• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. Oosterboerschool

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. Oosterboerschool"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

o.b.s. Oosterboerschool

Plaats : Meppel

BRIN nummer : 12TP|C1

Onderzoeksnummer : 283440 Datum onderzoek : 19 juni 2015 Datum vaststelling : 31 augustus 2015

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5 2 BEVINDINGEN . . . 7 3 TOEZICHTARRANGEMENT . . . 14

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 juni 2015 een onderzoek uitgevoerd op o.b.s. Oosterboerschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

De inspectie heeft voor o.b.s. Oosterboerschool een risicoanalyse uitgevoerd.

Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten onvoldoende zijn en er mogelijk risico's zijn in de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

Op 27 maart 2015 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bestuur besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een

onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften.

Toezichthistorie

Tijdens het vierjaarlijks onderzoek dat op 3 juli 2012 is uitgevoerd is

het basisarrangement aangehouden. Er waren toen onvoldoende scores op twee onderdelen van de kwaliteitszorg (indicator 9.1 en 9.6). Indicator 8.3 was van goede kwaliteit.

In 2013 heeft de school een bassisarrangement met attendering gekregen vanwege onvoldoende eindopbrengsten. In 2014 waren de eindopbrengsten ook onvoldoende met het gevolg dat er naast het basisarrangement een

waarschuwing door de inspectie is afgegeven. In 2015 zijn de eindopbrengsten wederom onvoldoende. Dit is dan ook de reden dat de inspectie nu een

kwaliteitsonderzoek heeft uitgevoerd op o.b.s. Oosterboerschool.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie.

• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)

• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.

• Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van een document dat de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten de inspectiekaart d.d.

17-6-2015.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1 en 2, 3, 4 en 5, 6 en 7 en 8.

• Gesprekken met de directie, de intern begeleider en de Daltoncoördinatoren over de kwaliteit van de indicatoren.

• Een gesprek met leraren.

• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten , leerstofaanbod, tijd, schoolklimaat, didactisch

handelen, afstemming, zorg en begeleiding, kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de

onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit

onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn

gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 opwww.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende

4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.

BEVINDINGEN 2

Kwaliteits- en nalevingsprofiel 2.1

(8)

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen.

Tijd 1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande • onderwijstijd.

Schoolklimaat 1 2 3 4

• 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.

4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school.

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Afstemming 1 2 3 4

6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op • verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

(9)

Afstemming 1 2 3 4

• 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

Voorwaarden voor kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan.

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.

10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.

(10)

Algemeen beeld

De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op o.b.s.

Oosterboerschool zeer zwak is. Ze baseert dit oordeel op de onvoldoende eindopbrengsten en drie normidicatoren die van onvoldoende kwaliteit zijn. Dit betreft twee normindicatoren van het didactisch handelen en een

normindicator over planmatige zorg. Daarnaast constateert de inspectie belangrijke tekortkomingen in de voorwaarden voor kwaliteitszorg, de kwaliteitszorg, de tijd, het schoolklimaat, de afstemming en de zorg en begeleiding.

Context

Door langdurige afwezigheid van de directie en discontinuïteit in de vervanging van de directeur, heeft het aan aansturing op de onderwijsinhoudelijke

ontwikkeling van de school en de professionalisering van het team ontbroken.

Bovendien is onvoldoende aandacht besteed aan het monitoren van het onderwijsleerproces en de onderwijsresultaten. Het team heeft zo goed en zo kwaad als het kon de school draaiende gehouden. Het gevolg hiervan is dat de ontwikkeling van het onderwijsleerproces stil is blijven staan. Verder is de kwaliteit van de zorg en begeleiding wegens gebrek aan monitoring in onvoldoende mate ontwikkeld. Het komende schooljaar krijgt de school een nieuwe directeur. Er komt een andere intern begeleider wegens vertrek van de zittende intern begeleider. Tevens komt er een nieuwe bovenschools directeur.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Voorwaarden voor kwaliteitszorg 1 2 3 4

10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en • andere belanghebbenden betrokken.

Wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek

geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).

Beschouwing 2.2

(11)

Toelichting.

Opbrengsten

De school verantwoordt zich over haar eindopbrengsten met een landelijk genormeerde toets. De afgelopen drie jaren lagen de resultaten driemaal (in 2015, 2014 en 2013) onder de ondergrens die de inspectie hanteert.

De resultaten gedurende de schoolperiode zijn net voldoende en daarmee kwetsbaar. De inspectie heeft daarbij de resultaten van technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6 beoordeeld. Voor leerlingen die vanwege hun specifieke onderwijsbehoeften het niveau van eind groep 7 niet halen heeft de school ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Deze voldoen aan de eisen die daar voor gelden. De school kan aantonen dat zij zich op de vakgebieden taal en rekenen en wiskunde naar verwachting heeft ontwikkeld. De school volgt de sociaal-emotionele

ontwikkeling van haar leerlingen met een landelijk genormeerd instrument. Uit de uitkomst hiervan blijkt dat de leerlingen aan het eind van de schoolperiode over voldoende sociale competenties beschikken.

Leerstofaanbod

De school beschikt voor de basisvaardigheden over een leerstofaanbod waarmee het mogelijk is de kerndoelen te realiseren en het onderwijs af te stemmen op verschillen tussen leerlingen. De leerinhouden worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van groep 8 en sluiten in de verschillende leerjaren op elkaar aan. De school heeft een aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. Het is wel van belang dat dit aanbod structureel in alle groepen wordt aangeboden.

Tijd

De school heeft op de dagroosters onvoldoende tijd ingepland voor de basisvaardigheden. In de meeste groepen is een half uur pauzetijd, inclusief fruit eten, ingeroosterd. In sommige groepen wordt tv gekeken tijdens het fruiteten maar deze activiteit maakt meestal geen bewust deel uit van het lesaanbod van de school. Daarnaast is geconstateerd dat in de onderbouw leerlingen te laat in de klas gebracht worden. Ook gedurende de les gaat in sommige lessen veel tijd verloren doordat de leerlingen de onderwijstijd besteden aan andere bezigheden dan het doel van de activiteit. Om deze redenen is indicator 3.1 als onvoldoende beoordeeld.

Schoolklimaat.

(12)

De school heeft via een vragenlijst een aantoonbaar en actueel inzicht in de veiligheidsbeleving van het personeel. De leerlingen worden niet bevraagd naar hun veiligheidsbeleving op school, zodat niet aantoonbaar is dat zij zich veilig voelen op school. Indicator 4.2 is daarom als onvoldoende beoordeeld.

Didactisch handelen

Tijdens de geobserveerde lessen is geconstateerd dat leraren over het algemeen duidelijk uitleggen. Hoewel de leraren door middel van een coöperatieve lesvorm de leerlingen actief betrekken bij de les, is deze betrokkenheid snel verdwenen als weer over gegaan wordt naar de uitleg van de leerstof. Dit maakt dat indicator 5.3, die gaat over de actieve betrokkenheid van leerlingen, als

onvoldoende is beoordeeld. Verder vertoont het werkklimaat in de groepen een wisselend beeld. Tijdens het zelfstandig werken (vast onderdeel van de dag) laat de taakgerichtheid en concentratie van leerlingen in de meeste groepen te wensen over. De leraren sturen dit proces onvoldoende aan. Daarom is ook indicator 5.2 als onvoldoende beoordeeld.

De afstemming van de instructie op verschillen tussen leerlingen is te weinig gezien in de geobserveerde lessen. Hoewel de leraren hiertoe didactische werkplannen opstellen is in de praktijk geconstateerd dat er vooral (lange) klassikale instructie wordt gegeven. Zo worden leerlingen die meer aankunnen daarop niet aangesproken of eerder aan het werk gezet. Daarom is indicator 6.2 als onvoldoende beoordeeld. Doordat de leraren voor de afstemming van de verwerkingsopdrachten gebruik maken van de mogelijkheden die de methode biedt is indicator 6.3 als voldoende beoordeeld. Voor leerlingen die dat nodig hebben wordt extra oefentijd ingezet in de klas. Om die reden is indicator 6.4 als voldoende beoordeeld.

Zorg en begeleiding

De zorg en begeleiding is voor het merendeel van de indicatoren van onvoldoende kwaliteit.

Voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen beschikt de school over een adequaat leerlingvolgsysteem met landelijk genormeerde toetsen en bij de kleuters over een gestandaardiseerd observatie-instrument. Daarnaast nemen leraren methode-gebonden toetsen af. Desondanks volgen en analyseren de leraren de voortgang van de ontwikkeling van de leerlingen nog niet voldoende (indicator 7.2 en 8.2). Zij benutten de gegevens van de (methode-gebonden) toetsen onvoldoende voor het afstemmen van het onderwijs op verschillen tussen de leerlingen en voor de specifieke zorg aan leerlingen. Omdat de leraren niet voor alle zorgleerlingen op zoek gaan naar de oorzaak van het leerprobleem

(13)

kan onvoldoende aangetoond worden of deze leerlingen de specifieke zorg krijgen die zij nodig hebben (indicatoren 8.3) en of zij voldoende worden gevolgd in hun ontwikkeling. De evaluaties van de geboden zorg

bevatten nauwelijks conclusies voor het vervolgtraject. Indicator 8.4 is daarom als onvoldoende beoordeeld.

Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg

De inspectie constateert dat de kwaliteitszorg op de meeste onderdelen onvoldoende is. Dit is mede te wijten aan de ongunstige voorwaarden voor de kwaliteitszorg in de afgelopen periode. Doordat de directie haar taken niet kon uitvoeren en er discontinuïteit was in de vervanging van de directietaken, is er onvoldoende een professionele schoolcultuur gerealiseerd (indicator 10.3).

Hoewel het team zo goed en zo kwaad als mogelijk het onderwijs en de ontwikkeling daarvan heeft opgepakt, heeft zij met name aansturing op

onderwijsinhoudelijk gebied en monitoring van ingezette ontwikkelingen gemist (indicator 10.1). Hierdoor is de schoolontwikkeling grotendeels stil komen te staan.

De school heeft inzicht in de kenmerken van de leerlingenpopulatie en sluit het aanbod daar op aan.

Op schoolniveau is de evaluaties van de schoolresultaten onvoldoende

richtinggevend voor de schoolontwikkeling (indicator 9.2). Bestuursbreed is de school gestart met het invoeren van een instrument voor de kwaliteitszorg, waarmee het mogelijk is om het onderwijsproces te evalueren. Echter door de slechte voorwaarden voor kwaliteitszorg is een planmatige aanpak van

verbeteractiviteiten niet van de grond gekomen (indicator 9.4). Dit geldt ook voor de borging van afspraken omtrent de kwaliteit van het onderwijsleerproces (indicator 9.5). Tenslotte verantwoordt de school zich op onvoldoende wijze over de gerealiseerde onderwijskwaliteit, de verbeteractiviteiten en resulaten aan ouders en belanghebbenden (indicator 9.6).

Naleving

Ten aanzien van de naleving van wettelijke voorschriften heeft de inspectie geconstateerd dat niet wordt voldaan aan onderstaand wettelijk voorschrift:

• NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

(14)

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan o.b.s. Oosterboerschool een aangepast arrangement zeer zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. Met het bestuur is afgesproken dat de

onderwijskwaliteit in oktober 2017 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het vierde kwartaal van 2017 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn

opgeheven. Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bestuur over te bereiken tussenresultaten en over een tussentijds kwaliteitsonderzoek naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.

Er is daarnaast sprake van een tekortkoming in de onderwijstijd.

De inspectie heeft geconstateerd dat de school niet voldoet aan de wettelijk vereisten met betrekking tot het minimum aantal onderwijsuren. De inspectie heeft de tekortkoming met het bestuur besproken en het bestuur is het eens met de vastgestelde tekortkoming. De inspectie heeft het bestuur opdracht gegeven de wet alsnog na te leven en de ouders over de herziene onderwijstijd te informeren.

Het bestuur herkent zich in de bevindingen van de inspectie en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde

tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkoming(en) op de hoogte gesteld.

TOEZICHTARRANGEMENT

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8... Leerstofaanbod 1 2

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8... Leerstofaanbod 1 2

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8... Leerstofaanbod 1 2

Omdat de school nog geen leerlingen in groep 8 heeft is feitelijk niet te beoordelen of de leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde aan voldoende leerlingen

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.. 2.3 De leerinhouden in

2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en metz. het niveau van

3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.. 3.5 De leerinhouden in