• No results found

Partijen: Overwegende:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Partijen: Overwegende:"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stadsregio Rotterdam Stadsgewest Haaglanden over facilitering van

preventief jeugdbeleid

en van

S T A D S R E G I O

R O T T E R D A M

4 11^jt>tadsgevvest

17 november 2007

(2)

Bestuurlijke afspraken tussen Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden over facilitering van preventief jeugdbeleid en financiering van geindiceerde jeugdzorg

Partijen:

Gedeputeerde van Staten Zuid-Holland, vertegenwoordigd door gedeputeerde mevrouw A.G.M.

van de Vondervoort, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 30 oktober 2007, verder te noemen "de Provincie".

Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door portefeuillehouder jeugdzorg de heer L.K. Geluk, verder te noemen "de Stadsregio".

Het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, vertegenwoordigd door portefeuille- houder zorg de heer RH. Buddenberg, verder te noemen "het Stadsgewest".

Overwegende:

Dat jeugdigen in Zuid-Holland gezond en veilig moeten kunnen opgroeien. Verreweg de meeste jeugdigen groeien evenwichtig en goed toegerust op en zijn in staat tot een actieve maatschap- pelijke participatie. Maar opgroeien en opvoeden is complexer geworden. Er kunnen problemen ontstaan, waardoor de ontwikkeling bedreigd wordt. Het is dan belangrijk om tijdig de juiste ondersteuning en hulp te zoeken en te krijgen.

Dat het nodig is om te investeren in preventie, bescherming, behandeling en zorg voor jeugdigen en ouders om kansen van jeugdigen stmctureel te verbeteren en risico's in te dammen. De Provincie, de Stadsregio en het Stadsgewest zijn op grond van de Wet op de jeugdzorg verant- woordelijk voor de planning en financiering van geindiceerde jeugdzorg en voor de aansluiting tussen jeugdzorg en lokaal preventief jeugdbeleid. De drie partijen vinden een goede afstemming in Zuid-Holland van het preventieve jeugdbeleid en de geindiceerde jeugdzorg belangrijk.

Dat afstemming tussen de drie partijen nodig is omdat clientenstromen over de regiogrenzen gaan, jeugdzorginstellingen clienten uit verschillende regio's bedienen en de Provincie het preventieve jeugdbeleid van gemeenten in de Stadsregio en het Stadsgewest mede wil faciliteren.

Dat twee pijlers van belang zijn om afspraken over te maken tussen de drie partijen:

1. de facilitering van het preventieve jeugdbeleid, zodat clienten snel de juiste hulp ontvangen en/of zodanig geholpen kunnen worden, waardoor zwaardere geindiceerde zorg niet nodig is.

2. de verbetering van de financiering van de geindiceerde jeugdzorg door de invoering van de pxq-financiering conform de landelijke afspraken.

(3)

® optimalisering van en heldere afspraken over zorgcoordinatie.

Artikel2

1. De Provincie zet vanaf 2008 — onder voorbehoud dat Provinciale Staten voldoende midde- len op de begroting beschikbaar hebben gesteld — een derde deel van de extra autonome middelen, die in de collegeperiode 2007-2011 zijn voorzien voor het realiseren van zorg voor jongeren, in voor het leveren van niet-geindiceerde ambulante hulp. Dat kan via resultaat- afspraken in de Regionale Agenda Samenleving (RAS) of via een vorm van 'trekkingsrechten'.

2. De in lid i genoemde middelen worden ingezet voor niet-geindiceerde ambulante hulp die door zorgaanbieders wordt geleverd in of via het CJG. De doelstelling hierbij is om hulp- vragers in een vroegtijdig stadium te helpen en daarmee een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de vraag naar geindiceerde zorg. Het gaat daarbij om lichtere vormen van ambulante (crisis)hulp die niet via de (boven)lokale instellingen geboden kan worden en waarvoor een indicatietraject kan worden voorkomen door vroegtijdige ambulante interven- tie. Niet-geindiceerde ambulante hulp kan ook geboden worden om uitstroom uit de geindi- ceerde zorg te bevorderen.

3. De in lid i genoemde middelen worden naar rato van het aantal gewogen jeugdigen verdeeld over de gemeenten in de Stadsregio, het Stadsgewest en de Provincie. Daarbij gaat de Provin- cie ervan uit dat het Bureau Jeugdzorg (BJZ) in de Stadsregio en het Stadsgewest de consul- tatie- en adviestaak voldoende blijft inzetten en dat de Stadsregio en het Stadsgewest betalen voor de geindiceerde zorg van clienten uit de betreffende regio's (vanuit de doehiitkeringen van het Rijk).

Paragraaf 2 Financiering van geindiceerde jeugdzorg

i. Geindiceerde jeugdigen verzilveren in principe de benodigde zorg in de eigen regio. Mocht deze zorg niet voorhanden zijn, dan kunnen jeugdigen uitwijken naar een andere regio. Deze werkwijze sluit aan bij een inmiddels deels gegroeide praktijk, waarin regelmatig jeugdzorg- capaciteit wordt uitgewisseld. Dit komt overeen met de afspraken die op 7 oktober 2004 zijn gemaakt in het Interprovinciaal Overleg Sociaal Beleid (IPO-SB), waarbij voor de periode tot de invoering van de pxq-financieringssystematiek de zogeheten io%-regeling wordt toegepast voor buitenprovinciaal/-regionaal clientenverkeer.

(4)

Bestuurlijke afspraken tussen Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden over facilitering van preventief jeugdbeleid en financiering van geindiceerde jeugdzorg

2. De nu bestaande rol van planner/financier voor de jeugdzorg in de eigen regio blijft gehand- haafd. ledere partij stuurt zelf op vraag en aanbod en is verantwoordelijk voor kwantiteit en kwaliteit van de zorg in de eigen regio. Het maken van prijsafspraken, bespreken van bouw- plannen, controle op subsidiegebruik, opvragen van beleidsinformatie e.d. gebeurt door de

* partij die dat nu ook doet voor een instelling.

f 3- Bij buitenprovinciale/-regionale plaatsingen geldt het financiele kader van de regio waar de client wordt geplaatst.

Artikei 4

1. Het bestaande penvoerderschap voor Stichting Horizon door de Provincie blijft conform het convenant penvoerderschap Stichting Horizon d.d. 29 September 2005 gehandhaafd tot de invoering van de pxq-fmancieringssystematiek, naar verwachting in 2009. Dat wil zeggen dat de Provincie prijsafspraken maakt, bouwplannen bespreekt, subsidiegebruik controleert en beleidsinformatie ontvangt van Stichting Horizon.

2. De Provincie, de Stadsregio en het Stadsgewest fmancieren op basis van dezelfde prijs per capaciteitsplaats — door de penvoerder afgesproken met Stichting Horizon — de zorg die wordt ingekocht ten behoeve van clienten uit de betreffende regio's.

3. Voor 2008 wordt de volgende capaciteitsverdeling afgesproken, waarbij de prijs wordt gehan- teerd die door de penvoerder aan Stichting Horizon wordt betaald:

© Stadsregio Rotterdam: 124 plaatsen

• Stadsgewest Haaglanden: 41 plaatsen

• Provincie Zuid-Holland: 84 plaatsen

4. Over onder- en overschrijdingen van de afname van capaciteit per regio, als gevolg van een hogere of lagere vraag naar zorg, wordt tijdig door de penvoerder contact opgenomen met de deelnemende partijen aan deze overeenkomst, zodat besloten kan worden tot capaciteitsbij- stelling of instroombeperking.

Artikels

1. De drie partijen zijn voorstander van de invoering van een nieuwe financieringssystematiek pxq, waarbij bekostiging zal plaatsvinden op basis van vastgestelde zorgeenheden. In 2009 wordt conform de landelijke afspraken in elk van de drie regio's de nieuwe pxq-systematiek ingevoerd, uitgaand van de resultaten van de toetsing van het pxq-systeem, alsmede de lan- delijk vastgestelde prestatieindicatoren.

• Hierdoor ontstaat zowel naar inhoud als naar kosten een goede vergelijkbaarheid van de zorg die de verschillende instellingen leveren.

© Daarmee kan verder worden gewerkt aan het inzichtelijk maken van verschillen in indi- catiestelling, behandelduur en stapeling van zorg.

® Het biedt betere beleidsinformatie waarmee de drie partijen beter in staat zijn te sturen op aard, omvang en spreiding van de zorg.

® Daarnaast maakt het het afrekenen van geleverde zorg eenvoudiger. De geleverde zorg wordt in principe betaald door de partij waar het indicatiebesluit is afgegeven c.q. waar de zorgvrager woont.

Een van de voorwaarden voor invoering van pxq-financiering is dat de BJZ's en de zorgaan- bieders goede afspraken maken over de 'protocollering' van de te indiceren zorg zowel naar inhoud als volume.

2. De Provincie is — onder voorbehoud dat Provinciate Staten voldoende middelen op de

(5)

gemaakt in 2008.

Paragraaf 3 Evaltiatie en overleg Artikel 7

De afspraken uit deze overeenkomst worden door de partijen jaarlijks geevalueerd en de resul- taten daarvan worden in het bestuurlijk overleg besproken.

Paragraaf 4 GescMlbeslechting Artikel 8

1. Indien over de uitvoering van deze overeenkomst een geschil ontstaat, benoemen de partijen bij de overeenkomst een onafhankelijke derde. Voor de benoeming hiervan is een meerder- heid van tenminste tweederde van het aantal aan de overeenkomst deelnemende partijen vereist. Deze onafhankelijke derde brengt ter oplossing van het geschil een advies uit, waarvan de partijen in de overeenkomst alleen kunnen afwijken met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal aan de overeenkomst deelnemende partijen.

2. Een geschil bestaat, indien een van partijen dat schriftelijk aan de andere partijen meedeelt.

Paragraaf 5 Slotbepalingen Artikel 9

1. Indien de budgettaire omstandigheden van het Rijk zich ingrijpend wijzigen dan wel onvoor- ziene omstandigheden zich voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze overeenkomst, zullen partijen over (de noodzaak van) wijziging van deze overeenkomst in overleg treden.

2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.

3. Indien het overleg niet binnen 10 weken na aanvang van het overleg tot overeenstemming heeft geleid, mag elke partij deze overeenkomst schriftelijk opzeggen. Bij opzegging wordt een termijn van ten minste drie maanden in acht genomen.

4. Wanneer de overeenkomst door een partij wordt opgezegd, blijft de overeenkomst voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

(6)

Bestuurlijke afspraken tussen Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden over facilitering van preventief jeugdbeleid en financiering van geindiceerde jeugdzorg

Artikel 10

Deze overeenkomst treedt in werking op i januari 2008 en eindigt aan het eind van de huidige collegeperiode in 2011.

Aldus overeengekomen op 17 november 2007 en in 4-voud ondertekend te Rotterdam

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, namens deze,

het Dagehjks Bestuur van de Stadsregio Rotterdam, namens deze,

het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, namens deze,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze ondersteuning wordt door het Expertise Centrum Warmte (ECW) ingericht, mede op basis van kennis die gemeenten zelf opdoen. Deze ondersteuning vergroot de uitvoerbaarheid

De provincie Zuid-Holland, stadsregio Rotterdam, de gemeente Lansingerland en de gemeente Rotterdam zijn voornemens de verkeersafwikkeling op het traject van de N 209 tussen de

Er zijn de afgelopen jaren enkele mooie flexwonen-initiatieven ontstaan waarbij woonoplossingen zijn bedacht voor deze groep spoedzoekers.. En of die realisatie nu plaats vindt

Via eisen aan nieuwe concessiehouders met betrekking tot de inzet vanaf september 2008 van nieuwe bussen en vervanging en aanpassing van oud materieel zullen in 2015 alle

Na beëindiging zullen de resterende activiteiten door de individuele gemeenten verder uitgevoerd worden. Naar aanleiding hiervan zullen de hiermee samenhangende bedragen en de nog

om in de vergadering van het AB van Haaglanden op 10 juli aanstaande, waarin besluitvorming over het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en de actualisatie van 2013 aan

Niettegenstaande het voorgaande, is het verstandig vanuit het college en vanuit de raad kennis te nemen van de geboden informatie en bij gelegenheid deel te nemen aan overleggen

Omdat niet elke buurt evenveel inwoners heeft, en alleen de meest voorkomende kleur is weergegeven, kunnen de percentages afwijken van de indruk die aan de hand van de