Chapter 10 // Dutch summary

(1)

MichaelWilson.indb 126 13-11-2018 14:37:59

(2)

Chapter 10 // Dutch summary

(3)

128 | Chapter 10

IIn hoofdstuk 1 wordt een algemene schets van dit proefschrift gegeven en wordt het onderwerp peri-operatief bloedbeleid geïntroduceerd met speciale aandacht voor de schadelijke effecten van anti-bloedarmoede therapieën en de rol van ijzer bij patiënten met dikkedarmkanker.

Bloedarmoede is een veel voorkomende bevinding bij kankerpatiënten en wordt waargenomen bij maximaal 40 procent van de patiënten met dikkedarmkanker. er werd verondersteld dat bloedarmoede de langetermijnprognose schaadt door verergering van het zuurstoftekort van de tumor, wat verband houdt met resistentie tegen bestraling en chemotherapie. In hoofdstuk 2 worden de resultaten gepresenteerd van een systematische review en meta-analyse van de langetermijn prognostische waarde van pre-operatieve bloedarmoede bij patiënten met dikkedarmkanker. In meta-analyses met zowel colon- als rectumkankerpatiënten, was preoperatieve bloedarmoede significant geassocieerd met een afname van de algehele overleving (HR 1,56, 95% CI 1,30 tot 1,88) en ziektevrije overleving (HR 1,34, 95% betrouwbaarheidsinterval 1,11 tot 1,61). Echter, wanneer beperkt tot studies met uitsluitend colon- of rectumkankerpatiënten, toonden analyses aan dat preoperatieve bloedarmoede alleen significant geassocieerd is met een verminderde algemene en ziektevrije overleving op de lange termijn bij patiënten met rectumkanker, en niet bij patiënten met colonkanker.

In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de prevalentie en behandeling van pre-operatieve ijzerdeficiëntie bij patiënten met dikkedarmkanker. In ongeveer 50 procent van alle patiënten met dikkedarmkanker werd ijzerdeficientie geobserveerd. Dit percentage lag op 80% bij patiënten met dikkedarmkanker en bloedarmoede. Met betrekking tot het type ijzerdeficiëntie was de overgrote meerderheid een combinatie van absolute en functionele ijzerdeficiëntie (81,0%); slechts 3,7%

en 15,3% was een geïsoleerde absolute en geïsoleerde functionele ijzertekort, respectievelijk.

De klinische relevantie van ijzerdeficiëntie in ons patiëntencohort was echter discutabel, omdat alleen ernstige ijzerdeficiëntie in een univariate analyse significant geassocieerd was met een verhoogd postoperatief complicatiepercentage.

Resultaten van een onderzoek onder chirurgen, gastro-enterologen en anesthesiologen om de preoperatieve strategieën voor bloedbeleid bij patiënten met dikkedarmkanker in Nederlandse ziekenhuizen te achterhalen, worden gepresenteerd in hoofdstuk 4. een duidelijke variabiliteit in pre-operatief bloedbeleid werd aangetoond. Opvallend was dat deze variabiliteit niet alleen tussen, maar ook binnen Nederlandse ziekenhuizen werd waargenomen, zoals blijkt uit de uiteen- lopende reacties van chirurgen, gastro-enterologen en anesthesiologen. Over het algemeen werd een slechte naleving van de aanbevelingen in internationale richtlijnen over de behandeling van bloedarmoede bij kankerpatiënten waargenomen. Dit werd bijvoorbeeld geïllustreerd door het lage aantal ziekenhuizen waarin de ijzerstatus werd gemeten tijdens screening op colorectale kanker (d.w.z. minder dan 40%), cruciaal om het type bloedarmoede te identificeren en om de optimale behandeling te bepalen.

(4)

129

1 7 4

10 2

8 5 3

9 6

In hoofdstuk 5 wordt het kortetermijneffect van pre-operatieve intraveneuze ijzertherapie bestudeerd in een cohortonderzoek. pre-operatieve intraveneuze ijzertherapie is het meest effectief bij patiënten met ernstigere bloedarmoede en met hogere transferrine- en lagere fer- ritinespiegels. De resultaten lieten niet zien dat de duidelijke hemoglobinestijging na ijzerinfusie leidt tot een verminderd aantal patiënten met een postoperatieve complicatie en / of bloedtrans- fusie.

In hoofdstuk 6 wordt de veiligheid op lange termijn van pre-operatieve intraveneuze ijzertherapie in twijfel getrokken. De hypothese dat ijzertherapie als behandeling van bloedarmoede een potentieel schadelijke en gevaarlijke strategie zou kunnen zijn bij patiënten met dikkedarmkanker, is uitgewerkt.

Ondersteund door de hypothese in hoofdstuk 6, wordt het effect van pre-operatieve intraveneuze ijzertherapie op de langetermijnoverleving bij patiënten met dikkedarmkanker en bloedarmoede bestudeerd in een gematchte cohortstudie in hoofdstuk 7. het onderzoek kon niet aantonen dat pre-operatieve intraveneuze ijzertherapie een diepgaand effect heeft op lange termijn algehele en ziektevrije overleving bij patiënten met dikkedarmkanker en bloedarmoede. er dient echter te worden benadrukt dat de resultaten zijn afgeleid van een retrospectief onderzoek van kleine omvang en daarom met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden.