Transmissie
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Standen van de transmissiehendel
Opmerking: de transmissiehendel moet in stand P staan voordat u de contactsleutel kunt verwijderen.
Een verlichte letter op de sierlijst van de hendel en een nummer of letter op het scherm van de instrumentengroep geeft de gekozen stand/
versnelling aan.
P – parkeerstand
Deze stand vergrendelt de transmissie. U dient de hendel in deze stand te zetten voordat u de motor uitschakelt. Zorg dat het voertuig stilstaat en de elektronische handrem is aangetrokken voordat u de hendel in P zet.
U moet de ontgrendelknop van de hendel indrukken voordat u de transmissiehendel in P zet.
Zet de contactschakelaar in stand II, druk de ontgrendelknop van de hendel in en trap op het rempedaal om de transmissiehendel uit P te halen.
Opmerking: u kunt de transmissiehendel niet uit P halen als de contactschakelaar niet in stand II staat.
WAARSCHUWINGEN
Laat geen kinderen zonder toezicht in het voertuig achter, vooral wanneer u de sleutels in het contact laat zitten.
De parkeerstand (P) moet worden ingeschakeld en de handrem moet worden aangetrokken wanneer het voertuig stilstaat. Bij elke andere stand van de transmissiehendel kan het voertuig onverwachts gaan rijden, waardoor personen of dieren buiten de Land Rover ernstig letsel kunnen oplopen.
Het kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Zet de transmissiehendel altijd in P en draai de contactschakelaar naar stand 0 voordat u uit het voertuig stapt.
VOORZICHTIG
Zet de hendel nooit tijdens het rijden in de parkeerstand (P). Hierdoor kunt u de transmissie zwaar beschadigen.
Zet de hendel nooit in de
achteruitrijstand (R) terwijl het voertuig vooruit rijdt. Hierdoor kunt u de transmissie zwaar beschadigen.
Zet de transmissiehendel nooit in een voorwaartse versnelling terwijl het voertuig achteruit rijdt. Hierdoor kunt u de transmissie zwaar beschadigen.
Laat de motor nooit bij een hoog motortoerental of boven normaal stationair toerental draaien terwijl u de hendel in D (rijstand) of R zet of terwijl het voertuig stilstaat met een versnelling geselecteerd.
U mag de Land Rover niet langdurig stil laten staan terwijl de hendel in een versnelling staat en de motor loopt.
Zet de hendel altijd in P of N (neutraal) wanneer u de motor langdurig stationair wilt laten lopen.
E90929
R – achteruitrijstand
Zorg voordat u de transmissiehendel in R zet dat het voertuig stilstaat en u het rempedaal hebt ingetrapt. U moet de ontgrendelknop van de hendel indrukken voordat u de
transmissiehendel in de achteruitrijstand zet.
N – neutraal
Zet de transmissiehendel in N wanneer het voertuig stilstaat en de motor een tijdje stationair moet lopen. U dient de elektronische handrem aan te trekken.
Als het voertuig stil blijft staan, zal het systeem de transmissiehendel in N vergrendelen en zult u het rempedaal moeten intrappen en de ontgrendelknop van de hendel moeten indrukken om de transmissiehendel te kunnen verzetten.
Druk op de ontgrendelknop van de hendel en trap het rempedaal in om de transmissiehendel van N naar R of D te verzetten.
D – rijstand
Zorg voordat u de transmissiehendel in de rijstand zet, dat u het rempedaal hebt ingetrapt.
Zet de hendel onder normale rijomstandig- heden in D; het systeem zal automatisch naar andere vooruitversnellingen overschakelen, afhankelijk van de snelheid en de stand van het gaspedaal.
Kick-down in automatische stand Trap het gaspedaal helemaal in. U zult een klik door het gaspedaal heen voelen. Tot een bepaalde snelheid zal de kick-down ervoor zorgen dat de transmissie onmiddellijk naar de laagste meest geschikte versnelling terugschakelt, gevolgd door een snelle acceleratie. Zodra u uw voet van het gaspedaal hebt gehaald, zal het systeem weer bij de
Opmerking: afhankelijk van de snelheid kan het licht intrappen van het gaspedaal ook het terugschakelen van de transmissie veroorzaken.
Sportstand
In de sportstand blijft de transmissie langer in de lagere versnellingen rijden.
U kunt de sportstand selecteren door de transmissiehendel vanuit de stand D naar de linkerkant van het voertuig te verplaatsen.
Op het scherm van de instrumentengroep verschijnt het woord SPORT en de LED naast de transmissiehendel gaat branden.
U kunt de transmissie te allen tijde uit de sportstand halen door de hendel naar D te verzetten.
Om na het kiezen van CommandShift weer naar de sportstand terug te keren, zet u de transmissiehendel in de stand D. Hierna zet u de hendel weer in de sportstand.
Opmerking: als het Terrain Response-systeem
E90930
CommandShift™
U kunt het schakelen met CommandShift gebruiken als alternatief voor volledig automatisch overschakelen. Dit is met name erg effectief bij snel optrekken en het afremmen op de motor.
1. Zet de transmissiehendel eerst in D, waarna u de hendel vanuit de stand D in de richting van de linkerkant van het voertuig verzet.
2. De transmissie selecteert automatisch de versnelling die het beste bij de snelheid van het voertuig en de stand van het gaspedaal past. Zet de hendel naar voren (+) of naar achteren (–) om handmatig een hogere of lagere versnelling te kiezen. Op het message centre verschijnt nu TRANSMISSION COMMANDSHIFT SELECTED (transmissie – Commandshift geselecteerd).
3. Elke keer dat u de transmissiehendel naar voren (+) zet, zal de transmissie naar een hogere versnelling overschakelen, terwijl hij bij het naar achteren (–) zetten naar een lagere versnelling terugschakelt. Op het scherm van de instrumentengroep verschijnt nu de door u gekozen versnelling.
4. U kunt CommandShift annuleren door de transmissiehendel terug te zetten naar stand D (rijstand).
Opmerking: in CommandShift blijft de kick-down beschikbaar voor een snellere acceleratie.
Opmerking: als er een speciaal programma van het Terrain Response-systeem is ingeschakeld, zal de automatische transmissie direct op CommandShift overschakelen zodra u de transmissiehendel naar de sport-/
CommandShift-stand verzet.
CommandShift bij hoge gearing Als u CommandShift gekozen hebt en de tussenbak in de hoge gearing staat, dient u de transmissiehendel in versnelling 1 te zetten om vanuit stilstand te kunnen optrekken. Zodra het voertuig rijdt, kunt u het overschakelen in normale volgorde weer gebruiken.
CommandShift bij lage gearing Als u CommandShift gekozen hebt en de tussenbak in de lage gearing staat, kunt u met het voertuig vanuit stilstand in versnelling 1, 2 of 3 optrekken.
E90931
Kick-down in CommandShift-stand Wanneer de transmissie in de CommandShift- stand staat, zal de kick-down het handmatig overschakelen tijdelijk opheffen om sneller te kunnen accelereren.
Als u CommandShift gekozen hebt en de tussenbak in de hoge gearing staat, zal de kick-down naar de laagste versnelling terugschakelen die bij de huidige snelheid mogelijk is.
Elektronisch gekozen automatische standen
In de automatische stand of de sportstand (niet beschikbaar in de CommandShift-stand) worden de momenten voor het overschakelen naar een hogere of lagere versnelling aangepast al naar gelang de rijomstandigheden.
Beklimming, aanhanger en rijden op grote hoogte
De transmissie zal langer in lagere versnellingen blijven om tijdens een
beklimming of het trekken van een aanhanger het overschakelen te minimaliseren. Dit helpt op grote hoogten tevens bij het verminderen van het effect van een lager (motor)koppel.
Afdaling
Wanneer de transmissie handmatig in de CommandShift™-stand is gezet en de optimale versnelling voor afremmen op de motor is gekozen, kunt u de transmissiehendel op dat moment naar stand D verzetten.
De transmissie zal in de eerder gekozen handmatige versnelling blijven staan totdat de afdaling is beëindigd, waarna de transmissie automatisch naar D zal overschakelen.
Hoge temperatuur
Bij hoge omgevingstemperaturen, tijdens omstandigheden met extreme belasting, bestaat de kans dat de motor en de versnellingsbak oververhit raken.
De transmissie zal een schakelpatroon kiezen dat het koelproces bevordert.
Opmerking: bij voertuigen uitgerust met het Terrain Response-systeem zullen de schakelmomenten/-patronen van de automatische transmissie veranderen al naar gelang de gekozen functie.
Transmissiestoring
Als er in de transmissie een storing optreedt, verschijnt op het scherm met de
transmissiehendelstand de letter F en zijn er slechts een beperkt aantal versnellingen beschikbaar. Roep onmiddellijk de hulp in van uw Land Rover-dealer/erkende reparateur.
Mededelingen
Op het message centre kunnen de onderstaande mededelingen verschijnen. In bepaalde landen zijn sommige berichten niet van toepassing op uw voertuig, waardoor ze niet worden weergegeven.
Mededeling Betekenis Wat moet u doen?
TRANSMISSION FAULT
Laat de bestuurder weten dat er in de automatische transmissie een storing is opgetreden.
Laat deze storing onmiddellijk door een erkende reparateur verhelpen.
TRANSMISSION FAULT AND OVERHEAT
Laat de bestuurder weten dat er in de automatische transmissie een storing is opgetreden en dat de temperatuur te hoog is.
Laat deze storing onmiddellijk door een erkende reparateur verhelpen.
TRANSMISSION FAULT LIMITED GEARS AVAILABLE
Laat de bestuurder weten dat er in de automatische transmissie een storing is opgetreden en dat de prestaties mogelijk slechter zijn.
Laat deze storing onmiddellijk door een erkende reparateur verhelpen.
TUSSENBAK
Met de tussenbak kunt u versnellingen in de hoge of lage gearing kiezen.
Hoge gearing (Hi)
U dient de hoge gearing (Hi) te gebruiken voor normaal rijden op de weg en voor terreinrijden over droog, vlak terrein.
Lage gearing (Lo)
U mag de lage gearing (Lo) alleen gebruiken in situaties waarbij u met een lage snelheid moet manoeuvreren.
Gebruik Lo eveneens voor de wat extremere omstandigheden bij terreinrijden. Gebruik Lo niet voor normaal rijden op de weg.
Een andere gearing selecteren Wij bevelen u aan om de gearing alleen te veranderen wanneer het voertuig stilstaat.
Bij voertuigen uitgerust met een message
Lampjes voor veranderen van gearing Als de tussenbak in Hi staat, brandt het Hi-lampje naast de schakelaar.
Staat de tussenbak in Lo, dan branden zowel het groene waarschuwingslampje in de instrumentengroep als het Lo-lampje bij de schakelaar.
Overschakelen tussen Hi en Lo nader verklaard
Terwijl de tussenbak naar een andere gearing gaat, knipperen de controlelampjes voor de gearing als volgt:
Overschakeling van Hi naar Lo
• Het Lo-pijltje en het waarschuwingslampje in de instrumentengroep knipperen tijdens het schakelen en gaan daarna continu branden.
• Het Hi-pijltje gaat uit zodra de andere gearing is geselecteerd.
• Er klinkt een geluidssignaal en de VOORZICHTIG
U mag geen hulpuitrusting, zoals rolbankgeneratoren, gebruiken die slechts door één of twee wielen van het voertuig wordt aangedreven, aangezien de tussenbak hierdoor defect kan raken.
E90932
E90933
Overschakelen van Lo naar Hi
• Het Hi-pijltje en het Lo-waarschuwings- lampje in de instrumentengroep knipperen allebei tijdens het schakelen.
• Het Hi-pijltje gaat continu branden zodra de andere gearing is geselecteerd.
• Het Lo-waarschuwingslampje gaat uit zodra de andere gearing is geselecteerd.
• Er klinkt een geluidssignaal en de mededeling HIGH RANGE ENGAGED (hoge gearing ingeschakeld) wordt kort op het message centre weergegeven.
Een andere gearing selecteren bij stilstand
Zet terwijl het voertuig stilstaat de transmissiehendel in de neutraalstand.
Duw de tussenbakschakelaar naar de gewenste gearing en laat de schakelaar los.
De schakelaar gaat terug naar de standaardpositie en na een paar seconden bevestigt het systeem de status van de gearing.
Een andere gearing selecteren tijdens het rijden
Opmerking: als de voertuigsnelheid te hoog is wanneer u naar een andere gearing wilt overschakelen, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er op het message centre de mededeling SPEED TOO HIGH FOR RANGE CHANGE (snelheid te hoog voor schakelen).
Van Hi naar Lo
1. Wanneer het voertuig langzamer gaat rijden, zet u de transmissiehendel bij een snelheid tussen 40 km/h (24 mijl/h) en 3 km/h (2 mijl/h) in N (neutraal).
2. Als u de hendel niet in N zet voordat u de schakelaar van de tussenbak gebruikt, verschijnt de mededeling SELECT NEUTRAL FOR RANGE CHANGE (zet transmissiehendel in neutraalstand voor schakelen) en klinkt er een geluidssignaal.
3. Duw de tussenbakschakelaar naar achteren naar de Lo-stand en laat de schakelaar los.
4. De schakelaar gaat terug naar de standaardpositie en na een paar seconden bevestigt het systeem de status van de gearing. U kunt geen vooruitversnelling kiezen zolang de andere gearing niet is geselecteerd.
Van Lo naar Hi
Zet terwijl het voertuig niet harder dan 60 km/h (38 mijl/h) rijdt de transmissiehendel in N.
Duw de tussenbakschakelaar naar voren naar de Hi-stand en laat de schakelaar los.
De aanduiding van de nieuwe status van de gearing is hetzelfde als bij de stilstandmethode.
Zet de transmissiehendel nu in D (rijstand) en vervolg de rit.
Mededelingen
Op het message centre kunnen de onderstaande mededelingen verschijnen. In bepaalde landen zijn sommige berichten niet van toepassing op uw voertuig, waardoor ze niet worden weergegeven.
Mededeling Betekenis Wat moet u doen?
TRANSMISSION FAULT
STOP SAFELY
Laat de bestuurder weten dat er in het elektronische
achterdifferentieel een storing is opgetreden.
Breng het voertuig zo snel mogelijk tot stilstand waar u dit veilig kunt doen.
TRANSMISSION FAULT
TRACTION REDUCED
Laat de bestuurder weten dat er in het regelsysteem van de tussenbak een storing is opgetreden.
Verlaag de snelheid en roep onmiddellijk deskundige hulp in.
De prestaties bij terreinrijden zullen lager zijn.
TRANSMISSION OVERHEAT SLOW DOWN
De temperatuur van het achterdifferentieel heeft de oververhittingsdrempel bereikt of nadert de drempel.
Verlaag de snelheid en roep onmiddellijk deskundige hulp in.
TRANSMISSION RANGE CHANGE NOT AVAILABLE
Laat de bestuurder weten dat er een storing is opgetreden, die de tussenbak ervan weerhoudt een bereikverandering uit te voeren.
Verlaag de snelheid en roep onmiddellijk deskundige hulp in.
TRANSMISSION TRACTION REDUCED
Storing in de
tussenbakregelmodule.
Verlaag de snelheid en roep onmiddellijk deskundige hulp in.
SELECT NEUTRAL FOR RANGE CHANGE
Maakt de bestuurder erop attent dat de bereikverandering niet zal plaatsvinden als hij/zij de transmissiehendel niet in de neutraalstand heeft gezet.
Zet de hendel in de neutraalstand.
SPEED TOO HIGH FOR RANGE CHANGE
De bestuurder heeft om een bereikverandering gevraagd terwijl de voertuigsnelheid te hoog is.
Verlaag de snelheid tot 40 km/h (25 mijl/h).