• No results found

Koningin Juliana Woudenberg 10 Rl januari februari maart 2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Koningin Juliana Woudenberg 10 Rl januari februari maart 2009"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(R\oup V3.0 2

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

Basisschool Koningin Juliana

School/instelling:

Plaats:

BRIN-nummer:

Onderzoeksnummer:

Onderzoek uitgevoerd op:

Conceptrapport verzonden op:

Rapport vastgesteld te Utrecht op:

Koningin Juliana Woudenberg

10 Rl 110437

20 januari 2 0 0 9 2 februari 2 0 0 9 3 maart 2 0 0 9

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)

ONDERZOEK

Onderzoek

De inspectie heeft op 2 0 januari 2 0 0 9 een onderzoek uitgevoerd op de Koningin Julianaschool om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving en/of van de kwaliteit van het onderwijs.

Aanleiding

De aanleiding was het volgende.

Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn bij de school Koningin Juliana.

Gesprek met bevoegd gezag

Op 8 april 2 0 0 8 heeft de inspectie de vermoede tekortkomingen met het bevoegd gezag besproken.

Namens het bevoegd gezag was de heer M . Wesseloo aanwezig in de functie van bovenschools directeur. Uit dit gesprek en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of deze tekortkomingen al dan niet aanwezig zijn. De inspectie heeft daarom besloten een onderzoek uit te voeren om na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van de genoemde tekortkomingen.

Onderzoeksmethode

Deze rapportage is gebaseerd op:

1 Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

2 Analyse van de eigen rapportage van de school, namelijk 'analyse van de opbrengsten', 'plan van aanpak', 'managementcontract', 'scholingsplan' en 'verslag van een studiemiddag' over interne communicatie.

3 Onderzoek op locatie, waarbij

o schooldocumenten zijn bestudeerd;

o de onderwijspraktijk is geobserveerd in de groepen 1-2, 3, 4 , 5, 6, en 7/8;

o gesprekken met de directie, t w e e zorgcoördinatoren en met leraren zijn gehouden.

Toezichtkader

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van het toezichtkader PO 2 0 0 5 , alsmede de aanvullende normeringen die zijn opgenomen in de notitie 'analyse en waarderingen van opbrengsten' (PO oktober 2 0 0 8 ) . Op de website www.onderwijsinspectie.nl vindt u achtergrondinformatie over het toezichtkader en aanvullende notities.

Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, de volgende aspecten beoordeeld:

kwaliteitszorg, aanbod, tijd, didactisch handelen, afstemming, actieve en zelfstandige rol van

leerlingen en zorg en begeleiding. Deze keuze is gemaakt op basis van het vorige inspectieonderzoek (PKO 2 0 0 6 ) , interne analyses op basis van aanvullende gegevens en het bestuursgesprek.

Naast deze kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is tevens de onderbouwing van deze beoordelingen opgenomen.

In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg van het toezicht, in de vorm van het toezichtarrangement.

(3)

2. BEVINDINGEN

Naleving

De inspectie heeft onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen.

Schoolplan in art. 16

?

lid 1 en 3 WPO Schoolgids in art. 16» lid 2 en 3 WPO Onderwijstijd in art. 8, lid 7, onder b WPO Zorgplan in art. 19, lid 1 en 3 WPO

Wel aanwezig Wel aanwezig

Wel voldaan aan naleving Wel aanwezig

Kwaliteit

Legenda:

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs:

draagt niet of nauwelijks bij;

draagt onvoldoende bij;

draagt voldoende bij;

draagt in hoge mate bij

niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Oordelen op indicatoren

Hieronder volgen tabellen met de onderzochte indicatoren, beoordeeld op een 5 puntsschaal. Te beginnen met opbrengsten en vervolgens alle andere onderzochte indicatoren in volgorde van de presentatie in het waarderingskader.

Kwaliteitsaspect. Resultaten

12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1 2 3 e

Kwaliteitsaspect: Ontwiktceiirsi} van .eeriirsgen

13.1 Ds resultaten vsn ds !csrl!P.ncn *,r,nr WnHorinnHco t-»^1 «n nnnr rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

1 2 3

(4)

? ^ 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten.

1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. •

1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. • 1.5 De school borgt de kwaliteit van het teren en onderwijzen, #

1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de #

gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.

3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen.

3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan, 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een

leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Kwalil0ii^a,spt-':t r.'jrt

2

4.4 Do ler-j-'.ii maken efficient yoüiuik van du ycplünas onderwijstijd. •

Kw.ilitttitsasprfct Oiductiich hlir.a-->ion

1 2 3

6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. •

6.3 De leraren leggen duidelijk uit. •

Kwaliteitsaspect: Afstemming

7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch.

7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep.

7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Kwaliteitsaspect. Actieve en zelfstandige rol leerlingen

8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.

(5)

<w8!:ï'jit=.=i">i>'K.t B e r j ï i t t K M ' q

10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

*' *" J • „ • " • • - " , ' . • ^

school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

11.3 De school voert de zorg planmatig uit. * 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. ®

Onderbouwing

Samenvattend oordeel over de onderwijskwaliteit

Op basis van de tekortkomingen die in dit onderzoek zijn vastgesteld, is de kwaliteit van het onderwijs op basisschool Juliana door de inspectie als "zwak" beoordeeld. Deze conclusie baseert de inspectie allereerst op de onvoldoende opbrengsten (indicator 12.1 en 13.1) en ten tweede op de onvoldoende planmatigheid van de leerlingenzorg (indicator 11.3). Belangrijke indicatoren die de basis leggen voor goed onderwijs zijn overigens overwegend voldoende. Het gaat daarbij om de volgende normindicatoren: aanbod ( 3 . 1 , 3 . 4 , 3.8), didactisch handelen ( 6 . 1 , 6.3, 8.1) en begeleiding (10.1). Alleen de normindicator voor de zorg (11.3) is onvoldoende. De schooi heeft haar

onderwijskwaliteit zoals die werd vastgesteld tijdens het laatste kwaliteitsonderzoek van de inspectie (PKO 2006) niet weten te behouden. Een belangrijke oorzaak hiervoor is te vinden in de context van de school. Maar ook heeft de school nog geen vaste werkwijze ontwikkeld voor het bewaken en verbeteren van de eigen onderwijskwaliteit waardoor er onvoldoende zicht is geweest op de teruglopende resultaten.

Ontwikkelingen in de afgelopen jaren binnen de school

De afgelopen jaren vormden een instabiele periode binnen de school waarin verschillende, ingrijpende veranderingen samen kwamen. Hierdoor is het zicht van de school op de onderwijskwaliteit verloren gegaan. Zo groeide het leerlingenaantal aanzienlijk, waardoor het gebouw ingrijpend moest worden aangepast. De Julianaschool heeft de afgelopen paar jaar te maken gehad met twee keer een uitval van de directeur en vervanging door drie interim-directeuren rond die betreffende momenten. Hierna is afscheid genomen van de directeur. Ook zijn er binnen het personeel verschillende wisselingen geweest. Tot slot heeft een bestuurswisseling plaatsgevonden per 1 januari 2 0 0 8 . De school maakt nu deel uit van PCO 'Gelderse Vallei'. Een bestuur waarbij nu 15 scholen zijn aangesloten. Binnen het nieuwe bestuur zijn de afgelopen tijd verschillende maatregelen getroffen om een goede kwaliteitsslag te maken. Zo heeft de laatste interim-directeur een analyse gemaakt van de

onderwijskwaliteit en een plan van aanpak opgesteld. Vervolgens is aan het begin van dit schooljaar een ervaren directeur aangesteld, afkomstig van één van de andere scholen binnen het bestuur. Het plan van aanpak is nader uitgewerkt in een managementcontract en een scholingsplan. De accenten liggen op de interne communicatie, ontwikkelen van een professionele en resultaatgerichte

schoolcultuur, personeel en organisatie, het versterken van het aanbod en de didactische kwaliteiten van leraren en het verder uitbouwen van de nieuwe zorgstructuur. Tot slot wordt bovenschools een systeem voor kwaliteitszorg ontwikkeld.

De inspectie heeft haar waardering uitgesproken over de kwaliteitsslag die de school nu maakt onder verantwoordelijkheid van het nieuwe bestuur en de nieuwe directie. Tijdens de verschillende

gesprekken die de inspectie tijdens het onderzoek heeft gevoerd is duidelijk geworden dat de

(6)

ingezette veranderingen binnen het team overwegend positief zijn ontvangen en ondersteund. De directie en het team zijn met verve begonnen aan het verbetertraject om zo de kwaliteit van het onderwijs weer op een voldoende niveau te krijgen. Na de afgelopen jaren, waarin de

onderwijskwaliteit zich negatief ontwikkelde, is er weer vertrouwen in de toekomst. Met het bestuur maakt de inspectie prestatieafspraken zodat deze positieve ontwikkeling ook t o t meetbare resultaten zal leiden.

Hierna volgt een toelichting op de beoordeling van verschillende aspecten/indicatoren, die de inspectie als onvoldoende beoordeelt.

Opbrengsten

De eindresultaten van de school laten de laatste jaren een negatieve trend zien. In 2 0 0 7 waren de resultaten onvoldoende en in 2 0 0 8 daalden de resultaten nog verder. Ook in 2 0 0 5 waren de eindresultaten onvoldoende. Verder is op voorhand niet zeker dat de eindresultaten in 2 0 0 9

voldoende zullen zijn gezien de resultaten die de huidige groep 8 nu laat zien. Hoewel de resultaten in 2 0 0 6 voldoende waren, beoordeelt de inspectie de eindresultaten als geheel onvoldoende, omdat het jaar 2 0 0 6 in een reeks van jaren een uitzondering vormt en omdat de achterstand in 2 0 0 8 fors is. Hiermee wijkt de inspectie beredeneerd af van de gebruikelijke beslisregels die de inspectie hierbij hanteert, namelijk wanneer de school één maal in drie jaren voldoende eindresultaten behaalt deze als geheel voldoende kunnen worden beoordeeld.

Ook de tussenresultaten zijn onvoldoende, omdat vier van de vijf onderdelen die de inspectie beoordeelt (technisch lezen in de groepen 3 en 4 , rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6,

begrijpend lezen in groep 6) onvoldoende zijn. Alleen technisch lezen in groep 3 is voldoende. Daarbij baseert de inspectie zich op de resultaten van schooljaar 2 0 0 7 / 2 0 0 8 .

De resultaten van leerlingen met een eigen leertraject (indicator 13.2) beoordeelt de inspectie ook als onvoldoende. De handelingsplannen voor deze leerlingen bevatten namelijk geen uitstroomprognoses die vervolgens zijn vertaald naar een individueel ontwikkelingsperspectief met bijpassend

leerstofaanbod en didactiek. Hierdoor kan de school in onvoldoende mate vaststellen of deze leerlingen zich ontwikkelen naar hun eigen, individuele mogelijkheden.

Onderwijsleerproces

Op schoolniveau zijn de lessen overwegend van voldoende kwaliteit, hoewel de inspectie tijdens de bezochte lessen duidelijke verschillen tussen leraren heeft vastgesteld in de werkwijze. Alleen de afstemming van de lessen op de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen is schoolbreed onvoldoende. Wel heeft de inspectie hiervan enkele goede voorbeelden gezien, met name van lessen die zijn afgestemd op verschillende leerlingen. Maar dit gebeurt onvoldoende beredeneerd, waardoor de koppeling tussen de onderscheiden niveaus (geel, blauw en wit) met de toetsgegevens niet helder is. Ook realiseren leraren een taakgerichte werksfeer en leggen zij goed uit. Verder volgen zij de leerlingen met verschillende toetsen, zowel methodegebonden toetsen als methodeonafhankelijke toetsen. Deze gegevens kunnen echter beter worden benut dan nu het geval is. Allereerst kunnen de toetsen uit het leerlingvolgsysteem, dat onlangs is gedigitaliseerd, meer worden betrokken bij de methodetoetsen. Vervolgens dienen deze toetsen in samenhang goed geanalyseerd te worden, om zo de lessen beter af te stemmen op de verschillen tussen leerlingen. Dat gebeurt nu onvoldoende.

Het leerstofaanbod voldoet aan de kerndoelen. Recent is een nieuwe taalmethode ingevoerd. Het aanbod in de kleutergroepen vraagt echter nog om een verdere, concrete uitwerking van de wettelijk vastgestelde tussendoelen. Dusdanig dat in de planning de uitwerking van deze tussendoelen terug te vinden is in het aanbod voor groep 1 en groep 2. Daarom beoordeelt de inspectie indicator 3.5 als onvoldoende.

(7)

De onderwijstijd vraagt om een schoolbrede analyse en aanpak, omdat er nu teveel onderwijstijd verloren gaat aan de inloop- en pauzetijden (indicator 4.4). Ook is het nodig dat het schoolrooster beter correspondeert met de klassenroosters en de daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten in de klas.

Nu zijn er teveel afwijkingen te zien.

De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten en krijgen in toenemende mate eigen verantwoordelijkheid voor hun leerproces. De school heeft hiervoor overzichtelijke taakkaarten:

'Zwoep' ontwikkeld met 'moet' en ' m a g ' - t a k e n , die voorzien in een grotere zelfwerkzaamheid naarmate de leerlingen ouder worden. Door deze werkwijze kunnen de leraren ook de handen meer vrij maken voor de begeleiding van zorgleerlingen.

Leerlingenzorg

De leerlingenzorg is onvoldoende planmatig (indicator 11.3} en daardoor niet effectief genoeg. Het is nodig om de beschikbare toetsgegevens grondiger te analyseren zodat - op basis daarvan - wordt vastgesteld of een leerling zich al dan niet voldoende ontwikkelt (indicator 11.2). Aan de hand van de analyse moet worden bepaald of er leerlingen zijn die korter of langer extra zorg nodig hebben, welke zorg dat moet zijn en wie deze zorg kan bieden. De huidige aanpak is niet scherp en concreet genoeg, waardoor niet alle leerlingen die dat nodig hebben extra zorg krijgen. De school heeft ervoor gekozen om leraren in toenemende mate verantwoordelijk te laten zijn voor de begeleiding van zorgleerlingen. Om deze verandering succesvol te laten verlopen, is het nodig de werkwijze aan te scherpen, criteria vast te stellen voor zorgleerlingen en leraren te coachen en waar nodig hierin te scholen. De handelingsplannen die nu worden gemaakt, verschillen sterk van kwaliteit en inhoud.

Maar ze hebben gemeen dat ze niet goed evalueerbaar zijn en dus niet voldoende effectief (indicator 11.4). De voorgenomen, nieuwe werkwijze vraagt om vervolg, maar ook om coaching.

Kwaliteitszorg

De school werkt aan een systeem voor kwaliteitszorg. Als eerste stap is een quick-scan afgenomen.

De kwaliteitskaarten zullen verder worden geïntroduceerd en de kaart voor opbrengsten wordt nieuw vormgegeven. Op dit moment is nog geen sprake van regelmatige evaluatie van het leren en

onderwijzen (indicator 1.3). Om ervoor te zorgen dat de werkwijzen van leraren conform de

schoolafspraken verlopen is het belangrijk deze goed te borgen (indicator 1.5). Nu zijn de verschillen onderling te groot. De directie ontwikkelt hiervoor ook een kijkwijzer, die tijdens de klassenbezoeken gebruikt gaat worden. Tot slot is het nog geen gebruik binnen de school zich te verantwoorden over de behaalde resultaten, daarmee moet nog een begin worden gemaakt (indicator 1.6).

3 . CONCLUSIE EN VERVOLG

Kwaliteit van het onderwijs:

Op de Koningin Julianaschool zijn tekortkomingen vastgesteld in de onderwijskwaliteit, zodanig dat de inspectie het toezicht intensiveert en een aangepast arrangement vaststelt. Het gaat daarbij om de tussen- en eindresultaten en om de planmatigheid van de leerlingenzorg.

Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de kwaliteit op de school. Met het bevoegd gezag zijn daarom de volgende afspraken gemaakt.

Het bevoegd gezag zorgt er voor dat de kwaliteit van het onderwijs op de school vóór 1 januari 2011 voldoende is, zodanig dat de inspectie het geïntensiveerde toezicht kan opheffen. Op twee

momenten verantwoordt het bevoegd gezag zich over de voortgang van de kwaliteitsverbetering, namelijk;

1 uiterlijk 1 januari 2 0 1 0 als tussentijdse verantwoording.

2 uiterlijk 1 januari 2011 als eindverantwoording.

De verantwoordingen zijn zo mogelijk voorzien van oordelen op basis van (zelf)evaluaties en beschrijven de activiteiten en maatregelen die genomen zijn om de kwaliteit te verbeteren.

(8)

Om vast te stellen of de onderwijskwaliteit is verbeterd, voert de inspectie een heronderzoek uit op de school. De verantwoording van het bevoegd gezag zal de inspectie gebruiken in haar onderzoek.

Bij het onderzoek zullen in ieder geval de vastgestelde tekortkomingen worden onderzocht en ook de overige normindicatoren voor goed onderwijs. Dit heronderzoek zal in principe over twee jaar

plaatsvinden (in het tweede deel van schooljaar 2010/2011). Indien echter de tussentijdse

verantwoording van het bestuur daartoe aanleiding geeft kan het onderzoek van de inspectie eerder

uitgevoerd worden. Ook kunnen bovenstaande afspraken worden aangepast indien in de komende

twee jaar de risicoanalyses van de inspectie daartoe aanleiding geven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

M. Op deze manier heeft Mitsjoerin, door twee verschillende soorten te kruisen en daarna de verkregen bastaard een passende op- voeding te verzekeren, een nieuwe

De basis daarvoor is al aanwezig in de vorm van overleg over het aanbod, warme overdracht van leerlingen en samenwerking rond kinderen die extra begeleiding nodig hebben.. Het

Wel heeft de minister van Defensie de kosten van deelname aan het JSF-programma beheersbaar gehouden door in de internationale afspraken (memoranda of understanding of MoU’s)

De Nederlandse overheid (in de persoon van de minister voor Ontwikke- lingssamenwerking) heeft € 300 miljoen beschikbaar gesteld voor nood- hulp aan en herstel en wederopbouw van

De Algemene Rekenkamer vindt dit een cruciaal punt: alleen als er goede informatie is over het beleid zelf én over de uitvoering en de resultaten daarvan kan de minister en/of de

Daarvoor is de medewerking van de vertrekkende spoorwegonderneming nodig, zodat de nieuwe machinisten hun ervaring vóóraf kunnen opdoen op de ritten van de

De positieve kant is dat auditors die te gunstig over hun klan- ten oordelen en daarmee hun taak niet goed vervullen niet per definitie slecht zijn en uit zijn op materieel

3,4,5,6 Uit onderzoek blijkt dat extra lessen in sommige gevallen ook averechts kunnen werken: wanneer er extra lessen ingezet worden voor leerlingen die dit eigenlijk niet