• No results found

op het gebied van lokale telefonie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share " op het gebied van lokale telefonie"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

marktwerking

op het gebied van lokale telefonie

OPTA 24 juni 1999

Inhoud

Samenvatting

(2)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 2 Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 Voorafgaande feiten

Hoofdstuk 3 Afbakening en methode van het onderzoek Hoofdstuk 4 Feitelijke bevindingen

Hoofdstuk 5 Analyse van de markt

Hoofdstuk 6 Beoordeling van de bezwaren van marktpartijen tegen een eenmalige ijking Hoofdstuk 7 Conclusies

Hoofdstuk 8 Verdere procedure Literatuurlijst

Bijlage 1: lijst van marktpartijen (zie rapport) Bijlage 2: vragenlijst

Bijlage 3: reacties van marktpartijen (vertrouwelijk)

(3)

Samenvatting

Op 29 januari 1999 is de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit een onderzoek begonnen naar de te verwachten en reeds aanwezige mate van concurrentie op het gebied van lokale telefonie.

Aanleiding voor het onderzoek was de vraag of verdere tariefverlagingen voor lokale telefoongesprekken de ontwikkeling van concurrentie op het gebied van lokale telefonie schaadt.

Wat vooraf ging

Op 23 november 1998, heeft het OPTA-college voor het eerst beslist over de mate van kostenoriëntatie van de eindgebruikerstarieven voor de vaste telefoondienst van KPN. Daaraan voorafgaand had het college op 2 september 1998 al zijn oordeel bekendgemaakt.

Met name de consequenties voor de lokale gesprekstarieven van KPN leidden tot veel kritiek bij marktpartijen. Op grond van de kosten en opbrengsten van de vaste spraaktelefoondienst over het boekjaar 1997 en het door het college vastgestelde redelijke rendement voor lokale telefonie bleken de tarieven voor lokale telefonie niet kostengeoriënteerd. De beoordeling van deze tarieven op kostenoriëntatie werd noodzakelijk geacht aangezien de inschatting was dat concurrentie op lokale telefonie op enige schaal niet binnen afzienbare tijd te verwachten was. Eindgebruikers hebben dan geen reële keuze en zijn voor dit verkeer van KPN afhankelijk. KPN is in het oordeel van 2 september daarom verzocht een tariefvoorstel te doen voor nieuwe tarieven voor lokaal bellen waarbij het door OPTA vastgestelde normrendement van 13,2% moest worden doorberekend. Dit kwam neer op een verlaging van 25% ten opzichte van de toenmalige tarieven. In de door KPN voor te stellen nieuwe kostengeoriënteerde tarieven diende KPN aan te geven welke veranderingen zich in 1998 hebben voorgedaan c.q. zullen voordoen ten aanzien van kosten en opbrengsten.

Op 30 september 1998 heeft KPN tariefvoorstellen voor wijziging van de tarieven van de telefoondienst aan het college aangeboden. Bij de door KPN vervolgens ingediende voorstellen voor wijziging van de tarieven is een aantal omvangrijke investeringen aangekondigd die op korte termijn tot een stijging van de kosten leiden. Het betrof extra kosten voor reorganisatie, modernisering van de transmissie en voor versnelde afschrijving van nummercentrales.

Naar aanleiding van de door KPN aangekondigde hogere kosten heeft het college zijn voornemen bekend gemaakt om de totstandkoming van kostengeoriënteerde tarieven, anders dan zijn aanvankelijk voornemen was, in twee stappen op te splitsen: een eerste beperkte stap op 1 januari 1999 en de tweede definitieve stap op 1 juli 1999. Onverkorte toepassing van het 2 september oordeel zou per 1 januari tot lagere gesprekstarieven leiden. Vervolgens zouden de tarieven op 1 juli 1999 wellicht weer moeten stijgen vanwege de dan gebleken hogere kosten. OPTA achtte zo’n ‘jojo-effect’ van de telefoontarieven ongewenst. Ook de telecommunicatiesector en de gebruikersorganisaties hebben zich tijdens de door OPTA georganiseerde hoorzitting van 12 november jl. breed achter dit uitgangspunt geschaard. Tevens gaf de uitvoering van het 2 september oordeel in twee stappen de gelegenheid voor een aantal onderzoeken, waartoe bovendien de reacties van diverse marktpartijen op dit oordeel aanleiding gaven. Diverse

marktpartijen hadden namelijk laten weten dat zij de conclusie over de ontwikkeling van concurrentie op het gebied van lokale telefonie en de voorgestelde verlaging van lokale telefonie van OPTA niet deelden.

Sommigen hadden verder aangegeven dat zij zelf het voornemen hebben om op afzienbare termijn lokale telefonie te gaan aanbieden en al besloten hebben tot het doen van de daarvoor benodigde investeringen.

Bij besluit van 23 november 1998 heeft het college onder een aantal voorwaarden ingestemd met een beperkte aanpassing van de telefoontarieven van KPN. Conform het door OPTA goedgekeurde voorstel van KPN werden per 1 januari 1999 de tarieven voor lokaal verkeer op zondag met 33% verlaagd.

Daarnaast heeft KPN conform de voorwaarden van OPTA met ingang van 6 april 1999 ‘Voordeelnummers’

geïntroduceerd alsmede een tijdelijk zaterdag- en nachttarief voor lokaal verkeer in de dalperiode, overeenkomstig het zondagtarief. In hetzelfde besluit heeft OPTA bekendgemaakt dat in de periode tot 1 juli 1999 de door KPN aangekondigde hoge kosten geverifieerd worden. Tevens zal een onderzoek plaatsvinden naar de ‘Weighted Average Cost of Capital’-methode (WACC); hierop is de

rendementsbeoordeling van het college gestoeld. Verder heeft OPTA aangekondigd met inbreng van de

marktpartijen een systeem van zogenoemde tariefplafonds te ontwikkelen. Over de vaststelling van dit

systeem, ook wel bekend als ‘price caps’, verwacht OPTA in het najaar van 1999 een besluit te nemen. Tot

slot heeft OPTA aangekondigd de periode tot 1 juli 1999 te zullen gebruiken om te onderzoeken of op het

gebied van lokale telefonie concurrenten van KPN daadwerkelijk investeringen doen en lokale telefonie

(4)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 4 gaan aanbieden. Als dat het geval zou zijn, zou het college kunnen overwegen zijn oorspronkelijke

conclusie met betrekking tot lokale telefonie bij te stellen door voor deze tarieven eenzelfde fasering aan te brengen als voor de tarieven van nationaal verkeer, zoals in het oordeel van september 1998. OPTA heeft zich daarbij echter op het standpunt gesteld dat een heroverweging van OPTA’s oordeel uitsluitend aan de orde is, indien met feitenmateriaal (bijvoorbeeld goedgekeurde businessplannen) aangetoond wordt dat een voldoende grote groep consumenten binnen 1 à 2 jaar kan kiezen bij wie zij hun lokale gesprekken afwikkelen: bij KPN of bij een andere aanbieder. Verder moest aangetoond worden dat een eenmalige ijking van de lokale tarieven deze ontwikkeling in ernstige mate zal verstoren. Alleen dan zou het college overwegen voor de tarieven voor lokaal bellen eenzelfde fasering aan te brengen als voor de tarieven voor nationaal bellen.

Resultaten van het onderzoek

Uit het onderzoek is gebleken dat naast KPN alleen A2000 en United Telekabel Holding geschakelde telefonie aan consumenten aanbieden. Samen hebben deze twee kabelexploitanten binnen het

verzorgingsgebied circa 1,5 miljoen aansluitingen, die -zo stellen beide marktpartijen- in 2000 alle technisch gereed zijn voor telefonie, internet en betaal-tv. Dit betekent dat circa 25% van de Nederlandse

huishoudens

1

binnen 1 à 2 jaar kan kiezen voor het afwikkelen van een lokaal telefoongesprek tussen KPN of een andere aanbieder. Andere kabelexploitanten bieden geen geschakelde telefonie via de kabel aan en hebben ook geen plannen daartoe. Wel is er veel belangstelling voor IP-telefonie via kabelnetten van kabelexploitanten. Marktpartijen hebben echter niet aannemelijk gemaakt dat binnen 1 à 2 jaar een grotere groep van consumenten door IP-telefonie via de kabel een keuze krijgt voor het afwikkelen van lokale telefoongesprekken.

Verder hebben marktpartijen niet aannemelijk kunnen maken dat een verlaging van KPN’s lokale tarieven van 25% er toe zal leiden dat de bovengenoemde keuze voor consumenten niet tot stand zal komen. UTH en A2000 zullen hun telefoondienst niet beëindigen; wel zal een eenmalige verlaging van de tarieven voor lokaal verkeer van KPN een negatief effect op de winst en op de penetratie van de markt van deze partijen hebben.

Uit het onderzoek is verder gebleken dat de meeste kabelexploitanten wel internet via de kabel aanbieden of op korte termijn gaan aanbieden. Daarbij wordt in het algemeen ook een andere tariefstructuur

gehanteerd (flat fee) dan die van KPN. Op dit moment zijn ongeveer 1,8 miljoen aansluitingen gereed voor internet via de kabel. Op de markt voor internet-toegang is sprake van een toenemende concurrentie. Een verlaging van de lokale tarieven van KPN zal de ontwikkelingen op deze markt niet negatief verstoren. Uit onderzoeksgegevens blijkt dat een meer dan redelijk rendement behaald wordt op deze dienst. Een verlaging van KPN’s lokale tarieven zal er niet toe leiden dat marktpartijen ervan afzien de dienst internet via de kabel aan te bieden, wel zullen marktpartijen mogelijk genoodzaakt zijn om het tarief aan te passen.

Op grond van het onderzoek kan het volgende geconcludeerd worden:

- Binnen 1 à 2 jaar kan ten hoogste 25% van de Nederlandse huishoudens voor zijn lokale

telefoongesprekken kiezen tussen KPN of een andere aanbieder. Met andere woorden, 75% van de Nederlandse huishoudens blijft verstoken van een keuze voor hun lokale telefoongesprekken.

- Door marktpartijen is niet aangetoond dat de bovengenoemde keuze voor consumenten niet tot stand zal komen indien de lokale verkeerstarieven van KPN eenmalige geijkt worden. De keuze voor consumenten wordt de komende twee jaar gerealiseerd door A2000 en door UTH. Deze marktpartijen bieden reeds telefonie aan. Een eenmalige ijking van de tarieven zal er niet toe leiden dat deze partijen afzien van het aanbieden van lokale telefonie aan consumenten. Daarvoor is de roll-out al in gang gezet. Aangezien de overige kabelexploitanten geen geschakelde telefonie gaan aanbieden, zal het afzien van een eenmalige ijking niet tot gevolg hebben dat een grotere groep van consumenten een keuze krijgt.

1

Op grond van gegevens over 1997 van het CBS en de concessierapportage 1997 van KPN hebben circa 6,4

miljoen Nederlandse huishoudens een analoge dan wel een digitale telefoonaansluiting.

(5)

Rapport over de mate van marktwerking op het gebied van lokale telefonie

Nummer: OPTA/E/99/5740

12 mei 1999

1. Inleiding

Op 29 januari 1999 is de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) een

onderzoek begonnen naar de te verwachten en reeds aanwezige mate van concurrentie op het gebied van lokale telefonie. Een zestigtal organisaties, die lokale vaste telefonie aanbieden of zouden kunnen gaan aanbieden, waaronder kabelexploitanten, mobiele aanbieders en carrier selectie aanbieders zijn uitgenodigd om aan dit onderzoek mee te werken. Zij zijn verzocht om binnen vier weken een aantal vragen te beantwoorden. Op verzoek van diverse marktpartijen is deze termijn verlengd tot 1 april 1999.

Verder zijn twaalf grote marktpartijen uitgenodigd voor een mondelinge toelichting op hun plannen. Bijlage 1 bevat een lijst van marktpartijen die voor dit onderzoek uitgenodigd zijn.

OPTA wil de marktpartijen die meegewerkt hebben aan dit onderzoek bedanken voor hun bereidwilligheid om medewerking te verlenen en voor het inzicht dat ze hebben geboden in hun plannen.

Op basis van de door marktpartijen verstrekte informatie is een analyse, met daaraan te verbinden conclusies, gemaakt. Deze conclusies zullen met name gebruikt worden om te bepalen op welke wijze de lokale telefoontarieven in het price cap-systeem van KPN’s vaste telefoontarieven zullen worden

opgenomen. Dit kan door toepassing van een eenmalige of een geleidelijke ijking op de lokale telefoontarieven

2

.

Dit rapport omvat de analyse en de conclusies van OPTA inzake het onderzoek, en is als volgt opgebouwd.

In hoofdstuk 2 wordt de aanleiding van het onderzoek beschreven. De beschrijving van de

onderzoeksmethode en de afbakening van het onderzoek komen in hoofdstuk 3 aan de orde. Aansluitend wordt in hoofdstuk 4 een overzicht van de feitelijke bevindingen gegeven. De analyse van de markt wordt in hoofdstuk 5 besproken, waarna in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de bezwaren van marktpartijen tegen een eenmalige ijking van de lokale verkeerstarieven van KPN. In hoofdstuk 7 volgen de conclusies van OPTA. Tenslotte wordt afgesloten met een beschrijving van de verdere procedure.

2

Voor meer informatie wordt verwezen naar het consultatiedocument Price caps van 20 april 1999.

(6)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 6 2. Voorafgaande feiten

Bij het besluit van 23 november 1998, kenmerk OPTA/E/98/3217, over de mate van

kostengeoriënteerdheid van de door Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) voorgestelde tarieven voor de telefoondienst heeft OPTA een onderzoek aangekondigd naar de ontwikkeling van de mate van concurrentie op het gebied van lokale telefonie. Voorafgaand aan dit besluit is op 2 september 1998 het oordeel van OPTA, kenmerk OPTA/E/98/2190, over de telefoontarieven bekendgemaakt. In dit oordeel was OPTA tot de conclusie gekomen dat voldoende concurrentie op het gebied van lokale telefonie op korte termijn niet te verwachten valt. De analyse in het oordeel was de volgende:

‘Op een beperkt aantal plaatsen in Nederland is het mogelijk op alternatieve aansluitnetten te worden aangesloten. Deze aanbieders bieden veelal internet access diensten aan; telefonie wordt vaak nog op experimentele basis aangeboden. A2000 biedt op dit moment als enige lokale telefonie aan. Via carrier selectie wordt thans nog geen lokale telefonie aangeboden. De marges tussen de eindgebruikerstarieven en de interconnectietarieven zijn daarvoor te klein of zelfs negatief. Het lijkt erop dat concurrentie op lokale telefonie op termijn alleen goed mogelijk is als men over eigen aansluitlijnen of een eigen alternatieve infrastructuur beschikt. Het college verwacht niet dat de concurrentie op aansluitnetten zich de eerstkomende jaren op grote schaal zal voordoen, en dus ook niet op het gebied van lokale telefonie.’

Het werd om die reden wenselijk en noodzakelijk geacht dat de lokale tarieven op kostenoriëntatie werden beoordeeld. Gelet op de analyse van OPTA dat concurrentie op lokale telefonie nog vrijwel afwezig was, stelde OPTA zich in het oordeel over de telefoontarieven op het standpunt dat bij lokaal bellen thans de belangen van gebruikers dienden te prevaleren ten opzichte van die van concurrenten. OPTA ging er in het oordeel verder vanuit dat aan de belangen van aanbieders met eigen aansluitnetten reeds in voldoende mate tegemoet werd gekomen door de herbalancering van de abonnements- en gesprekstarieven per 1 juli 1998 waardoor een belangrijke drempel voor de ontwikkeling van concurrentie op infrastructuur (en dus ook op lokale telefonie) was weggenomen.

KPN is in het oordeel van 2 september daarom verzocht een tariefvoorstel te doen voor nieuwe tarieven voor lokaal bellen waarbij het door OPTA vastgestelde normrendement van [ … ] werd doorberekend. Dit kwam neer op een verlaging van 25% ten opzichte van de toenmalige tarieven.

Bij de door KPN vervolgens ingediende voorstellen voor wijziging van de tarieven is een aantal investeringen aangekondigd die kostenverhogend werken. Ter voorkoming van een jojo-effect van de tarieven is bij besluit van 23 november 1998 onder een aantal voorwaarden ingestemd met een beperkte aanpassing van de telefoontarieven. Conform het door OPTA goedgekeurde voorstel van KPN werden per 1 januari 1999 de tarieven voor lokaal verkeer op zondag met 33% verlaagd. Daarnaast heeft KPN met ingang van 6 april 1999 Voordeelnummers geïntroduceerd alsmede een tijdelijk zaterdag- en nachttarief voor lokaal verkeer in de dalperiode, overeenkomstig het zondagtarief.

Diverse marktpartijen hebben laten weten dat zij de conclusie over de ontwikkeling van concurrentie op het gebied van lokale telefonie en de voorgestelde verlaging van lokale telefonie van OPTA niet delen.

Sommigen hebben verder aangegeven dat zij zelf voornemens zijn om op afzienbare termijn lokale telefonie te gaan aanbieden en reeds besloten hebben tot het doen van de daarvoor benodigde

investeringen. Deze reacties zijn voor OPTA aanleiding geweest om de ontwikkeling van concurrentie op

het gebied van lokale telefonie nader te onderzoeken.

(7)

3. Afbakening en methode van het onderzoek

Op 15 december 1998 is de Telecommunicatiewet (Tw) in werking getreden

3

. Deze wet is gebaseerd op de ONP-regelgeving

4

en een belangrijke stap op weg naar de totstandkoming van een concurrerende telecommunicatiemarkt. Artikel 7.1 van de Tw bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld ter uitvoering van de ONP-richtlijnen

5

.

Ter uitvoering van artikel 7.1 van de Tw is het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT) opgesteld. In artikel 35 van dit besluit is een regeling neergelegd inzake de vaststelling van

kostengeoriënteerde tarieven voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst door een partij met aanmerkelijke marktmacht. Artikel 20.1 van de Tw wijst KPN voor een periode van twee jaar aan als een aanbieder die beschikt over een aanmerkelijke macht op onder meer de markt voor de vaste spraaktelefoondienst. Dit betekent dat KPN op grond van de Tw in elk geval gedurende die periode verplicht is om kostengeoriënteerde tarieven te hanteren voor de telefoondienst. De telefoontarieven van KPN dienen op grond van artikel 35 van het BOHT door OPTA beoordeeld te worden op kostenoriëntatie.

Met de verplichting om kostengeoriënteerde tarieven te hanteren wordt beoogd gebruikers te beschermen tegen te hoge tarieven op (deel)markten waar (nog) geen sprake is van effectieve concurrentie. Van effectieve concurrentie is volgens OPTA sprake wanneer gebruikers kunnen kiezen uit meerdere aanbieders én waarbij tarieven vergelijkbaar zijn met de tarieven zoals die bij (vrijwel) volledige mededinging tot stand zouden zijn gekomen. Het komt er op neer dat het vereiste van kostenoriëntatie beschouwd moet worden als een (tijdelijke) substituut voor effectieve marktwerking.

In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat sommige marktpartijen het niet eens waren met de conclusie van OPTA in het oordeel van 2 september 1998 over lokale telefonie. Naar aanleiding van de reacties van sommige marktpartijen heeft OPTA zich op het standpunt gesteld dat uitstel van de wettelijke verplichting van KPN om kostengeoriënteerde lokale telefoontarieven te hanteren alleen te rechtvaardigen is, indien met feitenmateriaal (bijvoorbeeld goedgekeurde businessplannen) aangetoond wordt dat op voldoende schaal ook exploitanten van alternatieve infrastructuren via hun netten op korte termijn lokale

spraaktelefonie zullen aanbieden.

Met dit onderzoek is daarvoor een mogelijkheid geboden. Marktpartijen moeten aannemelijk maken dat een voldoende grote groep consumenten binnen 1 à 2 jaar kan kiezen bij wie zij hun lokale telefoongesprek afwikkelen: bij KPN of bij een andere aanbieder. Daarnaast dient door marktpartijen aannemelijk gemaakt te worden dat verlaging van de lokale tarieven naar een kostengeoriënteerd niveau deze ontwikkeling in ernstige mate zou verstoren. Alleen op basis van de door marktpartijen ter beschikking gestelde informatie kan OPTA concluderen of afgezien wordt van een eenmalige ijking van de lokale verkeerstarieven. Dit kan door eenzelfde fasering aan te brengen voor de tarieven van lokaal verkeer als voor de tarieven van nationaal verkeer, zoals in het oordeel van september 1998.

In dit onderzoek is de volgende onderzoeksmethode gehanteerd. Enerzijds zijn marktpartijen uitgenodigd om een aantal vragen schriftelijk te beantwoorden. De vragenlijst is als bijlage 2 aan dit rapport

toegevoegd. Anderzijds is een aantal marktpartijen uitgenodigd om hun plannen mondeling aan OPTA nader toe te lichten. Naast de door marktpartijen verstrekte informatie heeft OPTA zich in het onderzoek gebaseerd op diverse publicaties. Een overzicht van deze publicaties is opgenomen in de literatuurlijst.

Verder wordt summier een overzicht gegeven van de concurrentiesituatie in een aantal andere Europese landen.

3

Stb. 1998, 610.

4

Richtlijn 90/387/EEG van de Raad van 28 juni 1990, nr. L 192. Later is deze richtlijn aangepast bij richtlijn 97/51/EG.

5

Voor spraaktelefonie geldt de richtlijn 98/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 1998,

nr. L 101.

(8)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 8 Gelet op de aanleiding van het onderzoek is het onderzoek gericht op de beoordeling van de mate van concurrentie op het gebied van vaste lokale telefonie in de consumentenmarkt

6

. In het bijzonder zal onderzocht worden hoeveel consumenten binnen 1 à 2 jaar kunnen kiezen tussen verschillende aanbieders voor het afwikkelen van lokale telefoongesprekken. Een analyse van de concurrentiesituatie op de

(groot)zakelijke markt maakt geen deel uit van dit onderzoek. Op de (groot)zakelijke markt bieden meerdere marktpartijen telefonie aan via eigen aansluitlijnen (zgn. direct access). Zakelijke gebruikers kunnen derhalve voor het afwikkelen van hun telefoongesprekken kiezen tussen KPN en andere aanbieders.

Daarnaast zal ook, gegeven de conclusie van OPTA in het oordeel van 2 september 1998 dat ‘concurrentie op lokale telefonie op termijn alleen goed mogelijk is als men over eigen aansluitlijnen of een eigen alternatieve infrastructuur beschikt’, de concurrentiesituatie op de markt voor vaste telefoonaansluitingen beoordeeld worden. Verder is goede nota genomen van de opvattingen van marktpartijen dat

tariefmaatregelen voor lokale telefonie ook gevolgen kunnen hebben voor andere markten. Ook deze andere markten zullen in de analyse betrokken worden.

In het besluit van 23 november 1998 heeft OPTA aangekondigd voornemens te zijn de telefoontarieven van KPN in de toekomst te reguleren op basis van een price cap-systeem. Naar verwachting zal OPTA in september 1999 een definitief besluit nemen over het price cap-systeem en de hoogte van de price cap. Bij de ontwikkeling van het price cap-systeem dient OPTA te beslissen over de vraag of een eenmalige of een geleidelijke ijking van de lokale verkeerstarieven gehanteerd zal worden. De beslissing op deze vraag zal in grote mate afhangen van de mate waarin in dit onderzoek aangetoond wordt dat er daadwerkelijk

concurrentie is c.q. komt op het gebied van lokale telefonie.

6

Voor bepaling van de consumentenmarkt is OPTA uitgegaan van het aantal huishoudens in Nederland. Uit de

concessierapportage 1997 van KPN blijkt dat 96% van de Nederlandse huishoudens een analoge dan wel een

digitale telefoonaansluiting heeft. Uit cijfers over 1997 van het Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat er in

Nederland 6.674.000 huishoudens zijn. Kortom, 6.407.040 huishoudens in Nederland hebben een vaste

telefoonaansluiting.

(9)

4. Feitelijke bevindingen

Zowel kabelexploitanten, mobiele aanbieders als carrier selectie aanbieders hebben gereageerd op de door OPTA gestelde vragen. Van hen hebben slechts twee marktpartijen inzage geven in hun businessplannen.

Ook heeft een tiental marktpartijen hun plannen mondeling aan OPTA toegelicht. In lijn met de

onderzoeksvragen hebben marktpartijen enerzijds inzage gegeven in hun plannen met betrekking tot lokale telefonie. Marktpartijen hebben daarbij aangegeven dat bij een eenmalige ijking van lokale verkeerstarieven van KPN rekening moet worden gehouden met de gevolgen op andere markten, zoals de markt voor internet-toegang en de markt voor mobiele telefonie. Anderzijds hebben marktpartijen hun bezwaren kenbaar gemaakt tegen een eenmalige verlaging van de lokale verkeerstarieven van KPN. In een

vertrouwelijke bijlage 3 is een overzicht van de reacties van marktpartijen opgenomen. Hieronder wordt een overzicht van de feiten gegeven.

4.1 Plannen van kabelexploitanten

De meeste kabelexploitanten, die voor dit onderzoek uitgenodigd zijn, hebben gereageerd op de door OPTA gestelde vragen. Deze bedrijven vertegenwoordigen circa 85% van de kabelaansluitingen in Nederland. Twee van hen, Multikabel en Zekatel, hebben hun plannen aannemelijk gemaakt met hun businessplannen.

Uit de reacties blijkt dat kabelbedrijven media, telecommunicatie en internet als kernactiviteiten van hun bedrijf beschouwen. Een onderscheid kan gemaakt worden tussen de infrastructuur enerzijds en de diensten over de infrastructuur anderzijds. Een aantal kabelexploitanten kiest duidelijk de positie van

‘gatekeeper’, waarbij zij de toegang tot de infrastructuur beheert en controleert

7

. Als gatekeeper bemoeit de kabelexploitant zich niet met de inhoud die over de infrastructuur wordt getransporteerd. Een aantal andere kabelexploitanten profileert zich als full service provider

8

. Daarnaast blijkt uit de reacties dat de kabelexploitanten zich zowel richten op consumenten als op de zakelijke markt. Ook hier verschilt de strategie van de verschillende kabelexploitanten echter. CasTel en Eneco hebben zich bijvoorbeeld met hun telefoondiensten gericht op de (groot)zakelijke markt, terwijl A2000 en United Telekabel Holding (hierna:

UTH) actief zijn op de consumentenmarkt, de kleinzakelijke markt en de grootzakelijke markt.

4.1.1 Infrastructuur

Uit de reacties van kabelexploitanten blijkt dat er geïnvesteerd is en wordt om de infrastructuur geschikt te maken voor diensten zoals betaal-televisie, internet-toegang en telefonie. Het betreffen met name investeringen in het net, de backbone en de netvlakken tussen de backbone en de wijkcentra, zoals verglazing en het retourgeschikt maken van het net. Deze informatie komt in grote lijnen overeen met conclusies van verschillende marktonderzoeken

9

. In deze marktonderzoeken is geconcludeerd dat in de periode tussen 1996 en 1999 voor circa ƒ 2 miljard geïnvesteerd is in de infrastructuur. Deze investeringen betreffen hoofdzakelijk investeringen in apparatuur voor CATV-dienstverlening, in glasvezelkabel en in coaxkabel, en daarnaast kosten voor graafwerkzaamheden. Een andere conclusie in deze

marktonderzoeken is dat eind 1999 circa 85% van de omroepnetwerken retourgeschikt gemaakt en verglaasd zal zijn. Blijkens informatie in het onderhavige onderzoek zullen eind 1999 alle grote kabel- exploitanten infrastructuur beschikbaar hebben waarop nieuwe diensten, telecommunicatiediensten en internet, aangeboden kunnen worden. Om deze diensten ook daadwerkelijk te kunnen leveren, zijn nog wel investeringen vereist in onder meer apparatuur voor internet en voor telefonie via de kabel.

7

Bijvoorbeeld Zekatel, Palet Kabelcom, Eneco.

8

Voorbeelden zijn A2000, United Telekabel Holding (UTH), Casema.

9

Investeringen in kabelnetten. Presentatie van het Vefica/Intercai onderzoek, ir. E.J. Wolters & R.W. Ramakers, Kabelcongres 28, 29, 30 oktober 1998, Televak Uitgeverij 1988, Amsterdam. Zie ook het onderzoek ‘De kabel:

werk aan de electronische snelweg.’, Verdonck. Klooster & Associates, 12 november 1997.

(10)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 10 Hieronder wordt een en ander schematisch weergegeven in een overzicht

10

.

Infrastructuur Marktpartijen

Aantal CAI- aansluitingen

Marktaandeel

% aansluitingen

% aansluitingen, die technisch gereed zijn voor internet-toegang, telefonie en betaal-tv

Verzorgingsgebied

Totaal:

6.011.939

1999

11

2000 2001 2002

1. A2000 560.000 8,76% [ …

]

[ … ] Amsterdam, Zaanstad,

Purmerend en Hilversum

2. CAI Westland 60.000 1% [ … ] 70 gemeenten in het Westland,

waaronder Naaldwijk en Maassluis

3. Casema 1.100.000 17,92% [ … ] [ … ] Den Haag, Delft, Utrecht

4. Castel 700.000 11,50% [ … ] [ … ] Delen van Friesland, Twente,

Overijssel en Drenthe

5. Communicabel 62.000 1,1% [ … ] [ … ] Haarlemmermeer,

Haarlemmerlieden,

Spaarnwoude en Heemstede

6. Eneco 580.000 9,51% [ … ] [ … ] Rotterdam, Dordrecht

7. Gelrevision, overgenomen door UTH

118.397 2,00% [ … ] [ … ] Flevoland

8. KTMO 67.978 1,15% [ … ] [ … ] 12 gemeenten in Twente

9. Multikabel 245.000 3,86% [ … ] [ … ] Noord-Holland, Alkmaar

10. Nutsbedrijven Maastricht 54.872 0,93% [ … ] Zuid-Limburg

11. Palet Kabelcom 720.000 11,64% [ … ] [ … ] 85 gemeenten in Limburg,

Brabant

12. REKAM 48.000 0,8% [ … ] Gouda en omgeving

13. Rendo 67.726 1,14% [ … ] [ … ] Drenthe, Noord-Overijssel

14. REMU 150.995 2,55% Utrecht, Soest, Driebergen,

Woerden

15. Tebecai 100.000 1,7% [ … ] [ … ] Oost-Gelderland

16. UTH

12

850.000 13,91% [ … ] Friesland, Brabant, Gelderland

en Flevoland

17. Zekatel 136.000 2,27% [ … ] [ … ] Zeeland

4.1.2 Telefonie

Uit de reacties blijkt dat de kabelexploitanten met een verzorgingsgebied van geringere omvang

13

geen plannen hebben om binnen twee jaar lokale telefonie aan te bieden. De overige geïnterviewde

10

Deze tabel, die niet uitputtend is, is gebaseerd deels op informatie van marktpartijen zelf deels op informatie van de Vecai per 1-1-99 (http://www.vecai.nl/facts.htm).

11

Ultimo 1999.

12

UTH heeft Gelrevision overgenomen, Volkskrant van 10 april 1999.

13

Dit zijn kabelmaatschappijen met minder dan 100.000 kabelabonnees. Bijvoorbeeld KTMO, REKAM, Rendo,

NV Nutsbedrijven Maastricht, Communicabel.

(11)

kabelexploitanten

14

hebben daarentegen aangegeven dat ze telefonie als een van hun kernactiviteiten beschouwen. In het onderzoek zijn deze marktpartijen ingegaan op hun huidige activiteiten en hun toekomstige plannen met betrekking tot telefonie. Hierna volgt een samenvatting.

Uit de reacties van de kabelexploitanten kan opgemaakt worden dat men zeer geïnteresseerd is in het aanbieden van telefonie. Diverse partijen hebben in 1997 op beperkte schaal met circuit-geschakelde telefonie via de kabel geëxperimenteerd. Deze projecten zijn echter door een aantal marktpartijen niet verder uitgebreid doordat telefonie via de kabel -volgens deze partijen- achterhaald is

15

. Naast de forse investeringen die nodig zijn in de infrastructuur om telefonie aan te bieden, vormt onder meer het

billingproces een bottleneck. Anders dan het vaste abonnementstarief voor kabeltelevisie en radio, bestaat de telefoonnota uit een vast (abonnement) en een variabel (gesprekken) deel.

A2000 was tot medio 1999 de enige kabelexploitant die telefonie over de kabel volledig operationeel aanbood. Ultimo 1998 heeft A2000, dat sinds 1 juli 1997 telefonie aanbiedt, 20.000 telefoonabonnees.

Vanaf mei dit jaar biedt ook UTH, dochter van UPC, telefonie aan in Arnhem. Voor het jaar 2000 zal UTH telefonie gaan aanbieden in Eindhoven, Apeldoorn, Leeuwarden, Ede, Helmond, Nijmegen, Almere en Heerenveen. In het jaar 2000 volgen de overige gebieden van UTH. UTH en A2000, waar UTH voor de helft eigenaar van is, hebben circa 1,5 miljoen kabelaansluitingen. A2000 heeft op dit moment circa 383.000 kabelaansluitingen gereed voor telefonie. In 2000 zijn volgens A2000 en UTH alle

kabelaansluitingen technisch gereed voor telefonie en internet. [ …

].

Beide ondernemingen bieden naast de standaard telefoondienst ook extra diensten zoals wachtgesprek, voice mail, nummerweergave, wekdienst, drieweggesprek, doorschakelen. Het abonnement, dat UTH hanteert voor telefonie, ligt circa 20% lager dan het analoge abonnementstarief van het BelBasis-pakket van KPN. Verder heeft UTH aangegeven dat voor het aansluiten zelf geen kosten in rekening gebracht worden. A2000 heeft een telefoonabonnement van ƒ 24,50 (30% lager dan BelBasis van KPN) en ƒ 31,50 (10% lager dan BelBasis van KPN) per maand. Daarnaast biedt A2000 andere voordelige pakketten, waarbij internetten, telefoneren en faxen gecombineerd worden aangeboden.

Op de verkeerstarieven biedt A2000 [ … ] 50% korting in vergelijking met de telefoontarieven van KPN, wanneer ‘on-net’ (dit zijn tarieven die gelden voor verkeer tussen klanten van één infrastructuuraanbieder) gebeld wordt. Daarnaast worden diverse actietarieven geïntroduceerd om het volume op het eigen net te vergroten. UTH is voornemens [ … ] te introduceren, [ …

]. A2000 biedt het ‘off-net’ verkeer (i.e. tussen klanten van verschillende infrastructuuraanbieders) 10% goedkoper aan dan KPN, UTH biedt dit verkeer in prijs gemiddeld 20% lager aan dan huidige tarieven van KPN

16

. Verder heeft een aantal kabelexploitanten zoals A2000, CasTel, Zekatel en Eneco aangegeven

telefoondiensten (ISDN-30) via direct access aan de (groot)zakelijke markt aan te bieden. [ … ] zal in 1999 ook telefoondiensten gaan aanbieden aan het MKB. [ … ] verwacht dat eind 1999 aan [… ] MKB-klanten telefonie aangeboden kan worden en streeft naar een aandeel van [ … ] van het aantal MKB- klanten binnen haar verzorgingsgebied in het jaar [ … ].

IP-telefonie

Veel aandacht is er thans voor IP-telefonie, oftewel bellen via het Internet. Naast de klassieke mogelijkheid om spraak via het vaste net van KPN af te wikkelen en via de infrastructuur van een beperkt aantal

kabelexploitanten, is het tegenwoordig mogelijk om spraak te leiden via internet verbindingen of met behulp van het internet protocol (hierna: IP) via telecommunicatienetwerken. Er zijn in beginsel drie soorten van IP- telefonie mogelijk

17

. Kortheidshalve wordt hierna een overzicht gegeven.

14

Dit zijn kabelmaatschappijen met meer dan 100.000 kabelabonnees. Zie overzicht p. 12 e.v..

15

Casema, Zekatel en Multikabel. Zie ook ‘Dutch cablers withdraw from residential telephony marktet’ The Business News Letter of European Telecommunications, Volume 2, Nr. 20, October 30, 1998. Zie verder

‘Telefonie: uitdaging of bedreiging voor kabelexploitanten’, Arjan Bronkhorst, Informatie en Informatiebeleid, 1998, nr. 4.

16

Zie Vecai journaal editie 54/99.

17

‘IP-telefonie biedt telecomoperators kansen’, Joost Beukers, Informatie en Informatiebeleid, 1998, nr. 1.

(12)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 12 De eerste vorm is dat internet-gebruikers via hun personal computer (hierna: PC) met elkaar telefoneren.

Daarvoor is alleen geschikte programmatuur en apparatuur nodig. Een gebruiker belt in bij zijn Internet Service Provider (ISP) tegen lokaal tarief en kan met behulp van IP-telefonie-software 'telefoneren' met iedereen die eveneens Internet-toegang heeft en over een multimedia-PC beschikt. IP-telefonie via een PC-PC-verbinding kan worden afgehandeld zonder gateways.

Bij de tweede vorm belt een internetgebruiker via de PC een willekeurige telefoonabonnee in zijn eigen of een ander land of omgekeerd. In het ene geval (van PC naar telefoon) gaat het signaal eerst over het Internet naar de gateway en de gateway zorgt er vervolgens voor dat het signaal via het telefoonnet doorgestuurd wordt naar de ontvanger. In het andere geval wordt vanaf de telefoon ingebeld op de gateway en wordt het signaal via de gateway over het Internet naar het juiste adres (een PC) getransporteerd.

De derde vorm, en dit is de vorm waar thans veel aandacht naar uitgaat bij onder meer kabelexploitanten, is dat een willekeurige telefoonabonnee via een IP-stekker een willekeurige telefoonabonnee kan bellen.

Via een telefoon-telefoonverbinding maken beller en ontvanger gebruik van het Internet, zonder dat zij daar enige weet van (hoeven te) hebben. De aanbieder van een telefoon- of van een kabelnetwerk brengt het gesprek van een klant, in de regel tegen lokaal tarief, via het Internet naar een lokaal telefoon- of kabelnetwerk (gateway) ‘in de buurt’ van de gekozen bestemming. Essentieel voor deze vorm van IP- telefonie is dat er een koppeling wordt gemaakt tussen het telefoon- of kabelnet en het Internet. Die koppeling wordt gerealiseerd via een zogenaamde IP-telefonie gateways.

Op dit moment ligt het grote voordeel van IP-telefonie in het prijsvoordeel van met name lange afstandsgesprekken. Terwijl bij de gewone telefoondienst de tarieven voor het lokaal, nationaal en internationaal bellen verschillen, geschiedt het telefoneren via het Internet in de regel tegen twee maal lokaal tarief. Bij IP-telefonie is derhalve sprake van een gehele andere billing dan bij de traditionele telefoondienst.

Daarnaast is IP-telefonie qua technologie niet te vergelijken met de ‘gewone’ telefoondienst. Een netwerk voor datacommunicatie, zoals het Internet, werkt anders dan een netwerk dat is aangelegd voor het transporteren van spraak, zoals het ‘gewone’ (PSTN- of ISDN-) telefoonnetwerk. Het grote verschil met

‘gewone’ telefonie ligt in het feit dat IP-telefonie werkt met pakketten en niet met circuits. Een telefoonnet is een circuit-geschakeld netwerk. Gedurende het gehele telefoongesprek is er een spraakkanaal beschikbaar tussen twee eindpunten waartussen een vaste bandbreedte van 64 Kbps beschikbaar is. In de

backbonenetwerken worden voor zowel spraak- als datanetwerken al pakketgeschakelde netwerken (SDH/ATM) gebruikt.

Het Internet is daarentegen een pakket-geschakeld netwerk. IP-telefonie werkt met speciale gateway software die spraakgegevens comprimeert tot pakketten die doorgestuurd worden via de beschikbare capaciteit. Aan het andere uiteinde worden de pakketten opnieuw geconverteerd tot spraaksignalen. Door compressie en coderingstechnieken te gebruiken kan IP-telefonie af met 8 Kbps.

De benodigde transmissiecapaciteit is daardoor bij IP-telefonie veel lager dan bij traditionele telefonie. In circuitgeschakelde telefoonnetwerken is degradatie van de bandbreedte en daarmee van de kwaliteit niet toegestaan. In telefoonnetwerken zouden daardoor blokkeringen kunnen voorkomen, in het Internet hooguit vertragingen en verlies van pakketten waardoor de kwaliteit van de gesprekken afneemt. Vanwege het gevaar van blokkering zijn telefoonnetwerken vaak overgedimensioneerd, zodat de blokkeringskans zeer laag is. De inefficiëntie die deze overdimensionering met zich meebrengt is bij IP-telefonie afwezig. De internetprotocollen verdelen de beschikbare bandbreedte dynamisch over de aangesloten computers. De efficiëntie vertaalt zich in lagere netwerkkosten. Hier staat tegenover dat het Internet een netwerk is zonder verkeersmanagement. De bandbreedte die nodig is voor het afwikkelen van gesprekken kan bij IP-telefonie niet gegarandeerd en gecontroleerd worden. Niet alleen de kwaliteit van IP-telefonie vormt een probleem, ook het gebrek aan standaardisatie staat een snelle introductie van IP-telefonie in de weg. Volgens het

‘Concurrentie tussen Internet en andere netwerk media.’, Marc van Wegberg, Informatie en Informatiebeleid, 1998,

nr. 1.

(13)

Britse onderzoeksbureau Analysys duurt het nog minstens twee jaar voordat telefoonmaatschappijen IP- telefonie op grote schaal kunnen aanbieden

18

.

Door de geïnterviewde bedrijven wordt IP beschouwd als dominante drager voor telefonie in de toekomst.

Aanbieders kunnen via hun eigen infrastructuur op basis van het internetprotocol diensten aanbieden waarbij (mobiele) spraak, data, video, worden geïntegreerd en allemaal als data gelijktijdig over hetzelfde netwerk wordt afgewikkeld. De traditionele scheiding tussen spraak en data verdwijnt hierdoor. Diverse kabelexploitanten starten dit jaar proeven met IP-telefonie

19

.

Blijkens informatie uit het onderzoek zijn de investeringskosten voor IP-telefonie aanzienlijk lager dan voor gewone telefonie. Aangegeven is door marktpartijen dat de investeringen voor geschakelde telefonie via de kabel circa [ … ] per aansluiting bedragen, terwijl voor IP-telefonie via de kabel de investering circa [

… ] per aansluiting bedraagt. Uit de meeste reacties kan wel afgeleid worden dat IP-telefonie commercieel nog niet rijp is. De oorzaken hiervoor zijn met name de thans nog hoge kostprijs van

kabelmodems en de kwaliteit van IP-telefonie

20

. Marktpartijen verwachten echter dat zowel de kostprijs als de kwaliteit het komende jaar zal verbeteren. Er is echter nog een andere drempel. Om IP-telefonie te kunnen aanbieden zijn investeringen in het net noodzakelijk voor de betrouwbaarheid van het net. Deze investeringen zijn zeer hoog; het zou voor marktpartijen een barrière kunnen vormen om IP-telefonie aan te bieden.

18

Telematica jaargang 10, nr. 5, mei 1999.

19

Naast KPN is onlangs A2000 gestart met een pilot. Ook [… ] en [ … ] hebben een pilot later dit jaar gepland.

20

‘IP-telefonie biedt telecomoperators kansen’, Joost Beukers, Informatie en Informatiebeleid, 1998, nr. 1.

(14)

O p e n b a re v e rs ie [… ]= v e rt ro u w e lij k e p a s s a g e 1 4

D e o n d e rs ta a n d e t a b e l g e e ft e e n o v e rz ic h t v a n ( to e k o m s ti g e ) te le fo o n d ie n s te n d ie a a n g e b o d e n w o rd e n d o o r k a b e le x p lo it a n te n . D ie n s t M a rk tp a rt ij e n L o k a le te le fo n ie c o n s u m e n te n D ir e c t a c c e s s z a k e li jk e m a rk t

W a a r in h e t v e rz o rg in g s g e b ie d H o e v e e l a b o n n e e s IP -t e le fo n ie 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 1 9 9 9

21

2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 in te re s s e 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 1 . A 2 0 0 0 ja ja [ … ] [ … ] [ … ] [ … ] [ … ] [ … ] ja p ilo t

22

2 . C A I W e s tl a n d n e e n e e ja 3 . C a s e m a n e e ja ja 4 . C a s te l n e e 1 ) S in d s j u li 1 9 9 7 ( g ro o t) - z a k e lij k e m a rk t 1 ) h e t h e le v e rz o rg in g s g e b ie d

[ … ] [ … ] [ … ] ja 5 . C o m m u n ic a b e l n e e n e e 6 . E n e c o n e e ja ja 7 . G e lr e v is io n n e e n e e n e e 8 . K T M O n e e n e e n e e 9 . M u lt ik a b e l n e e ja ja 1 0 . N u ts b e d ri jv e n M a a s tr ic ht n e e n e e n e e 1 1 . P a le t K a b e lc o m n e e n e e ja 1 2 . R E K A M n e e n e e n e e 1 3 . R e n d o n e e n e e n e e 1 4 . U T H ja ja A rn h e m E in d h o v e n re s te re n d e [ … ] [ … ] ja

21

U lt im o 1 9 9 9

22

Z ie ‘ B e lle n ’, V o lk s k ra n t v a n 1 2 m e i 1 9 9 9 .

(15)

O p e n b [… ]= v e rt ro u w e lij k e p a

D ie n s t a rt ij e n L o k a le te le fo n ie c o n s u m e n te n D ir e c t a c c e s s z a k e li jk e m a rk t

W a a r in h e t v e rz o rg in g s g e b ie d H o e v e e l a b o n n e e s IP -t e le fo n ie 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 1 9 9 9

21

2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 in te re s s e 1 9 9 9 2 0 0 0 A lm e re A p e ld o o rn E d e E in d h o v e n H e e re n v e e n H e lm o n d L e e u w a rd e n N ijm e g e n

g e b ie d k a te l n e e ja [ … ] [ … ] [ … ] ja

(16)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 16 4.1.3 Internet-toegang

Diverse marktpartijen hebben hun reactie op de door OPTA gestelde vragen niet beperkt tot lokale telefonie, maar zijn tevens ingegaan op de door hen aangeboden internet-toegangsdiensten. Internet- toegang wordt zowel aangeboden via de kabel als via het PSTN/ISDN net van KPN. Kabelexploitanten zijn van mening dat OPTA internet via de kabel ook moet betrekken bij zijn beoordeling van de telefoontarieven van KPN.

OPTA constateert dat alle grote kabelexploitanten internet via de kabel reeds aanbieden of op korte termijn gaan aanbieden. Behalve als infrastructuuraanbieder voor internet-toegang profileren de meeste

kabelexploitanten zich ook als internet serviceprovider, al dan niet in samenwerking met een ‘content’- aanbieder. Op basis van de door de kabelexploitanten verstrekte informatie kan geconcludeerd worden dat internet via de kabel geografisch beperkt en gefaseerd wordt uitgerold. Uit informatie van marktpartijen blijkt dat de uitrol van internet-toegang veelal begint in een stad

23

, waarna internet-toegang verder gefaseerd wordt uitgerold in het overige verzorgingsgebied. Ook blijkt dat de penetratiegraad van internet via de kabel nog beperkt is. Uit de informatie van de Vecai blijkt dat kabelmaatschappijen begin 1999 gezamenlijk aan zo’n 56.000 abonnees toegang tot het internet via de kabel leveren. Dit komt in grote lijnen overeen met de informatie die OPTA heeft verkregen uit het onderzoek. Het totaal aantal

kabelaansluitingen dat inmiddels geschikt is voor tweewegverkeer in Nederland wordt door de Vecai geschat op 1,8 miljoen. Hieruit volgt dat internet via de kabel een penetratie van 3% heeft bereikt.

Het gemiddelde tarief voor een internetaansluiting, inclusief kabelmodem, in Nederland bedraagt ƒ 70,70 per maand

24

. Het tarief dat door individuele kabelexploitanten gehanteerd wordt voor internet via de kabel is onderling niet goed vergelijkbaar. De meeste kabelbedrijven hanteren een flat fee tarief dat ligt tussen ƒ 50,- en ƒ 100,- per maand. Daarnaast hanteren veel kabelmaatschappijen een zogenaamd datalimiet, die kan variëren van 100Mb tot 750Mb per maand. Ook kan de snelheid van de internetdienst aanzienlijk verschillen

25

.

Naast internet via de kabel biedt een aantal marktpartijen, zoals Casema, Multikabel en CasTel dial-up internet-toegang aan. Dial-up internet-toegang houdt in dat via ‘call termination’ ingebeld wordt op het net van de operator c.q. internet service provider. Abonnees bellen dan via lokale inbelnummers naar hun internet serviceprovider. Naast het maandelijkse ISP-abonnement worden gesprekskosten in rekening gebracht. Als variant hierop bieden Casema en CasTel Free Access aan

26

. Bij deze dienst worden uitsluitend gesprekskosten in rekening gebracht, terwijl toegang tot internet gratis is.

23

Casema bood in eerste instantie internet-toegang aan in Delft, thans wordt het beperkt in Den Haag aangeboden. Eneco begon met de roll-out van internet-toegang in Rotterdam, daarna Dordrecht etc..

24

‘Nederlandse kabelsector in beeld’, Vecai april 1999.

25

Naast de traditionele smalband-internet-toegang zijn er thans diverse initiatieven voor breedband-internet- toegang, zoals @Home (JV tussen @Home, CasTel en Palet Kabelcom) en Chello van UTH.

26

Casema startte 1 mei 1999 met free access. Ook het Brabantse Internet toegangsbedrijf Wish biedt gratis toegang tot internet aan. Wish claimt in de eerste vier weken vijftigduizend abonnees te hebben geregistreerd.

‘Gratis toegang tot internet neemt een grote vlucht’, De Volkskrant, Zaterdag 20 februari 1999.

(17)

In onderstaande tabel wordt een niet-uitputtend overzicht gegeven van de dienst internet-toegang door kabelexploitanten.

Dienst Marktpartijen

Internet via de kabel

Standaardtarief Hoeveel

abonnees

Waar in Nederland Dial up internet/

aantal abonnees

1. A2000 Oktober 1997 ƒ 89,- per maand

ƒ 59,- per maand + datalimiet 100Mb, ƒ 0,20/Mb

[ … ] Amsterdam en omgeving

2. CAI Westland, Kabelfoon B.V.

Maart 1996 ƒ 49,90 inclusief modem [ … ] CAI Westland

verzorgingsgebied + Pijnacker, IJsselstein en Schiedam ([ ] potentiële klanten)

Ja, [ … ] abonnees

3. Casema Begin 1998 ƒ 59,50 [ … ] Delft, Breda, Utrecht, wijken en

omgeving van Den Haag.

Ja, [… ] abonnees.

Vanaf 1 mei 1999 Free Access

4. Castel per juni 1999 < ƒ 100,- per maand Free Access en Key

Access (ƒ 15,- per maand voor een e- mail adres), [… ] abonnees 5. Communicabel Nee

6. Eneco Juli 1998 ƒ 69,- per maand, excl. ISP- abonnement en kabelmodem

[ … ] Rotterdam en Dordrecht

7. Gelrevision Februari 1998 ƒ 49,95 per maand + datalimiet 300Mb

ƒ 89,95 per maand + datalimiet 2GB

[ … ] Zeewolde, Ermelo-Putten- Hoevelaken, Nijkerk, Barneveld, Zevenaar, Wehl, Didam, Winterswijk, Lichtenvoorde, Eibergen en Neede

8. KTMO [ … ]

9. Multikabel, Multiweb Oktober 1998 ƒ 95,-, m.i.v. 01-10-99: ƒ 60,- + modem 350,-

[ … ] Haarlem, Alkmaar Ja, [… ] abonnees

10. Nutsbedrijven Maastricht

Nee

11. Palet Kabelcom Sinds 1 mei 1999 ƒ 90,- per maand

12. REKAM Nee

13. Rendo Sinds mei 1998 ƒ 49,95 + datalimiet 500Mb, ƒ 0,50/Mb, nachttarief ƒ 0,25/Mb

[ … ] Hoogeveen, Meppel, Steenwijk

14. Tebecai Sinds maart 1998 ƒ 49,95 + datalimiet ƒ 99,95

[ … ] Zutphen en sinds kort Doetinchem

Ja, [… ] abonnees

15. UTH Sinds februari 1999 ƒ 89,- per maand [ … ]

16. Zekatel Eind 1998 ƒ 50,- per maand, incl. ISP- abonnement met datalimiet van 500Mb

[ … ] Grote steden in Zeeland

(18)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 18 4.1.4 Betaal-TV

Uit de reacties blijkt dat de meeste kabelexploitanten op zeer korte termijn digitale betaaltelevisie gaan aanbieden. Diverse kabelmaatschappijen zoals ENECO, Palet Kabelcom, GelreVision, ZekaTel,

Nutsbedrijf Heerlen, Kabeltex, Nutsbedrijven Maastricht en De Alkmaarse Kabel werken samen onder de naam Mediakabel. Mediakabel is technisch klaar voor het aanbieden van interactieve televisie via de kabel.

Na een aantal proeven vanaf mei en juli dit jaar, gaan de bij Mediakabel aangesloten bedrijven in september 1999 commercieel van start.

Mediakabel (1,6 miljoen huishoudens) heeft een samenwerking met Casema (1,2 miljoen huishoudens) waardoor nieuwe diensten aan ongeveer 3 miljoen huishoudens kunnen worden aangeboden. De diensten lopen uiteen van het bestellen van films via de televisie, digitale muziekkanalen, een elektronische

programmagids en themazenders tot, in de toekomst, interactieve diensten als home shopping en internet via de televisie.

4.1.5 Bezwaren van marktpartijen tegen een eenmalige ijking van KPN’s lokale telefoontarieven De meeste kabelexploitanten hebben aangegeven dat in businessplannen uitgegaan is van een zekere verlaging van KPN’s tarieven voor lokaal verkeer over een langere periode. Van een eenmalige verlaging van 25% is men echter niet uitgegaan en deze zou ernstige gevolgen hebben voor de huidige activiteiten en de toekomstige plannen op het gebied van internet-toegang en telefonie.

Een aantal partijen heeft aangegeven dat een dergelijke verlaging van de lokale gesprekstarieven negatieve consequenties kan hebben voor het investeringstempo in internet-toegang via de kabel en voor de concurrentieontwikkelingen voor internet-toegangdiensten via de kabel. Tariefverlagingen voor lokale telefonie dienen volgens diverse marktpartijen beschouwd te worden in de context van convergentie. Onder convergentie wordt het proces verstaan waarbij de traditionele scheiding tussen de sectoren

telecommunicatie, informatietechnologie en media vervaagt.

27

Verlagingen van KPN’s lokale

verkeerstarieven kunnen onder meer consequenties hebben voor de verdere uitrol van internet via de kabel.

Voor de meeste partijen is een tariefverlaging voor lokaal verkeer echter geen reden om de dienst internet- toegang te beëindigen. Wel zal het voor sommige kabelexploitanten een aanpassing van het prijsbeleid voor internet via de kabel tot gevolg hebben.

Diverse kabelexploitanten hebben aangegeven dat de terugverdienperiode van investeringen voor internet via de kabel en investeringen in de infrastructuur langer wordt. De meeste kabelexploitanten gaan uit van een terugverdienperiode voor de investeringen in internet via de kabel van [ … ] jaar, waarbij na […] jaar sprake is van een positieve cashflow. Het rendement dat marktpartijen behalen op internet via de kabel, zo blijkt uit de informatie van marktpartijen, varieert aanzienlijk: [

]. De effecten van een verlaging van de lokale tarieven voor internet via de kabel zijn niet kwantitatief onderbouwd door marktpartijen maar komen erop neer dat de terugverdientijd in tijd naar achteren verschuift (volgens [ … ] wordt bij een verlaging van 25% van de lokale verkeerstarieven van KPN een positief resultaat op zijn vroegst pas [ … ] later bereikt).

Daarnaast zal de beoogde penetratie van internet-toegang niet gerealiseerd worden; m.a.w. dat de penetratie zal stabiliseren of zelfs zal teruglopen.

Verder hebben marktpartijen aangegeven dat een verlaging van de lokale tarieven van KPN negatieve implicaties heeft voor dial-up internet access

28

. Door een verlaging zal er volgens marktpartijen meer druk komen te staan op de vergoeding voor het termineren van verkeer die andere aanbieders KPN in rekening kunnen brengen, waardoor hun inkomsten zullen teruglopen. De vergoeding die KPN betaalt voor de

27

Zie Europese Commissie, Groenboek over convergentie in de Telecommunicatie, Media en Informatie Technologie sectors en de implicaties voor regulering, COM (1997) 623, Brussel, 3 december 1997.

28

Ook Telfort heeft dit als bezwaar tegen een verlaging van de lokale tarieven aangevoerd. CasTel heeft, zonder dit kwantitatief te onderbouwen, aangegeven [ …

].

(19)

afwikkeling van gesprekken op het netwerk van andere marktpartijen, is voor deze marktpartijen een belangrijke bron van inkomsten voor het ontwikkelen van nieuwe diensten.

Voor UTH, die per 1 mei jl. telefonie via de kabel aanbiedt, heeft ingrijpen in de eindgebruikerstarieven van KPN negatieve consequenties. Een te snelle en te sterke verlaging van KPN’s lokale telefoontarieven vertraagt de marktpenetratie. Voor duurzame concurrentie in vaste telefonie -zo stelt UTH- is het, vanwege de lage marges, essentieel dat volume wordt opgebouwd. Door verlaging van de lokale tarieven wordt de opbouw van dit volume vertraagd. Dit volume is ook nodig om de voordelen van het ‘on-net’ verkeer volledig te benutten. Als de tarieven onder druk komen te staan, zullen partijen zich steeds meer moeten richten op gebruikers met veel belvolume, grootgebruikers. In dat geval zal het marktaandeel van een alternatieve aanbieder van telefonie ook beperkt blijven. De bezettingsgraad van het net van UTH zou, wil UTH duurzaam kunnen concurreren met KPN, [ … ] moeten zijn, zo wordt gesteld door UTH.

A2000 is ingegaan op de mogelijke effecten van een verlaging van de lokale tarieven van KPN. A2000 geeft aan dat een verlaging van 25% van de lokale telefoontarieven van KPN in 1999 tot gevolg heeft dat de winst over het boekjaar 1999 [ … ] afneemt, bovenop het negatieve gevolg van de herbalancering. Door de herbalancering in juli 1998 is de winst van A2000 in 1998 verlaagd met [ … ].

Het concept van IP-telefonie wordt volgens sommige marktpartijen minder interessant indien de lokale tarieven met 25% verlaagd zouden worden. Dit zou ertoe kunnen leiden dat ervan wordt afgezien of dat men zich gaat richten op beeldtelefonie.

4.2 Mobiele aanbieders

Alle mobiele aanbieders hebben een schriftelijke reactie gegeven op de door OPTA gestelde vragen. Van hen hebben vier hun standpunt mondeling toegelicht (KPN heeft van de uitnodiging geen gebruik gemaakt).

Hoewel geen van deze marktpartijen in de hoedanigheid als aanbieder van mobiele telefonie plannen heeft om te investeren in lokale vaste telefonie, zijn ze unaniem van oordeel dat een verlaging van de lokale tarieven negatieve gevolgen zal hebben voor de ontwikkeling van concurrentie op de markt voor mobiele telefonie. De mobiele aanbieders zijn van mening dat de markten voor vaste en mobiele telefonie steeds meer naar elkaar toe groeien. Ingrepen in de ene markt zullen invloed hebben op de andere markt.

Gesteld wordt dat mobiele telefonie in technische zin is te beschouwen als een nagenoeg volwaardig alternatief voor vaste telefonie. Als gevolg van de dalende kosten van apparatuur en de toename van het mobiele verkeer

29

, daalt de kostprijs voor mobiel bellen ook sterk. Daarnaast hanteren de nieuwe mobiele aanbieders zodanige prijzen dat de prijsconcurrentie tussen de mobiele aanbieders steeds groter wordt. Mobiele aanbieders zijn van mening dat door het huidige prijsaanbod voor een deel van de

consumentenmarkt mobiele telefonie een reëel alternatief geworden is voor vaste telefonie, ook voor de kleingebruikers. Ben brengt bijvoorbeeld voor zijn mobiele dienst geen abonnementskosten in rekening.

Voor ƒ 30,- per maand kan men 100 minuten (ƒ 0,30 per minuut) mobiel bellen

30

. Door de verlagingen van de mobiele tarieven van de afgelopen tijd wordt de terugverdientijd van de investeringen jaren naar achteren geschoven. Indien de tarieven voor lokaal verkeer van KPN dan ook met 25% verlaagd zouden

29

Uit de jaarcijfers over 1998 van KPN blijkt dat de penetratie van mobiel bellen in Nederland gestegen is van 11%

naar 21%. De mobiele markt in Nederland is daarmee de snelst groeiende in Europa geworden. Zie tevens De Volkskrant ‘Aantal mobiele bellers nadert vier miljoen’, 24 april 1999. In Finland werd afgelopen december 1998 een penetratie van 56% voor mobiel bellen behaald, ‘An assessment of number portability for mobile wireless operators.’ D.M. Proctor, Vice President, Regulatory Affairs, Microcell Telecommuncations Inc., The 1999 GSM World Congress, febr. 23, 1999, Cannes France.

30

Volgens informatie begin mei 1999.

(20)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 20 worden, dan zou de ontwikkeling van de mobiele markt ernstig verstoord worden, aldus de mobiele

aanbieders.

Een verlaging van de lokale tarieven heeft volgens de mobiele aanbieders ook gevolgen voor de

ontwikkeling van nieuwe mobiele diensten. De verwachting van mobiele aanbieders is dat de ontwikkeling van mobiele diensten vertraging zal oplopen. Verschillende partijen onderzoeken namelijk thans de mogelijkheden van de zogenaamde ‘thuis-zonedienst’ (ook wel home-zone genoemd). Deze thuis- zonedienst houdt in dat mobiele eindgebruikers een lager tarief betalen voor mobiele gesprekken wanneer deze gesprekken worden gevoerd vanaf een klein geografisch gebied die zich binnen de dekking bevindt van een of meer vooraf bepaalde antenne-opstelpunten van de mobiele aanbieder. Dit geografisch gebied zal veelal een locatie van het privé-adres van de eindgebruiker omvatten. Ook wordt door diverse partijen de mogelijkheden van wireless local loop (hierna: WLL) bekeken. Een aantal aanbieders is bezig met draadloze breedband experimenten voor toepassing voor bedrijven. Verder wordt door de mobiele aanbieders ook de ontwikkeling van IP-telefonie via toegang tot de kabel gevolgd.

Een andere ontwikkeling waar OPTA naar heeft geïnformeerd bij marktpartijen betreft de spoedig te verwachten (voorjaar 2000) verdeling door het ministerie van Verkeer en Waterstaat van de frequenties ten behoeve van Universal Mobile Telecommunication System (UMTS). Dit draadloze systeem wordt door marktpartijen niet beschouwd als concurrent voor lokale telefonie in de komende 2 jaar. Dit ligt voor de hand, aangezien UMTS met name geschikt c.q. bedoeld is voor breedbandige toepassingen.

4.3 Carrier selectie aanbieders

Van de bij OPTA geregistreerde carrier selectie aanbieders, die uitgenodigd zijn om aan dit onderzoek mee te werken, hebben elf aanbieders gereageerd op de door OPTA gestelde vragen.

De partijen, die gereageerd hebben, kunnen zich vinden in de conclusie van OPTA zoals verwoord in het oordeel van 2 september 1998 dat concurrentie op het gebied van lokale telefonie op termijn alleen haalbaar is als men over eigen aansluitlijnen of een eigen alternatieve infrastructuur beschikt.

Diverse carrier selectie aanbieders, [ … ] bieden aan grootzakelijke gebruikers direct access aan. Zij maken bezwaar tegen een verlaging van 25% van de lokale tarieven van KPN aangezien daardoor de marges kleiner worden en de rentabiliteitstermijn van de investeringen langer wordt.

Betoogd wordt dat een dergelijke verlaging van KPN’s lokale tarieven gepaard moet gaan met eenzelfde verlaging van KPN’s interconnectietarieven. Zij beamen dat lokale telefonie, vanwege de marges tussen de eindgebruikerstarieven en de interconnectietarieven, thans niet concurrerend door carrier selectie

aanbieders kan worden aangeboden. Ook carrier preselectie voor lokale telefonie is volgens geen van de geïnterviewde marktpartijen commercieel aantrekkelijk.

In de mogelijkheid van ontbundelde toegang tot de aansluitlijnen (ULL) van KPN zijn enkele partijen zeer geïnteresseerd. Deze partijen zijn van opvatting dat verdere regulering van de tarieven voor lokaal verkeer niet nodig is. Verdere regulering zal volgens hen een negatief effect hebben op de ontwikkeling van de concurrentie op het gebied van lokale telefonie. Partijen zien ontbundeling van de aansluitlijnen van KPN als een mogelijkheid om breedbanddiensten aan te bieden aan de kleinzakelijke markt en aan particulieren.

Het aanbieden van lokale telefonie aan deze marktsegmenten wordt gezien als een additionele, maar

noodzakelijke, dienst. Geen van de partijen heeft definitieve plannen om via ontbundelde toegang op korte

termijn lokale telefonie aan de consumentenmarkt, vanwege de hoge investeringskosten en de lage

marges op telefonie, aan te bieden.

(21)

Hieronder volgt een overzicht van de antwoorden van carrier selectie aanbieders op de vragen van OPTA.

Lokale telefonie Marktpartijen

ULL carrier (pre)selectie direct acces

1. AT&T Unisource [ … ] [ … ] 2. Call Max [ … ] [ … ] 3. Debitel (Cellway) [ … ] [ …

] 4. EnerTel [ … ] [ … ] 5. ID Switch [ … ] [ … ] 6. Infotel [ … ] [ … ] 7. MCI Worldcom [ …

]

[ … ]

8. Tele2 Nederland B.V.

[ … ] [ …

]

9. Telfort [ …

]

[ …

]

[ … ]

10. Triple S [ … ] [ … ]

11. Tritone [ …

]

[ …

]

[ …

]

12. Versatel [ … ] [ ... ] [ … ]

13. Worldxchange [ … ] [ … ]

(22)

Openbare versie

[…]= vertrouwelijke passage 22 4.4 De concurrentiesituatie in andere Europese landen

Een negental nationale toezichthouders in de Europese Unie heeft gegevens ter beschikking gesteld, waaruit het marktaandeel van de incumbent telecomaanbieder op de markt voor toegang tot een telefoonaansluiting en voor lokale telefonie in een aantal andere Europese landen blijkt. Uit de informatie blijkt dat er nagenoeg geen sprake is van concurrentie op de markt voor lokale spraaktelefonie. Tevens is recent een rapport verschenen, waarin van 19 Europese landen een overzicht wordt gegeven van de concurrentiesituatie op het gebied van kabeltelefonie

31

. Uit het rapport blijkt dat telefonie via de kabel in het Verenigd Koninkrijk, België en Nederland op beperkte schaal wordt aangeboden. Het marktaandeel ultimo 1998 van telefonie via de kabel, uitgedrukt als een percentage van de totale opbrengsten van de

telefoondienst, bedraagt in deze landen respectievelijk 8,54%, 1,26% en 0,69%, aldus het rapport.

Van de Europese landen heeft het Verenigd Koninkrijk het langst ervaring op het punt van

infrastructuurconcurrentie. In 1984 is in het Verenigd Koninkrijk de telecommunicatiemarkt geliberaliseerd.

Naast de ex-monopolisten British Telecom en Kingston-upon-Hill kreeg Mercury Communications toen een vergunning om telecommunicatiediensten aan te bieden. Sinds 1992 was het ook kabelexploitanten toegestaan spraaktelefonie via hun infrastructuur aan te bieden. Ondanks het feit dat er geen

herbalancering van de telefoontarieven heeft plaatsgevonden, heeft toenemende concurrentie geleid tot een daling van de lokale telefoontarieven. Dit ging gepaard met een toename van de verkeersvolumes in de lokale en internationale markt.

Blijkens gepubliceerde cijfers had British Telecom ultimo 1997 een marktaandeel, uitgedrukt in een percentage van de opbrengsten, van 85% voor lokale gesprekken en 87% voor telefoonaansluitingen.

Volgens het bovengenoemde rapport was ultimo 1997 het aantal telefoon-aansluitingen via de kabel gestegen tot 3 miljoen. Recente cijfers over 1999 wijzen er op dat het marktaandeel van British Telecom voor telefoonaansluitingen verder gedaald is naar 83%. Volgens deze cijfers bereiken de kabelnetten in het Verenigd Koninkrijk thans 11,7 miljoen huishoudens. Daarvan zijn 2,7 miljoen kabelabonnees en bijna 4 miljoen kabeltelefonie-abonnees

32

.

In het Verenigd Koninkrijk hebben de kabelexploitanten het succes met betrekking tot telefonie vooral te danken aan het feit dat zij telefonie en TV-diensten gebundeld kunnen aanbieden

33

. Betaal-TV en internet- toegangsdiensten zal de mogelijkheden voor aantrekkelijke gebundelde aanbiedingen in de toekomst verder vergroten.

31

European Cable Telephony’, J. Davids Simons, 1998 Baskerville Communications.

32

Telematica Nieuwsbrief, nr. 4, 1999.

33

Zie ook Oftel News, nr. 39, march 1998, pg.6.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

117. Een veel voorkomende vorm waarin toegang geleverd wordt, is de analoge verbinding. Dit is de traditionele vorm van vaste telefonie. Analoge verbindingen worden doorgaans

De cijfers in dit hoofdstuk hebben betrekking op de relevante markt voor toegang en gespreksopbouw op openbare mobiele telefoonnetwerken.. Hieronder wordt verstaan toegang

• Kosten bellen uit het buitenland gedaald van €0,71 naar €0,47 per minuut.. • Kosten gebeld worden in het buitenland gedaald van €0,45 naar €0,22

De verplichting van KPN tot het leveren van toegang ten aanzien van C(P)S-diensten en overige opbouwdiensten op grond van artikel 6a.17 van de Tw jo. artikel 6a.16, eerste lid, van de

▶ @Home: voor Basis Bellen zijn de starttarieven binnen de regio en de belkosten in daluren verhoogd, terwijl de overige tarieven zijn verlaagd... Ontwikkeling beltarieven

De verplichting van KPN tot het leveren van toegang ten aanzien van C(P)S-diensten en overige opbouwdiensten op grond van artikel 6a.17 van de Tw jo. artikel 6a.16, eerste lid, van de

aanbodsubstitutie. Dit baseert KPN op een door de NMa in 2005 opgestelde brief aan OPTA 232. ACM constateert dat vrijwel alle partijen die actief zijn in het aanbieden van VoB&gt;12

Voor het zuiver mobiele verkeer had OPTA ook naar lichtere instrumenten kunnen grijpen; door aanbieders te ver- plichten bij het begin van een gesprek het terminating netwerk en