De behandeling van de vragen vangt aan om uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer André Frédéric.

(1)

COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT

COMMISSION DE L'INTERIEUR, DES AFFAIRES GENERALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

van

WOENSDAG

09

APRIL

2008

Voormiddag ______

du

MERCREDI

09

AVRIL

2008

Matin ______

De behandeling van de vragen vangt aan om 10.52 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer André Frédéric.

01 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "gewapende overvallen" (nr. 4000)

01.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Het aantal gewapende overvallen is vorig jaar met 6 procent gedaald. Het gebruikte geweld neemt echter toe en de daders worden steeds jonger. Hoe zal de minister daarop ingrijpen? Kan de minister bevestigen dat het aantal overvallen op kleine winkels fors gestegen is?

Wat zal hij daaraan doen?

01.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Diefstallen gewapenderhand zijn ook in het nieuwe nationale veiligheidsplan een prioriteit. Geweldcriminaliteit en straatcriminaliteit staan expliciet in dat plan dat in februari door de regering werd goedgekeurd. De politionele aanpak volgens prioriteiten werpt zijn vruchten af. Niet alle heil kan echter van de politie komen. Er moet een goede mix zijn van preventie en repressie en in mijn departement gaat naar beide aspecten veel energie.

Politie en Justitie moeten problemen met jongeren geïntegreerd aanpakken en jongeren moeten via lokale politiediensten, in nauwe samenwerking met het parket, gemonitord worden. Politie en Justitie moeten altijd op afwijkend gedrag reageren, zodat er geen gevoel van straffeloosheid kan ontstaan bij jonge delinquenten.

Het is belangrijk dat het openbaar ministerie meewerkt aan het efficiënter maken van de werkrelatie tussen politie en parket. Ik verwijs in dat kader ook naar de evaluatie van de jeugdbeschermingswet, zoals gepland in het regeerakkoord.

Uiteraard moet de overheid de burgers maximaal beschermen tegen zinloos geweld, maar ze kan de maatschappij er niet immuun voor maken.

01.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): De geïntegreerde aanpak van veiligheid kan werken. Ik wil er wel voor pleiten de Gemeenschappen nauwer te betrekken bij preventie en ze op hun verantwoordelijkheid in verband met veiligheid te wijzen.

Het incident is gesloten.

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Maya Detiège aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de verdeling van jodiumtabletten" (nr. 4003)

- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over

"de verdeling van jodiumtabletten" (nr. 4163)

(2)

- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de vervanging van vervallen jodiumtabletten" (nr. 4187)

- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de verdeling van jodiumtabletten" (nr. 4197)

02.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): De kernramp van Tsjernobyl heeft uitgewezen dat jongeren van minder dan achttien die blootgesteld werden aan radioactieve straling, een sterk verhoogde kans hadden schildklierkanker te ontwikkelen. Jodiumsupplementen verhinderen dat radioactieve isotopen zich in de schildklier concentreren. De vorige regering heeft een budget vrijgemaakt om iedereen die in de buurt van een kerncentrale woont of werkt, gratis jodiumtabletten te bezorgen via de apotheek. Die tabletten zijn ondertussen vervallen. Ondanks onze erg veilige centrales kunnen we een ongeluk nooit helemaal uitsluiten.

Is er een budget om opnieuw gratis jodiumtabletten te verdelen? Worden er tabletten geproduceerd? Ziet de minister het belang in van deze kwestie?

02.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Al in december 2007 werden er vragen gesteld over de verdeling van jodiumtabletten aan de omwonenden van een kerncentrale. De verdeling van nieuwe tabletten zal pas van start gaan na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum van de oude tabletten. De FOD Volksgezondheid garandeert de werking van die oude tabletten, die bovendien nog steeds verkrijgbaar zijn bij de apotheker, maar de bevolking is daar niet van op de hoogte. Zal dit nog duidelijk gecommuniceerd worden?

Wanneer zullen de nieuwe jodiumtabletten ter beschikking zijn en wanneer start de informatiecampagne?

Werd er overlegd met de betrokken burgemeesters? Hoeveel rechthebbenden zijn bij de vorige campagne effectief de tabletten bij de apotheker gaan halen?

02.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Op 9 november jl. heb ik u een schriftelijke vraag gesteld over de vervanging van de jodiumtabletten. U heeft me toen geantwoord dat er werk gemaakt zou worden van een informatiecampagne en dat die samen met de vervanging van de jodiumtabletten verspreid zou worden, maar dat de bestelling nog niet helemaal rond was (Zie Bulletin van Schriftelijke Vragen en Antwoorden, nr.

2007200800158).

Er is echter niets gebeurd en vandaag zijn de vervaldata van de tabletten die in de omgeving van het NIR verdeeld worden reeds overschreden.

Hoe ver staat het met de informatiecampagne en met de vervanging van de jodiumtabletten? Hebben de vervallen producten nog een bepaalde werkzaamheid? Zo ja, tot wanneer? Hoe zullen die geneesmiddelen onder de nieuwe inwoners van die gebieden verdeeld worden? Op welke manier zullen de vervallen tabletten bewaard en vernietigd worden?

02.04 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Ik sluit mij aan bij de vorige vragen. Ook ik ben bezorgd over het verstrijken van de vervaldatum van de oude jodiumtabletten.

Enkele maanden geleden kon de minister nog niet meedelen wanneer de nieuwe tabletten ter beschikking zouden zijn, omdat een Europese openbare aanbestedingsprocedure nog liep en omdat ook de fabricage enige tijd in beslag neemt. Wat is de stand van zaken? Wanneer zal de verspreidings- en informatiecampagne van start gaan?

Daarnaast ben ik bekommerd om een aantal doelgroepen, zoals nieuwe inwoners van de risicozone. Hoe worden zij geïnformeerd? Zijn de veiligheidsdiensten in het bezit van grote voorraden tabletten om ze bij een ramp te kunnen verdelen? Wat met de bemanning van schepen?

02.05 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De tabletten zijn langer bruikbaar dan de wettelijk verplichte houdbaarheidsdatum op de verpakking van de tabletten.

Zelfs nu de vervaldatum van de oude jodiumtabletten werd overschreden, bieden zij dus toch nog voldoende

(3)

bescherming als er een nucleair incident zou plaatsvinden.

(Frans) Zoals ik hier reeds heb gezegd, is de procedure inzake de toewijzing van nieuwe tabletten opgeschort wegens een procedure bij de Raad van State. Daardoor kunnen er geen nieuwe tabletten worden aangemaakt. De informatiecampagne en de verdeling van de nieuwe tabletten zijn gepland voor oktober 2008.

(Nederlands) De verdeling van de nieuwe tabletten zal gebeuren via de apotheken. In de risicozones zal men opnieuw met een bon gratis tabletten bij de apotheker kunnen afhalen.

(Frans) Ook de nieuwe inwoners van de risicogemeenten zullen een exemplaar van de informatiebrochure ontvangen. Die bevat een bon voor jodiumtabletten die ze bij hun apotheker kunnen inruilen.

(Nederlands) Het budget voor de aankoop en de verdeling van de nieuwe tabletten werd ingeschreven in de begroting van het Fonds voor de risico's van nucleaire ongevallen.

Er zijn ook jodiumtabletten beschikbaar voor alle collectiviteiten in de risicozones en daar behoren dus ook de rederijen toe. De bemanning van buitenlandse schepen en iedereen die zich in geval van een nucleair incident in de risicozone bevindt, wordt bevoorraad vanuit de dichtstbijzijnde stock aan jodiumtabletten.

Uit een steekproef tijdens de vorige informatiecampagne bleek dat ongeveer 58 procent van de rechthebbenden de tabletten bij de apotheker is gaan afhalen. We moeten er in de toekomst rekening mee houden dat de bevolking overtuigd moet worden van het nut van de tabletten.

(Frans) De centrale stock van vervallen jodiumtabletten wordt bewaard door de firma Multipharma. Ook moeten de apothekers uit de noodplanningzones reservenoodvoorraden bewaren totdat de nieuwe tabletten worden verdeeld. Momenteel wordt er met de Gewesten, die daarvoor bevoegd zijn, besproken wat er met de vervallen tabletten moet gebeuren.

02.06 Maya Detiège (sp.a-spirit): Dit antwoord verwondert mij. Een van de regels in de farmacie is dat vervallen medicatie niet wordt afgeleverd en zelfs niet wordt weggegeven aan ontwikkelingslanden. De tabletten zijn weliswaar vervallen, maar gebruik ze toch maar, zo klinkt het nu. Dit bewijst dat - in tegenstelling tot het langer openhouden van de kerncentrales - de veiligheid van de bevolking geen prioriteit is voor deze regering. De nieuwe productie van de tabletten komt er in oktober, de verdeling ervan vergt dan nog enkele maanden en alles wat nu is verdeeld, is al vervallen.

02.07 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Ik betreur dat de nieuwe informatiecampagne er pas komt na de vervaldatum. Zullen ook nieuwe inwoners in de risicozones de tabletten kunnen krijgen? Zal er goed gecommuniceerd worden dat de bevolking de vervallen tabletten vooralsnog moet bijhouden? Zal men contact opnemen met de gemeentebesturen om de bevolking in de toekomst beter te informeren?

02.08 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Het is onvoorstelbaar dat de nodige voorzorgsmaatregelen niet werden genomen! U zegt dat, ongeacht de vervaldatum, de jodiumtabletten werkzaam zouden zijn tot het einde van het jaar, maar u houdt geen rekening met de gevolgen voor de betrokkenen die proberen informatie te bekomen bij de apotheker of het gemeentebestuur, maar tot nog toe op hun honger bleven.

Dit is geen voorbeeld van goed probleembeheer! Men wil wel gebruik maken van kernenergie, maar men is niet in staat een minimale veiligheid te garanderen!

Ik heb het over de streek van Fleurus, maar er deden zich nog andere incidenten voor in het bedrijf, op de site van het IRE. Hoe kan de veiligheid worden verzekerd indien de jodiumtabletten niet worden vervangen?

Ik hoop dat ze inderdaad in oktober zullen worden vervangen, zoals u aankondigt. Wat moeten de nieuwe inwoners van die gemeenten doen, die zich die tabletten niet kunnen aanschaffen? Moeten ze wachten tot oktober, in de hoop dat er tot dan niets ergs gebeurt?

02.09 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): De fabricageprocedure werd blijkbaar opgeschort omwille van

(4)

een procedure voor de Raad van State. Is er een schorsingsarrest? Heeft men in afwachting van dat arrest vrijwillig alles stopgezet?

De verdeling van de tabletten aan scheepsbemanningen gebeurt via de rederijen en voor de rest van de bevolking via de dichtstbijzijnde stock. Waar is dat en waar vindt men daarover informatie? Ik pleit in elk geval voor een verdeling van de tabletten via de veiligheidsdiensten.

02.10 Minister Patrick Dewael (Nederlands): We debatteren nu al 35 minuten over dit thema en in de repliek werden nieuwe vragen toegevoegd. Onze tijd is beperkt en ik zal de nieuwe vragen schriftelijk beantwoorden. Ik benadruk dat de conformiteit van de huidige tabletten bevestigd werd door het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid, dat verklaart dat er geen probleem is voor 2008 en zelfs nog later. Waarom dan paniek zaaien? De procedure voor de Raad van State zorgde inderdaad voor vertraging. Dit is overmacht. De productie start in oktober en er ontstaat helemaal geen vacuüm. De suggestie ten slotte om de bevolking te informeren via de steden en gemeenten zal ik onderzoeken.

03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "de gevangenisincidenten met manifestanten na afloop van een actie aan het NAVO-hoofdkwartier tijdens het paasweekend" (nr. 4042)

03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Vlak voor Pasen voerden zogenaamde vredesmanifestanten actie aan het NAVO-hoofdkwartier. Een aantal werd administratief aangehouden en bouwde een feestje in de gevangenis en stak er vuurwerk af. Dit werd door de aangehoudenen zelfs gefilmd.

Werden zij allemaal naar dezelfde gevangenis overgebracht? Wat is de oorzaak van de chaos? Werden er administratieve aanhoudingen verricht en pv's opgesteld, ook voor de feiten die zich in de gevangenis voordeden?

03.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Er werden 555 betogers administratief aangehouden en overgebracht naar het justitiepaleis en de bewaarplaats van de politiezone Brussel Noord. De arrestanten in het justitiepaleis deden een slingerdans die door de toezichthoudende politie werd gedoogd omdat hij geen enkel risico inhield. De arrestanten namen daarvan zelf foto's met hun gsm. Aangezien er bij voorbaat was geopteerd voor een snelle identificatie en vrijlating, moesten de arrestanten hun persoonlijke bezittingen immers niet afgeven. Er werden acht gerechtelijke aanhoudingen verricht en acht pv's opgesteld wegens beschadigingen. In de twee bewaarplaatsen werden geen misdrijven vastgesteld.

03.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Dat is geen manier van werken! Bij deze 555 vredesmanifestanten zitten ook 'casseurs'.

03.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Het feit dat er 555 manifestanten werden aangehouden bewijst dat de politie haar werk deed.

03.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De politie werd vernederd. Dat de politieleiding dat toelaat is onaanvaardbaar. De fouilles werden overigens niet volgens de regels uitgevoerd.

04 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "interventies naar aanleiding van gaslekken" (nr. 4054)

04.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): De aandacht voor het gevaar op ernstige ongevallen als gevolg van lekken in gaspijpleidingen mag niet verslappen. Na de gasramp in Gellingen was een aantal initiatieven in het vooruitzicht gesteld, met name een noodplangids en actiekaarten die de hulpdiensten moeten toelaten sneller en efficiënter op te treden.

Hoe ver staat het met die initiatieven? De bestaande cartografie van Fetrapi en de NAVO-pijpleiding zou via

(5)

een beveiligde verbinding ter beschikking worden gesteld aan de provincies. Is dit reeds gebeurd? Is er al een evaluatie gebeurd van de opleidingen die de brandweerlui over dit specifieke probleem krijgen in de provinciale brandweerscholen? Hoe vaak moesten de hulpdiensten in 2006 en 2007 uitrukken om gasleidingen te dichten?

04.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Na de gasramp te Gellingen in 2004 werden twee werkgroepen opgericht, één om actiekaarten voor interventies op te stellen en één om een model van bijzonder nood- en interventieplan voor incidenten met ondergrondse transportleidingen op te maken.

Midden 2006 legde de werkgroep Actiekaarten een eerste concreet resultaat van haar werkzaamheden voor, in de vorm van een overzichtelijke en compacte fiche die de hulpdiensten toelaat snel een eerste veiligheidsperimeter te bepalen bij een incident met een aardgasleiding. De werkgroep werkt nu aan actiekaarten voor andere producten die via ondergrondse leidingen onder hoge druk vervoerd worden, zoals ethyleen, propyleen en dergelijke.

Zowel de noodplangids als de kaarten zullen binnenkort klaar zijn. De aansluitingen voor de website in de provincies worden in april-mei geplaatst en de noodplangids ligt bij de drukker. Het geheel zal aan de provinciale veiligheidscellen voorgesteld worden op een informatiedag in juni.

De website die de ondergrondse pijpleidingen op het Belgische grondgebied visualiseert, staat voorlopig enkel ter beschikking van de brandweerdiensten, de provinciale opleidingscentra en de 100-centrales.

De specifieke opleidingen voor de brandweerlui zijn nu bezig en zullen na afloop geëvalueerd worden. De eerste reactie van de cursisten is alvast zeer positief.

Er zijn momenteel geen statistieken beschikbaar over het aantal interventies om gasleidingen te dichten in 2006 en 2007.

04.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Zullen die statistieken in de toekomst wel beschikbaar zijn?

04.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Daar kan misschien werk van gemaakt worden. Ik laat dit nagaan.

05 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en aan de eerste minister over "het gemeentereglement van Liedekerke en het weren van niet-Vlaamse kinderen op de gemeentelijke speelpleinen" (nr. 4060)

05.01 Xavier Baeselen (MR): De gemeente Liedekerke heeft een reglement in verband met het taalgebruik op een speelplein uitgevaardigd. Achteraf oordeelde minister Marino Keulen dat dit reglement onwettig was.

Is de bepaling inzake de toegang tot de speelpleinen een administratieve bepaling? Wat is het statuut van dat speelplein? Is de minister van oordeel dat het gebruik der talen in dit geval volledig vrij dan wel aan een reglement onderworpen is?

05.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De vraag is al door de feiten achterhaald, vermits minister Keulen over de kwestie een uitspraak heeft gedaan. Het toezicht op de uitvoering van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken in het kader van beslissingen van de gemeenteraad is een gewoon toezicht dat bijgevolg onder de bevoegdheid van de Gewesten valt.

05.03 Xavier Baeselen (MR): Het leek me belangrijk om er op federaal niveau op te wijzen dat er materies zijn waarin men niet te ver mag gaan. Het verheugt me dat Vlaanderen en sommige Vlaamse media er zich van bewust zijn dat men op bepaalde vlakken niet mag overdrijven.

(6)

- mevrouw Leen Dierick aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "het koninklijk besluit van 4 maart 2008 inzake de samenstelling en werking van de raadgevende comités van de brandweerzones" (nr. 4080)

- de heer Jan Peeters aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de provinciale raadgevende comités over de brandweerhervorming" (nr. 4223)

- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de zonevorming voor de brandweer" (nr. 4391)

- mevrouw Linda Musin aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de afbakening van de toekomstige hulpverleningszones" (nr. 4409)

06.01 Leen Dierick (CD&V - N-VA): Op 21 maart verscheen het KB van 4 maart 2008 betreffende de samenstelling en werking van het nationaal raadgevend comité van de brandweerzones en van de provinciale comités. Dit KB bepaalt dat de provinciale raadgevende comités moeten bijeengeroepen worden binnen de 15 dagen na de inwerkingtreding van het besluit, zodat ze een beslissing kunnen nemen over de afbakening van de zones.

De kostenbepalende factoren, met name de minimale uitrustingsnorm en de minimale personeelsnorm, zijn echter nog niet bekend, zodat de gemeenten eigenlijk gevraagd wordt om een beslissing te nemen zonder dat zij enige duidelijkheid hebben over de financiële impact van deze beslissing. Kan de minister hierover duidelijkheid scheppen?

Kan hij ook duidelijkheid verschaffen over de toepassing van artikel 15 §1 van de wet van 15 mei 2007, die bepaalt dat de provinciale raadgevende comités het advies dienen in te winnen van de autoriteiten van de verschillende gemeenten?

06.02 Jan Peeters (sp.a-spirit): De hervorming van de civiele veiligheid is een goede zaak en moet snel uitgevoerd worden.

Maar nu geeft de minister de tegenstanders van die hervorming eigenlijk de pap in de mond door de manier waarop hij de procedure voor de afbakening van de brandweerzones organiseert. Hij vraagt de burgemeesters eigenlijk een blanco cheque te tekenen: zij moeten een advies geven zonder enige informatie over de financiële en operationele impact van de nieuwe brandweerzones. Dit wekt natuurlijk heel wat ongenoegen.

Wat zijn de financiële parameters die de burgemeesters kunnen hanteren? Zal de federale overheid haar engagement nakomen om te komen tot een 50/50-verhouding in de financiering? Is er wat dat betreft al iets opgenomen in de begroting of is er een groeipad afgesproken? Worden de kostprijs van het nieuwe statuut en de bijkomende kosten voor de invoering van de snelle en adequate hulp buiten die 50/50-verhouding gehouden en komen deze kosten dus volledig ten laste van de lokale overheden?

06.03 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Net zoals de heer Peeters was ik gisteren aanwezig op de vergadering van het provinciaal raadgevend comité van Antwerpen. De meeste van de aanwezige burgemeesters waren zeer verbolgen over de gang van zaken. Zij moeten binnen zeer korte termijnen beslissen, zonder te weten wat de implicaties zijn voor de financiering, de kostenverdeling, de lokale verankering. Ook weten ze niet hoe de aanwezigheid van risico’s in aanmerking zal worden genomen. Alle aanwezigen hadden het daar moeilijk mee.

Ik vraag me af waarom er nu ineens zulke korte beslissingstermijnen worden opgelegd, terwijl er over heel wat aspecten van de hervorming nog geen duidelijkheid heerst.

Ik vraag me tot slot af waarom een burgemeester zich in dat provinciaal raadgevend comité niet mag laten vervangen. Tijdens een eerste vergadering in volle paasvakantie bleek hierdoor in de provincie Antwerpen slechts circa de helft van de burgemeesters aanwezig te zijn. Een vertegenwoordiging door bijvoorbeeld de eerste schepen moet toch mogelijk zijn.

De voorzitter: Mevrouw Musin is afwezig. Haar vraag nr. 4409 wordt dus als ingetrokken beschouwd.

(7)

06.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Het besluit van 4 maart 2008 bepaalt dat de eerste vergadering van het provinciaal raadgevend comité moet plaatsvinden binnen vijftien dagen nadat het besluit van kracht is geworden. Het stelt ook dat dit comité over zestig dagen beschikt om zijn advies over de hulpverleningszones aan het nationaal raadgevend comité over te maken. Het besluit vermeldt ook de regels met betrekking tot het quorum en de stemming. De aanwezigheid van de meerderheid van de leden van het provinciaal comité is vereist. Indien het quorum bij de eerste vergadering echter niet gehaald wordt, wordt er een nieuwe oproepingsbrief rondgestuurd voor een vergadering waar er geen quorum meer vereist is.

Wat de stemming betreft, geldt het principe van de consensus. Indien er geen consensus bereikt kan worden, wordt er een nieuwe vergadering samengeroepen die het advies bij gewone meerderheid kan goedkeuren. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter van het comité doorslaggevend.

Er zijn dus niet meer dan drie vergaderingen nodig om de adviezen van de provinciale raadgevende comités te laten goedkeuren.

(Nederlands) Bij elke beslissing meteen ook nadenken over de financiële impact ervan is een gezonde reflex.

Dat zal ook de heer Peeters moeten erkennen. Ik herinner hem er trouwens aan dat de wet met deze hervorming werd goedgekeurd in het Parlement toen zijn partij nog deel uitmaakte van de meerderheid. Wat voor de verkiezingen van 2007 nog goed bestuur was, zal toch niet ineens slecht bestuur zijn geworden!

De totale kostprijs van de hervorming is verbonden aan de zone-indeling: kiezen voor veel kleine zones zal deze kostprijs vanzelfsprekend de hoogte injagen. Het advies over de indeling in zones mag niet uitsluitend op basis van financiële overwegingen worden uitgebracht: het moet op de eerste plaats uitgaan van een optimale samenwerking binnen de provincie, met als doelstelling een maximale bescherming van de burgers.

De keuzes die de burgemeesters zullen maken in de provinciale raadgevende comités, zijn bijgevolg van uitermate groot belang.

De minimumrichtlijnen voor uitrusting, materieel en personeel zijn bepalend. Het is echter belangrijk eerst een zicht te krijgen op de zone-indeling. Daarna kan op basis hiervan een aantal simulaties worden opgesteld. De vraag om tot zone-indelingen te komen komt niet ineens uit de lucht vallen. De provinciegouverneurs hebben dit eerder al, zij het informeel, gevraagd. De provinciegouverneur van Oost- Vlaanderen is er zelfs voorstander van de hele provincie tot één grote zone te maken.

(Frans) In het kader van het overleg met de gemeentelijke actoren beschikken de gouverneurs over studies inzake risicoanalyses en over de resultaten van de simulatie met betrekking tot de afbakening van de hulpverleningszones.

(Nederlands) Ik heb in mijn brief aan de gouverneurs meegedeeld dat het provinciaal raadgevend comité de adviezen inwint van de gemeenten via hun burgemeesters. Ik kan mij niet indenken dat een burgemeester een beslissing treft zonder hiervoor eerst met zijn college, gemeenteraad of zijn brandweercommandant te hebben overlegd.

De wet is goedgekeurd en moet nu geïmplementeerd worden. De provinciegouverneurs zijn aan zet. Er moeten knopen worden doorgehakt.

Ik wijs erop dat er dit jaar opnieuw meer middelen zullen gaan naar de civiele veiligheid. De heer Peeters had het over een meerjarenplan. Vanochtend heeft het Kernkabinet besloten om de voorbereidingen te starten om een meerjarenbegroting op te stellen. Het is natuurlijk niet onmogelijk dat eventuele toekomstige beslissingen inzake de staatshervorming een meerjarenbegroting nog zouden doorkruisen.

06.05 Leen Dierick (CD&V - N-VA): Ik blijf erbij dat het uiterst moeilijk is om nu definitief de indeling in zones vast te leggen. Dat het aan de basis nog ontbreekt aan steun en enthousiasme voor deze hervorming, is geen verrassing: er is nu eenmaal nog te veel onduidelijkheid over te veel aspecten.

06.06 Jan Peeters (sp.a-spirit): Ik heb de hervorming van bij de aanvang van de werkzaamheden altijd gesteund en dat kan zeker niet ieder lid van deze commissie zeggen. Ik betreur echter dat een goede start

(8)

nu wordt verpest door een aantal verkeerde beslissingen vanwege de minister. Er is in 2006 inderdaad al eens advies gegeven door de gouverneurs, maar ik wijs erop dat de lokale besturen sindsdien geen studies of ander cijfermateriaal hebben gekregen om hun adviezen op te kunnen baseren.

06.07 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De heer Peeters kan mij toch moeilijk de verantwoordelijkheid in de schoenen schuiven voor de standstill die er zich na de verkiezingen van 2007 heeft voorgedaan.

06.08 Jan Peeters (sp.a-spirit): Hoe kunnen de burgemeesters tot een degelijke afbakening van de zones komen als het hun aan het broodnodige cijfermateriaal ontbreekt? Ze hebben te weinig nuttige documentatie.

06.09 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Dat laatste kan ik volledig beamen. De lokale besturen werden sinds 2006 niet meer om advies gevraagd en dan moeten zij nu ineens belangrijke beslissingen treffen. De minister vindt het heel normaal dat een burgemeester terugkoppelt naar zijn college of gemeenteraad, maar hoe is zulks mogelijk als er op een week tijd tweemaal wordt vergaderd en als de burgemeesters zich niet eens mogen laten vertegenwoordigen? Ik roep de minister op om een definitieve beslissing nog even uit te stellen tot alle betrokkenen met kennis van zaken en goed voorbereid de knopen kunnen doorhakken.

07 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de digitale flitscamera's" (nr. 4092)

07.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): De zware snelheidsovertredingen zijn fors gedaald. Toch wil de directeur van de wegpolitie het aantal boetes vertienvoudigen door digitale flitscamera’s in te zetten. De eerste 67 vaste en tien mobiele camera’s zouden dit jaar al in gebruik worden genomen. De directeur sprak van vier miljoen controles. Is dat realistisch? Hoe worden de gegevens verwerkt? Wat is het probleem met de herkenning van de nummerplaten en hoe kan dat worden opgelost?

07.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Het aantal vaststellingen opdrijven is geen doel op zich, maar het gevolg van het gevoerde controlebeleid. Studies wijzen uit dat de pakkans te laag ligt om het rijgedrag van een groep gevaarlijke bestuurders te beïnvloeden. De controles moeten dan ook worden opgevoerd.

Daarom is een efficiënter verwerkingsproces van de gegevens nodig en dat kan met digitale beelden, omdat die sneller kunnen worden doorgestuurd en beter kunnen worden beheerd. De software voor de herkenning van de nummerplaten werkt al heel goed. De Belgische nummerplaten blijven enigszins problematisch, omdat het contrast tussen rood en wit gering is en omdat de tekens kleiner zijn dan de Europese standaard.

07.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): De mobiele camera’s worden dit jaar dus al in gebruik genomen?

07.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Dat is Vlaams minister Van Brempt van plan.

08 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de gemeenschapswachten" (nr. 4120)

08.01 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Gemeenten hebben zes maanden de tijd gekregen om een aanvraag in te dienen om een dienst van gemeenschapswachten op te richten. Die termijn is ondertussen verstreken.

Hoeveel gemeenten hebben een aanvraag ingediend, graag per Gewest? Hoeveel leden van zo een dienst zijn gemeenschapswacht en hoeveel gemeenschapswacht-vaststeller? Voorziet de minister in een verlenging van de periode waarin gemeenten hun aanvraag kunnen doen, aangezien er nog enkele uitvoeringsbesluiten moeten worden genomen?

(9)

08.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Gemeenten die al personeel in dienst hadden voor veiligheids- en preventietaken, waren verplicht om voor 9 januari 2008 een dienst gemeenschapswachten op te richten.

Op 4 april 2008 hadden 115 steden en gemeenten de aanvraag ingediend. Het gaat om 53 Vlaamse en 62 Waalse steden.

Over het aantal gemeenschapswachten en de gemeenschapswachten-vaststellers moet ik de gemeenten bevragen. Ik zal de gegevens later bezorgen.

Er moeten nog uitvoeringsbesluiten worden genomen over het uniform en het embleem, de opleiding en de identificatiekaart. De periode waarin gemeenten zich kunnen regulariseren, wordt daarom verlengd met zes maanden, wat als een daad van goed bestuur mag worden gezien.

De voorzitter: De heer Vandenhove heeft de schorting van zijn vraag nr. 4127 gevraagd.

09 Vraag van de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over

"de mogelijke beboeting van supportersgedrag tijdens wielerwedstrijden" (nr. 4137)

09.01 David Geerts (sp.a-spirit): Het gebrek van een kleine minderheid supporters voor wielrenners is storend. Dit weekend nog probeerde een supporter stickers op renners te plakken. Indien een renner zou vallen door het gedrag een supporter, zou hij een schadevergoeding moeten kunnen krijgen.

In welke mate kan het dwaze gedrag van de supporters ambtshalve bestraft worden? In welke mate kunnen televisiebeelden gebruikt worden bij gerechtelijke vervolging?

09.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Bestraffing kan alleen als een supporter een inbreuk pleegt tegen een reglementair voorschrift. Als dat zo is, dan moeten de rechten van verdediging gerespecteerd worden. Of de camerabeelden bij vervolging mogen worden gebruikt, is een bevoegdheid van de minister van Justitie.

Ik ben in elk geval geen vragende partij om naast de voetbalwet ook een wielerwet in het leven te roepen.

09.03 David Geerts (sp.a-spirit): Een gerechtelijk optreden zal dus niet nodig zijn.

- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de controle op radioactief materiaal" (nr. 4152)

- mevrouw Marie-Claire Lambert aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over

"het opsporen van radioactief staal in schroot dat uit het buitenland komt" (nr. 4408)

10.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): De binnenlandse controles zijn niet waterdicht, want radioactief materiaal uit Azië, Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie sluipt ons land binnen.

Welke initiatieven zal de minister nemen om meetpoorten voor de detectie van radioactief materiaal te verplichten in de betrokken sectoren? Hoe zal hij de transitladingen beter controleren? Hoe zal de minister vermijden dat besmette goederen in circulatie kunnen komen? Zijn er procedures afgesproken met de douane?

Hoe ver staat het overleg met de Gemeenschappen over de controle op stortplaatsen en in containerparken?

Wordt er overleg gepleegd met de buurlanden? Acht de minister een aanpassing van de wetgeving noodzakelijk?

10.02 De voorzitter: Mevrouw Lambert is niet aanwezig. Haar vraag vervalt.

(10)

10.03 Minister Patrick Dewael (Frans) : Eerst en vooral heeft het FANC richtlijnen uitgevaardigd om op een eenvormige en veilige manier te reageren als een vrij geïnstalleerd alarmsysteem in werking treedt. Het Agentschap heeft voorts de plaatsing van dergelijke meetpoorten in andere sectoren met financiële incentives aangemoedigd. Sinds maart 2007 kan het insolvabiliteitsfonds van NIRAS een tegemoetkoming verstrekken wanneer de eigenaar niet kan worden geïdentificeerd, en in het najaar van 2007 hebben het FANC en NIRAS een overeenkomst gesloten met de afvalsector met het oog op de terugwinning van radioactief materiaal. Ten slotte wordt momenteel een koninklijk besluit besproken en voor overleg aan de Gewesten voorgelegd, teneinde de meetpoorten verplicht te stellen in de sectoren die het meest gevoelig zijn voor weesbronnen.

(Nederlands) In het kader van het project Megaport worden alle belangrijke zeehavens uitgerust met een detectiesysteem dat systematisch radioactieve materialen zal opsporen. Dit project werd in feite ontwikkeld in het kader van terrorismebestrijding, maar het zal dus ook worden gebruikt om radioactief besmette ladingen te onderscheppen.

Dit systeem is complementair met het controlesysteem van het FANC. De douane en het FANC hebben een protocol gesloten in verband met de interventies inzake haventrafiek. In 2007 werden in de haven van Antwerpen 1,8 miljoen containers gecontroleerd. Megaport moet echter nog worden uitgebreid. Bij al deze controles werd één licht besmette lading onderschept. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk werden enkele besmette ladingen onderschept die bestemd waren voor ons land.

(Frans) Over het aantal radioactieve ladingen die door de mazen van het net geglipt zijn, kunnen we alleen maar speculeren.

10.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik ben blij met dit concrete antwoord. Het KB moet zorgen voor iets meer dwang voor de schroothandelaars. Blijkbaar is de opsporing van besmet materiaal niet eenvoudig.

Het FANC heeft inderdaad bijsturingen gedaan, waarvan ik hoop dat ze voldoende zullen zijn. Ik zal het antwoord verder bestuderen.

11 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de fiscaal aftrekbare beveiligingskosten aan particuliere woonsten" (nr. 4153)

11.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Vanaf 1 januari 2009 kunnen investeringen voor brand- en inbraakbeveiliging, zoals brandwerende deuren, alarmsystemen of veiligheidssloten, voor maximum 500 euro fiscaal worden afgetrokken.

Klopt het dat ook de aanschaf en de plaatsing van brandblusapparaten onder deze regeling vallen? Wat is de kostprijs van deze maatregel? Is er een raming van het terugverdieneffect? Mogen deze investeringen jaarlijks worden afgetrokken of kan dit slechts eenmalig? Is de regeling cumuleerbaar met lokale subsidiemaatregelen?

11.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De belastingvermindering voor uitgaven gedaan in 2008 ter beveiliging van een privéwoning tegen inbraak of brand, bedraagt 50 procent van deze uitgaven, met een maximum niet-geïndexeerd bedrag van 130 euro. De ministerraad heeft beslist dit bedrag vanaf 2009 te verhogen tot 500 euro. Ook brandblusapparaten komen in aanmerking als ze voldoen aan de voorwaarden van het KB van 21 december 2006.

De kostprijs van de oorspronkelijke maatregel uit 2007 werd geraamd op 5,1 miljoen euro. Het optrekken van het maximumbedrag betekent een bijkomende kostprijs van 14,7 miljoen euro. Bij deze raming werd ervan uitgegaan dat ongeveer dertigduizend belastingplichtigen gebruik zouden maken van de regeling. Het terugverdieneffect door de reductie van inbraak en brand kan moeilijk berekend worden. De belastingplichtige kan de investeringen over meerdere jaren spreiden en ze telkens in mindering brengen.

Deze belastingvermindering is niet cumuleerbaar met andere belastingverminderingen. De federale

(11)

maatregelen staan los van de lokale premies en die kunnen dus wel gecumuleerd worden.

12 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over

"de zienswijze van de federale regering inzake terrorismebestrijding in het kader van de uiteenzetting van de antiterrorismecoördinator van de Europese Unie in de Franse Senaat" (nr. 4158)

12.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De antiterrorismecoördinator van de EU, de heer De Kerckhove, heeft in de Franse Senaat gezegd dat de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten in het kader van de terrorismebestrijding nog steeds niet optimaal verloopt, dat de controle op het internet moet worden uitgebreid en dat de controle op de radicalisering van moslims moet worden verhoogd. Verder zei hij nog dat de EU zich moet wapenen tegen nucleaire, biologische of chemische dreigingen en dat de veiligheidsdiensten meer en regelmatiger informatie moeten uitwisselen. Hij pleitte er ook voor dat de inlichtingendiensten beter zouden samenwerken met de antiwitwascellen en dat de gematigde islam zou worden aangemoedigd. Tenslotte vindt hij dat moslims beter toegang moeten krijgen tot de nationaliteit en de binnenlandse politiek. Wat is de mening van de minister?

12.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Binnen het bestek van een mondelinge vraag kan ik niet in detail ingaan op alle uitspraken van de antiterrorismecoördinator die het actieplan tegen terrorisme van de Europese Raad uit 2005 moet helpen uitvoeren. Hij verdient daarbij alle steun, ook van ons land. Ik kan alleen maar toejuichen dat hij het debat door zijn uitspraken probeert aan te zwengelen.

Het is geen geheim dat er nog een lange weg af te leggen is wat de gecoördineerde aanpak van terrorisme betreft. Op internationaal niveau is er nood aan meer samenwerking en informatie-uitwisseling.

Uiteraard hebben we alle belang bij een permanente dialoog met de moslimgemeenschap, waarbij integratie en respect voor de fundamentele waarden van onze maatschappij het motto is.

België blijft een pleitbezorger van meer samenwerking. Zo nemen we deel aan het Duitse initiatief 'check the web' om de verspreiding van radicaliserende boodschappen via het internet te verhinderen en is er het actieplan radicalisme van de federale politie.

De chemische, biologische en nucleaire dreiging wordt al jaren door de overheid opgevolgd en er werd een noodplan uitgewerkt met specifieke procedures. Het Crisiscentrum is betrokken bij Europese werkzaamheden en fora.

De Europese Commissie heeft een voorstel van richtlijn uitgewerkt voor een betere beveiliging van de Europese kritieke infrastructuur.

- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de opvolging van de aanbevelingen inzake de werking van het FANC" (nr. 4172)

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over

"de opvolging van de resolutie met het oog op de verbetering van de werking van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle" (nr. 4193)

13.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): In de resolutie die werd aangenomen ter verbetering van de werking van het FANC, staan 44 aanbevelingen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering ervan? Werden sinds het aantreden van de nieuwe directeur-generaal verbeteringen aangebracht aan de interne werking en structuur van het FANC? In welke mate werd de externe controle op het FANC verstevigd?

13.02 Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): Mijn vraag betreft eveneens het gevolg dat wordt gegeven

(12)

aan de aanbevelingen in de resolutie. Vooral de controles op bedrijven van klasse I scheppen problemen.

Wie is bevoegd om deze controles te doen? Werden de vergunningen voor bedrijven van klasse II en III verlengd?

13.03 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De resolutie werd aangenomen op 26 april 2007 en dit onderwerp verdient zeker een ruimer debat in het kader van de begrotingsbesprekingen en de beleidsnota.

De nieuwe regering heeft zich nog niet over de aanbevelingen kunnen uitspreken. De Ministerraad installeert binnenkort een technische werkgroep om de resolutie te onderzoeken. Het FANC informeert mij regelmatig over de stand van zaken nopens de 44 aanbevelingen, maar ik wil daarop liever ingaan tijdens een ruimer debat.

Het FANC heeft inmiddels een nieuwe interne organisatiestructuur met vijf departementen. De ISO- certificatie wordt voorbereid en zou tegen juli moeten resulteren in het behalen van de kwalificatie-audit. Het Agentschap beschikt nu over een volledig geïntegreerde centrale databank voor alle klanten en vergunningen, een vernieuwde website en een communicatieplan.

Betreffende de structurering van de erkende instellingen als filiaal van het FANC antwoordde ik op 13 februari 2008 op een vraag van mevrouw Gerkens.

13.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Het FANC heeft gelukkig geen negen maanden stil gelegen. Het is positief dat de directeur-generaal de aanbevelingen ernstig neemt, maar in hoeverre heeft dit al resultaat in de praktijk? Zijn de erkende instellingen al opgenomen in de structuur van het FANC? Ik kijk uit naar de beleidsnota van de minister en de bespreking ervan.

13.05 Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): De evoluties binnen het FANC zullen besproken worden bij de beleidsnota. Het is duidelijk dat de diverse controles voor rechtsonzekerheid zorgen.

13.06 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De continuïteit werd gewaarborgd doordat de regering opteerde voor de verlenging van de vergunningen. Over de filialisering bestonden er verschillende standpunten. De nieuwe regering moet dat aspect nog bekijken. Dat komt zeker in de beleidsnota.

14 Vraag van mevrouw Linda Vissers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "het onderscheid tussen vrijwilligers en beroepsleden van de Civiele Bescherming inzake de norm voor overgewicht" (nr. 4174)

14.01 Linda Vissers (Vlaams Belang): Onlangs werd inzake de Civiele Bescherming een maatregel goedgekeurd waardoor enkel vrijwilligers met een Body Mass Index (BMI) van maximum 30 nog kunnen worden ingeschakeld in geval van nood. Zullen daardoor vrijwilligers worden uitgesloten? Waarom mogen vrijwilligers een BMI van maximum 30 hebben en professionelen 32? Bij toekomstige interventies dreigen er problemen: men zal wel ter plaatse gaan, maar het werk zal niet uitgevoerd worden zolang dit onderscheid bestaat. Wat is het standpunt van de minister?

14.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Er was in de pers verwarring over de nieuwe richtlijnen voor de vrijwilligers. Het onderzoek naar de fysieke geschiktheid heeft tot doel ervoor te zorgen dat de gezondheid van een personeelslid niet faalt tijdens een interventie, want dat kan tot gevaarlijke situaties leiden.

De CoPrev, een overkoepelende organisatie van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, heeft in maart 2007 een consensusverslag uitgebracht over de medische geschiktheidscriteria voor brandweermannen. Gezien de grote overeenstemming in taken werd een aantal elementen daaruit overgenomen voor de Civiele Bescherming. In die context werd voorlopig een BMI van 32 bepaald voor de professionele brandweerlui en 30 voor de vrijwilligers. De vrijwilligers met een hogere BMI worden niet uitgesloten bij de Civiele Bescherming. Zij kunnen geen kernvrijwilliger worden, maar treden wel toe tot de

(13)

federale reserve. Zij worden dus niet op non-actief gezet.

Het onderscheid bij de invoering van de BMI-norm bij de Civiele Bescherming vindt zijn oorsprong in de fysieke criteria voor persluchtdragers. Daarvoor stelt de CoPrev een BMI van maximum 30 voorop. Voor beroepspersoneelsleden die een attest van persluchtdrager bezitten, wordt in een overgangsperiode voorzien. In 2010 zullen ook zij een BMI van maximum 30 moeten bereiken. Wie een te hoge BMI heeft, zal een bijkomende inspanningsproef moeten afleggen. Om zo snel mogelijk kernvrijwilligers tot persluchtdrager te kunnen opleiden werd oorspronkelijk alleen de BMI als criterium gehanteerd, maar binnenkort zal bij de vrijwilligers met een BMI hoger dan 30 ook een bijkomende inspanningsproef kunnen worden afgenomen. De arbeidsgeneesheer beslist dan of zij kunnen toetreden tot de kernvrijwilligers.

De vrijwilligers van de Civiele Bescherming zijn sociaal geëngageerde en plichtsbewuste burgers. Het zou mij verwonderen dat zij zouden weigeren om hulp te bieden.

14.03 Linda Vissers (Vlaams Belang): Ik begrijp niet waarom een onderscheid wordt gemaakt tussen vrijwilligers en beroepsmensen. Vooral in Limburg is men bezorgd.

14.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Ik stel voor dat die mensen hun vragen rechtstreeks aan mij richten.

14.05 Linda Vissers (Vlaams Belang): Er komt nooit een antwoord.

14.06 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Dat beweert u.

- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de nieuwe audit uitgevoerd op de site van het IRE" (nr. 4185)

- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "het incident met strontium-90 op de site van het IRE" (nr. 4186)

- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid rond het Instituut voor RadioElementen" (nr. 4331)

15.01 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Mijn vraag met betrekking tot het strontiumincident werd bij de vraag over de audit gevoegd. Om de zaken te vereenvoudigen kan ik de vraag over het strontiumincident omzetten in een schriftelijke vraag. Zo kunnen we ons toespitsen op de audit.

15.02 De voorzitter: Vraag nr. 4186 over het strontiumincident wordt omgezet in een schriftelijke vraag en u stelt nu uw vraag nr. 4185.

15.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ik volg het veiligheidsvraagstuk op de site van het IRE met aandacht.

Mijnheer de minister, ik had gevraagd dat u zich over dit dossier zou buigen en dat u het nodige zou doen om een eind te maken aan de heersende laksheid en om ervoor te zorgen dat de veiligheid zou primeren boven de productiviteitsvereiste.

Het weekblad Paris-Match maakt gewag van een onderzoek van de journalist Michel Bouffioux betreffende het auditverslag over de operationele nucleaire veiligheid van het IRE. Hij baseert zijn bevindingen op de getuigenissen van de werknemers, en een en ander zegt veel over de ontreddering van het personeel.

Als gevolg van die publicatie besliste het Federale Agentschap toegang te verschaffen tot het auditverslag. U zal het met me eens zijn dat die beslissing vragen doet rijzen. Of het auditverslag was een openbaar document, en in dat geval kunnen we ons afvragen waarom tot 21 maart werd gewacht om het openbaar te

(14)

maken, of het document was vertrouwelijk, maar waarom werd het dan openbaar gemaakt? In beide gevallen vraagt de handelwijze van het Federale Agentschap enige opheldering.

We kunnen hier niet elk punt van de audit behandelen. Toch zou dit verslag aandachtig moeten worden gelezen, want bij het bedrijf zelf wordt een en ander klaarblijkelijk geminimaliseerd.

Heeft u dat auditverslag al gelezen? Zijn u of uw medewerkers al samen gaan zitten met de verantwoordelijken van het IRE? Zo ja, wat zijn de besluiten van dat overleg? Wat is uw standpunt ten aanzien van de verschillende eisen die na de publicatie van dat auditverslag werden geformuleerd?

Hoe staat het met de vernieuwing van de installaties? Hoe zit met de nodige personele, materiële en financiële middelen die volgens het auditverslag op zeer korte termijn moeten worden vastgelegd en geïnvesteerd in veiligheid? Welke maatregelen werden er intussen, meer dan vier maanden na de publicatie van het auditverslag, genomen? Heeft u de persoon of personen die hebben toegelaten dat dergelijke ontsporingen – zoals blijkt uit de audit – zich konden voordoen, aan een evaluatie onderworpen? Welke conclusies heeft u uit die evaluatie getrokken?

Zal u het Federaal Agentschap vragen het IRE voortaan nauwlettend te volgen en veel strikter op te treden en niet langer genoegen te nemen met beloften? Zal u ingaan op de vraag van de omwonenden om een systematische epidemiologische studie uit te voeren in de omgeving van het IRE?

Bent u van plan om een onafhankelijk en doeltreffend bewakings- en opsporingssysteem voor jodium te laten installeren, waarvan de resultaten worden gepubliceerd en waarbij onmiddellijk wordt opgetreden indien de normen overschreden worden? Moeten werknemers niet verplicht worden een actieve dosimeter te dragen, die onmiddellijk reageert op gevaar?

Ik zal dit dossier bijzonder nauwlettend blijven opvolgen, aangezien de veiligheid en de bescherming van de werknemers en de buurtbewoners kennelijk onvoldoende aandacht krijgen.

De voorzitter: Aangezien de heer Crucke afwezig is, valt zijn vraag weg.

15.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Het IRE isoleert, zuivert en conditioneert radio-isotopen die in de nucleaire geneeskunde gebruikt worden. De risico's moeten onder controle zijn, maar ze moeten ook afgewogen worden tegen de voordelen van die activiteiten.

De oprichting van het IRE werd beslist in de jaren 70. Het instituut werd gebouwd met degelijk materiaal en volgens principes die vandaag nog steeds gelden.

De normen en standaarden evolueren echter voortdurend. Het IRE werd pas vanaf 1 mei 2006 bij koninklijk besluit met de uitvoering van tienjaarlijkse herzieningen belast. Het gaat om een globale evaluatie van de installaties. De audit die het Agentschap eind 2007 uitvoerde, moet in het kader van dat evaluatie- en verbeteringsproces worden gezien.

Het Agentschap publiceert geen integrale versie van zijn auditverslagen van de nucleaire installaties, maar plaatst een samenvatting ervan op zijn website. Ingevolge de bekendmaking van het verslag door een journalist heeft het Agentschap evenwel beslist het verslag online beschikbaar te stellen, weliswaar zonder vermelding van gevoelige of persoonlijke gegevens.

Het IRE besteedt heel wat middelen aan de uitvoering van de noodzakelijke studies en de materiële verbetering van zijn installaties, maar dat is een werk van lange adem. Het Agentschap heeft het IRE gevraagd alle vaststellingen van het auditverslag in het kader van de tienjaarlijkse herziening te verwerken.

15.05 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Heeft u het auditverslag gelezen? Heeft u met het IRE vergaderd?

De conclusies van de opeenvolgende audits wijzen blijkbaar niet op een positieve evolutie! Ik heb vernomen dat een operator die klaarblijkelijk geen geschikte beschermingsmiddelen droeg, op 2 april nog het slachtoffer van een incident was. De productie staat duidelijk onder druk. Hij liep brandwonden op aan zijn gezicht en benen door salpeterzuur uit een fles.

(15)

Er werd voorzien in een tienjaarlijkse herziening van de installaties van het Instituut, dat in de jaren 70 werd opgericht. Dat volstaat echter niet. De productiecircuits moeten volgens de regels van de kunst vernieuwd worden. Anders zullen er nog meer van dit soort – of zelfs ernstigere – incidenten gebeuren.

Ik wil u echt verzoeken die vergadering te beleggen. Wat het Federaal Agentschap betreft, betreur ik de publicatie van de huidige samenvatting. Het Agentschap zal hoe dan ook de volledige doorlichting ter beschikking moeten stellen op zijn website.

Hoeveel mensen werden er in dienst genomen voor de veiligheid?

Mijnheer de minister, u zou dat auditverslag moeten lezen.

De voorzitter: Mijnheer Crucke, wilt u op de uitspraken van de minister reageren, nu u intussen ook aangekomen bent?

15.06 Jean-Luc Crucke (MR): Ik wens dat de minister mij zijn schriftelijk antwoord bezorgt.

16 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "een onderdeel van de regeringsverklaring in verband met de politiezones" (nr. 4188)

16.01 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): In het regeerakkoord heb ik gelezen dat de regering bijzondere aandacht zal besteden aan de politiezones die met een structureel tekort kampen.

Ik zal u niet ondervragen over de inhoud of het budget, maar ik zou graag van u vernemen wat die 'specifieke omstandigheden' dan wel zijn. Kan u mij een voorbeeld van een dergelijke situatie geven?

Niemand zal ontkennen dat de zone Charleroi structureel deficitair is. Maar is u van oordeel dat die zone aan dat criterium beantwoordt? Kan u daarnaast een nieuwe stand van zaken geven in verband met de verbintenissen die met de zone Charleroi werden aangegaan maar nog niet werden waargemaakt?

16.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De politiezone Charleroi is inderdaad deficitair in vergelijking met de minimumnorm, maar heeft nog niet alle middelen waar ze over beschikt, opgebruikt.

Zo heeft de gemeenteraad van Charleroi op 22 oktober 2007 gevraagd om artikel 6 RP Pol toe te passen, waarbij aspirant-inspecteurs van politie die daarom op het einde van hun opleiding verzoeken, rechtstreeks in de politiezones benoemd kunnen worden. Bovendien zou de zone Charleroi gebruik kunnen maken van de prioritaire toegang tot de basisopleiding voor personen die in de selectieprocedure zitten. Op grond van de RP Pol is een bijkomende rekrutering van aspiranten mogelijk voor een deficitaire zone, met dien verstande dat de opleidings-, uitrustings- en loonkosten voor rekening van de zone zijn die van deze regeling gebruik wil maken.

Ik verwijs u verder naar het antwoord dat ik in de commissievergadering van 20 februari 2008 op de vragen van mevrouw Salvi en de heer Chastel heb gegeven (zie Beknopt Verslag nr. 52, COM 112, blz. 25-30).

16.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ik heb geen antwoord gekregen op mijn eigenlijke vraag:

beantwoordt de politiezone Charleroi aan dat onderdeel van de regeringsverklaring, waarin staat dat er een bijzondere aandacht zou besteed worden aan de politiezones die, voor redenen die hun niet kunnen worden toegeschreven, met een tekort kampen?

16.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Op het eerste gezicht niet.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.03 uur.

(16)

La discussion des questions est ouverte à 10 h 52 par M. André Frédéric, président.

01 Question de M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les attaques à main armée" (n° 4000)

01.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : L'année dernière, le nombre d'attaques à main armée a baissé de 6 %. La violence utilisée dans le cadre des attaques a cependant augmenté et les auteurs de ces attaques sont de plus en plus jeunes. Comment le ministre compte-t-il intervenir ? Le ministre peut-il confirmer que le nombre d'attaques concernant les petits magasins est en forte hausse ? Qu'a-t-il l'intention de faire face à cette situation ?

01.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) : Les vols à main armée constituent encore l'une des priorités du nouveau plan national de sécurité. La criminalité violente et la criminalité urbaine sont d'ailleurs explicitement reprises dans ce plan qui a été approuvé par le gouvernement en février dernier. L'approche policière basée sur des priorités porte ses fruits. Mais la police ne peut pas non plus faire des miracles. Il faut trouver un bon équilibre entre prévention et répression et mon département consacre beaucoup d'énergie à ces deux aspects.

La police et la justice doivent adopter une approche intégrée des problèmes concernant les jeunes. Ceux-ci doivent faire l'objet d'une surveillance par les services de la police locale, travaillant en étroite collaboration avec le parquet. Pour éviter que les jeunes délinquants ne développent un sentiment d'impunité, la police et la justice doivent réagir à tout comportement délinquant. Il est important que le ministère public contribue à rendre plus efficaces les relations de travail entre la police et le parquet. Je renvoie à ce propos aussi à l'évaluation de la loi sur la protection de la jeunesse, comme le prévoit l'accord de gouvernement.

Les pouvoirs publics doivent aussi protéger au mieux les citoyens contre la violence gratuite, mais ils n'ont pas le pouvoir d'immuniser la société contre cette violence.

01.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : L'approche intégrée de la sécurité peut fonctionner. Je plaide néanmoins pour que les Communautés soient plus étroitement associées à la prévention. Il convient également d'attirer leur attention sur leurs responsabilités en matière de sécurité.

L'incident est clos.

02 Questions jointes de

- Mme Maya Detiège au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la distribution de tablettes d'iode" (n° 4003)

- M. Bruno Stevenheydens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la distribution des comprimés d'iode" (n° 4163)

- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le renouvellement des comprimés d'iode périmés" (n° 4187)

- Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la distribution de tablettes d'iode" (n° 4197)

02.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) : La catastrophe de Tchernobyl a démontré que les jeunes de moins de dix-huit ans qui ont été exposés à un rayonnement radioactif présentent un risque fortement accru de contracter un cancer de la thyroïde. Les compléments d’iode permettent d’éviter que des isotopes radioactifs ne se concentrent dans la glande thyroïde. Le gouvernement précédent avait prévu un budget afin de fournir gratuitement des comprimés d’iode à toute personne travaillant ou résidant à proximité d’une centrale nucléaire, et ce, via les pharmacies. Ces comprimés sont à présent périmés. Même si nos centrales nucléaires sont très sûres, on ne peut jamais totalement exclure la possibilité d’un accident.

Un budget a-t-il été prévu afin de procéder à une nouvelle distribution gratuite de comprimés d’iode ? De tels comprimés sont-ils en cours de production ? Le ministre perçoit-il l’importance de cette question ?

02.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) : En décembre 2007 déjà, des questions ont été posées

(17)

concernant la distribution de comprimés d’iode aux riverains des centrales nucléaires. Il sera procédé à la distribution de nouveaux comprimés lorsque la date de péremption des anciennes aura été atteinte. Le SPF Santé garantit l’efficacité des anciens comprimés qui peuvent d’ailleurs toujours être obtenus chez les pharmaciens mais la population n’en a pas encore été informée. Va-t-elle en l’être clairement?

Quand les nouveaux comprimés d’iode seront-ils disponibles et quand débutera la campagne d’information?

Y a-t-il eu une concertation avec les bourgmestres concernés ? Combien d’ayants droit sont effectivement allés chercher les comprimés chez les pharmaciens lors de la précédente campagne ?

02.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!) : Le 9 octobre dernier, je vous ai posé une question écrite concernant le renouvellement des comprimés d'iode. Vous m’avez répondu qu'une campagne d'information était en préparation et qu’elle serait accompagnée du renouvellement des comprimés, mais que la commande n'avait pas encore été totalement passée (Voir Questions et réponses écrites, n°

2007200800158).

Or, rien n'a été fait et, aujourd'hui, les dates de péremption des comprimés distribués autour de l'IRE sont dépassées.

Où en est-on dans la campagne d’information et dans le renouvellement des comprimés? Les produits périmés gardent-ils une certaine efficacité? Si oui, jusque quand ? Comment seront distribués ces médicaments aux nouveaux habitants de ces zones ? Enfin, quelle est la filière de stockage et d'élimination des tablettes périmées?

02.04 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA) : Ma question rejoint les questions précédentes. Je suis moi aussi préoccupée par l’expiration de la date de péremption des comprimés d’iode.

Il y a quelques mois, le ministre n’était pas encore en mesure de préciser quand les nouveaux comprimés seraient disponibles, parce qu’une procédure d’adjudication européenne était encore en cours et parce que la fabrication prenait également un certain temps. Où en est-on ? Quand débutera la campagne de distribution et d’information ?

En outre, je m’inquiète à propos d’un certain nombre de groupes cibles, tels que les nouveaux habitants de la zone à risque. Comment seront-ils informés ? Les services de sécurité disposent-ils de grands stocks de comprimés à distribuer en cas de catastrophe ? Qu’en est-il des équipages des navires ?

02.05 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) : Les comprimés peuvent être utilisés au-delà de la date de péremption légalement obligatoire mentionnée sur l’emballage des comprimés.

Même si la date de validité des anciennes tablettes d'iode est dépassée, elles offrent donc encore toujours une protection suffisante en cas d'incident nucléaire.

(En français) Comme je l'ai déjà dit ici, la procédure d'attribution des nouveaux comprimés est suspendue en raison d'une procédure devant le Conseil d'État empêchant la fabrication des nouveaux comprimés. La campagne d'information et la répartition des nouveaux comprimés sont prévues pour octobre 2008.

(En néerlandais) La distribution des nouveaux comprimés se fera par le biais des pharmacies. Dans les zones à risques, les comprimés pourront à nouveaux être obtenus gratuitement chez les pharmaciens en échange d’un bon.

(En français) Les nouveaux habitants des communes à risques recevront eux aussi des exemplaires des brochures d’information contenant des bons pour des comprimés d’iode ; ils pourront retirer ces comprimés chez leur pharmacien.

(En néerlandais) L’enveloppe relative à l’acquisition et la distribution des nouveaux comprimés a été inscrite au budget du Fonds pour les risques d’accidents nucléaires.

Des comprimés d’iode sont également disponibles pour l’ensemble des collectivités qui se trouvent dans les zones à risques et les sociétés d’armateurs en font dès lors partie. L’équipage des navires étrangers et toute

(18)

personne qui se trouve dans la zone à risques au moment d’un incident nucléaire sont approvisionnés à l’aide du stock le plus proche de comprimés d’iodes.

Un sondage réalisé lors de la précédente campagne d’information a montré qu’environ 58 % des ayants droit sont allés chercher les comprimés en pharmacie. Nous devons tenir compte du fait que la population devra être convaincue de l’utilité des comprimés.

(En français) La réserve centrale d'anciens comprimés d'iode est conservée par la firme Multipharma. Les pharmaciens situés dans les zones de planification d'urgence doivent également conserver les réserves d'urgence jusqu'à la diffusion des nouveaux comprimés. Le traitement des anciens comprimés fait l'objet de discussions avec les Régions, compétentes en la matière.

02.06 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Cette réponse me surprend. Selon une des règles en vigueur dans le domaine pharmaceutique, on ne délivre pas de médicaments périmés et on ne les donne même pas aux pays en voie de développement. Les tablettes sont périmées mais utilisez-les quand même, tel est le message actuel. Celui-ci prouve que la sécurité de la population n’est pas la priorité du gouvernement, contrairement à l’ouverture prolongée des centrales nucléaires. Les nouvelles tablettes seront produites en octobre, leur distribution prendra encore quelques mois et tout ce qui a été distribué aujourd’hui est déjà périmé.

02.07 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) : Je déplore que la nouvelle campagne d’information ne soit organisée qu’après la date de péremption. Les nouveaux habitants pourront-ils également obtenir les tablettes dans les zones à risques ? La population sera-t-elle bien informée que les tablettes périmées doivent encore être conservées ? Les administrations communales seront-elles contactées pour que la population soit mieux informée à l’avenir ?

02.08 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!) : Il est incroyable que les précautions n’aient pas été prises ! Vous dites que, malgré la date de péremption, les pilules d’iode seraient actives jusqu’à la fin de l’année, mais vous ne prenez pas en compte l’impact sur les personnes, qui essayent d’obtenir des informations des pharmaciens ou des autorités communales, en vain jusqu’ici.

Ce n’est pas une bonne gestion des problèmes ! On veut utiliser le nucléaire, mais on n’est pas capable d’assurer un minimum de sécurité !

Je parle de la région de Fleurus, mais d’autres incidents ont eu lieu dans l’entreprise, sur le site de l’IRE.

Comment garantir la sécurité si les pilules d’iode ne sont pas remplacées ?

J’ose espérer que leur remplacement pour octobre que vous promettez sera effectif. Par ailleurs, que doivent faire les nouveaux habitants des communes, qui ne peuvent se procurer des pilules ? Attendre octobre en espérant que rien de grave n’arrive d’ici-là ?

02.09 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): La procédure de fabrication a été manifestement suspendue par une procédure devant le Conseil d’Etat. Le Conseil a-t-il rendu un arrêt suspensif ? A-t-on délibérément tout arrêté en attendant cet arrêt ?

Les comprimés d’iode sont distribués aux équipages par l’intermédiaire des armateurs et ils sont distribués au reste de la population en puisant dans la réserve la plus proche. Où se trouve cette réserve et où trouve-t- on des informations à son sujet ? De toute façon, je plaide personnellement en faveur d’une distribution par les services de sécurité.

02.10 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) : Cela fait trente-cinq minutes que nous débattons de ce thème et dans le cadre des répliques, des questions supplémentaires m’ont été posées. Le temps dont nous disposons étant limité, je répondrai à ces nouvelles questions par écrit. Je souligne que la conformité des comprimés actuels a été certifiée par l’Institut scientifique de Santé publique qui a déclaré qu’aucun problème