• No results found

Hier komen wij vandaan (2021) Leonieke Baerwaldt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hier komen wij vandaan (2021) Leonieke Baerwaldt"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aukje van Hout (aukje.vanhout@ru.nl) 23 februari 2022

Hier komen wij

vandaan (2021) –

Leonieke Baerwaldt

(2)
(3)

• De zeemeermin

• Miriam en Ondine

• Loek en Brenda

• Alex

Twee sprookjes

Van de visser en zijn vrouw (gebroeders Grimm) De kleine zeemeermin (Hans Christian Andersen)

HIER KOMEN WIJ VANDAAN – VIER VERHAALLIJNEN

(4)

• Afkomst, identiteit en (het gebrek aan) verbinding

• Moederschap

• Spiegels en spiegelende oppervlakten

“Ik deed mijn natte kleren uit en keek in de spiegel terwijl ik me afdroogde. Het leek of mijn lichaam niet van mij was. Ik haatte mijn gezicht.” (p. 93)

“Op slechte dagen, zoals deze, vraag ik me af of ik zelf ook aan het veranderen ben.

Er zijn momenten dat ik mijn eigen handen niet herken, dat mijn spiegelbeeld een vreemde is die terugstaart. Een wezen dat haar menselijkheid aan het verliezen is. Ik kom mezelf tegen in het reflecterende glas van het grote zeeaquarium. Ik knijp in mijn wangen en probeer het gezicht dat me aankijkt in een andere vorm te kneden.

Een anemoonvis zwemt nieuwsgierig naar me toe, zijn mond gaat geluidloos open en dicht. Ik doe het na. Vissen begrijpen elkaar. Hier hoeft niet veel gezegd te

worden.” (p. 162)

WAAR WIJ VANDAAN KOMEN

(5)

Dysforie is de geneeskundige term voor een sombere of prikkelbare stemming, die soms gepaard gaat met angst of rusteloosheid. Dysforie kan het gevolg zijn van

ingrijpende gebeurtenissen in iemands leven, zoals het verlies van een dierbare. Het kan echter ook een pathologische oorzaak hebben, of optreden

als bijwerking van medicatie. Het begrip dysforie is geen diagnose of ziekte op zich, maar kan een symptoom zijn. Zo is diepe, langdurige dysforie vaak een symptoom van depressie. Dysforie is het tegengestelde van euforie. (Wikipedia)

“Ik weet niet waar mijn lichaam eindigt en waar het water begint. Ik zweef, ben deel van alles. Hier hoor ik thuis.” (p. 180)

HET LICHAAM

(6)

”In Het boek der oceanen en zeeën las ik het volgende: […] Vissen zijn in het water levende gewervelde dieren die in de regel ademhalen met kieuwen.

De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere vissen

vertonen ook warmbloedige trekjes. Bij de Z kon ik het woord ‘zeeheks’

niet vinden, maar bij ‘zee’ stond wel een woord dat ik de moeite waard vond. Dat schreef ik op: Zoutwaterlichaam.” (p. 35)

“De zee is uitgeput. Haar wateren zijn lauw, verzuurd en verzadigd van nitraten. Ze ruikt naar rottend vlees en gistend groen. Ooit was haar deinende lichaam de bron van al het leven. Ooit was ze een moeder, net als ik.” (p. 217)

Rachel Carson – The sea around Us (1951)

“For all at last return to the sea – to Oceanus, the ocean river, like the ever- streaming flow of time, the beginning and the end’.” (p.212)

HET (ZOUTWATER)LICHAAM

(7)

Etym: Lat. inter = tussen.

Door Julia Kristeva geïntroduceerde term waarmee wordt aangegeven dat elke tekst bestaat uit een mozaïek van citaten en gezien moet worden als de absorptie en

transformatie van andere teksten.

(Algemeen Letterkundig Lexicon)

Verschillende functies (al dan niet intentioneel): distinctief, poëticaal, universeel, emancipatoir > ‘de auteur is niet de baas’

Yra van Dijk op www.didactieknederlands.nl

INTERTEKSTUALITEIT

(8)

1. Intertekstualiteit (zichtbare relatie, vb. citaten, allusies of plagiaat) 2. Paratekstualiteit (boek als materieel object)

3. Metatekstualiteit (commentaar, vb. literaire kritiek) 4. Architekstualiteit (generische traditie)

5. Hypertekstualiteit (hypertekst en hypotekst)

Hypotekst: Den Lille Havfrue (1837) van Hans Christian Andersen

INTERTEKSTUALITEIT - VORMEN

(9)

• Sinds WOII: lange traditie van sprookjes(her)vertellingen

• 1938: Sneeuwwitje en de zeven dwergen

• 1952: Opening Efteling

• 1955: Opening Disneyland

• 1966: Thema Nederlandse kinderboekenweek

DE RENAISSANCE VAN HET SPROOKJE

(10)

• Sirene, ondine, selkie of lorelei

• Waternimf of watergeest

• Zielloos

• (On)sterfelijkheid?

Homerus – Odyssee

Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) Lampje (2017) – Annet Schaap

ZEEMEERMINNEN IN DE LITERATUUR

(11)

• Friedrich de la Motte Fouqué – Undine (1811)

• Louis Bertrand - Gaspard de la Nuit (1842)

• Hans Christian Andersen - Den lille Havfrue (1837)

• M. Vasalis – ‘De kleine zeemeermin’ (1941)

NOG MEER ZEEMEERMINNEN IN DE LITERATUUR

(12)

“De kleine zeemeermin bracht bijna al haar tijd door in haar tuin. Daar, achter een haag van vuurrode bladeren, beschermd door koralen waaiers, lag een vreemde verzameling

voorwerpen. Telkens wanneer schepen vergingen zonken er spullen haar wereld binnen. Dat wat de mens in zee verloor was voor de zeemeermin van onschatbare waarde. […] Ze

fantaseerde over een wereld die zo anders was dan die waarin ze zelf rondzwom.” (p. 12)

“Wat zijn sterren?’ vroeg de kleine zeemeermin. ‘Sterren,’ mijmerde haar oma, ‘zijn het mooiste dat je ooit zult zien.’”

[…] ‘En de sterren? vroeg de kleine zeemeermin. ‘Hebben jullie de sterren gezien?’

‘Oma is al lang niet meer boven geweest. Er valt daar geen ster meer te bekennen.’

‘Hoe is dat mogelijk?’ vroeg ze teleurgesteld.

Haar zussen haalden hun schouders op. ‘Er hangt te veel tussen mens en hemel in.’” (p. 11-13).

MISLUKTE VERLANGENS EN OPOFFERING

(13)

“Hij moet het weten en hij mag het niet weten. Hij moet weten wie ze is en wat ze heeft gedaan, hij moet weten dat ze voor hem een ander is geworden dan ze was, dat ze tot het uiterste is gegaan – hij moet het weten omdat hij anders niets kan teruggeven. En tegelijk mag hij dat niet weten, hij mag niet weten dat het haar ook om iets anders te doen is dan zijn exclusieve liefde, hij mag niet weten dat ze niet is wat ze lijkt te zijn, anders zal hij haar van zich afstoten, haar niets willen teruggeven.” (p. 107)

Hij en zij, ze behoren tot werelden die niet alleen verschillend zijn, maar zelfs onderling onverenigbaar, zij tot de wereld van de diepte en de pijn, de dood en de dierlijke stilte, hij tot de hogere, heldere wereld van de taal, de beloftevolle wereld van geluk en onsterfelijkheid. (p. 108)

(Patricia de Martelaere, Een verlangen naar ontroostbaarheid (1993))

DE ZEEMEERMIN

(14)

• As I lay dying (1930) – William Faulkner

• Slaughterhouse Five (1969) – Kurt Vonnegut

Motto Hier komen wij vandaan:

“Mijn moeder is een vis.

- William Faulkner, Terwijl ik al heenging”

INTERTEKSTEN

(15)
(16)

“It was not her. I was there, looking. I saw. I thought it was her, but it was not. It was not my mother. […] It was not her because it was laying right yonder in the dirt. And now it’s all chopped up. I chopped it up. It’s laying in the kitchen in the bleeding pan, waiting to be cooked and et.”

AS I LAY DYING – WILLIAM FAULKNER

(17)

SLAUGHTERHOUSE FIVE – KURT VONNEGUT

(18)

“When a Tralfamadorian sees a corpse, all he thinks is that the dead person is in bad condition in that particular moment, but that the same person is just fine in plenty of other moments. Now, when I myself hear that somebody is dead, I simply shrug and say what the Tralfamodorians say about dead people, which is ‘So it goes’.”

Kurt Vonnegut, in Slaughterhouse-Five, Or The Children's Crusade : A Duty-dance with Death (1969)

SLAUGHTERHOUSE FIVE – KURT VONNEGUT

(19)

• De roman als dialogisch netwerk van stemmen en verhalen

• Conflicterende stemmen: het (onwetende) kind en de volwassene

“En ze leefden nog lang en gelukkig?’ ‘Zoiets’, zei je.” (p. 85)

“Voordat er ook maar één woord over haar lippen kwam, wilde ze een nieuw verhaal verzinnen, want haar eigen verhaal zouden mensen nooit geloven.” (p. 213)

“Ze [Brenda] schreef woorden op de wanden. Hiërogliefen die ze zich herinnerde uit haar oude leven. Loek veegde ze uit, zodat er enkel onsamenhangende letters

overbleven. ‘Zo makkelijk is het nou,’ zei hij, ‘om het verleden uit te wissen.” (p. 27)

VERHALEN IN HIER KOMEN WIJ VANDAAN

(20)

“Het is maar een verhaal zei je,’ zei je. ‘Er zijn zoveel verhalen.’ […] Ik keek naar de littekens achter je oren, dacht aan het verhaal dat daarbij hoorde.” (p. 21).

“In de verhalen die je me vertelde zocht ik naar aanwijzingen. Verklaringen voor je gedrag, bewijzen uit een verborgen verleden. Ik vond vertrekpunten, zocht meer informatie en bladerde door encyclopedieën. Alles wat ik kon gebruiken schreef ik over en ik begon een theorie te vormen waar ik me lange tijd aan vasthield.” (p. 155)

VERHALEN IN HIER KOMEN WIJ VANDAAN

(21)

“Je keek dwars door me heen toen ik de badkamer binnenkwam met mijn emmer vol zoutwatersiroop, net als de keer dat ik onder de tafel zat tussen al die benen en jij op de grond viel. Het gebeurde wel vaker dat je niet meer reageerde, maar het was nog nooit zo erg geweest. Ik dacht aan mijn theorie, aan alle bewijzen die ik had

vergaard, en goot de zoutwateroplossing bij je in bad. Ik moest iets doen om je hier te houden.” (p. 182).

“Ik vind Alex in de badkamer in elkaar gezakt tegen de deurpost met zijn hoofd op zijn knieën. Ik help hem overeind, leid hem de trap af, de winkel door, zijn kantoortje binnen, zet hem in zijn stoel en bedek zijn naakte onderlijf met een deken. ‘Ze is

weggezwommen,’ zegt hij. ,Ja,’ zeg ik. ‘Sorry,’ stamelt hij. ‘Sorry.’” (p. 197)

TRAUMA IN HIER KOMEN WIJ VANDAAN

(22)

“Nadat je in zee was verdwenen, dacht ik bij iedere bruinvis of dolfijn die aanspoelde dat jij het zou kunnen zijn, maar nu die kinderlijke fantasie aan het verslijten is, zijn het menselijke drenkelingen die me zenuwachtig maken.” (p. 161)

‘”Het is logisch, dacht ik, toen je wegzwom. Een vis verlaat zijn kinderen zodra die oud genoeg zijn om zelf te overleven.” (p. 162)

TRAUMA IN HIER KOMEN WIJ VANDAAN

(23)

“Op de volgekrabbelde pagina’s zoek ik de bewijzen terug, maar ik vind slechts de onsamenhangende gedachten van een elfjarige. Een kind dat bang is voor het donker, maar niet wil zien wat ook gewoon bij daglicht steeds duidelijker aan het worden is.” (p. 156)

TRAUMA IN HIER KOMEN WIJ VANDAAN

(24)

LEONIEKE BAERWALDT – ‘ZWEMMER’ (IN: PAPIEREN HELDEN )

Vijf uur, dat was de afspraak. Het bleek een tijdstip waarop allebei de artsen naar ons toe konden komen. Zoiets doen ze waarschijnlijk liever niet aan het begin van hun werkdag. Buiten blaast de namiddag waterige kou tegen de ramen. Binnen is het veel te warm.

Je ligt in het bed dat nu al een paar weken midden in de woonkamer staat en vraagt of ik dichterbij wil komen. Je adem ruikt naar medicijnen en versleten ingewanden.

‘Weet je nog hoe ik het wil?’ fluister je in mijn oor. De woorden kruipen moeizaam over je lippen. Ik hoor je longen knerpen als papieren zakken.

‘Ik weet het nog,’ zeg ik en leg mijn hand tegen je wang.

Ze zijn tien minuten te laat, de artsen. De frisse geur van het wandelen hangt nog in hun dikke wollen winterjassen. Ze willen koffie.

(25)

LEONIEKE BAERWALDT – ‘ZWEMMER’ (IN: PAPIEREN HELDEN )

Niet lang geleden vertelde je me hoe je het voor je zag: dit laatste gedeelte. Opstaan en nog één keer door je appartement heen lopen, de kat een aai over zijn bol geven.

Voor het laatst naar de wc toe gaan.

‘Daarna,’ zei je met ogen die glinsterden van de morfine. ‘Zwem ik gewoon het raam uit.’

De artsen mengen het gif op het aanrecht dat sinds de diagnose is ingericht als apotheek. Ik zet koffie, kijk naar hun gebogen ruggen. Ze overleggen of de

verhoudingen wel kloppen. Eentje houdt de naald omhoog, drukt er een druppel vocht uit en tikt zacht tegen het plastic van de spuit.

‘Weet u het zeker?’ vragen de artsen, nadat ze naast het bed zijn komen zitten. Je weet het zeker. Om te laten zien dat je het meent probeer je overeind te komen maar die poging mondt uit in een hoestbui.

(26)

LEONIEKE BAERWALDT – ‘ZWEMMER’ (IN: PAPIEREN HELDEN )

‘Ik heb mijn lichaam overschat,’ zeg je droevig.

‘Het geeft niet,’ zeg ik.

Je laat jezelf terugzakken in de kussens.

‘Neem uw tijd,’ zeggen de artsen. ‘Wanneer u er klaar voor bent zullen we beginnen.’

We wachten een moment. Dan knik je en je strekt je arm uit.

Ik stel me voor hoe je opstaat, een paar onzekere passen maakt.

‘Kijk!’ zeg je, wijzend naar je tenen. ‘Ik begin vliesvoeten te krijgen.’

De artsen staren elkaar verbaasd aan.

‘En mijn handen. Zie je mijn handen?’

We concentreren ons op de ruimte tussen je vingers, het is alsof die vloeibaar wordt.

Langzaam maak je een eerste zwembeweging. Je oefent een paar slagen en als het lekker gaat zwem je rondjes door de ruimte. Aandachtig bestudeer je alles wat je nu achter moet gaan laten. Dan zwem je naar mij toe en heel even blijf je tegenover me hangen, een vis tegen het glas van een aquarium.

(27)

LEONIEKE BAERWALDT – ‘ZWEMMER’ (IN: PAPIEREN HELDEN )

‘Het raam,’ zeg je, een tikje ongeduldig.

Natuurlijk. Dat ik daar niet aan gedacht heb. Ik loop naar het raam en maak het open. Verse lucht stroomt de bedompte kamer binnen. Met een sierlijke

schoolslag zwem je langs me heen de cassisblauwe schemering in. Ik kijk je na en zwaai je uit totdat je helemaal bent verdwenen.

(28)

VRAGEN?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Belgische wetgeving rond homohuwelijk, abortus en euthanasie is dus helemaal geen uiting van permissiviteit, maar kwam tot stand vanuit een moreel uitgangspunt: respect voor

De gees- telijk verzorger kan natuurlijk ook geen mi- racles verrichten maar heeft wel een ingang waar een psycholoog niet bij komt of waar maatschappelijk werk niet aan de orde

“Zo’n hoger minimumloon heeft ook op andere vlakken positieve gevolgen: (1) het dringt de armoede terug (2) het draagt bij aan de economische relance en leidt dus tot meer

De jury kijkt ook of de inwoners en vrijwilligers- organisaties bij natuur en milieu

The trends by governments and employers to restrict the rights of workers through violations of collective bargaining and the right to strike, and excluding workers from

The breakdown of the social contract between workers, government and business has seen the number of countries which exclude workers from the right to establish or join a trade

De sociale balans bevat onder meer informatie aangaande het beleid dat de onderneming voert in functie van haar personeel, zoals het aantal tewerkgestelde mannen en

voor werknemers ontslagen na de leeftijd vanaf 50 jaar, voor werknemers die met brugpensioen zijn gegaan vóór 1 januari 2017 en voor diegenen die een zwaar beroep hebben, die