREENIGING EN VAN DE VEREENIGING VAN DE NEDERLANDSCHE CHEMISCHE INDUSTRIE Redactie-Gommissie : Dr. C. A. Lobry de Bruyn, voorzitter, Dr. T. van der Linden, secretaris, Dr. C. Groeneveld,

Dr. Ir. J. A. M. van Liempt, M. D. Rozenbroek en Prof. Dr. J. P. Wibaut.

Verantwoordelijk Rédacteur: Dr. T. VAN DER LINDEN, ’s-Gravenhage, tel. 721636.

Redactiebureau : ’s-Gravenhage, Willem Witsenplein 6, telefoon 774520.

N.V. D. B. CENTEN's Uitgevers-Maatschappij, Amsterdam-C., O.Z. Voorburgwal 115, telefoon 48695, postrekening 39514.

INHOUD: Mededeelingen van het Secretariaat. — Gevraagde betrekkingen. — Volontairsplaatsen. — Ir. W. J. C. de Kok en Prof. Dr. Ir. H. I. Waterman, De constitutie van koolwater- stoffen in verband met het diagram van refractometrische dispersie en moleculair gewicht. — Boekaankondigingen. — Chemische Kringen. — Personalia. — Dr. C. Groeneveld, Publicaties van samenvattend karakter uit de literatuur. — Vraag en Aanbod.

-— Economische berichten.

MEDEDEELINGEN VAN HET SECRETARIAAT DER NEDERLANDSCHE CHEMISCHE VEREENIGING

(Willem Witsenplein 6, ’s-Gravenhage, telefoon 774520, postrekening 7680).

VERBETERINGEN EN AANVULLINGEN VAN DE LEDENLIJST 1940.

Biz. 26: Bakker (Dr. W. P. J.), Maastricht, Observanten- weg 46.

„ 48: Heertjes (Dr. Ir. P. M.), Delft, Rotterdamscheweg 125a, lector b. d. chem. technologie T.H.

„ 56: Kasteele Jr. (R. P. van de), techn. stud., Scheveningen, van Dorpstraat 20.

,, 83: Slooff (Dr. Ir. A.), Hilversum, Orionlaan 92, chem.

adviseur.

„ 84: Smits (Prof. Dr. A.), Loenen o/d Veluwe, Hotel „de Vrijenberg” (tijd.).

„ 86: Stoel (Ir. H. van der), Hillegersberg, Molenlaan 174, ass. lab. Oliën en Vetten der T.H.

„ 88: Tielrooy (drs. P. C.), Eindhoven, Rodenbachlaan 28.

„ 89: Ultée (Dr. A. J.), den Haag, Frankenslag 101, waarn.

dir. v. d. technisch-comm. afd. der Rubberstichting.

*

Het spreekuur van den Secretaris des Maandags van 1 h 30 tot 3 h is tot nader bericht vervallen; ook het spreekuur Donder- dags van 1 h 30—3 uur (Commissie T. en C.) wordt voorloopig niet gehouden.

In het algemeen zal de Secretaris echter na voorafgaand overleg te spreken ziin.

Dr. T. VAN DER LINDEN, den Haag, telefoon 721636 (na 6 u. n.m.).

Gevraagde betrekkingen ').

No. 319. Chem. drs. organicus-bacterioloog, met lab.- en be- drijfservaring op het gebied van ontsmettingsmiddelen, insectici- den, teerproducten, zuivel, zoekt werkkring.

No. 320. Dr. chem., bedrijfsleider, 28 jaar, vrij v. mil. dienst, erv. in levensmiddelenonderzoek, steenkolen en stookolieonderz., fabr. en lab.-practijk in raffinage v. oliën en vetten, bereiding van margarine, vetharding, zeepfabricage; bekend met kostprijs- berekening, zoekt verandering van betrekking in binnen- of buitenland.

*) Plaatsing gratis voor leden.

Brieven te richten tot de Chem. Arbeidsbeurs, 's-Gravenhage, Willem Witsenplein 6 (met ingesloten porto voor doorzending) ■

Men wordt verzocht dadelijk bericht te zenden, indien de plaatsing niet meer noodig is.

No. 565. Dr. in de scheikunde, binnenkort 35 jaar, org. en phys. chem. geörienteerd (bijvakken: wis- en natuurk.) tevens scheik. ingénieur (diploma Delft, 1938 met lof), 1 jaar practijk in ontwerpen van chemische installaties op petr. gebied, goed docent en scribent, zoekt verandering van positie.

No. 567. Chem. drs., 26 jaar, kolloid- en physicochemicus, bekend met Röntgenanalyse van kristallen, zoekt betrekking.

VOLONTAIRSPLAATSEN DOOR BEMIDDELING DER COMMISSIE VOOR TEWERKSTELLING EN

CRISISFONDS.

De Commissie voor Tewerkstelling en Crisisfonds, Willem Witsenplein 6, den Haag (spreekuur: iederen Donderdag van 1.30 tot 3 uur) maakt afstudeerende chemici opmerkzaam op de gelegenheid tot overleg met haar voor het vinden van een volontairsplaats in werk op door hen gewenscht gebied.

Verscheidene bestuurderen van laboratoria hebben zieh bereid verklaard volontairsplaatsen beschikbaar te stellen, vele andere zullen dit vermoedelijk doen, wanneer de Commissie daarom ten behoeve van een werkloozen chemicus zou verzoeken. Zoo noodig kan de Commissie in de door de volontairs gemaakte onkosten bijdragen of zelfs een bescheiden tegemoetkoming in levens- onderhoud geven.

A. Microbiologisch Laboratorium der. Landbouwhoogeschool te Wageningen: directeur Prof. Dr. Jan Smit. Onderwerp: in overleg te kiezen. Aanmelding bij Prof. Dr. Jan Smit en bij de Commissie T, 6 C.

B. Anorg.-chem. lab. der Universiteit, Hugo de Grootstraat 27, Leiden. Directeur: Prof. Dr. A. E. van Arkel. Onderwerp:

algemeene Problemen der ionentheorie, speciaal niet-waterige oplossingen. Afdeeling Dr. W. P. Jorissen; onderwerpen: explo- sieve readies, autoxydatie, geinduceerde (gekoppelde) oxydatie, biochemische katalyse. Schriftelijke aanmelding bij Prof, van Arkel, resp. Dr. Jorissen en bij de Commissie T. Ö C.

C. Koloniaal Etablissement, Westerdoksdijk 2, Amsterdam-C.

Onderzoek op het gebied van vezelstoffen en vezelproducten.

Aanmelding bij Ir. H. A. J. Hietink en bij de Commissie T. 6 C.

D. Bureau van de Vereeniging voor de Nederlandsche Che- mische Industrie. Onderwerp: Economische studiën. Aanmelding bij Ir. D. J. Akkerman, Secretaris van het Bureau en bij de Commissie T. 6 C.

E. Histologisch lab. der Gemeentelijke Universiteit van Amster- dam, Sarphatiestraat 108. Directeur: Prof. Dr. G. C. Heringa.

Onderwerp: gedrag van kleurstoffen aan weefseloppervlakken en grensvlakken. Schriftelijke aanmelding bij Prof. Heringa en bij de Commissie T. 6 C.

G. Pathologisch Laboratorium der Rijksuniversiteit te Leiden.

Dir. Prof. Dr. G. O. E. de Lignac. Onderwerp op medisch- chemisch gebied. Aanmelding bij Prof, de Lignac en bij de Commissie T. 6 C.

Aan leiders van laboratoria, die plaatsen voor practicanten beschikbaar hebben, wordt verzocht dit aan de Commissie te melden onder inzending van een bericht ter opneming in deze rubriek.

(2)

547.21.03 : 541.24 : 535.32 DE CONSTITUTIE VAN KOOLWATER-

STOFFEN IN VERBAND MET HET DIAGRAM VAN REFRACTOMETRISCHE

DISPERSIE EN MOLECULAIR GEWICHT door

W. J. C. DE KOK en H. I. WATERMAN.

Inleiding.

In het hier volgende worden längs experimenteelen weg eenige dispersieformules afgeleid voor koolwater- stoffen, welke behooren tot de homologe reeksen der paraffinen en zes-ring naphtenen, alsmede voor de gealkyleerde benzeenaromaten met één of meer onderling geïsoleerde aromaatringen per molecuul.

Deze dispersieformules, die telkens voor een enkele homologe reeks van koolwaterstoffen gelden, geven voor de desbetreffende reeks bij benadering het ver- band aan tusschen het moleculairgewicht en de refxactometrische dispersie.

De dispersies (ug1—nc) van enkelvoudige ver- zadigde koolwaterstoffen van bekënd moleculair- gewicht, en met bekende structuur, welke tot boven- genoemde groepen van koolwaterstoffen behooren, kan men aldus op eenvoudige wijze met behulp van de dispersieformule berekenen, hetgeen met een aan- tal voorbeelden uit de literatuur wordt aangetoond.

Door schrijvers wordt aangegeven, dat men ook omgekeerd het gemiddelde aantal ringen per molecuul in verzadigde koolwaterstoffen en zelfs in koolwater- stofmengsels kan berekenen na voorafgaande be- paling van de refractometrische dispersie en het ge- middelde moleculairgewicht. Längs dezen weg ver- krijgt men derhalve dezelfde gegevens als met de reeds in 1935 gepubliceerde specifieke-refractie- moleculairgewichtsmethode kunnen worden verkre- geni). Hierbij zij opgemerkt, dat de resultaten van de specifieke refractiemethode en de hieronder be- schreven dispersiemethode in goede overeenstemming met elkaar zijn gebleken voor verzadigde koolwater- stoffen en mengseis hiervan. Toch meenen de schrijvers voorloopig voor de analyse van mengseis van aromaatvrije verzadigde koolwaterstoffen na- drukkelijk te moeten adviseeren tot het gebruik van de methode van de specifieke refractie als hoofd- analyse-methode, omdat de specifieke refractie- methode theoretisch beter gefundeerd is, terwijl ook de experimenteele toetsing veel grondiger is geweest;

bovendien is het bij toepassing der dispersie-methode noodzakelijk te weten of de ringen vijf dan wel zes koolstofatomen per ring bevatten.

Voor de aromaathoudende koolwaterstoffen kan met behulp van de methode van de refractometrische dispersie, evenals met de specifieke refractiemethode, het aantal aromaatringen en het percentage der kool- stofatomen in aromaatstructuur worden bepaald, mits hierbij voorloopig nog een onderstelling wordt ge- maakt omtrent de bindingswijze dezer ringen. Het is echter van belang te vermelden, dat het niet onwaar- schijnlijk is, dat na verdere uitwerking der dispersie- methode, deze ons juiste gegevens zal kunnen ver- -1) J. C. Vlugter, H. I. Waterman en H. A. van Westen, J. Inst. Petroleum Tech. 21, 661 (1935).

schaffen over de bindingswijze der aromaatringen, gegevens, die ons de specifieke refractie-methode ook na verdere perfectionneering niet zal kunnen leveren.

Dat thans in dat opzicht nog geen verder strek- kende conclusies worden bereikt, is vooral gelegen in het gebrek aan dispersiegegevens van een behoorlijk aantal zuivere koolwaterstoffen, in het bijzonder over verbindingen, welke opgebouwd zijn uit gesubsti- tueerde en vergroeide aromaatsystemen van diverse typen. Vooral ook de gegevens ovei*verbindingen met moleculairgewichten grooter dan ca. 200 zijn zeer schaarsch. Het zal dus noodzakelijk zijn, dat in deze leemte zoo spoedig mogelijk wordt voorzien.

Wij hebben echter gemeend reeds nu een en ander over de „dispersie-methode” bekend te moeten maken, niet alleen omdat de eerste resultaten veelbelovend zijn, maar ook omdat wij, zooals gezegd, verwachten, dat deze resultaten nog in beteekenis zullen toe- nemen, naarmate het aantal bekende zuivere aroma- tische koolwaterstoffen van verschillend type toe- neemt.

Ook in de Vereenigde Staten gaat men aan dispersiemetingen meer aandacht schenken2).'

Voor de constitutiebepalingen kan de specifieke refractometrische dispersie in bepaalde gevallen van belang zijn 3). Wanneer hierbij wordt gesproken over de refractometrische dispersie bedoelen wij hiermede (nGXnc) ’ omdat de brekingsindices voor de bekende lijnen (C, D, F en G') van het waterstofspectrum bepaald waren met den P u 1 f r i c h-refractometer.

Het is bekend, dat de formule van Cauchy, welke het verband aangeeft tusschen golflengte en

brekingsindex: n = A + ^ alleen bij benadering vol- doet voor bepaalde groepen van koolwaterstoffen. In die gevallen vindt men in het diagram, dat het ver- band aangeeft tusschen n en p, rechte lijnen. De waarden voor nc, nD, nF en Ug1 vindt men dan ook in die gevallen practisch liggend op een rechte lijn (fig. 1). Tal van verzadigde koolwaterstoffen, cyclische en niet-cyclische, alsmede vele alifatische mono-olefinen geven ons dan ook voor de golflengten

2) A. V. Grosse, The Refiner 18, 157 (1939); A. V.

Grosse and Richard C. Wackier, Quantitative deter- mination of aromatic hydrocarbons by a new method. Ind. Eng.

Chem. Anal. Ed. 11, 614 (1939).

3) Zie ook J. C. Vlugter, Proefschrift Delft 1932, biz.

52 en J. C. Vlugter, H. I. Waterman en H. A. van Westen, The specific dispersion as a means for the detection of aromatic rings and other unsaturated compounds in hydro- carbon mixtures, J. Inst. Petroleum Tech. 21, 701—8 (1935) en de daar vermelde literatuur.

(3)

656.3 tot 434.1 rnw rechte lijnen in het desbetreffende diagram. Verschillende sterk onverzadigde kool- waterstoffen, welke naderen tot de gekleurde kool- waterstoffen, voldoen niet aan dezen regel en geven meer of minder groote afwijkingen.

Paraffinen en alifatische mono-olefinen.

Voor de alifatische mono-olefinen is gebleken, dat de waarde van (ng1—nc) bij ruwe benadering constant is op ca. 133 X 10^4. Derhalve is deze waarde be- T a b e 1 I £

No.

2 1 3 4 5 6 5a 7 8 10 9 11 12 13 14 15 16 17 18 20 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33

34 35 36 37 38

Naam

n-penteen 1 n-hexeen 1 n-hepteen 1 n-octeen 1.

nocteen n-deceen n-hexadeceen isobutylaethyleen

2- isopropylaethyleen n-pentaan

n-hexaan n-heptaan n-octaan n-nonaan n-decaan n-undecaan n-dodecaan n-hexadecaan isohexaan

3- methylpentaan 2.2- dimethylbutaan 2.3- dimethylbutaan 2.2- dimethylpentaan 2.3- dimethy lpentaan 2.4- dimethy lpentaan 2.2.3'trimethylbutaan

2.2.4- trimethylpentaan 2.6-dimethylheptaan

3-methylhexaan Paraffinische oliën mol.gewicht = 126 mol.gewicht = 133 mol.gewicht = 157 mol.gewicht =172

Naphteenringhoudende oliën mol.gewicht = 243 mol.gewicht = 330 mol.gewicht = 372 mol.gewicht = 382 mol.gewicht = 332

„20 20

"Gl

1.3691 1.38534 1.3972 1.40645 1.4106 1.4233 1.4394 1.38295U50) 1.36487(15°) 1.35503(19.9°) 1.37338 1.3852 1.3955 1.40356 1.4103 1.41514 1.41965 1.4329 1.37257(15°) 1.37753(15°) 1.36972(15°) 1.37905(15°) 1.3799(20.6°) 1.3899 1.38066 1.3903(15°) 1.38962 1.3933 1.3865(20.4°) 1.4020 1.4024 1.4038 1.4121 1.4219

1.4480 1.4646 1.4702 1.4684 1.46577

*) Gevonden door extrapolatie uit nc, nD en nr

1.3819 1.39834 1.4101 1.41980 1.4244 1.4372 1.4529 1.3959(15°) 1.37763(15.1°) 1.36477(19.9°) 1.38365 *) 1.3959 1.4065 1.4148 1.4217 1.4267 1.4315 1.4450 1.38251(15°) 1.38740(15°) 1.37964(15°) 1.38893(15°) 1.3904 *) 1.4002 1.39132 1.4008(15°) 1.40074 1.4041 *) 1.3970 *) 1.4133 1.4136 1.4151 1.4236 1.4335

1.4611 1.4783 * 1.4845 1.48215 1.47864

d20/4

0.6417 0.6750 0.6973 0.7155 0.7447 0.7825 0.6700(15°) 0.6338(15°) 0.6259 0.6592 0.6839 0.7024 0.71780 0.7312 0.74025 0.7751 0.6538(15°) 0.6738 0.6950 0.6747 0.6945(15°) 0.6918 0.7018 0.6868 0,7227 0.7239 0.7221 0.7384 0.7561

0.8107 0.8440 0.8534 0.8518 0.8529

(nGl — nc)104

gevonden 128 130 129 133.5 138 139 135 129 128 97 103 107 110 113 114 116 118 121 99 99 99 99 105 103 107 105 111 108 105 113 112 113 115 116

131 137 143 138 129

(nG, - nc)104

berekend

102 96 106 110 112 115 116 118 121 102 102 102 102 106 106 106 106 110 112 106 112 112 113 116 117

122 124 126 126 125

Verschil

— 1 — 1 - 1 0 4- 1 — 1 0 0 0 3 3 3 3 1

— 1 3 4- 1

— 1 4- 4 4- 1 0 0 4- 1 4- 1

— 9 — 13

— 17

— 12

— 4

Literatuurlijst Tabel Ia).

4) Niet gepubliceerde gegevens.

2) Rec. trav. chim. 52, 252 (1933).

3) Ibid. 52, 299 (1933).

4) Ibid. 53, 726 (1934).

5) Ibid. 51, 533 (1932).

5a) ProefSchrift Delft, H. A. van Westen, pag. 55 (1931).

B) Ibid., pag. 63 (1931).

7) Bull. soc. chim. Belg. 42, 229—237 (1933).

s) Rec. trav. chim. 52, 515 (1933).

®) Niet gepubliceerde gegevens.

10) Rec. trav. chim. 52, 252 (1933).

11 ) Ibid. 52, 299 (1933).

12 ) Ibid. 53, 726 (1934).

13) J Am. Chem. Soc. 53, 1953 (1931).

14j Proefschrift Delft, H. A. van Westen, pag. 60 (1931).

lr>), 1B) J. Am. Chem. Soc. 53, 1953 (1931).

17) Proefschrift Delft, H. A. van Westen, pag. 62 en 63 (1931).

1S) Bull. soc. chim. Belg. 31, 66 (1922).

™) Ibid. 31, 66 (1922).

20) Ibid. 31, 65 (1922).

21) Ibid. 31, 66 (1922).

22) Ibid. 34, 430 (1925).

23) Ibid. 33, 371 (1924).

24) Rec. trav. chim. 52, 234 (1933).

25) Bull. soc. chim. Belg. 31, 101 (1922).

26j J. Am. Chem. Soc. 50, 1885 (1928).

27 ) Rec. trav. chim. 52, 1007 (1933).

28) Bull. soc. chim. Belg. 34, 431 (1925).

29j Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 41 (1933).

30) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 41 (1933).

31 ) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 43 (1933).

32) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 43 (1933).

33) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 43 (1933).

34) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 45 (1933).

35) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 49 (1933).

36) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 49 (1933).

37) Proefschrift Delft, A. J. Tulleners, pag. 49 (1933).

38) Proefschrift Delft, J. C. Vlugter, pag. 62 (1932).

(4)

trekkelijk onafhankelijk van het aantal koolstofatomen in het molecuul, respectievelijk van het moleculair- gewicht, alsmede van de plaats der dubbele binding en de vertakking. De helling van de curven in het genoemde diagram (fig. 1) is dus steeds bij alle mono-olefinen bij benadering gelijk. Het zijn dus onderling evenwijdige lijnen. Kent men den brekings- index bij ééne golflengte, dan kent men bij benadering ook die bij andere golflengten bij gelijke temperatuur.

Het schijnt, dat de temperatuur weinig invloed op de dispersie uitoefent. Onze beschouwingen gelden in het bijzonder voor 20° C en hiervan niet al te veel afwijkende temperaturen (bijv. 15—25° C).

Daar bij de paraffinen de dispersie wel een functie is van het moleculair gewicht, hebben we bij de mono-olefinen waarschijnlijk te maken met twee tegengesteld werkende factoren, welke met elkaar in evenwicht zijn: 1°. een neiging tot daling der wer- king van de dubbele binding en dientengevolge daling van de dispersie, naarmate het aantal C-atomen in het molecuul stijgt; 2°. een neiging tot stijging der dispersie door het grooter worden van het aantal C-atomen in het molecuul, dus van het mole- culairgewicht. Voor de alifatische mono-olefinen (niet of wel vertakt) is de dispersie («g1—nc) = ca.

133 X 10"4, voor de paraffinen (niet of wel vertakt) is de dispersie (nG'—nc) = ^ 133— • 10 ”4. Ook dit geldt slechts bij benadering en berust geheel op experimenteele basis. Wordt het moleculair gewicht M der paraffinen zeer groot, dan nadert de dispersie tot die der olefinen met hetzelfde moleculair gewicht.

Hierdoor kan men bij de paraffinen van bekend moleculair gewicht de dispersie berekenen en hierdoor ook brekingsindices bij andere golflengten en dezelfde temperatuur voorspellen, evenals dit bij de mono- olefinen het geval is. Een en ander vindt men toe- gelicht in tabel la, waarin ten eerste zijn opgenomen eenige onvertakte en vertakte mono-olefinen, alsmede een groot aantal onvertakte en vertakte paraffinen. In dezelfde tabel zijn tevens opgenomen een aantal paraf- finische koolwaterstofmengsels. Uit de gegevens hier- van krijgt men den indruk, dat men op deze laatste eveneens de bovengenoemde formule kan toepassen.

Uit de waarden voor enkele verzadigde (ten deele cyclische) mengseis, welke onder aan de tabel nog zijn toegevoegd, ziet men, dat hiervoor de formule voor de paraffinische koolwaterstoffen niet geldt.

Onze beschouwingen zijn tenslotte nog getoetst aan de dispersie-waarden, die kortgeleden door W i b a u t c.s. 4) voor zeer zuivere paraffinen zijn gepubliceerd

(tabel lb).

Cyclisch verzadigde koolwaterstoffen en mengsels van koolwaterstoffen.

Ringsluiting bij paraffinen leidt tot verhooging der dispersie. Dit blijkt reeds bij vergelijking van de dispersie-waarden der paraffinen met die van cyclo- pentaan, cyclohexaan en enkele derivaten, die ook in tabel lb zijn opgenomen, alsmede uit de waarden der verzadigde cyclische verbindingen van tabel II.

4) ]. P. W i b a u t, H. H o o g, S. L. L a n g e d ij k, J.

Overhoff en J. Smittenberg, Rec. trav. chim. 58, 329 (1939).

Tabel lb.

N a a m d20H (ncl™ _ nc20). ]04

gevonden

Berekend uit 2660 133 M

n-pentaan 2-methylbutaan n-hexaan

2- methylpentaan 3- methylpentaan 2.2- dimethylbutaan 2.3- dimethylbutaan n-heptaan

2- methylhexaan 2.2- dimethylpentaan 2.3- dimethylpentaan 2.4- dimethylpentaan 3.3- dimethylpentaan 2.2.3- trimethylbutaan n-octaan

3- methylheptaan 2.3- dimethylhexaan 2.5- dimethylhexaan 3.4- dimethylhexaan 3-methyl-3-aethylpentaan

2.2.3- trimethylpentaan 2.2.4- trimethylpentaan n-nonaan

aethylcyclobutaan cyclopentaan raethylcyclopentaan cyclohexaan methylcyclohexaan isopropylcyclohexaan n-hexadecaan

1.35587 1.35218 1.37300 1.36961 1.37470 1.36695 1.37313 1.38573 1.38292 1.38025 1.39007 1.37956 1.38901 1.38751 1.39562 1.39656 1.39922 1.39081 1.40224 1.40581 1.40094 1.38944 1.40353 1.40001 1.40442 1.40764 1.42405 1.42085 1.43867 1.43242

1.36561 1.36182 1.38325 1.37986 1.38496 1.37719 1.38336 1.39637 1.39355 1.39092 1.40074 1.39012 1.39964 1.39822 1.40648 1.40744 1.41018 1.40169 1.41323 1.41684 1.41193 1.40042 1.41462 1.41132 1.41546 1.41896 1.43502 1.43285 1.45089 1.44451

0.62624 0.61972 0.65943 0.65316 0.66435 0.64919 0.66166 0.68378 0.67869 0.67388 0.69514 0.67275 0.69330 0.69007 0.70280 0.70584 0.71234 0.69426 0.71951 0.72742 0.71613 0.69196 0.71808 0.72787 0.74542 0.74869 0.77867 0.76944 0.80232 0.77387

97.4 96.4 102.5 102.5 102.6 102.4 102.3 106.4 106.3 106.7 106.7 105.6 106.3 107.1 108.6 108.8 109.6 108.8 109.9 110.3 109.9 109.8 110.9 113.1 110.4 113.2 118.7 120.0 122.2 120.9

96 96 102 102 102 102 102 106 106 106 106 106 106 106 110 110 110 110 110 110 110 110 112 1101) 1141) 118.5 2) 120.5 2) 1232) 121 ') Ber. volgens (nGl—nc). 104 = 133 —

2) Ber. volgens (nGl—nc) . 104 = 133 —

(5)

Tabel II.

Naam1)

Cyclopentaan Methylcyclopentaan Aethylcyclopentaan Propylcyclopentaan Isopropylcyclopentaan Isobutylcyclopentaan Cyclohexaan Methylcyclohexaan Aethylcyclohexaan Propylcyclohexaan Isopropylcyclohexaan Isobutylcyclohexaan

Dimethylcyclohexaan cis-ortho Dimethylcyclohexaan (mengsei) trans ortho dimethylcyclohexaan cis meta „

trans meta „ , cis 1.2.3-Trimethylcyclohexaan trans Hexahydrohemellitol cis Hexahydro-pseudokumol trans Hexahydro-pseudokumol

1.2.4- Trimethylcyclohexaan trans Hexahydro-pseudokumol

cis Hexahydro-mesityleen

1.3.5- Trimethylcyclohexaan trans Hexahydro-mesityleen

trans Hexahydro-mesityleen trans Hexahydro-isodurol trans Hexahydro-durol

„20

1.40383 1.40770(14.7°) 1.40464,20.1°) 1.40750 1.41612 1.42285 1.42255 1.42738 1.42476 1.42365 1.43041 1.43383 1.43428 1.43686 1.42859 1.43050 1.42778 1.42385 1.42265 1.43475 1,43373 1.43120 1.42909 1.42962(16.6°) 1.42860(16.9°) 1.42768 1.42808 1.42526 1.42683(15.7°) 1.44440 1.44230

-20

1.40609 1.40981(14.7°) 1.40947 1.41840 1.42470 1.42470 1.42950 1.42680 1.42590 1.43251 1.43592 1.43642 1.43904 1.43060 1.43241 1.42990 1.42600 1.42480 1.43682 1.43582 1.43341 1.43121 1.43192(16.6°) 1.43056(16.9°) 1.42990 1.43010 1.42740 1.42915(15.7°) 1.44657 1.44446

1.41126 1.41481(14.7°) 1.41173(20.1°) 1.41465 1.42332 1.43040 1.43010 1.43516 1.43229 1.43120 1.43803 1.44160 1.44225 1.44467 1.43635 1.43823 1.43546 1.43170 1.43030 1.44259 1.44150 1.43902 1.43675 1.43733(16.6°) 1.43632(16.9°) 1.43536 1.43586 1.43288 1.43460(15.7°) 1.45212 1.45003

1.41536 1.41891(14.

1.41589(20.

1.41868 1.42798 1.43474 1.43454 1.43980 1.43668 1.43561 1.44272 1.44616 1.44686 1.44920 1.44088 1.44271 1.44008 1.43628 1.43493 1.44724 1.44606 1.44361 1.44135 1.44187(16.

1.44099(16.

1.43990 1.44028 1.43725 1.43916(15, 1.45667 1.45470

7°)

j20/

0.7510 0.7500 0.7543 0.7459 0.7610 0.7718 0.7717 0.7795 0.7783 0.7736 0.7840 0.7898 0.7902 0.7950 0.7822 0.7868 0.7798 0.7735 0.7930 0.7914 0.7850 0.7813 0.7830(16.6°)

0.7799(16.9°) 0.7765 0.7773 0.7720 0.7744(15.7°) 0.8140 0.8100

(nGl-nc)104

gevonden 115.3 112.1 112.5 111.8 118.6 118.9 119.9 124.2 119.2 119.6 123.1 123.3 125.8 123.4 122.9 122.1 123.0 124.3 122.8 124.9 123.3 124.1 122.6 122.5 123.9 122.2 122.0 119.9 123.3 122.7 124.0

nGl—nc)104

berekend 110 110 110 114 120 118 120 121 119 121 122 123 123 124 122 122 122 122 122 123 123 123 123 123 123 123 123 123 123 124 124

!) Gegevens ontleend aan F. Eisen 1 ohr, Fortschritte der Chemie, Physik und physikalische Chemie, Band 18 (1924—1926).

Wij zullen ons hierbij beperken tot de vijfring- en zesringsystemen. Ten opzichte van de bijbehoorende mono-olefinen met hetzelfde moleculair gewicht is de dispersie der verzadigde zesringsystemen kleiner en wel geldt bij benadering voor de verzadigde zesring- verbindingen met één ring per molecuul: (ng1—nc) =

= ^133— 1 . 10~~4. Voor de reeks der cyclo- pentaanderivaten geldt op analoge wijze bij benade- ring: (rig1—nc) = (]33 — 1^°) . ICH4. Van deze laatste reeks zijn echter minder termen bekend, dien- tengevolge is de gegeven formule ook minder zeker.

In fig. 2 zijn achtereenvolgens uitgezet de dispersie- waarden voor de paraffinen (curve I) van verschil- lend moleculair gewicht, voor monocyclische zesring- systemen (cyclohexaan, en homologen) (curve II) alsmede voor de mono-olefinen (curve III).

Wij krijgen verder den indruk, dat hetaantal ringen voor de verzadigde zesringsystemen evenredig is met de verhooging van de dispersie ten opzichte van die der paraffinen. Indien we ons op dezen indruk baseeren, dan zouden wij ook in fig. 2 curven voor de dispersies der twee (6)ring- en drie (6)ringnaphtenen kunnen aangeven (resp. curve IV en V). Indien de koolwaterstoffen m cyclohexylringen per molecuul be- vatten, kan men het bovenstaande samenvatten in de volgende algemeene formule: (nG4—nc . 104 = 133 jçj—h m . • bi) beschouwmg der in de tabeilen II en III vermelde literatuur-waarden, als- mede uit de enkele hieronder uitgewerkte voorbeelden blijkt, dat dit ten naaste bij voor bedoelde verbindin- gen opgaat. Voor het nauwkeurig berekenen van het

aantal ringen per molecuul moet men de brekings indices met den P u 1 f r i c h-refractometer in 5 deci- malen bepalen.

Voor beeid 1 (zie ook tabel II) : Isobutylcydohexaan.

Mol. gew. 140. (nj?f—nG°°) = 123.4 X 10—‘1 (gevon- den waarde).

Volgens de formule (ng1—nc) voor monocyclische zesringen = ^ 133 — • 10—4 = 124.3 X 10"4. A = 0.9 X IO"4.

De dispersie van een paraffine met mol. gewicht 140 = (l33 —y®°) X IO"4 = 114 X 10"4. De ver- hooging in dispersie ten gevolge van de ringvorming is dus: (124.3—114) . IO-4 = 10.3 X IO"4. De stof , , 123.4-114.0 . , , bevat dus = ca. 0.9 ring per molecuul

(theor. 1 ring per mol.).

Voor beeid 2 (zie ook tabel III): Dicyclohexyl- methaan. Mol. gew.: 180. {n^1—nc) = 135.3 X 10"4

(gevonden waarde).

Voor monocyclische zesringsystemen van dit mol.

gewicht zou de dispersie (nGl—nc) = 1220\

180/ . 10"4 = 126.2 X 10"4 moeten zijn.

Voor een paraffine van m.g. 180 berekent men (nG1—nc) =(l33-~) .IO"4 = 118.2 X 10"4. Voor een zesring bedraagt dus de verhooging:

(126.2—118.2) . 10"4 = 8.0 X 10"4. De experimen-

(6)

teel gevonden verhooging is: (135.3—118.2) . 10 4

= 17,1 X 10 4, hetgeen met — = 2,1 zesringen per 17 8

molecuul overeenkomt (theor.: 2,0 ringen per mole- cuul).

Voorbeeld 3 (zie ook tabel III). Decaline. Mol. ge- gewicht: 138.

(nGl — nc) = 136.5 X 10~4 (gevonden waarde).

(nG4—7i0) voor monocycl. zesringsysteem =

= ^ 133 — j^) • 10-4 = 124.2 X 10-4

(n04—nc) voor paraffinen =

= (l33 — ^°) • 10-4 = 113.7 X 10-4

Verhooging voor één zesring = 10.5 X 10—4

Uit de gevonden dispersie zouden wij berekenen:

— — = 2,2 ringen per molecuul (theor. 2,0 ringen per molecuul).

Voor beeid 4 (zie tabel III): Perhydro-anthraceen.

Mol. gewicht 192. (nG4 40—nc40) = 140 X 10~4 (ge- vonden waarde).

fnG4—nc) voor monocyclische zesringsystemen:

1220\

= 'v 133 — 192 • 10"4 = 126.6 X 10~4 (nG4—nc) voor paraffin'en:

= (l33 — 266,°'l . IO“4 = 119.1 X 10-4

192/

verhooging voor 1 zesring: 7.5 X 10~4

Het molecuul zou op grond van de dispersie be-

140 - 119.1 20.9 _0 . .

vatten: = y^-=2.8 zesringen per mole- cuul (theor.: 3.0 ringen).

Voor beeid. 5 (zie ook tabel III): Pinaan. Mole- culair gewicht: 138. (rin1 20—nc20) = 135.0 X 10 4.

1J3I«“)_( sLm

138 ) l 138 /J

— 113.7) . 10-4 = 10.5 X 10~'4 is de verhooging der dispersie voor 1 zesring. De werkelijk gevonden ver- hooging is (135—113.7) X 10~4 = 21.3 X 10~4, het- geen zou overeenstemmen met 2 ringen per molecuul.

. 10-4 = (124.2

(7)

Tabei III.

N a a 1

Dicyclohexylmethaan Dekaline

Perhydro-anthraceen Pinäan

Gehydreerd polymerisatie-product van tetrahydro-naphtaline Hooge druk hydreering I Fractie

van naphtaline met < Fractie Ni op kieselguhr Fractie VII Polymerisatie-product van isobuty-

leen met A1C13 als katalysator na volledige hydreering

als Cyclohexeenpolymeer met A1C13

katalysator

Gepolymeriseerde methylaethyl- aethyléen (V. D.) na hydreering Gepolymeriseerde trimethylaethyleen

(résidu) na hydreering

Gepolymeriseerde trimethylaethyleen (V.D.) na hydreering

Gepolymeriseerde trimethylaethyleen (V.D.) résidu na hydreering 70 % fractie raffinaat na hydreering 70 % fractie berginiseerings-raffinaat

na hydreering

70% fractie molybdeen-raffinaat na hydreering

70 % fractie Ni-raffinaat na hydree- ring

70% fractie raffinaat na hydreering 30 % fractie berginiseerings-raffinaat

na hydreering

30 % fractie molybdeen-raffinaat na hydreering

t °C

19.7 18 40 20 20 20.2 20.2 20.15 20 20 20 20 20 49.8 20 20 20 20 30.3 30.3 30.3 20.4 20.0 20.1 20.15

1.47475 1.47789 1.49229 1.4592 1.46202 1.46751 1.49409 1.44912 1.45701 1.40716 1.43726 1.45543

1.49034 1.49258

1.49314 1.47952 1.49039 1.47778 1.47308

1.48828 1.49154 1.5063 1.4727 1.47520 1.48090 1.50818 1.46160 1.46979 1.41840 1.44940 1.46811

1.50415 1.50635 1.50708 1.49302 1.50449 1.49148 1.48653

0.8765 0.8952 0.8561 0.9360 0.8591 0.8722 0.9231 0.8118 0.8265 0.7272 0.7870 0.8231 0.9334 0.7596 0.8532 0.7429 0.7904 0.9183 0.9232 0.9252 0.8883 0.9139 0.8872 0.8769

'7 ' C ^ -T3 tu u c t F s

Q b ■■ c

1) J- F. Eykman, Chem. Weekblad 3, 692 (1906).

2j Int. Crit. Tables 7, 53 (1930).

3) Niet gepubliceerd.

4) H. A. van Westen, Diss. Delft, pag. 76—77 (1931).

5) Rec. trav. chim. 56, 63 (1937).

6) , 7) en s) Rec. trav. chim. 53, 829 (1934).

9) Rec. trav. chim. 53, 700 (1934).

03

10’ 14)

15 )

17k

19) 23) 24)

135.3 136.5 140 135 139.4 131.8 133.9 140.9 124.8 127.8 112.4 121.4 126.8 141.9 117.7 130.5 114.5 181.7 139.6 139.4 140.6 135.0 141.7 137.5 134.2

11 \ 12 154 152 158 153.4 149 153.5 152.6 154 155 155 154 154 152 155 153 154 154 152 151 152 152 155 155 153

Aantal ringen per

mol.

volgens specifieke

refractie 2.0 2.0 3.0 1.7 3.0 1.7 1.9 3.2 0.4 0.6 0 0.2 0.4 3.2 0.3 1 0 0.3 3.8 3.9 4.0 2.6 3.6 2.6 2.3

Aantal ringen per

mol.

volgens dispersie

2.1 2.2 2.8 2.0 2.8 1.7 3.3 1.9 0.2 0.2 0.1 0.1 0.3 3.4 0.3 1.2 0 0.1 3.7 3.6 3.9 2.3 3.8 2.7 2.1

Moleku- lair gewicht

180 138 192 138 211 136 269 142 419 287 134 222 362 255 150 409 143 214 398 396 395 301 346 270 249

Literatuur

2) 1) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 10) 9) 11) 12) 13) H).

15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) ), xl), 12) en 13) idem.

Rec. trav. chim. 54, 247 (1935).

18) Rec. trav. chim. 53, 722 (1934).

ls) Rec. trav. chim. 53, 723 (1934).

20), 21) en 22) J. Inst. Petroleum Tech. 21, 822 (1935).

J. Inst. Petroleum Tech. 21, 821 (1935).

en 2S) Idem.

Wij zullen hier geen verdere conclusies uit trekken, omdat pinaan een eenigszins afwijkend ringsysteem bevat.

In tabel III zijn nog opgenomen de waarnemingen van een vrij groot aantal mengseis van verzadigde koolwaterstoffen van verschillenden aard en her- komst. Indien wij alleen de aanwezigheid van zes- ringen onderstellen, zouden wij op grond van het bovenstaande uit de refractometrische dispersie het gemiddeld aantal ringen per molecuul kunnen bereke- nen, waarbij we dan tevens aannemen, dat hetgeen experimented werd afgeleid voor verbindingen, ook voor mengseis zou gelden. Indien we de uitkomsten vergelijken met het aantal ringen, bepaald met de specifieke refractie en moleculair gewicht5), dan zijn de uitkomsten als günstig te beschouwen.

Cyclisch onverzadigde koolwaterstoffen en meng- seis van koolwaterstoffen. Beschouwen wij eerst de dispersie van het cyclohexeen:

Wij hebben hier zoowel met een olefinische dubbele

5) J. C. V1 u g t e r, H. I. Waterman en H. A. van Westen, J. Inst. Petroleum Tech. 21, 661 (1935).

binding, als met een zesring-sluiting te maken.

Bij gelijkblijvend moleculair gewicht geeft de ring- sluiting, zoowel als de dubbele binding, een ver- hooging van de dispersie ten opzichte van het paraffine.

2660 M nc) = 133 X IO“4

Voor paraffinen: (nQi—n(.) =(133 Voor olefinen: (nG

Voor monocyclische verbindinqen:

a-

X10- («g1— nc) -

= 133 —

10- = ^°X10-4.

Ten opzichte van de paraffinen bedraagt dus de verhooging:

/2660 1440\

l M ^ Ml' De dispersie wordt:

2660 4100

M + AT] - *w ~ 1 M ) M

133 - . 10 -4— 133 1440\

. 10- Voor cyclohexeen is dit: |^J33 +

= (133 + 17,6) . 10-4 = 150,6 X 10: 1440

82 IO-4 =

(8)

Gevonden is: 147,4 X 10~4. Het verschil is 3,2 X IO-4.

Voeren we een analoge berekening uit voor aromatische koolwaterstoffen en wel voor de groep benzeen en homologen ( gealkyleerde benzenen) door vermeerdering van de dispersie der paraffinen met 3 X 2660

M /1440\

104 voor de 3 dubbele bindingen en met V M 1

133 —

. IO-4 voor de zesringsluiting, dan krijgen we:

2660\

M

, 3X2660 , 1440 H — M M . 10 1-4

Hier is de afwijking van de werkelijk gevonden waarde voor («q1—nc) groot, gemiddeld is het ver- schil (zie tabel IV): 51,5 X IO-4.

Ter oriëntatie is in fig. 2 ook nog opgenomen de curve VI voor de dispersie der monocyclische aroma- tische zesringsystemen. Hieruit ziet men graphisch hoe groot de verhooging in dispersie is, die veroor- zaakt wordt door één aromaatring.

Het bovenstaande kan men samenvatten in de volgende algemeene formule:

(rz04-nc) . 104 = 133 T-^-40+

fa—1)2660 51 5 M

m = aantal zesringsluitingen per molecuul.

n = aantal dubbele bindingen per molecuul.

p = aantal qnderling niet-vergroeide aromaatringen per molecuul.

Evenwel moet er nadrukkelijk op gewezen worden, Tabel IV.

Na am

Benzeen Tolueen Aethylbenzeen Propylbenzeen Mesityleen 2-Propylcymol

1,2.3.4-tetraaethylbenzeen Isopropylbenzeen Isobutylbenzeen

p-Methylisopropylbenzeen p-Methyldiphenylmethaan 1-Phenyl-l p-tolylaethaan

Mol.

gew.

78 92 106 120 120 176 190 120 134 134 182 196

t °C

20 14 20 15 14. 15 19 16 14 15 17.2

1.49668 1.4944 1.49169 1.4891 1.4926 1.49198 1.50444 1.49063 1.4916 1.49105 1.56579 1.56038 J. W. Brühl, Ann. 200, 185 (1880).

H. L a n d o 11, H. Jahn, Ph. Ch. 10, 303 (1892).

J. W. Brühl, Ann. 235, 12 (1886).

H. L a n d o 11, H. Jahn, Ph. Ch. 10, 303 (1892).

Idem Ph. Ch. 10, 303 (1892).

A. Klages, Ber. 40, 2370 (1907),

1.52377 1.5203 1.51637 1.5134 1.5165 1.51386 1.52798 1.51466 1.5141 1.51449 1.59804 1.59192

(nGnc). 104 gevonden

270.9 259 246.8 243 239 218.8 235.4 240.3 225 234.4 322.5 315.4

(nG,-nc) . 104

berekend 219.7 206.5 196.8 189.3 189.3 171.4 168.6 189.3 183.5 183.5 324.9 318.6

Verschil Gemiddeld verschil 51.2

52.5 50.0 53.7 49.7 47.4 66.8 51.0 41.5 50.9 2.4 3.2

51.5

7) W. H. Perkin, Soc. 77, 280 (1900).

8) K. von Auwers, Ann. 419, 106 (1919).

a) H. Landolt, H. J ahn, Ph. Ch. 10, 303 (1892).

10) K. von Auwers, Ann. 419, 115 (1919).

44) Int. Crit. Tables, VII (1930) pag. 60.

42) Int. Crit. Tables, VII (1930) pag. 61.

2) 1) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 10) 9) 11) 12)

Wij zouden dus kunnen zeggen, dat de exaltatie gemiddeld 51,5 X 10—4 bedraagt, zoodat de gemid- delde formule voor de monocyclische gealkyleerde benzeenderivaten: (184,5 + 4 wordt.

Hierbij sluiten zieh zonder meer aan de aromaat- ringsystemen met meer dan 1 ring, zooals de Systemen met 2 zesringen, mits de betreffende ringen niet ver- groeid zijn. Voor de dispersie der niet vergroeide Systemen met twee zesringen zouden wij berekenen:

(nc1—nc) — [('33-^) 2660\ , 6X2660 , 2 X 1440 + 2X51.5 10 -4

M 236 +

M 16180\

M / ' + 10- Deze formule is getoetst aan een tweetal voorbeel- den, welke in het tweede gedeelte van tabel IV zijn opgenomen. Voor para CH3—C6H4—CH2—CßHs

[M : 182] en voor para

CHg—C6H4—CH(CH,)— C6H5 [M : 196]

werd respectievelijk berekend:

324,9 X IO-4 en 318,6 X IO“4. Het verschil met de bepaalde dispersies bedraagt resp, 2,4 en 3,2X10-4.

dat de aromaatringen, welke voorkomen in naphtaleen en diphenyl en derivaten dezer zesringsystemen, weer bijzondere afwijkingen geven. Dit blijkt uit tabel V.

Wij zullen er voorloopig nog van afzien om op analoge wijze als voor de niet vergroeide benzeen- derivaten, dispersieformules voor de vergroeide ben- zeenderivaten van het type der van naphtaleen en diphenyl afgeleide verbindingen, op te stellen. Wel kan worden opgemerkt, dat het optreden van de ver- schillen tusschen de aromaten van het vergroeide en niet-vergroeide type wellicht in de toekomst zal kun- nen worden gebruikt ter bepaling van den aard der aromaatringen. Voorloopig is het aantal betrouwbare gegevens over de refractometrische dispersie van kool- waterstoffen van dit type nog te beperkt om deze gedachte quantitatief uit te werken.

Wel möge hieronder nog een voorbeeld volgen van de bepaling van het aantal niet-vergroeide aromaat- ringen per molecuul in een koolwaterstoffenmengsel a (zie: diagram fig. 2) bestaande uit niet-vergroeide aromaten, zesringnaphtenen en paraffinen.

Het mengsei a (zie: diagram) wordt quantitatief ge- hydrogeneerd tot het verzadigde mengsei b, waarbij de lijn ab wordt gevolgd.

Men kan het aantal niet-vergroeide benzeenringen

(9)

T a b e 1 V.

Verbinding

p-methyldiphenylmethaan (label IV)

diphenyl naphtaleen 2-methylnaphtaleen 1.2-dimethylnaphtaleen 1-methyl 2-aethylnaphta-

leen

1.4-diaethylnaphtaleen 1-methyl 2.4-diaethyl-

naphtaleen

6) {nc,-nc)10*= 236

Temp.

19.3 77.1 96.6 39.9 16.35 15.4 13.1 13.3 16180t

~m~ f

1.56579 1.58112 1.57509 1.59499 1.61014 1.59422 1.59005 1.58549

1.59804 1.62538 1.62295 1.64284 1.65976 1.63995 1.63423 1.62870

(nG'-_nc)10t

gevonden

322.5 442.6 478.6 478.5 496.2 457.3 441.8 432.1

(nG,-.„c)10<

berekend 6)

324.9 341.1 362.4 350 339.7 331.2 323.9 317.7

Verschil

101.5 2.4 116.2 128.5 156.5 126.1 117.9 114.4

Literatuur

I.C.T. VII (1930), p. 60 Ibid. p. 56

Landolt-Börnstein II, 5e druk 1923, p. 980 I.C.T. VII (1930) p. 53 Ibid. p. 56

Ibid. p. 59 Ibid. p. 60 Ibid. p. 61.

per molecuul berekenen, door het gemiddelde mole- culair gewicht en de refractometrische dispersies («G14— nc‘)a vöör en (n^ — nc‘)b na het hydroge- neeren te bepalen 7). De moleculairgewichten vôôr en na het hydrogeneeren kan men over het algemeen aan elkaar gelijk stellen. Hierdoor wordt weliswaar een kleine fout in het aantal aromaatringen/mol. gemaakt;

deze is echter zeer gering. Men kan daarom de lijn ab' beschouwen.

De dispersiedaling ab' wordt veroorzaakt door het hydrogeneeren van niet-vergroeide aromaatringen tot de overeenkomende cyclohexylverbindingen.

Bij een moleculairgewicht M bedraagt de daling in de refractometrische dispersie, door het omzetten van een benzeenring/mol. in een cyclohexylring/mol.:

(51.5 -f- = cd. Het aantal niet-vergroei- de aromaatringen per molecuul bedraagt dus:

ab'_ (nGi‘ — nclY — (nGi‘ —

In gewichtsprocenten =

ab’ 78 X 100 cd X M

Het gewichtspercentage volgens de dispersie is na- drukkelijk gebaseerd op de vrij liggende aromaatrin-

7) Voor het bepalen van het aantal aromaatringen/mol. kan men in dit geval zoowel met den P u 1 f r i c h-refractometer

als met den A b b e-refractometer meten.

gen; bij de specifieke refractie-methode is dit geheel in het midden gelaten! Overeenstemming bij toepas- sing der analyse-methoden in het algemeen zou er der- halve op wijzen, dat de aromaatringen inderdaad van het losliggende, niet-vergroeide type zijn.

Zijn in het koolwaterstoffenmengsel vergroeide aromaatringen aanwezig, dan wordt de dispersiedaling ah' te groot gevonden bij het mol. gewicht M en zal het percentage aromaatringen, als niet-vergroeide rin- gen berekend, te hoog gevonden worden.

Het bovenstaande is, als een voorbeeld, toegepast op een Serie waarnemingen van Kreulen8), die het percentage aromaatringen van gasoliën met de méthode der anilinepunten bepaalde en in zijn publi- catie de refractometrische dispersies vöör en na het hydrogeneeren van de oliën vermeldde.

Bij oliën 1 en 3 zijn er vrij groote afwijkingen, waar- uit we voorloopig nog geen verdere conclusies zouden willen trekken.

De verkregen resultaten wettigen den indruk, dat het mogelijk zal zijn de refractometrische dispersie bij koolwaterstofmengsels te gebruiken bij het onderzoek naar het aantal verzadigde ringen en het aantal aro- matische ringen, afhankelijk van de verdere kennis omirent de structuur der koolwaterstofmengsels.

Evenzeer als de schrijvers ervan overtuigd zijn, dat het op den duur mogelijk zal zijn met behulp van

8) D. J. W. Kreulen, J. Inst. Petroleum Tech, 23, 259—

262 (1937).

Ta bel VI.

Olie

2 1 3 4 5 6 7 8 10 9 11

Vöör hydrogeneering ,20/

d I*

0.9310 0.8889 0.9136 0.8473 0.8522 0.8605 0.8511 0.8496 0.8168 0.8387 0.8709

1.5377 1.4881 1.5034 1.4695 1.4741 1.4776 1.4722 1.4758 1.4562 1.4781 1.4894

Vöör hydrogen.

("c-20-"c°)a • 10«

283 164 195 157 160 161 158 173 147 159 185

Na hydrogen.

(nG,20—nf)b . 10«

128 133 127 137 127 129 127 127 123 128 131

Dispersie- daling

155 31 58 30 33 32 31 46 24 31 54

Vöör hydrogeneering

M 215 180 244 192 216 227 236 217 233 198 251

1) Berekend door D. J. W. Kreulen.

arom. % dispersie

70 13 22 13 14 13 13 18 10 12 20

°/o arom.

A. P. i)

51 12 17 15 16 13 12 19 12 13 20

(10)

462 CHEMISCH WEEKBLAD. 37 (1940) absorptiespectra volledige quantitatieve analysen van

koolwaterstofmengsels te verrichten, evenzeer is het waarschijnlijk, dat de refractometrische dispersie in vele opzichten een belangrijk hulpmiddel za] blijken voor quantitatief koolwaterstofonderzoek onder be- paalde conditiën, in het bijzonder wat den aard en het aantal aanwezige koolstofringen betreft,

Samenvatting. Langs experimenteelen weg zijn eenige dispersieformules afgeleid voor paraffinen, niet-cyclische mono-olefinen, naphtenen met respec- tievelijk zes- en vijfringen, alsmede voor gealkyleerde benzeenaromaten.

Het is waarschijnlijk, dat de refractometrische dis- persie voor het onderzoek van koolwaterstofmengsels een belangrijk hulpmiddel zal blijken, evenals voor de quantitatieve analyse dezer mengsels onder bepaalde omstandigheden, welke in het bijzonder verband hou- den met den aard der koolwaterstofringen (verzadig- de vijf- of zesringen, niet of wel vergroeide aromaat- ringen, enz.).

Wij betuigen onzen dank aan de Bataafsche Petro- leum Mij., door tusschenkomst van welke maatschap- pij wij in de gelegenheid werden gesteld met Dr. Ir. J.

C. Vlugter en Dr. Ir. J. J. Leen der tse van gedachten te wisselen. Voor deze samenwerking dan- ken wij ook genoemde heeren hartelijk.

Delft, Laboratorium voor Chemische Technologie, Augustus 1939.

BOEKAANKONDIGINGEN.

355.587.94(065) Dräger, Gasschutz in Industrie und Luftschutz, Staub-

schutz. u.a. 7e Ausgabe (gross) 1939. Drägerwerk, Lübeck. Literarische Abteilung. Verlag H. G. Rath- gens, Lübeck, 14)/2 X 20j^ cm, 179 pp., 70 fig., RM. 3.10.

Dit reclame-geschrift is No. 4 van de sinds 1936 jaarlijks verschijnende „Merkbücher”, die telkens de nieuwste ont- wikkeling aangeven van de Produkten der bekende Dräger- fabriek. Het is op goed papier gedrukt, met ruime marge en kloeke lettersoort en het bevat ditmaal opstellen over:

Heinrich und Bernhard Dräger; Die menschliche Atmung im Luftschutzraum; Prüfen von Gasmasken; Das Gas- spürgerät Dräger-Schröter; Gasschutzhaube; Gebrauch des Heeresatmers; Staubschutzregeln; Dräger-Desinfektions- schrank; en nog eenige andere. Voorts eenige gegevens om- irent „die Fabrikationsgebiete des Drägerwerks” en de publicaties van de literaire afdeeling.

Een boekje voor alle fabrieksbedrijfsleiders en luchtbe- scherming-deskundigen. A Slingervoet Ramondt.

★ * *

54(410) (076.1) N. F. Newbury M.A. M.Sc. A.I.C., Chemistry Master

Oldershaw Grammar School Wallasey, „Questions and Problems in Chemistry for advanced students”.

George G. Harrap and Co., London, 1939, 12 X 19 cm, 128 pp„ 2 s.

Dit boekje bevat 800 Engelsche examenvraagstukken be- treffende anorganische, physische en organische scheikun- de zonder de antwoorden. Aangezien het zieh uit den aard der zaak aansluit bij Engelsche examen-eischen, is het voor ons in Holland van minder belang. q çarrre

543(076) J. R. Partington, M.B.E., D.Sc., Professor of Che-

mistry in the University of London, Queen Mary College, and Kathleen Stratton, M.Sc., Lecturer in chemistry in Queen Mary College, „Intermediate Chemical Calculations”. Mac Millan and Co., Ltd., London, 1939, 14 X 20 cm, 239 pp„ 6 s. 6 d.

In een twaalftal hoofdstukken worden alle algebraische bewerkingen behandeld, die bij de chemische analyse te pas komen.

Van elke soort berekeningen worden enkele voorbeelden zeer gedetailleerd uitgewerkt, waarop een tiental opgaven volgt, waarvan men de antwoorden achterin kan op- zoeken.

Aan de uitvoering van dit werk is veel zorg besteed.

G. Carrière.

★ *

5; 373(022) H. S. Shelton, The theory and practice of general

science. Thomas Murby & Co., London, 1939, 123 pp„ 13 X 19 cm, 3 s. 6 d.

In Engeland en Amerika bestaat een streven om natuur- kunde, scheikunde en biologie op de middelbare school te vereenigen tot één vak, General Science. Dit boekje geeft, na een historische inleiding over de Engelsche rapporten, een schema voor een indeeling van den schrijver, waarbij natuur- en scheikunde in een achttiental onderwerpen ge- heel dooreengeweven zijn, terwijl de biologie apart wordt behandeld. Er volgen hoofdstukken over de correlatie met de wiskunde, de leeraarsopleiding en het sociale aspect. De persoonlijke opvatting van den schrijver wordt, ook in de inleiding, sterk op den voorgrond geschoven. |_j Kleyn.

CHEMISCHE KRINGEN.

Amsterdamsche Chemische Kring. Op Zaterdagmiddag 14 Sep- tember zal het 25-jarige bestaan van den, Kring worden herdacht, ter gelegenheid waarvan Prof. Dr. Ernst Cohen zal spreken over „De chemie en de chemische industrie te Amsterdam in den loop der eeuwen".

Nadere bijzonderheden zullen in het Chemisch Weekblad van 7 September a.s. bekend gemaakt worden.

PERSONALIA, ENZ.

De afdeeling voor Gezondheidstechniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs zal op Vrijdag 4 October 1940 te Amsterdam een ledenvergadering houden, Onderwerp: Vraag- stukken op het gebied der Gezondheidstechniek die aan het Ijsselmeer Verbünden zijn.

PUBLICATIES VAN SAMENVATTEND KARAKTERV1)- W. Klemm, Zur Entwicklung der Fluorchemie in Deutschland.

Otto Ruff zum Gedächtnis, Z. angew. Chem. 53, 25—27 (1940).

K. Linderstrpm-Lang, S. P. L. Sörensen. 1868—1939. Compt.

rend. trav. lab. Carlsberg 23, (1939).

P. van der Wielen, A. W. O. Tschirch. Pharm. Weekblad 76, 1537—40 (1939).

M. Haas, Hans Christian Oerstedt, ein Wegbereiter des Alu- miniums I, II. Aluminium 21, 681—87, 811—22 (1939).

1) Bewerkt door Dr. C. Groeneveld.

De titels, onder dit hoofd vermeld, zijn ontleend aan de voor- naamste refereerende tijdschriften en gekozen uit de artikelen in de Nederlandsche, Fransche, Duitsche, Engelsche en Italiaan- sche taal (bij uitzondering ook uit andere talen). Daar de be- werker geen inzage neemt van de oorspronkelijke verhande- lingen, doch met die der referaten moet volstaan, kan hij geen verantwoordelijkheid voor de degelijkheid van den inhoud der stukken op zieh nemen. (Zie ook de Mededeeling der Redactie- commissie op blz. 169).

(11)

H. Mark, Kleine Ursachen — grosse Wirkungen im Fortschritt der Naturwissenschaften. Neue Wege exakt. Naturerkennt- nisse 1939, 63—74.

W. Bothe, Narrow cosmic-ray showers. Rev. Modern Phys. 11, 282—87 (1939).

L. A. Turner, Nuclear fission. Rev. Modern Phys. 12, 1—29 (1940).

F. A. Paneth, Die chemische Erforschung der Stratosphäre.

Neue Wege exakt. Naturerkenntnisse 1939, 1—13.

A. de Stefano, Elektrische Doppelbrechung. Nuovo cimento 16, 497—512 (1939).

R. Schwarz, Die Chemie des Siliciums. Z. angew. Chem. 53, 6—11 (1940).

A. B. Kinzel, Th. R. Cunningham, Pure silicon. Am. Inst.

Mining Met. Engrs., Inst. Metals Div., Tech. Pub. 1138, 5 pp. (1939).

W. Kopaczewski, Chromatographie analysis. Bull. sei. phar- macol. 46, 455—61 (1939).

E. S. Bastin, Theories of formation of ore deposits. Sei.

Monthly 49, 538—47 (1939).

H. M. Stanley, The polymerization of unsaturated hydrocar- bons, particularly styrene and a-methylstyrene. Chemistry 6 Industry 1939, 1080—83.

W. E. Bouman, Mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.

Pharm. Tijdschr. Nederland Indië 16, 313—24; 350—61;

378—87 (1939).

K. Brunner, Die neuere Entwicklung der Vitaminforschung.

Pharm. Zentralhalle 80, 737—41; 744 (1939).

Diller, Neue Ergebnisse der Vitaminforschung in den Jahren 1937—1938 (mit Berücksichtigung der Lebensmittelchemie und Pharmazie). Deut. Apoth. Ztg. 54, 594, 810 (1939).

C. R. Harington, Versuche über synthetische Immunchemie.

Dansk Tids. Farm. 13, 304—14 (1939).

C. R. Harington, Biochemie der Schilddrüse. Dansk. Tids. Farm.

13, 285—94 (1939).

K. Savels'berg, Natürliche und synthetische Ascorbinsäure.

Zahnärtzl. Rundschau 48, 1950—53 (1939).

E. Tonutti, lieber die Ascorbinsäure in der Zelle und ihre Bedeutung für die Zelltätigkeit. Z. Vitaminforsch. 9. 349—

64 (1939).

K. Hinsberg, lieber die chemischen Krebsreaktionen beim Menschen und ihre biochemische Zusammenhänge. Süddeut.

Apoth. Ztg. 80, 50 (1940).

K. Hinsberg, Chemie und Krebs. Rundschau deut. Tech. 20, No. 4, 1 (1940).

F. E. Denny, Advances in botany. News Ed. (Ad. Chem. Soc.) 18, 59—63 (1940).

S. A. Cain, Pollen-analysis as a paleo-ecological research method. Botan. Rev. 5, 627—54 (1939).

T. S. Krishnan, Nutrition of sheep and wool production Indian J. Vet. Sei. 9, 49—60 (1939).

E. C. Dodds, The new endocrinology. . The pituitary. Lancet 1939 II, 800—02. II. Chemistry of the sterols. Ibid. 844—45.

III. The male sex hormone. Ibid. 894—96. IV. The female sex hormone. Ibid. 953—54. V. The corpus-luteum hormone, ibid. 998—99. VI. Diagnostic value of urinary hormones.

Ibid. 1038. VII. The suprarenal. Ibid. 1087—89.

F. E. Wall, Cosmetics, a fertile field for chemical research. J.

Chem. Education 17, 77—81 (1940).

S. Soskin-M. Hyman, Physiologic basis intravenous dextrose therapy for diseases of the liver. Arch. Internal. Med 64

1265—70 (1939).

R. A. Rubi, The present state of the chemotherapy of gonor- rhea. Rev. med. dene, afines 1, 18—27 (1939).

D. P. Costello, Advances in zoology during 1939 News Ed (Am. Chem. Soc.) 18, 25—29 (1940).

C. H. Richardson, Advances in entomology News Ed (Am Chem. Soc.) 18, 64—67; 70—72 (1940).

L. Rosenthaler, Zur Darstellung isotonischer Lösunqen. Schweiz Apoth. Ztg. 78, 85—89 (1940).

K. Koch-S. Metzner, Neue Ergebnisse auf dem Gebiet der Kreislaufwirksamen Substanzen. Deut. Apoth. Ztg. 55, 130 F. Reimers, Die polarographische Methode und ihre Anwen- dung, insbesondere in der pharmazeutischen Chemie. Dansk Tids. Farm. 14, 1—27 (1940).

W. A. Hamor, Industrial research in 1939. Advances in the II. S. and other countries. News Ed. (Am. Chem. Soc ) 18 1—13, 49—58 (1940). ’ M R. Mayers — M. M. McMahon, Lead poisoning in in- 19StIHSa3d(i939)reVenti0n' U' SPub' HealtH En9' Abstracts G. A Roush, Strategic mineral supplies in the U.S.S.R. (Rus-

sia). Military Engr. 32, 22—28 (1940).

E. Reismann, Schwefelsäure aus deutschem Rohstoff. Vier- jahresplan 3, 1235—37 (I939).

H. Petersen, Schwefelsäureturmreaktion im Lichte moderner Forschung. Chem. Ztg. 63, 585—87 (1939).

F. Stassi-d’Alia, Die Forschungen und die praktischen Arbeiten auf dem Gebiete der mechanischen Technologie und der in- dustriellen Anlagen in Italien im Jahre XVI fascistischer Zeitrechnung. Atti Soc. ital. progresso sei 2, 239—55 (1939).

E. Hombart, Review of the world development of the electro- thermic and electrochemical industries. Bull. soc. belqe électriciens 55, 418—50 (1939).

C. L. Ipsen, Some 1939 developments in industrial electric heating equipment. Heat Trating Forging 26, 42—44 (1940).

R. Gautheret, Electric tempering furnaces with fused salt baths.

Electricité 23, 335—42; 371—77 (1939).

F. Hudson, Nonferrous metallurgy 1920—1940. Metallurqia 21 37—39 (1939).

S. G. Ward, Fuels and the metallurgical industry, with special reference to the iron and steel industry. Proc. Staffordshire Iron Steel Institute 54, 44—66 (1938—1939).

Ch. W. Briggs, Radiographic development in the casting in- dustries. Metals and Alloys 11, 1—5 (1940).

J- D- Trauter, The open-hearth furnace and its auxiliaries.

Metal Progress 37, 34—38 (1940).

H. Klas, Korrosion in Warmwassetbereitungsanlagen und ihre Verhütung. Stahl und Eisen 60, 41—48 (1940).

VRAAG EN AANBOD.

Plaatsing geschiedt alleen voor Jeden der Nederl. Chem. Vereeniging.

Correspondentie wordt over deze rubriek niet gevoerd: de Redactie zendt alleen brieven door, waarvoor men porto insluite.

Ter overneming gevraagd:

Mellor, Higher mathem. for students of Chemistry and physics.

Droogstoof, kathetometer, spectrometer met schaalkijker, reflex- goniometer van Wollaston, chem. balans, gev. op 1/10 mg.

Ter overneming aangeboden:

Eenv. anal, balans, Becker Sons.

Stel anal, gewichten in doos.

Broedstoof, inw. 40 X 30 X 31 cm.

Koll. Zeitschr. Heft 5, 1922.

Wichelhaus, Org. Farbstoffe, 1909.

Spiegel, Chem. Konstitution u. physiol. Wirkung, 1909.

Reitstötter, Darstellung koll. Lösungen, 1927.,

Manuel de techniques de physico-chimie et spécialement de rh.'m des colloïdes, à l'usage des médécines et des biologistes, 1923.

Postma, Het kiezelzuursol.

Katz, Die Gesetze der Quellung.

Koets, Eenige aspecten van het koll. gedrag v. amylose.

G. Lunge, Hand. d. Schwefelsäurefabr., I, II (1916), 1587 pp.

‘ Volkmann, Chem. Technologie d. Leuchtqases, 1915, 220 pp.

W. A. Dyes, Wärme, Kraft, Licht, 1918, 81 pp.

W. Gluud, Tieftemperaturverkokung d. Steinkohle, 1919, 70 pp.

A. Smits, Théorie de l'allotropie, 1923, 523 pp.

A. Smits, The theory of allotropy, 1922, 397 pp.

J. P. Kuenen, Die Eigenschaften der Gase, 1919, 548 pp J. P. Kuenen, Die Zustandsgleichung, 1907, 241 pp

F- W. Hinrichsen u. S. Taczak, Die Chemie d. Kohle, 1916, 523 pp.

H. Strache, Gasbeleuchtung u. Gasindustrie, 1913, 1161 pp H. C. Greenwood, Industrial Gases, 1920, 371 pp.

M. von Schwarz, Legierungen, 1920, 99 pp.

H. S. Taylor, Industrial hydrogen, 1921, 210 pp

uH' ,Wa99aman,and H. W. Easterwood, Phosphoric acid, phosphates and phosphatic fertilizers, 1927, 370 pp

A. S. Eddington, Stars and atoms, 1927, 127 pp.

S. Arrhenius, Das Schicksal der Planeten, 1911, 55 pp.

N. Bohr, The theory of spectra and atomic constitution (3 essays), 1922, 126 pp.

F. Brähmer, Chemie der Gase (f. d. Luftschiffahrt), 1911, 145 pp.

d n Uesch’ fntermetallic compounds, 1914, 116 pp.

P. Ehrenfest, Zur Krise der Lichtaether-Hypothese, 1912, 24 pp L Fabre, Les théories d’Einstein, 1922, 255 pp.

W Gerlach, Die experim. Grundlagen d. Quantentheorie, 1921, M3 pp.

G. de Hevesy, Recherches sur les propriétés du hafnium, 1925, 149 pp.

W. Hole, The distribution of gas, 4th ed„ 1921, 699 pp.

A. H. Hiorns, Mixed metals, 1912, 469 pp.

(12)

E. Oberg and F. D. Jones, Iron and steel, 1920, 328 pp.

F. Pollitzer, Die Berechnung chem. Affinitäten nach dem Nerntschen Wärmetheorem, 1912, 170 pp.

F. Peters, Thermoelemente u. Tbermosäulen, 1908, 184 pp.

H. Hiller, Thermophor; Haus- und Fabrikscbornsteine, 1930, 34 pp.

F. M. Jaeger, Inleiding tot de Studie der kristalkunde, 1924, 459 pp.

F. M. Jaeger, I. Special arrangem. of atomic syst, and opt.

activity; II. Methods, results a. probl. of precise-measurements at high temp.; III. The const, a. structure of ultramarine, 1930, 450 pp.

L. Königsberger, Hermann v. Helmholtz, 1906, 440 pp.

A. Meade, Modern gaswork practice, 1921, 815 pp.

G. Urbain, L'énergétique des réactions chimiques, 1925, 267 pp.

De opgaaf van het aangebodene en gevraagde wordt tweemaal geplaatst. Wenscht men daarna nog plaatsing, dan is daatvoot een nieuwe opgaaf noodig. Men wordt dringend verzocht, dadelijk kennis te geven. indien plaatsing niet meer noodig is.

Economische Berichten.

Nadere inlichtingen verstrekt het Bureau der Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie, Laan Copes van Catten- burch, den Haag1).

Nederland.

Zeepdistributie. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt mede, dat op Zaterdag 31 Augustus a.s. een begin zal worden gemaakt met de distributie van zeep in dier voege, dat uitsluitend op bon mag worden verkocht. Om te bevorderen, dat bij den aanvang van de eerste distributieperiode de winkeliers over vol- doende voorraden zullen beschikken, is het noodzakelijk, den verkoop en de aflevering aan het publiek van huishoudzeep, zachte zeep, toiletzeep, vloeibare zeep, zeeppoeder, zeepvlokken, zelfwerkende waschmiddelen, waschpoeder, médicinale zeep, scheerzeep en scheercrême stop te zetten met ingang van Zater- dag 24 Augustus tot en met Vrijdag 30 Augustus a.s.

Winkeliers, en grossiers, die niet beschikken over voldoende voorraden voor de eerste distributieperiode moeten zieh tot de plaatselijke distributiediensten wenden, waar zij een verzoek. om in aanmerking te komen voor een toewijzing, kunnen indienen.

Industrie en instellingen. Industrieën, welke een of meer der bovengenoemde zeepsoorten verwerken, zullen op aanvraag een toewijzing ontvangen van de Sectie zeep van het Rijksbureau voor Chemische Producten, Laan Copes van Cattenburch 16 te

s-Gravenhage.

Voor het schoonhouden van gebouwen wordt geen zeep be- schikbaar gesteld. In verband hiermede wordt er op gewezen, dat schuurpoedet, en andere reinigingsmiddelen buiten deze distri- butie vallen en dat deze artikelen dus zonder bon gekocht kunnen worden.

Wasscherijen zullen voor gezinswasch bonnen van de betrok- ken gezinnen in ontvangst nemen en wel een bon per acht kilo- gram droog waschgoed. Op een bon zal de wasscherij 600 gram waschpoeder kunnen betrekken. Voor de reiniging van het linnengoed van hotels, café’s, ziekenhuizen, sanatoria e.d. zullen de wasscherijen toewijzingen, die aan deze instellingen zijn ver- strekt, in ontvangst nemen.

Verfdistributie. De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, maakt bekend, dat bij beschikking van 19 Augustus het Rijks- bureau voor Chemische Producten is uitgebreid met een nieuwe Sectie, te weten de Sectie Verf en Verfgrondstoffen. Tot direc- teur van deze Sectie is benoemd Ir. P. M. van Doormaal. De Sectie is gevestigd te ’s-Gravenhage, Koningskade 15.

Bij bedoelde beschikking worden verf en verfgrondstoffen aangewezen als distributie-goederen in den zin der Distributie- wet 1939.

Onder verf worden verstaan: alle soorten gereede verven;

verf, dik in olie; lakverven, lakken, vernissen en drukinkten.

Onder verfgrondstoffen worden begrepen alle soorten droge verfstoffen (pigmenten) benevens hun waterige pasta's (waar- toe niet behooren de in de textiel-industrie toegepaste kleur- stoffen) benevens chloorrubber en alle voor de verfindustrie vervaardigde cellulose-verbindingen.

Ingevolge genoemde beschikking is het verboden verf of verf-

!) De met * gemerkte berichten zijn ontleend aan gegevens verstrekt door den Economischen Voorlichtingsdienst van de Directie van Handel en Nijverheid van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.

grondstoffen, zooals boven omschreven, te koopen, te verkoopen of af te leveren, alsmede verfgrondstoffen te verwerken, zonder toestemming van den directeur der Sectie.

Van deze verboden geldt echter gedurende 14 dagen na het in werking treden der beschikking een algemeene dispensatie en wel tot 70% van de hoeveelheden, welke in de overeenkomstige période van 1939 zijn gekocht, verkocht, afgeleverd of verwerkt.

Deze dispensatie geldt echter niet voor loodmenie en mengseis van droge verfstoffen, welke meer dan 50% loodmenie bevatten en evenmin voor verf, welke uit loodmenie en mengseis van droge verfstoffen, bevattende meer dan 50 % loodmenie is ver- vaardigd. Ten aanzien van de hierbedoelde producten treden de verboden derhalve terstond in werking.

Ieder, die verf of verfgrondstoffen fabriceert, importeert of verhandelt, alsmede ieder, die verfgrondstoffen verwerkt, voor welke doeleinden dan ook (dus ook voor niet-verftechnische doeleinden), is verplicht zieh bij de Sectie Verf en Verfgrond- stoffen te laten inschrijven, en wel uiterlijk binnen 10 dagen na het in werking treden der beschikking.

Deze inschrijvingslijst geldt echter niet voor verbruikers van verven (consumenten-niet-handelaars) ; deze vallen geheel buiten de werkingssfeer dezer beschikking, evenals de meeste schilders, schildersbedrijven en kleinhandelaren, zooals drogisten. Alleen die schildersbedrijven, en drogisterijen, die meer dan 10.000 kg verf per jaar vervaardigen, benevens die handelaren, welke in totaal meer dan 25.000 kg verf of verfgrondstoffen per jaar omzetten, moeten zieh laten inschrijven.

Na het verstrijken van den bovengenoemden dispensatie- termijn van 14 dagen zullen vergunningen uitsluitend worden verleend aan ingeschreven ondernemingen.

Pharmaceutische artikelen, Verdoovende middelen. De Secre- taris-Generaal, waarnemend Hoofd van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, heeft het volgende bekend gemaakt;

1. Ingetrokken wordt de krachtens bekendmaking van 5 Juni 1940 geldende regeling voor verdoovende middelen, vallende onder de Opiumwet.

2. Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet zijn de onder 1. bedoelde verdoovende middelen op grond van een be- schikking van heden geplaatst op tabel A. van de Geneesmid- delenbescbikking 1939, I.

Voor verkoop en aflevering van deze artikelen is derhalve van toepassing de ten aanzien van geneesmiddelen van ge- noemde tabel vastgestelde distributieregeling van het Rijksbureau voor Geneesmiddelen- en Verbandmiddelen, Tesselschadestraat 6, Amsterdam (W).

Vorderingen wegens leveranties aan het buitenland. Blijkens een van den „Kommissar bei der Niederländischen Bank" te Amsterdam ontvangen mededeeling, neemt de Duitsche regee- ring het standpunt in, dat de te Londen afgekondigde maatregel, ingevolge welken alle uit goedereninvoer uit Nederland en de Overzeesche gebiedsdeelen voortvloeiende schulden, dienen te worden voldaan aan de Nederlandsche Regeering op een reke- ning „The Netherlands Shipping and Trading Committee Ltd”, bij de „Federal Reserve Bank” te New York en wel in dollars tegen den koers, geldende ten tijde van het sluiten der transactie, als onwettig te beschouwen is en aldus verrichte betalingen mitsdien voor den schuldenaar geen schuldbevrijdende werking kunnen hebben. Deze blijft derhalve volgens de bestaande over- eenkomst tegenover zijn schuldeischer Verbünden.

Portugal.

Chemische en pharmaceutische artikelen. In aansluiting aan het bericht opgenomen in Dagelijksche Mededeelingen van 6 Juli j.l. kan thans worden medegedeeld, dat de daarin vermelde bij- slagen van 5 à 8 % uitsluitend worden geheven van chemische en pharmaceutische artikelen.

Deze extra rechten zullen bij invoer worden geheven op basis van de volgens het tarief van invoerrechten verschuldigde mini- mumrechten, waarbij geen rekening wordt gehouden met de be- staande bijslagen van 20, 10 of 5 %.

Producten, die vrij zijn van invoerrechten, worden door de nieuwe heffing niet getroffen. De opbrengst hiervan komt ten bate van de Comissao Reguladora dos productos quimicos e far- maceuticos.

Zuid-Slavië.

Vluchtige oliën. Op alle welriekende aetherische oliën, die voor de bereiding van geneesmiddelen worden gebruikt, alsmede alle vluchtige en welriekende chemische producten, wordt bij in- voer een bijslag geheven ten behoeve van 10% van het invoer- recht ten bate van het fonds tot bevordering van de openbare gezondheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

’s Avonds werd hij niet geroepen voor het eten en vanuit de stilte van zijn sobere kamer hoorde hij vader Rinus driftig zijn neus ophalen en met ingetogen woede grommen: “An-

Ook al geeft de directie aan dat wel degelijk aandacht is voor (aspecten van) de sociaal-emotionele ontwikkeling in de vorm van Sova training voor individuele of groepen leerlingen

De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang (kunnen) zijn bij het nemen van de juiste koopbeslissing.. Te denken valt aan de

Koper verklaart met deze wetgeving bekend te zijn en vrijwaart verkoper voor alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid in en/of de verwijdering van asbest uit de

De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang (kunnen) zijn bij het nemen van de juiste koopbeslissing.. Te denken valt aan de

De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang (kunnen) zijn bij het nemen van de juiste koopbeslissing.. Te denken valt aan de

Koper verklaart met deze wetgeving bekend te zijn en vrijwaart verkoper voor alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid in en/of de verwijdering van asbest uit de desbetreffende

De erfpachters zijn verplicht voorschotbijdragen te betalen, welke zullen worden vastgesteld en geïnd door de administrateur van het onder VI bedoelde fonds.. betreffende