• No results found

VU Research Portal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VU Research Portal"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VU Research Portal

Pathogenesis of neurotoxicity and role of signaling in the efficacy of anticancer agents

Avan, A.

2015

document version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in VU Research Portal

citation for published version (APA)

Avan, A. (2015). Pathogenesis of neurotoxicity and role of signaling in the efficacy of anticancer agents.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ?

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

E-mail address:

vuresearchportal.ub@vu.nl

(2)

Chapter 12 (Avan’s dissertation) Summary

Samenvatting

Neurotoxiciteit en resistentie tegen een behandeling zijn twee mogelijke complicaties bij de behandeling van patiënten met kanker. Neurotoxiciteit is een van de meest voorkomende bijwerkingen van platinaverbindingen. Dit leidt vaak tot het stoppen van de behandeling en een afname in de kwaliteit van leven. De toxiciteit is soms onomkeerbaar. Hoofdstuk 1 geeft een kort overzicht van platinaverbindingen, waaronder zowel het klassieke cisplatin als nieuwe platinaverbindingen, en hun rol in de behandeling van kanker. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de beschikbare informatie over hoe platinaverbindingen neurotoxiciteit veroorzaken en wat de karakteristieken van deze toxiciteit zijn. Dit is van belang bij het stellen van de diagnose. In dit hoofdstuk worden naast de behandelingsmogelijkheden ook de verschillende strategieën om neurotoxiciteit tegen te gaan samengevat. Er is een grote heterogeniteit in neurotoxiciteit, terwijl de beschrijving van deze toxiciteit vaak inconsistent is. Dat maakt het ook moeilijk om beschikbare middelen betreffende bijwerkingen en effectiviteit goed te kunnen beoordelen.

Het identificeren en kwantificeren van neurotoxiciteit van chemotherapie is nog steeds niet goed gevalideerd, zodat er nog veel uitdagingen zijn om biomarkers te vertalen naar de kliniek. Er zijn verschillende modelsystemen beschreven. In Hoofdstuk 3 worden de voordelen van de neurieten-uitgroei methode beschreven. Met dit modelsysteem is de neurotoxiciteit van oxaliplatin, bortezomib en epothilone B onderzocht. Ook het omkeren/beschermen tegen neurotoxiciteit door amifostine is nader bekeken. Als een alternatieve marker voor neuronale differentiatie is de verhoging van cyclin B2 mRNA expressie bestudeerd.

Calcium en magnesium infusen worden vaak off-label (oneigenlijk) gebruikt om perifere neurotoxiciteit te voorkomen of te verminderen. Het probleem hierbij is dat de resultaten tot nu toe niet overtuigend zijn. Deze methode wordt in Hoofdstuk 4 beschreven, waarbij ook het belang van goede assays benadrukt wordt.

Activering van de Akt overlevingsroute is een resistentie mechanisme tegen DNA gerichte geneesmiddelen. In Hoofdstuk 5 worden de effecten van een aantal van de geneesmiddelen (platina analoga, gemcitabine, taxanen, antifolaten) op deze route beschreven. De hypothese is dat de effectiviteit van DNA-gerichte middelen versterkt kan worden door de AKT route te remmen.

Hoofdstuk 6 beschrijft de rol van AKT activatie in resistentie van alvleesklier kanker tegen standaard

behandeling met gemcitabine. Verder is de potentie van perifosine, een AKT antagonist, in combinatie met gemcitabine onderzocht. Perifosine remde de cellulaire proliferatie, induceerde apoptose en remde de migratie/invasie en van tumor cellen. In cellen met een hoge expressie van fosfor-AKT was perifosine synergistisch met gemcitabine.

De vorming van platina-DNA adducten is cruciaal voor de antitumor activiteit van het antikanker middel cisplatin. Deze adducten kunnen hersteld worden door DNA repair enzymen, waardoor de effectiviteit van cisplatin verminderd wordt. Een lage activiteit van deze enzymen zal dan ook de aanwezigheid van deze adducten in de tumorcellen verlengen en daarbij de effectiviteit van cisplatin verhogen. In Hoofdstuk 7 beschrijven we het belang van de eiwit en RNA expressie van DNA-repair enzymen. Ook werden polymorfismes in DNA repair enzymen in long kanker en alvleesklier kanker onderzocht.

Satraplatin is een nieuw platina analoog wat oraal gegeven kan worden. Hoofdstuk 8 beschrijft synergie van JM118, de actieve metaboliet van satraplatin, met erlotinib, een remmer van de epidermale groei factor receptor. In de combinatie werd een hogere concentratie van DNA platina adducten gevonden en een verstoorde regulatie van signaaltransductieroutes. Dit leidde tot een

166

(3)

Chapter 12 (Avan’s dissertation) Summary

verhoogde groeiremming. Verder vonden we dat een voorbehandeling met JM118 gevolgd door de combinatie JM118/erlotinib het beste groeiremmende effect had.

Single nucleotide polymorfismes (SNP’s) zijn veranderingen in een bepaalde base in het DNA. SNP’s kunnen het effect van een behandeling voorspellen. In Hoofstuk 9 beschrijven we de rol van bepaalde SNP’s in de aanwezigheid van cachexie, een versterving van normaal weefsel, waardoor een patiënt snel gewicht verliest, diens kwaliteit van leven achteruit gaat en sneller overlijdt. Cachexie is een van de kenmerken van alvleesklier kanker; de SNP’s in het AKT1 gen (rs1130233) en het SELP gen (rs6136) bleken gerelateerd te zijn aan het ontwikkelen van cachexie. Het AKT1 gen (rs1130233) AA-CA genotype had in twee aparte groepen patiënten een significante relatie met een verkorte overleving en verhoogd risico op overlijden. We vonden ook een correlatie tussen deze SNP’s en een verlaagde fosforylering van AKT1 in spierbiopten van patiënten. SNP’s hebben wellicht een voorspellende waarde, maar dit dient eerst in een grotere studie aangetoond te worden.

SNP’s kunnen ook voorspellen of patiënten met longkanker hersenmetastases ontwikkelen. In

Hoofdstuk 10 wordt de rol van bepaalde SNP’s in het AKT gen in de vorming van hersenmetastases

van longkanker besproken.

In Hoofdstuk 11 worden de resultaten uit dit proefschrift vergeleken met die in de literatuur. Er zijn vele mogelijkheden om de effectiviteit van conventionele cytotoxische middelen te verbeteren. Er is echter nog steeds veel onduidelijkheid over het ontstaan van perifere neuropathie en bij hoeveel patiënten dit tot complicaties leidt. Ook de vraag hoe het beïnvloeden van signaaltransductieroutes de effectiviteit van therapie kan verbeteren, moet verder onderzocht worden.

167

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij hepatitis zal vooral de vrije homodimere leverfractie verhoogd zijn, maar virale, toxische of alcoholische hepatitis kunnen niet van elkaar onderscheiden worden.. Bij

chroom, maar wanneer dit cytochroom slechts een fractie van het totale metabolisme voor z’n rekening neemt, zullen genetische polymorfismen geen in- vloed laten zien op toxiciteit

Mutations in other repair pathways that cause an increased risk of cancer development, are briefly mentioned before. By impairment of other pathways than HR caused by mutations

In reactor 3 zet gist glucose om tot ethanol, waardoor de concentratie glucose daalt en de enzymen minder / niet meer geremd worden. De enzymen kunnen cellulose dus

 In de twaalfvingerige darm monden 2 buisjes uit waardoor de spijsverteringssap wordt aangevoerd dat een rol speelt bij de twaalfvingerige darm.

Enzymen = Eiwitten die chemische reacties versnellen (katalysator) (-ase) Worden gebruikt, niet

In addition to the results for eukaryotic MutS, 1D rotational diffusion was also designated as mismatch search mechanism for bacterial MutS based on smFRET experiments

• (waardoor) enzymen (uit de alvleesklier) vetten minder goed