• No results found

Zakelijke dienstverlening

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zakelijke dienstverlening"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dreigingsprofiel

Zakelijke

dienstverlening

(2)

Inhoudsopgave

1 Algemeen ... 4

1.1 Inleiding ... 4

1.2 Fysiek beveiligingsbeheer raamwerk ... 4

1.3 Beheer en onderhoud ... 5

1.4 Doel en toepassing van het dreigingsprofiel ... 5

2 Motieven ... 6

3 Generiek dreigingsprofiel ... 7

4 Risicoklasse ... 8

4.1 Attractiviteit ... 8

4.2 Belangen ... 9

4.3 Risicoklasse-indeling ... 9

4.4 Inschatting risicoklasse-indeling ... 10

4.5 De te kiezen mix aan beveiligingsmaatregelen ... 10

Bijlage A: Dadertypen ... 12

Personen met verward gedrag ... 12

Ontevreden klanten ... 12

Vandalen ... 12

Gelegenheidscriminelen ... 13

Beroepscriminelen ... 13

Interne actoren ... 13

Activisten ... 13

Terroristen en terroristische organisaties ... 14

Georganiseerde criminaliteit ... 14

Niet-gouvernementele organisaties ... 14

Statelijke actoren ... 15

Bijlage B: Dreiging ... 16

Vandalisme/vernieling ... 16

Activisme ... 17

Ordeverstoring ... 17

Agressie en verbale dreiging ... 17

Fysiek geweld gericht tegen personen ... 17

Sabotage ... 17

Brandstichting ... 17

Diefstal ... 18

Inbraak ... 18

Overval ... 18

Vrijheidsberoving ... 18

Ramkraak en/of inrijden ... 19

Bombrief ... 19

(3)

Bom/explosie ... 19

Infiltratie, spionage en ondermijning ... 20

Radicalisering en terrorisme ... 20

Bijlage C: Aanvalsmiddelen ... 21

Aanwezig materieel ... 21

Licht handgereedschap ... 21

Zwaar handgereedschap ... 21

Elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap ... 21

Brandbare vloeistoffen en materialen ... 21

Giftige materialen ... 21

Explosieven ... 22

Voertuigen ... 22

Verbale middelen (praten, intimideren, schelden) ... 22

Fysieke middelen (schoppen, slaan) ... 22

Steek-, slag of stroomstootwapens ... 22

Vuurwapens (klein kaliber), kruisbogen en harpoenen ... 23

Vuurwapens (groot kaliber) ... 23

Overige hulp- of aanvalsmiddelen ... 23 De rol van RisicoRegisseurs

RisicoRegisseurs heeft zich ten doel gesteld een uniform dreigingsprofiel voor de zakelijke dienstverlening op te stellen dat vrijelijk gebruikt mag worden en mag worden aangepast aan de wensen en eisen van de specifieke organisatie. Wij willen hiermee de organisaties uit de zakelijke dienstverlening meer inzicht geven in de mogelijke dreigingen waar rekening mee dient te worden gehouden, zodat een betere mate van beveiliging gerealiseerd kan worden.

Disclaimer

De inhoud van dit document is met de grootste zorg samengesteld en omvat die informatie die bij RisicoRegisseurs bekend is op het moment van schrijven. Het kan voorkomen dat de ons verstrekte of bekende informatie verouderd is of onjuistheden bevat. Controle op de juistheid en volledigheid van de in dit document vermelde informatie berust bij de gebruikende organisatie. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend, wij aanvaarden geen aansprakelijkheid als gevolg van gebruik van dit document en wij staan niet garant voor de informatie mocht later blijken dat de informatie niet juist of volledig is.

Creative Commons: Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal

Voor meer informatie over dit dreigingsprofiel kan contact worden opgenomen met RisicoRegisseurs via info@risicoregisseurs.nl

(4)

1 Algemeen 1.1 Inleiding

Het dreigingsprofiel fysieke beveiliging voor de zakelijke dienstverlening (vanaf hier dreigingsprofiel) bevat de meest voorkomende dreigingen, dadertypen en de aanvalsmiddelen die onderkend worden en waartegen een organisatie vanuit de zakelijke dienstverlening (vanaf hier ook benoemd als: de organisatie) zich al dan niet zou moeten beveiligen. Deze combinaties worden in termen van wel of niet realistisch gewaardeerd en vormen de basis voor de uit te voeren risicoanalyse per locatie. Het dreigingsprofiel vormt een belangrijke basis voor de keuze van beveiligingsmaatregelen, omdat hiermee inzichtelijk kan worden gemaakt in hoeverre de tot nu getroffen beveiligingsmaatregelen (nog) toereikend zijn om de locaties waar de organisatie verantwoordelijk voor is in voldoende mate te beveiligen tegen onacceptabele risico’s.

1.2 Fysiek beveiligingsbeheer raamwerk

Bij de inrichting van beveiliging binnen organisaties wordt uitgegaan van een gestructureerde werkwijze conform onderstaand, of een vergelijkbaar, fysiek beveiligingsbeheer raamwerk. Dit document beschrijft het daarin vernoemde onderdeel “Dreigingsprofiel”.

Beveiligingsbeleid

Dreigingsprofiel

Au di ts In cid en te n

Programma van Eisen

Koppelingstabel

Risicoanalyse

Beveiligingsplan Maatregelen

Risicoacceptatie Risico’s van een organisatie

(bedrijfsprocessen, informatie, materieel, personen)

(5)

1.3 Beheer en onderhoud

Strategische wijzigingen, nieuwe inzichten, uitkomsten van risicoanalyses, beveiligingsincidenten binnen de eigen organisatie of binnen vergelijkbare organisaties, nieuwe wet- en regelgeving of praktijkervaringen, kunnen alle voor zich aanleiding zijn om de inhoud van het dreigingsprofiel aan te passen. Daarnaast dient het dreigingsprofiel dat door de organisatie gebruikt wordt elk jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld te worden.

1.4 Doel en toepassing van het dreigingsprofiel

Het doel van het dreigingsprofiel is om op basis van eenduidige begrippen en definities inzicht te verschaffen in de dreigingen, dadertypen en aanvalsmiddelen, die beoordeeld worden als mogelijke onacceptabele risico’s waartegen de organisatie zich wil beveiligen. Hiermee wordt de grens bepaald voor de mate van beveiliging om daarmee over- of onder beveiliging te voorkomen.

De keuze voor het in dit document benoemde dreigingsprofiel wil niet zeggen dat er zich geen andere combinaties of andere, niet genoemde dreigingen, dadertypes of aanvalsmiddelen voor kunnen doen.

Dergelijke combinaties worden echter (op dit moment) niet als realistisch gezien en/of (nog) niet onderkend of zijn specifiek voor een bepaalde organisatie.

Het dreigingsprofiel is van toepassing op alle locaties die vallen onder de uitvoerende verantwoordelijkheid van de betreffende dienstverlenende organisatie. Het dreigingsprofiel vormt het uitgangspunt voor de risicoanalyse per locatie, waarin de specifieke risico’s voor de locatie worden vastgelegd. Op deze risicoanalyse is het beveiligingsplan per locatie gebaseerd, met daarin de mix aan beveiligingsmaatregelen om de benoemde risico’s beheersbaar te maken en te houden (de zogenaamde SOLL-situatie).

Door ook de reeds getroffen beveiligingsmaatregelen in kaart te brengen (de zogenaamde IST-situatie) krijgt de organisatie inzicht in de mate waarin de onderkende risico’s al in voldoende mate beheersbaar zijn. Op basis hiervan kan de organisatie besluiten nemen over eventuele risico’s die nog niet of wellicht juist te zwaar zijn afgedekt zodat inzicht ontstaat in de mogelijke verbetermaatregelen.

(6)

2 Motieven

Om inzicht te krijgen in de redenen waarom een dreiging zich voor kan doen en om de attractiviteit van een bepaalde locatie te bepalen, is het noodzakelijk om zicht te hebben in de motieven van de verschillende dadertypen. De genoemde motieven hoeven niet per se een doel op zich te zijn maar kunnen ook een middel zijn om een ander doel te bereiken. De volgende motieven worden onderscheiden:

• Gelegenheid

• Eigen gewin

• Verdienmodel: de buit wordt verhandeld

• Verstoring van processen (platleggen organisatie)

• Ontwrichten van de maatschappij

• Onvrede uiten (met het handelen van de organisatie)

• Afpersen: van de organisatie of individuen werkend binnen de organisatie

• Spionage (digitaal en analoog)

• Verwarring en verdeeldheid zaaien: Fake news of propaganda

• Ideologische of activistische motieven

De meest realistische motieven per dadertype worden hieronder in groen weergegeven:

Personen met verward gedrag Ontevreden klanten Vandalen Gelegenheidscriminelen Beroepscriminelen Interne actoren Activisten Terroristen Georganiseerde criminaliteit Niet-gouvernementele organisaties Statelijke actoren

Gelegenheid X X X X

Eigen gewin X X X X X

Verdienmodel X X X X

Verstoring van processen X X X X X X X

Ontwrichten van de maatschappij X X X X X

Onvrede uiten X X X X X

Spionage X X X

Verwarring en verdeeldheid zaaien X X

Ideologische of activistische motieven X X X

Met de genoemde motieven in combinatie met de risicoklasse (zie hoofdstuk 4) van een locatie dient rekening te worden gehouden bij de uit te voeren risicoanalyse per locatie en de op basis daarvan te kiezen set aan beveiligingsmaatregelen zoals vastgelegd in de bijbehorende Programma’s van Eisen.

(7)

3 Generiek dreigingsprofiel

Voor de beveiliging wordt uitgegaan van een combinatie tussen dadertype, dreiging en aanvalsmiddel die zich voor kan doen. In onderstaande tabel zijn de meest realistisch veronderstelde combinaties in groen weergegeven.

Personen met verward gedrag Ontevreden klanten Vandalen Gelegenheidscriminelen Beroepscriminelen Interne actoren Activisten Terroristen Georganiseerde criminaliteit Niet-gouvernementele organisaties Statelijke actoren

Vandalisme/vernieling A/J/K A/J/K A/J/K A/J/K A A/J/K A/J

Activisme A A/I/J A/I/J

Ordeverstoring A/I A/I A/I A/I A/I A/I

Agressie/verbale dreiging I I I I I I

Fysiek geweld A/I/J/K A/I/J/K I/J/K/L I/J/K/L I/J K/L/M K/L/M I/J

Sabotage B B/C/D C/D B/C/D

Brandstichting E E E E E

Diefstal A/B C/D A/B C/D C/D/N

Inbraak A/B C/D A/B B C/D

Overval K/L L/M

Vrijheidsberoving J/K J/K K/L L/M

Ramkraak en/of inrijden H H H H H

Bombrief E/G E/G

Poederbrief F F

Bommelding G/I G/I G/I G/I G/I

Bom/explosief E/G E/G E/G

Infiltratie/spionage/ondermijning I/N I/N I/N I/N I/N

Radicalisering/terrorisme G/H/K/L/M/

N

Legenda:

A = Aanwezig materieel H = Voertuigen

B = Licht handgereedschap I = Verbale middelen (praten, intimideren, schelden) C = Zwaar handgereedschap J = Fysieke middelen (schoppen, slaan)

D = Elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap

K = Steek-, slag of stroomstootwapens

E = Brandbare vloeistoffen en materialen L = Vuurwapens (klein kaliber), kruisbogen en harpoenen

F = Giftige materialen M = Vuurwapens (groot kaliber)

G = Explosieven N = Overige hulp- of aanvalsmiddelen

(8)

Groen betekent dat het realistisch wordt geacht dat een combinatie van dadertype, dreiging en aanvalsmiddel zich voor kan doen. Grijs betekent niet dat een combinatie van dadertype en dreiging zich niet voor kan doen maar betekent dat een combinatie als niet realistisch of zeer laag risico wordt ingeschat en er geen specifieke beveiligingsmaatregelen tegen deze combinaties van dreiging en dadertype worden getroffen.

4 Risicoklasse

Voor het bepalen van de risicoklasse van een dreiging geldend voor een locatie, wordt gebruik gemaakt van vier risicoklassen. Hierbij is 1 de laagste risicoklasse en klasse 4 de hoogste risicoklasse, waarbij op basis van de attractiviteit en het belang (de kritische waarde) de beoordeling van de risicoklasse van de locaties in gezamenlijkheid met meerdere belanghebbenden wordt vastgesteld.

• Bij de attractiviteit van de locaties wordt gekeken naar de aantrekkelijkheid van een locatie voor een dadertype om de motieven van de aanval te kunnen realiseren.

• Bij het belang (de kritische waarde) van een locatie wordt niet alleen rekening gehouden met directe financiële schade als gevolg van een incident, maar ook met het maatschappelijk belang en eventuele gevolgschade, bijvoorbeeld imagoschade en de impact daarvan op de organisatie.

NB: Dit dreigingsprofiel bevat een generiek voorstel voor de indeling van attractieve zaken en potentiële schade. Afhankelijk van de eigenschappen van de specifieke organisatie (zoals omvang, aantal en soort klanten, etc.) kan het wenselijk zijn de beschrijvingen aan te passen en zo SMART mogelijk te maken om tot een zo goed mogelijk passende risicoklasse te komen.

4.1 Attractiviteit

Richtlijn voor het bepalen van de attractiviteit:

Attractiviteit Aantrekkelijkheid om

doel te bereiken Attractieve zaken Laag Niet aantrekkelijk/

realistisch Zeer beperkt aantal medewerkers of bezoekers en/of geen hoog risico personen en/of

zeer beperkte financiële waarde van de middelen en/of geen vertrouwelijke informatie aanwezig en/of

nauwelijks publicitaire waarde Midden Enigszins aantrekkelijk/

realistisch

Beperkt aantal medewerkers of bezoekers en/of geen hoog risico personen en/of

beperkte financiële waarde van de middelen en/of

niet of nauwelijks vertrouwelijke informatie aanwezig en/of hooguit regionale publiciteit

Hoog Aantrekkelijk/realistisch Aanzienlijk aantal medewerkers of bezoekers en/of 1 of enkele hoog risico personen en/of

aanzienlijke financiële waarde van de middelen en/of enige vertrouwelijke informatie aanwezig en/of landelijke publiciteit valt te verwachten Zeer hoog Zeer aantrekkelijk/

zeer realistisch Groot aantal medewerkers of bezoekers en/of een aantal hoog risico personen en/of

grote financiële waarde van de middelen en/of veel vertrouwelijke informatie aanwezig en/of

landelijke publiciteit tot mogelijk internationale publiciteit mag worden verwacht

(9)

4.2 Belangen

Richtlijn voor het bepalen van het belang:

Belang Omschrijving Potentiële schade

Laag De locatie heeft vooral een ondersteunende functie. Er is sprake van een indirecte relatie met de hoofdactiviteiten van de organisatie en/of uitval van de processen of de locatie heeft slechts kleine gevolgen voor de organisatie.

Zeer beperkte financiële schade of 1 of enkele slachtoffers of enige immateriële schade of verlies van niet vertrouwelijke informatie

Midden De aanwezige bedrijfsprocessen worden als belangrijk getypeerd omdat ze een directe relatie hebben met het bestaansrecht van de organisatie en de doelen die de organisatie wil realiseren en/of uitval van de processen of de locatie heeft aanzienlijke gevolgen voor de organisatie.

Beperkte financiële schade of 1 of enkele slachtoffers of aanzienlijke immateriële schade

of verlies van een enkel stuk vertrouwelijke informatie Hoog De aanwezige bedrijfsprocessen worden als

kritisch getypeerd omdat ze een directe relatie hebben met het bestaansrecht van de organisatie en de doelen die de organisatie wil realiseren en/of uitval van de processen of de locatie heeft ernstige gevolgen voor de organisatie.

Aanzienlijke financiële schade of aanzienlijk aantal slachtoffers of aanzienlijke immateriële schade

of verlies van enige vertrouwelijke informatie Zeer hoog Bij uitval of (grootschalige) verstoring van de

bedrijfsprocessen vallen er doden of gewonden of ontstaat ontwrichting van de gehele organisatie, ernstige economische schade voor de keten, (zeer) ernstige schade voor de vitale infrastructuur.

Grote financiële schade of veel slachtoffers of extreme of onmetelijke immateriële schade

of verlies van veel vertrouwelijke of geheime informatie

4.3 Risicoklasse-indeling

De combinatie tussen attractiviteit en het belang resulteert in een voor zakelijke dienstverleners te hanteren risicoklasseindeling die er als onderstaand uitziet.

Belang

Attractivite

it Laag Midden Hoog Zeer hoog

Laag 1 1 2 2

Midden 1 2 3 3

Hoog 2 3 4 4

Zeer hoog 2 4 4 4

Periodiek dient de risicoklasse opnieuw te worden vastgesteld. Dit dient in ieder geval te gebeuren bij tussentijdse wijzigingen in gebruik van de locatie en/of bij wijzigingen in het dreigingsprofiel. Zijn deze wijzigingen er niet, dan wordt hiervoor minimaal de volgende periodiciteit voor review en hernieuwd vaststellen van de risicoklasse-indeling gehanteerd:

• Locaties met een laag belang (risicoklasse 1): 1x per 3 jaar

• Locaties met een gemiddeld belang (risicoklasse 2): 1x per 2 jaar

• Locaties met een hoog of zeer hoog belang (risicoklasse 3 en 4): 1x per jaar

(10)

4.4 Inschatting risicoklasse-indeling

Per locatie kan nu per dreiging de attractiviteit en het belang worden beoordeeld. De uitkomst hiervan, afgestemd met de eigenaar(s) van de processen op locatie, leidt per dreiging tot het bepalen van de risicoklasse aan de hand van de tabel met de risicoklasse-indeling zoals weergegeven in 4.3.

Hoe hoger de risicoklasse, hoe meer aandacht er binnen de organisatie voor de dreiging moet zijn om deze voor de afzonderlijke locaties beheersbaar te maken en te houden.

Dreiging Attractiviteit Belang Risicoklasse

Voorbeeld Dreiging X Hoog Hoog 4

Vandalisme/vernieling Activisme

Ordeverstoring

Agressie/verbale dreiging Fysiek geweld

Sabotage Brandstichting Diefstal Inbraak Overval

Vrijheidsberoving Ramkraak en/of inrijden Bombrief

Poederbrief Bommelding Bom/explosief

Infiltratie/spionage/ondermijning Radicalisering/terrorisme

Op basis van wet- en regelgeving, het beveiligingsbeleid en het dreigingsprofiel wordt in het Programma van Eisen beschreven welke beveiligingsmaatregelen genomen worden om de voor de organisatie benoemde risico’s beheersbaar te maken. Omdat dreigingen per type locatie verschillen en omdat locaties in meer of mindere mate van belang zijn voor de organisatie kunnen meerdere Programma’s van Eisen nodig zijn.

4.5 De te kiezen mix aan beveiligingsmaatregelen

Om tot het juiste niveau van beveiliging voor een locatie te komen, is het noodzakelijk om per locatie een risicoanalyse uit te voeren zodat de hoogte van het risico specifiek gemaakt wordt. Per dreiging uit het dreigingsprofiel worden daarvoor de attractiviteit voor en het belang van die locatie bepaald.

Voor iedere locatie, behorend tot de vastgoedportefeuille van de organisatie, moet worden gekeken naar de processen die er worden uitgevoerd en wat hiervoor op de locatie aanwezig is (qua informatie, bezittingen en personen). Op grond hiervan kan worden bepaald welke risico’s voor deze locatie realistisch zijn, wat de gevolgen daarvan kunnen zijn en welke maatregelen uit het Programma van Eisen wenselijk zijn om die risico’s op een aanvaardbaar niveau te houden.

(11)

In de risicoanalyse behorend bij een locatie worden ook eventuele specifieke risicoplaatsen die aanvullende aandacht verdienen expliciet benoemd. De risicoklasse van de dreigingen voor een locatie en/of specifieke zones daarbinnen wordt vastgelegd in het bij die locatie behorende beveiligingsplan.

De risicoklasse bepaalt het minimaal te kiezen beveiligingsniveau tegen een dreiging. RisicoRegisseurs heeft voor organisaties in de zakelijke dienstverlening een generiek Programma van Eisen ontwikkeld, waarin de voor de tot deze sector behorende organisaties meest relevante beveiligingsmaatregelen zijn vastgelegd. Per maatregel is hierbij gedifferentieerd naar de zwaarte van de maatregel om deze zo goed mogelijk te laten passen bij de voor de locatie geldende risicoklasse. Wilt u meer weten over het generieke Programma van Eisen voor de zakelijke dienstverlening? Informatie op aanvraag via info@risicoregisseurs.nl.

Op basis van de risicoanalyse per locatie kan voor iedere dreiging afhankelijk van het dreigingsniveau de bijpassende beveiligingsmaatregelen worden geselecteerd uit het Programma van Eisen zodat per locatie aantoonbaar gemaakt kan worden of de juiste maatregelen en het juiste niveau van die maatregelen geïmplementeerd is. Door de reeds getroffen beveiligingsmaatregelen in kaart te brengen krijgt de organisatie inzicht in de mate waarin de onderkende risico’s al in voldoende mate beheersbaar zijn. Op basis hiervan kan de organisatie besluiten nemen over eventuele risico’s die nog verbetering behoeven door de risico’s formeel te accepteren, door aanvullende maatregelen te treffen voor die risico’s die nog niet in voldoende mate zijn afgedekt of door juist minder maatregelen te treffen voor die risico’s die te zwaar zijn afgedekt. Zo ontstaat inzicht in de mogelijke verbetermaatregelen.

Deze werkwijze garandeert op locatieniveau de beste aansluiting van de beveiligingsmaatregelen bij de realistische dreigingen voor een organisatie. En daarmee wordt inzichtelijk of er nog restrisico’s zijn en of er niet te veel, te zware of niet de juiste maatregelen worden getroffen. Dit ter voorkoming van onder- of overbeveiliging.

Met een dergelijk gestructureerde aanpak kan een organisatie aantonen dat ze de realistische risico’s in voldoende mate in kaart heeft gebracht op basis waarvan ze de juiste maatregelen heeft genomen om die risico’s beheersbaar te maken en te houden.

(12)

Bijlage A: Dadertypen

De volgende dadertypen worden onderscheiden:

• Personen met verward gedrag

• Ontevreden klanten

• Vandalen

• Gelegenheidscriminelen

• Beroepscriminelen (professional en semi-professional)

• Interne actoren (medewerkers en leveranciers)

• Activisten

• Terroristen

• Georganiseerde criminaliteit

• Niet-gouvernementele organisaties

• Statelijke actoren

Buiten scope: Dit dreigingsprofiel is gericht op de fysieke dreigingen als gevolg van bewust en onbevoegd menselijk handelen. Dreigingen van natuurlijke aard, zoals overstroming, blikseminslag, aardbeving etc., vallen buiten de scope van dit dreigingsprofiel.

Fysieke dreigingen met ICT als doelwit vallen binnen scope van de bovengenoemde dadertypen (bijvoorbeeld diefstal van laptops).

Digitale dreigingen (cybercrime met ICT als middel én doelwit) vallen buiten scope van dit dreigingsprofiel (bijvoorbeeld DDoS aanvallen, virusaanvallen, hackpogingen, etc.). De volgende dadertypen vallen daarmee buiten scope van dit dreigingsprofiel:

• Hacktivisten, cybervandalen en scriptkiddies.

Personen met verward gedrag

Onder personen met verward gedrag wordt verstaan eenieder die vanwege zijn al dan niet tijdelijke verstoorde oordeelsvermogen gedrag vertoont, waarmee hij zichzelf of enig ander in gevaar brengt en/of een bedreiging vormt voor de openbare orde en veiligheid of de eigendommen die de organisatie toebehoren.

Ontevreden klanten

Individuen of groepen van personen die zichzelf of hun onderneming niet of onvoldoende vertegenwoordigd voelen door de organisatie en hun onvrede tonen door de openbare orde en veiligheid in en rondom de locaties van de organisatie te verstoren. Dit met als doel gehoord te worden en hun boodschap over te kunnen brengen. Ontevreden klanten zullen over het algemeen de openbare orde verstoren, zich agressief of gewelddadig opstellen tegen medewerkers van de organisatie, maar zullen weinig tot geen fysieke schade aanbrengen, althans dat zal niet het primaire doel zijn. Escalatie met schade tot gevolg kan echter niet worden uitgesloten.

Vandalen

Een vandaal (waaronder inbegrepen baldadige jeugd, hangjongeren, voetbalhooligans, etc.) is een persoon of groep van personen die als doel heeft andermans eigendommen kapot te maken of dingen te beschadigen. Vaak treden zij in groepen op. Vandalen maken over het algemeen geen gebruik van specifieke gereedschappen, maar slechts van hulpmiddelen en materialen welke in de directe omgeving worden aangetroffen (ladders, stenen, stokken, stalen buizen, stangen, dranghekken, etc.).

(13)

Gelegenheidscriminelen

Gelegenheidscriminelen maken gebruik van de gelegenheid die hen geboden wordt. Veelal is het motief van een gelegenheidscrimineel gericht op eigen gewin (gelegenheid maakt de dief). Een gelegenheidscrimineel zal over het algemeen tot handelen overgaan, indien de pakkans zeer gering wordt geacht en de aanval weinig inspanning en niet of nauwelijks voorbereidingen vereist. Over het algemeen zullen geen handelingen worden verricht die lawaai veroorzaken en wordt gebruik gemaakt van aanwezige materialen of licht handgereedschap.

Beroepscriminelen

Beroepscriminelen (waaronder semi-professionals en professionals) kennen 'hun job' en gaan goed voorbereid te werk. Ze weten welke buit te halen is, zijn zich bewust van de risico's die ze nemen en het motief is veelal gelegen in eigen gewin of in een “verdienmodel”: de buit wordt doorverkocht.

Twee typen beroepscriminelen:

• Een semi-professional bereidt zich voor en neemt meer risico's dan de gelegenheidscrimineel. De tijdsfactor en pakkans zijn hierbij van essentieel belang. Een semi-professional maakt gebruik van een combinatie van licht tot zwaar handgereedschap en eventuele andere aanvalsmiddelen als steek-, slag of stroomstootwapens dan wel vuurwapens (klein kaliber);

• Een professional bereidt zijn aanval goed voor en neemt veel risico's. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle mogelijke aanvalsmiddelen, zoals elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap, vuurwapens (groot kaliber), voertuigen en/of explosieven die hem kunnen ondersteunen bij de zorgvuldig geplande aanval.

Interne actoren

Interne actoren (waaronder interne en externe medewerkers, maar ook leveranciers) zijn die personen, die vanuit hun relatie met de organisatie reeds toegang hebben tot (delen) van de locaties, de informatie, het materieel en de personen binnen de organisatie. Motieven voor een aanval kunnen zijn eigen gewin, onvrede met het handelen van de organisatie (bijvoorbeeld bij reorganisaties), misbruik van systemen om mensen af te persen, te chanteren of om de organisatie te bespioneren.

• Een interne medewerker is een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met de organisatie waarvoor hij/zij werkzaam is,

• Een externe medewerker wordt door de organisatie ingehuurd (interim, detachering, uitzenden),

• Een leverancier levert goederen of diensten op basis van een contract of een specifiek daartoe gegeven opdracht.

Activisten

Activisten zijn personen die een noodzaak voor verandering zien en daar vervolgens mee aan de slag gaan. Ze worden gedreven door hun passie en een visie van een betere toekomst in datgene wat ze willen realiseren. De motivatie kan liggen in verstoring van processen (platleggen organisatie), ontwrichten van de maatschappij, onvrede met het handelen van de organisatie of ideologische of activistische motieven. Het zijn over het algemeen mensen, die op een normale manier in de maatschappij functioneren, maar die geloven dat ze op een bepaald gebied een verschil kunnen maken die de wereld zal verbeteren. Bij activisme kan bijvoorbeeld gedacht worden aan politiek gemotiveerde activisten, dieren(rechten)activisten, mensenrechtenactivisten, milieuactivisten en vredesactivisten.

Hun doel is hun boodschap over te kunnen brengen en/of de orde te verstoren door bijvoorbeeld te demonstreren, toegang tot locaties te blokkeren of zaken te saboteren. Geweld, verbaal of fysiek, van de kant van activisten tegen de gevestigde orde, tussen activisten onderling of met andere groepen

(14)

Terroristen en terroristische organisaties

Een terroristische organisatie, al dan niet uitgevoerd door individuen dan wel groepen van terroristen, heeft als doel veranderingen af te dwingen door middel van gewelddadige acties, die het maatschappelijk leven ontwrichten. Deze kunnen bestaan uit het zaaien van verwarring, verdeeldheid en angst -soms met zeer gewelddadige acties en zware aanvallen en/of bomaanslagen- om zo politieke en maatschappelijke stabiliteit te ondergraven.

Onderscheid kan gemaakt worden in:

• Anarchistisch terrorisme: gericht op het omverwerpen van de monarchie en de heersende politieke orde,

• Mantelorganisaties: organisaties en individuen die financiën inzamelen voor een terroristische organisatie,

• Extreemlinkse organisaties: organisaties en individuen die het kapitalisme willen ondermijnen of willen vernietigen om het te vervangen door een communistische of socialistische regeringsvorm,

• Extreemrechtse organisaties: organisaties en individuen die voornamelijk streven naar het afschaffen van liberale democratische regeringen om autoritaire regimes te installeren. Ze vallen bijvoorbeeld immigranten aan, zijn racistisch (b.v. antisemitisch) en xenofoob (irrationele angst voor of haat tegen vreemdelingen),

• Individueel terrorisme: terrorisme dat door eenlingen (zogenaamde lone wolves) gepleegd wordt zonder dat daar direct een grotere organisatie achter staat. Een aanslag kan in een later stadium wel door een terroristische organisatie worden opgeëist,

• Separatistisch terrorisme: streven naar een (formele) terugtrekking uit een bestaande staat en het oprichten van een eigen staat. Een organisatie of meerdere organisaties die samen separatisme nastreven worden wel een afscheidingsbeweging genoemd.

Georganiseerde criminaliteit

Van georganiseerde misdaad is sprake als wordt voldaan aan ten minste de volgende vier criteria:

• samenwerking van twee of meer personen,

• deze samenwerking heeft plaats over een langere periode,

• de samenwerking is gericht op het plegen van ernstige misdaden,

• met als doel macht en geldelijk gewin.

Het doel kan zijn bezittingen of informatie van de organisatie in handen te krijgen voor eigen gewin of om deze door te verkopen (verdienmodel). Vermenging van boven- en onderwereld, bijvoorbeeld door de inzet van interne actoren voor infiltratie, ondermijning of chantage, vormt een risico voor de organisatie.

Over het algemeen zal de georganiseerde criminaliteit er niet voor terugdeinzen om zware aanvalsmiddelen zoals explosieven en vuurwapens (groot kaliber) in te zetten om hun doel te bereiken.

Verwonden of vermoorden van slachtoffers hoeft niet persé het primaire doel van een aanval te zijn, maar kan wel als gevolg optreden, waarbij dat de georganiseerde criminaliteit niet afschrikt.

Niet-gouvernementele organisaties

Niet-gouvernementele organisaties zijn georganiseerde groeperingen en bewegingen die geen onderdeel uitmaken van staatsstructuren en die in toenemende mate invloed hebben op het beleid en de positie van nationale staten en organisaties.

(15)

Om onderscheid te kunnen maken in de aanvalsmiddelen en de dreigingen is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen niet-statelijke actoren die zich tegen het heersende systeem keren door inzet van zware aanvalsmiddelen (bijvoorbeeld activisten, terroristen en georganiseerde criminaliteit) en niet-statelijke actoren die hun invloed binnen de regels van het heersende systeem proberen uit te oefenen (in het algemeen de traditionele NGO’s, zoals bijvoorbeeld Greenpeace, die formeel als organisatie georganiseerd en als dusdanig erkend zijn).

Statelijke actoren

Er is sprake van een statelijke actor als de actor of de groep van actoren handelt uit naam van een nationale, soevereine, overheid. Het doel van statelijke actoren kan zijn spionage door middel van infiltratie, ontwrichten van de maatschappij door verstoring van processen (platleggen organisatie) of politieke beïnvloeding in Nederlandse interne aangelegenheden of democratische processen (waaronder de verkiezingen). Onder statelijke actoren worden goed georganiseerde organisaties gerekend zoals veiligheids- en inlichtingendiensten en militaire organisaties van nationale overheden.

(16)

Bijlage B: Dreiging

De volgende dreigingen worden onderscheiden:

• Vandalisme/vernieling

• Activisme

• Ordeverstoring

• Agressie/verbale dreiging

• Fysiek geweld

• Sabotage

• Brandstichting

• Diefstal

• Inbraak

• Overval

• Vrijheidsberoving

• Ramkraak en/of inrijden

• Bombrief

• Poederbrief

• Bommelding

• Bom/explosie

• Infiltratie/spionage/ondermijning

• Radicalisering/terrorisme

Buiten scope: Dit dreigingsprofiel is gericht op de fysieke dreigingen als gevolg van bewust en onbevoegd menselijk handelen. Dreigingen van natuurlijke aard, zoals overstroming, blikseminslag, aardbeving etc., vallen buiten de scope van dit dreigingsprofiel.

Fysieke dreigingen met ICT als doelwit vallen binnen scope van de bovengenoemde dadertypen (bijvoorbeeld diefstal van laptops).

Digitale dreigingen (cybercrime met ICT als middel én doelwit) vallen buiten scope van dit dreigingsprofiel (bijvoorbeeld DDoS aanvallen, virusaanvallen, hackpogingen, etc.).

De volgende dreigingen vallen daarmee buiten scope van dit dreigingsprofiel:

• Cybercrime: criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Denk hierbij aan virusuitbraak, hacking, distributed denial-of-service- aanvallen (DDoS-aanvallen), inbraak in informatiesystemen, diefstal van digitale informatie, gijzeling van digitale informatie, interne en externe fraude, infiltratie en spionage met ICT-middelen en bedreigingen van personeel door middel van social media,

• Gedigitaliseerde criminaliteit: denk hierbij onder meer aan internetoplichting (fraude op online handelsplaatsen, identiteitsfraude), bedreiging of het witwassen van geld via digitale betaalmethoden.

Vandalisme/vernieling

Onder vandalisme wordt verstaan het moedwillig beschadigen, vernielen of vernietigen van objecten die de organisatie toebehoren door bijvoorbeeld:

• Molest door middel van aanwezige materialen zoals stenen, stokken, stalen buizen, stangen, etc.,

• Bekladden of aanbrengen graffiti,

• Het inslaan of inschoppen van ruiten en deuren met fysieke middelen of slagwapens zoals knuppels.

(17)

Activisme

Verstoring van processen (platleggen organisatie) of het ontwrichten van de maatschappij door aanplakacties, demonstreren, manifestaties, saboteren of door middel van bezetting of blokkade, met als doel een boodschap over te kunnen brengen. Activisme leidt voornamelijk tot overlast, uitval van processen, lastigvallen van personeel en eventuele kosten voor herstel van veroorzaakte schade.

Ordeverstoring

Verstoring van de openbare orde door bijvoorbeeld het niet opvolgen van een bevel van de politie en/of het zodanig ophouden waardoor overlast of hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt. Bij ordeverstoring wordt onderscheid gemaakt in:

• Ordeverstoring door geluid,

• Ordeverstoring door demonstraties,

• Ordeverstoring door blokkades,

• Ordeverstoring door bezetting.

Agressie en verbale dreiging

Onder agressie en verbale dreiging wordt verstaan boosheid, verdriet of angst die geuit wordt en waarbij andermans grenzen worden overschreden, aan iets of iemand bewust schade wordt berokkend of met woorden wordt geprobeerd iets te bereiken. Agressie is bedreigend en schadelijk voor degene tegen wie het gericht is, maar leidt niet tot lichamelijke mishandeling.

Fysiek geweld gericht tegen personen

Fysiek geweld leidt tot lichamelijke mishandeling, al dan niet met behulp van een voorwerp of wapen gericht tegen een persoon. Bij fysiek geweld gericht tegen personen wordt onderscheid gemaakt in:

• Fysiek geweld zonder wapens (aanwezig materieel, intimideren, schelden, slaan, schoppen),

• Fysiek geweld met steekwapens,

• Fysiek geweld met slagwapens,

• Fysiek geweld met vuurwapens

o vanaf dichtbij met handvuurwapen (pistool), geweer en (semi-) automatische wapens, o vanaf de straat met handvuurwapen (pistool), geweer en (semi-) automatische wapens.

Sabotage

Onder sabotage wordt verstaan het moedwillig belemmeren, verstoren of molesteren om (processen van de organisatie) zaken te laten mislukken of om deze te vernielen. Onderscheid wordt gemaakt in:

• Sabotage met de hand, zonder hulpmiddelen,

• Sabotage door middel van slagwapens en overige middelen (tot gereedschapsklasse A4),

• Sabotage door middel van zwaar gereedschap (gereedschapsklasse A5 en hoger).

Brandstichting

Onder brandstichting wordt verstaan een verbranding met vuur die zich ongehinderd uit kan breiden en schade en/of gevaar veroorzaakt en die veroorzaakt is door bewust menselijk handelen.

Brand als gevolg van een ongeluk of veroorzaakt door natuurverschijnselen (zoals blikseminslag, bosbranden) vallen buiten scope van dit dreigingsprofiel omdat ze niet door bewust menselijk handelen veroorzaakt worden.

(18)

Diefstal

Onder diefstal wordt verstaan het fysiek wegnemen van enig goed dat geheel of gedeeltelijk aan de organisatie toebehoort met als doel dit goed zelf wederrechtelijk in bezit te nemen of toe te eigenen waarbij onderscheid gemaakt wordt in:

• Diefstal van (digitale en niet digitale) informatie (waaronder vertrouwelijke informatie en persoonsgegevens),

• Diefstal van goederen, en bezittingen van de organisatie,

• Diefstal van waarden (geld, goud) en waardepapieren (waaronder kopieën identiteitsbewijzen).

Cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit waarbij informatie niet fysiek maar digitaal weggenomen wordt valt buiten scope van dit dreigingsprofiel.

Inbraak

Onder inbraak wordt verstaan het zich wederrechtelijk en eventueel geforceerd en/of met geweld toegang verschaffen tot een gebied of locatie van de organisatie. Onderscheid wordt gemaakt in:

• Inbraak door forcering van een voor ongeautoriseerde fysiek afgesloten schil (muur, deur, wand, etc.),

• Binnentreden door insluiping waarbij gebruik wordt gemaakt van openstaande ramen en deuren,

• Insluiting waarbij (tijdelijk) geautoriseerde toegang is verstrekt maar waarbij de persoon de ruimte of het gebouw niet verlaat bij sluiting van die ruimte of het gebouw.

Een inbraak is niet het doel op zich maar wel een belangrijke oorzaak van veel dreigingen. Het doel van een inbraak kan bijvoorbeeld zijn:

• Brandstichting,

• Diefstal,

• Sabotage,

• Overval (of voorbereidingen daartoe).

Overval

Het met geweld of onder bedreiging van geweld wegnemen of afpersen van waarden, gepleegd tegen medewerkers van de organisatie die zich in een kantoor van de organisatie bevinden, of pogingen daartoe.

Vrijheidsberoving

Onder vrijheidsberoving wordt verstaan het iemand opzettelijk wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden met het oogmerk een ander te dwingen iets te doen of niet te doen.

De volgende situaties worden onderscheiden:

• Gijzeling: Een gijzeling is wederrechtelijke vrijheidsberoving van een persoon (de gegijzelde) binnen een gebouw van de organisatie, waarbij deze bedreigd wordt met het doel iets van derden gedaan te krijgen. In het kader van dit dreigingsprofiel wordt hier niet gijzeling als gerechtelijke dwangmaatregel onder verstaan,

• Ontvoering: Iemand van zijn vrijheid beroven door hem naar een (voor de organisatie) nog onbekende plaats weg te voeren en hem daar vast te houden met het doel iets van derden gedaan te krijgen,

• Tiger kidnap: Met een vooropgezet plan één of meer slachtoffers van hun vrijheid beroven -gijzelen of ontvoeren- met het oogmerk één van de gegijzelden of een ander slachtoffer daarmee te

(19)

Ramkraak en/of inrijden

Onder ramkraak wordt verstaan een aanval met een (zwaar) voertuig op een locatie met als doel een mangat in de periferie van een locatie te realiseren om zich zo toegang tot de locatie te verschaffen.

Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in:

• Lichte ramvoertuigen, zoals personenauto’s (met of zonder explosieven),

• Zware ramvoertuigen, zoals vrachtwagens, shovels, verreikers, etc. (met of zonder explosieven).

Onder inrijden wordt verstaan een aanval met een (zwaar) voertuig op een locatie met als doel schade te veroorzaken aan gebouw, infrastructuur of andere bezittingen, dan wel om mensen (ernstig) letsel toe te brengen.

Bombrief

Een bombrief is een geïmproviseerd explosief dat eruitziet als een regulier postartikel (een brief of een pakketje) en dat wordt verstuurd via de normale postdiensten.

Bombrieven exploderen direct na de opening met de bedoeling de geadresseerde te doden, verwonden of intimideren. Onder bombrieven wordt ook verstaan op explosieven lijkende postartikelen die niet daadwerkelijk tot ontploffing komen maar wel als zodanig behandeld dienen te worden totdat het tegendeel bewezen is.

Poederbrief

Een poederbrief is een brief die mogelijk biologische ziekteverwekkers (zoals Antrax) bevat en die wordt verstuurd via de normale postdiensten. Wanneer een poederbrief wordt geopend, komt er een stof vrij die door middel van aanraking of inademing voor infectie en mogelijk de dood kan zorgen.

Onder poederbrieven wordt ook verstaan op poederbrieven lijkende postartikelen die niet daadwerkelijk biologische ziekteverwekkers bevatten maar wel als zodanig behandeld dienen te worden totdat het tegendeel bewezen is.

Bommelding

Een bommelding is een melding dat op een zekere plaats een bom ligt die op een zeker moment zal ontploffen. Bij een bommelding dient altijd te worden uitgegaan van het feit dat een bom daadwerkelijk af zal gaan, totdat het tegendeel bewezen is. Bommeldingen, vals dan wel juist, worden gedaan vanuit verschillende motieven:

• met het doel de orde te verstoren,

• om persoonlijk letsel te veroorzaken,

• om extra ruchtbaarheid te geven aan motieven,

• of uit misleiding of uit baldadigheid.

Wanneer een bom daadwerkelijk tot ontploffing komt spreken we niet langer van een bommelding maar van een bomaanslag (zie bom/explosie hieronder).

Bom/explosie

Wanneer een bom, een explosief of een materiaal dat bij ontsteking een explosie veroorzaakt daadwerkelijk tot ontploffing komt, spreken we van een bomaanslag waarmee wordt gepoogd om één of meer mensen te verwonden, te doden of om objecten te beschadigen of te vernietigen.

(20)

Infiltratie, spionage en ondermijning

Infiltratie is het verhullen van de eigen identiteit of het aannemen van een andere identiteit, met als doel het vertrouwen te winnen van een persoon of organisatie. Het doel van infiltratie is spionage waaronder wordt verstaan het op heimelijke en soms illegale wijze verzamelen van inlichtingen zoals geheime of vertrouwelijke informatie. Ondermijnende criminaliteit betekent grofweg de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld met als doel beïnvloeding van de procesgang van de organisatie.

Radicalisering en terrorisme

Radicalisering is het proces waarbij de gedachten en gedragingen van een persoon of groep extremer worden en in toenemende mate afwijken van de gangbare norm in de cultuur, waardoor de persoon of groep geneigd is extremistische daden te plegen.

Terrorisme is de daadwerkelijke uiting van radicalisering en omvat het zonder wettige grond plegen van ernstig geweld, of ernstige dreiging daarmee, met doorgaans burgers als slachtoffers. Het gebruik maken van voertuigen, (zware) explosieven en automatische vuurwapens met een groot kaliber kan hierbij niet worden uitgesloten.

In het kader van dit dreigingsprofiel wordt onder radicalisering en terrorisme verstaan die activiteiten die zich direct op de eigen organisatie richten en die, hetzij moeilijk, maar voorspelbaar zijn. Bij de risicoanalyses per locatie dient hiermee rekening te worden gehouden alsmede met de dreiging van radicalisering en terrorisme gericht op in de nabijheid gesitueerde organisaties en gelegen gebouwen.

Met terroristische activiteiten waarbij de organisatie toevalligerwijs geraakt wordt maar die niet of nauwelijks voorspelbaar zijn, wordt niet direct rekening gehouden.

(21)

Bijlage C: Aanvalsmiddelen

De volgende aanvalsmiddelen worden onderscheiden:

• Aanwezig materieel

• Licht handgereedschap

• Zwaar handgereedschap

• Elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap

• Brandbare vloeistoffen en materialen

• Giftige materialen

• Explosieven

• Voertuigen

• Verbale middelen (schelden)

• Fysieke middelen (schoppen, slaan)

• Steek-, slag of stroomstootwapens

• Vuurwapens (klein kaliber), kruisbogen en harpoenen

• Vuurwapens (groot kaliber)

• Overige hulpmiddelen (worden in de Beveiligingsplannen nader gespecifieerd)

Aanwezig materieel

Ter plekke aanwezig materieel zoals ladders, stenen, stokken, stalen buizen, stangen, opklimmogelijkheden etc. die gebruikt kunnen worden om een scenario uit te voeren.

Licht handgereedschap

Licht handgereedschap conform EN1627 gereedschapsklasse A1 en A2 zoals een schroevendraaier, autobandenlichter, griptang, koevoet etc.

Zwaar handgereedschap

Zwaar handgereedschap conform EN1627 gereedschapsklasse A3 en A4 zoals een moker of bankhamer, beitel, kloofbijl, betonschaar etc.

Elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap

Elektrisch gereedschap en zeer zwaar handgereedschap conform EN1627 gereedschapsklasse A5 en A6 zoals een booromslag, haakse slijpers, boor/slaghamer, hydraulische vijzel, alle soorten elektrisch aangedreven handgereedschap (al dan niet m.b.v. accu's) etc.

Brandbare vloeistoffen en materialen

Brandbare vloeistoffen en materialen om een explosie of brand mee te kunnen veroorzaken zoals gasflessen, benzine etc.

Giftige materialen

Biologische materialen waaronder alle micro-organismen (bacteriën, virussen en schimmels) en alle stoffen die door levende organismen kunnen worden geproduceerd (toxines) en die bedoeld zijn om ziekte of dood te veroorzaken bij de mens, zoals Antrax.

(22)

Explosieven

Alle explosieve materialen of (spring)stoffen die explosiegevoelig zijn waaronder handgranaten, trinitrotolueen (TNT) die erop gericht zijn door middel van expansie en drukgolf in de omgeving van de reactie schade aan te richten. Onder explosieven vallen onder meer de wapens conform:

• Categorie II uit de Wet wapens en munitie: handgranaten en mijnen,

• Stoffen die als gevolg van detonatie of als gevolg van blootstelling aan zuurstof ontbranden,

• Stoffen die niet detoneren maar explosief verbranden (zogenaamde sassen).

Voertuigen

Alle soorten voertuigen die als aanvalsmiddel gebruikt kunnen worden zoals auto's, vrachtwagens, bulldozers, shovels, verreikers, etc. Dergelijke voertuigen kunnen gebruikt worden om een ramkraak te plegen (de buitengevel te rammen) of in combinatie met explosieven om een explosie te veroorzaken. Bij de risicoanalyse per locatie dient een inschatting gemaakt te worden van het soort en de zwaarte van het voertuig om de juiste maatregelen te kunnen treffen die proportioneel zijn.

Verbale middelen (praten, intimideren, schelden)

Verbale middelen zijn alle vormen van verbale communicatie, al dan niet ondersteunt door non- verbale communicatie (lichaamstaal) die geen lichamelijke mishandeling is en die geen fysieke schade aan een ander persoon aanricht maar waarbij op psychologisch niveau geprobeerd wordt een ander onder druk te zetten door met woorden te dreigen. Hierbij kan gedacht worden aan discriminatie, vloeken, schelden, chanteren, dreigen. Verbale middelen kunnen in directe communicatie geuit worden (in een gesprek) maar kunnen ook via telefoon, sociale media of schrijven worden geuit.

Fysieke middelen (schoppen, slaan)

Alle lichaamsdelen die gebruikt worden om een ander opzettelijk lichamelijk te mishandelen zoals schoppen, slaan, wurgpogingen, op de grond gooien, harentrekken, bijten, kopstoot, etc. Bij de inzet van fysieke middelen moet degene die de ander wat aan wil doen fysiek in de buurt zijn van het slachtoffer.

Steek-, slag of stroomstootwapens

Een steek- of slagwapen of voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt zijn werktuigen waarbij degene die de ander iets aan wil doen fysiek in de buurt moet zijn van het slachtoffer. Het wapen wordt gebruikt om mensen of voorwerpen te verwonden, te beschadigen of te doden. Onder steek- en slagwapens vallen onder meer de wapens conform:

• Categorie I uit de Wet wapens en munitie: ongewenste niet-vuurwapens zoals stiletto’s, valmessen, werpsterren of werppennen, vlindermessen, boksbeugels, katapulten, pijlen en nepwapens. Sommige messen die niet door metaaldetectoren kunnen worden herkend vallen onder deze categorie., etc.

• Categorie IV uit de Wet wapens en munitie: blanke wapens (messen), zwaarden, degens, sabels, bajonetten, wapenstokken met uitzondering van lucht-, gas- en veerdrukwapens, harpoenen en kruisbogen. Ook voorwerpen die op zich niet als wapen bedoeld zijn, maar wel op die manier gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld een honkbalknuppel tijdens voetbalrellen of een keukenmes tijdens een gevecht) vallen onder bepaalde omstandigheden binnen deze categorie.

(23)

Vuurwapens (klein kaliber), kruisbogen en harpoenen

Elk dodelijk handvuurwapen (conform Categorie II, III of IV uit de Wet wapens en munitie, inclusief BR1 t/m BR4 conform NEN1063) die door een persoon gedragen kan worden dat één kogel of projectiel kan voortstuwen. Onder vuurwapens met een klein kaliber, kruisbogen en harpoenen vallen onder meer de wapens conform:

• Categorie II uit de Wet wapens en munitie: militaire (vuur)wapens. Ook voorwerpen met giftige, verstikkende, weerloos makende en traan verwekkende stoffen zoals traangas en pepperspray, vallen binnen deze categorie,

• Categorie III uit de Wet wapens en munitie: pistolen, revolvers, geweren (klein kaliber tot en met .44), alarm- en start pistolen/revolvers, werpmessen en toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten,

• Categorie IV uit de Wet wapens en munitie: lucht-, gas- en veerdrukwapens, harpoenen en kruisbogen.

Vuurwapens (groot kaliber)

Elk dodelijk handvuurwapen (conform Categorie II en/of III uit de Wet wapens en munitie, inclusief BR6 t/m BR7 en SG1 en 2 conform NEN1063) met een groot kaliber dat door een persoon gedragen kan worden dat één of automatisch meer kogels of projectielen kan voortstuwen.

• Categorie II uit de Wet wapens en munitie: militaire (vuur)wapens, zoals automatische vuurwapens,

• Categorie III uit de Wet wapens en munitie: pistolen, revolvers, geweren alle met groot kaliber (groter dan .44) die geschikt zijn om projectielen af te schieten.

Overige hulp- of aanvalsmiddelen

Niet alle mogelijke aanvals- en hulpmiddelen kunnen generiek beschreven worden. Per locatie of per onderkende dreiging kunnen er specifieke aanvals- of hulpmiddelen onderkend worden die in de risicoanalyse en het beveiligingsplan behorende bij de locatie nader gespecificeerd worden. De maatregelen die daartegen getroffen moeten worden, worden proportioneel afgestemd op dat onderkende hulp- of aanvalsmiddel.

(24)

Weeshuisplein 10 3131CX Vlaardingen

schatten, stellen we een organisatie in staat deze risico’s onder te controle te krijgen en te houden. Met een compleet pakket van producten en diensten helpen we onze opdrachtgevers.

Security Management as a Service

Met Security Management as a Service bieden we de oplossing door de gehele regie over beveiliging voor je uit te voeren. De diensten die we leveren zijn:

• Security Governance

• Ketenregie

Inrichten beveiligingsproces

Wij werken graag vanuit een vaste structuur, wat is ingericht als een continu proces voor het beheersbaar maken en houden van fysieke beveiliging. De diensten die we leveren zijn:

• Beveiligingsbeleid

• Dreigingsprofiel

• Programma van Eisen

• Koppelingstabel

Uitvoeren beveiligingsproces

De stappen waarmee we het beveiligingsproces inrichten kunnen we ook voor je uitvoeren. We bieden de volgende diensten aan:

• Risicoanalyse

• Advies beveiligingsmaatregelen

• Beveiligingsplan

Securtree©

Het proces om te komen van een risicoanalyse naar een beveiligingsplan kan geautomatiseerd worden ondersteund door Securtree©.

Overig advies en dienstverlening

Naast de al genoemde diensten bieden we tevens de volgende aanvullende diensten:

• Beveiligingsaudit

• Incidentenanalyse

• Risicoacceptatie

• Bewustwording en training

• Consultancy

• Productontwikkeling

• Projectmanagement

• Inkoop van beveiliging

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rutten stelt in zijn onderzoek naar de omvang van de creatieve industrie in Rotterdam (2005) dat de creatieve zakelijke dienstverlening in Rotterdam verantwoordelijk is voor 48% van

Geplande uren kunnen in één keer worden ingediend en nieuwe gemakkelijk aangemaakt, zodat u uw urenregistratie altijd up-to-date is waar uw consultants ook zijn.. Exact

Ook de opleiding Allround business services niveau 3 leidt op om breed inzetbaar te zijn. Met deze opleiding kun je eveneens terecht in veel verschillende soorten organisaties

Hoewel de Zakelijke Dienstverlening het nog steeds goed doet, worden bedrijven op dit moment geconfronteerd met een stroom van veranderingen.. Onder meer op het gebied van

Interviews met deelnemers.. Het werken met een competentieprofiel bevalt de Amarant Academie heel goed. Het heeft geleid tot een aantal successen. Het levensverhaal van cliënten

De geadviseerde gebruikersvriendelijke akoestische materialen in de sporthal zorgen voor een goede nagalmtijd en goede verhoudingen binnen het geluidsspectrum. Ook wordt hiermee

De gemeente heeft zelf geen plannen om te kappen en omdat de gemeente de aanvra- gers niet als eigenaar ziet, zijn de kapvergunning aanvragende buren volgens het college B&W van

Het gebruik van een vuurwapen leidt minder vaak tot letsel bij de dader en het slachtoffer, dan wanneer een steek- slag- of andersoortig- wapen wordt gebruikt.. De opbrengsten zijn