17 maart 2003 MNC code

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

OPTA/N&R/2003/200620 r03u0033 (070) 315 xx xx

Datum Onderwerp Bijlage(n)

17 maart 2003 MNC code

Geachte heer Sander, (…)

Overwegingen

In uw brief deelt u mee dat KPN voornemens is de dienst SMS Vaste Net op korte termijn commercieel te introduceren. U geeft daarbij aan welke implementatie KPN daarbij van plan is te gaan gebruiken. Ook geeft u een opsomming van andere implementaties welke onderzocht zijn, maar die in de ogen van KPN niet voldeden.

Het gebruik van een nummer uit een nummerplan zonder toekenning is verboden volgens artikel 4.2, achtste lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Het college is op grond van artikel 15 Tw belast met het toezicht op de naleving van onder meer deze wetsbepaling en beschikt daartoe over bestuurlijke handhavingsinstrumenten.

In het afwijzingsbesluit van 9 december 2002 betreffende de MNC code aanvraag van KPN heeft het college aangegeven dat de aanvraag van KPN niet binnen de bestemming van het IMSI nummerplan valt.

De argumenten die het college in dat besluit heeft genoemd zijn nog steeds van kracht.

Het college benadrukt dat hij niet overtuigd is van de door KPN aangevoerde noodzaak van de door haar verkozen implementatiemethode voor de dienst SMS Vaste Net. Zowel voor routering als voor wholesale facturering van SMS verkeer is het college op basis van de thans beschikbare gegevens voorlopig van oordeel dat er implementatiemogelijkheden aanwezig zijn waarvoor geen MNC benodigd is. Zoals bij brief van 29 januari 2003 gesteld is dit het onderwerp van een nader onderzoek in ECC verband, waar momenteel een werkgroep bezig te onderzoeken hoe in andere landen de dienst SMS Vaste Net is geïmplementeerd. Op dit moment heeft het college nog geen signalen ontvangen dat in een van deze landen een MNC code is toegekend aan een marktpartij die geen mobiliteitsdiensten biedt, maar het onderzoek is nog niet afgerond. Mede naar aanleiding van de resultaten van de werkgroep zou wellicht in ITU verband de discussie gestart kunnen worden over wijziging van het IMSI nummerplan, welke wijziging dan wellicht ook door DGTP overgenomen zal worden in het Nederlandse IMSI nummerplan.

2500GA30000 Koninklijke KPN N.V.

Regelgeving

De heer drs. J. Sander Postbus 30000

2500 GA 'S-GRAVENHAGE

OPTA/N&R/2003/200620

Het is daarentegen ook mogelijk dat de resultaten van de werkgroep uitwijzen dat er niet voldoende gronden zijn om een wijziging van het IMSI nummerplan na te streven.

Besluit

Zolang de resultaten van het onderzoek in ECC verband nog niet bekend zijn, ziet het college in principe af van het inzetten van handhavingsinstrumenten tegen KPN als zij een niet door het college toegekende MNC code gebruikt. Het college behoudt daarentegen zich te allen tijde het recht voor om toch tot het onmiddellijk inzetten van handhavingsinstrumenten over te gaan. Hiervoor kunnen verschillende aanleidingen zijn, bijvoorbeeld als blijkt dat de door KPN gekozen implementatie leidt tot

concurrentiebelemmeringen in de markt of als marktpartijen gerechtvaardigde bezwaren hebben tegen het gedogen door het college. Ook kan het college tot het onmiddellijk inzetten van

handhavingsinstrumenten besluiten als de resultaten van de betreffende ECC werkgroep daartoe aanleiding geven.

Als voorwaarde voor dit gedogen stelt het college dat KPN een verzoek doet aan DGTP tot het wijzigen van het IMSI nummerplan, voor zover nog niet gedaan.

De voorgaande punten overwegende, neemt het college het volgende besluit:

“Het college besluit tot 30 juni 2003 niet op te treden tegen Koninklijke KPN Telecom N.V.

(hierna: KPN) indien dit bedrijf ten behoeve van de dienst SMS Vaste Net zonder toekenning gebruik gaat maken van een Mobiele Netwerk Code (MNC) uit het “Nummerplan voor

identiteitsnummers ten behoeve van internationale mobiliteit (IMSI nummers)”, (Staatscourant 1999, nr. 15). Dit gedogen is onder de voorwaarde dat KPN, voor zover nog niet gedaan, een verzoek indient bij het Ministerie van Economische Zaken, DGTP, tot het wijzigen van het bovengenoemde nummerplan.

Het gedogen houdt mede verband met een lopend onderzoek in Europees verband, waaraan ook OPTA deelneemt en waarin de noodzaak van het gebruik van een MNC voor de dienst SMS Vaste Net wordt onderzocht. Verder heeft het college tot nu toe geen aanwijzingen waaruit blijkt dat de door KPN gekozen implementatie zal leiden tot concurrentiebelemmeringen in de markt of tot gerechtvaardigde bezwaren van andere marktpartijen.

Zodra in Europees verband meer duidelijkheid verkregen is of zodra aanwijzingen uit de markt ertoe aanleiding geven, zal het college dit besluit heroverwegen en zonodig overgaan tot het inzetten van handhavingsinstrumenten tegen KPN. Het college is hiertoe bevoegd op grond van artikel 15 van de Telecommunicatiewet.

Het college kan de gedoogtoestemming verlengen indien op 30 juni 2003 nog geen duidelijkheid bestaat over de resultaten van het onderzoek in Europees verband en over de daarmee samenhangende standpunten van ITU of DGTP.

Belanghebbenden, die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het

bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Postbus 90420

2509 LK ’s-Gravenhage

OPTA/N&R/2003/200620

onder vermelding van “Bezwaarschrift”. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.”

Mocht KPN na kennisname van dit besluit toch een niet door het college toegekende MNC code willen gaan gebruiken, dan dient zij zelf in haar beslissing de risico’s af te wegen van het mogelijk inzetten van handhavingsinstrumenten door het college.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

prof.dr. J.C. Arnbak, voorzitter