• No results found

W aarom is de Amerikaanse vakbeweging niet socialistisch?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "W aarom is de Amerikaanse vakbeweging niet socialistisch? "

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

;ehad.

voor- .. Het vall en roble- :en.

fEER

ort te tings- lituur t, zijn

li' ook

1 zegt eheel.

daad wordt

> fac- trijver

~races~

e mo- trbeid

korte 1s een kunst

>g be-

•ehan- tt hier titput- .ndeld ft, op kt.

a snel 10egd.

1 onze 't zioh I tRIEL

Walter Galenson

W aarom is de Amerikaanse vakbeweging niet socialistisch?

Onlangs had ik bezoek van een Japanse geleerde die op bet punt stond naar zijn land terug te keren na een verblijf van een jaar in de Verenigde Staten, waar hij de verhoudingen bin- nen de industrie had bestudeerd. Ik vroeg hem naar zijn indruk- ken en hij antwoordde: 'ze plachten ons in Japan te vertellen dat de Amerikaanse vakbeweging niet socialistisch is, maar wij hebben dat altijd voor kapitalistische propaganda gehouden.

Na de zaak een jaar lang goed bestudeerd te hebben, ben ik ten slotte tot de overtuiging gekomen dat uw vakbonden werkelijk steun verlenen aan het kapitalistische systeem en dat ze dit systeem niet door socialisme willen vervangen. Maar als ik dat aan mijn vrienden in Japan vertel, zullen ze me ervan beschuldi- gen dat ik mijn ziel aan de kapitalisten heb verkwanseld; nie- mand zal me geloven.

De Japanners zijn niet de enigen die. iets in twijfel trekken wat voor Amerikanen de gewoonste zaak van de wereld is. De situatie in Amerika is evenzeer verbazingwekkend voor Europea- nen. Dit is overigens heel begrijpelijk, want de Amerikaanse vakbeweging en de daarmee nauw verbonden vakbeweging in Ca- nada zijn Uniek in hun houding tegenover het kapitalisme. Prak- tisch overal elders heeft de arbeidersbeweging een bepaalde vorm van collectivisme aanvaard of in elk geval een uiterst beperkt type kapitalisme.

W aardoor de ideologie van de Amerikaanse vakbeweging bepaald wordt

Europese socialisten hadden de gewoonte om de zakelijke in- stelling van de Amerikaanse arbeidersbeweging te wijten aan het feit dat de Amerikaanse arbeiders 'achtergebleven' waren .. Wij- len Harold Laski voorspelde dat mettertijd de Amerikaanse ar- beidersklasse de oogkleppen zou afwerpen die een juiste kijk op de klassenstrijd belemmerd~n en zich bij het Britse standpunt zou aansluiten. Gezien de gebeurtenissen in Groot-Brittannie zijn 841

(2)

deze opvattingen misschien niet meer zo populair als toen, maar er is nog voldoende determinisme over in de linkse stromingen in Europa om deze stelling houdbaar te doen schijnen.

In feite evenwel hebben deze toekomstvisioenen al even weinig met de werkelijkheid uitstaande als Edward Bellamy's utopie of de hel van George Orwell. De Amerikaanse arbeider had een altematief: hij kon de weg gaan die hem gewezen werd door welbespraakte profeten als Daniel De Leon, Morris Hilquit, Eugene V. Debs, William Z. Foster, William D. Haywood of Norman Thomas .... om slechts een paar te noemen. Toen puntje bij paaltje kwam, verkoos hij evenwel zich te scharen achter zulke zakelijk ingestelde vakbondsleiders als Samuel Gompers, William Green en George Meany, die niets anders beloofden dan gewoon ieder jaar een iets groter stukje van de koek. Dit resul- taat vloeide voort uit het samenvallen van bepaalde fundamentele omstandigheden in het Amerikaanse milieu.

De levensstandllllrd

Bedenken wij hier allereerst dat levensstandaard en radicalisme niet noodzakelijkerwijs gelijk op hoeven te gaan. In veel Ianden bestaan haarden van ontevredenheid juist bij de beter betaalde arbeiders in de metaalindustrie, bij de spoorwegen, in de mijnen en in de haven, terwijl de slechter betaalde arbeiders in de textiel, het cafebedrijf en op het platteland zich niet roeren.

Toch: in het algemeen lijkt het er wel op dat economische welvaart en politiek conservatisme hand in hand plegen te gaan, wat Europese socialisten trouwens ook beginnen te ont- dekken.

Een intemationale vergelijking van verschillen in Ievens~tan­

daard is een riskante aangelegenheid, zelfs in een tijd als deze die overvloeit van statistieken. Voor de beginjaren van de vakbe- weging is het een praktisch onbegonnen werk. De algemene lijnen zijn niettemin duidelijk genoeg. Zelfs nog voor de aanvang van de Amerikaanse industriele revolutie - omstreeks de tijd van de Burgeroorlog - waren arbeiders zowel als boeren er in de Verenigde Staten aanzienlijk beter aan toe dan in de rijkste Ianden van Europa. 'Harriet Martineau kon haar ogen niet ge- loven toen zij in New York een groep handwerkslieden zag de- monstreren: 'Waar zag men ooit zulke elegante handwerkslui;

in goedgesneden jassen, glanzende hoeden, met fleurige horloge- kettingen en handschoenen van herteleerl' Enige tientallen ja-

(3)

,maar ling en 'leinig utopie .d een . door ilquit,

•od of puntje achter npers, :n dan

resul- entele

alisme an den taalde nijnen in de nische en te e ont- lsstan-

.

: deze

;akbe-

~mene

nvang le tijd

er

in rijkste .et ge- :tg de- rkslui;

>rloge-

en

ja-

ren later waren soortgelijke opmerkingen aan de orde van de dag; en Richard Cobden kon, toen hij na een afwezigheid van

24 jaar in 1859 de Verenigde Staten bezocht, concluderen: 'Voor

zover ik zie zijn de mensen bier er beter aan toe, in vergelijking met het huidige Europa, dan ze in 1835 waren in vergelijking met de toenmalige oude wereld' (Henry Pelling, 'American Labor', Chicago, 1960).

De gestadige brede stroom van migratie uit Europa naar de Verenigde Staten bewijst wei dat deze verschillen gedurende de periode van snelle industrialisering bleven voortduren. Moeilijk- heden en gevaren ten spijt kwamen miljoenen naar Amerika om hun fortuin te zoeken, en zij bleven komen tot de deur na de Eerste Wereldoorlog voor hun neus werd dichtgeslagen.

Natuurlijk was er armoede in de Verenigde Staten. Men hoeft aileen maar Jack Londons 'Martin Eden' te lezen of Upton Sinclairs 'The Jungle' of een van de vele andere in het vuil wroetende boeken die rood de eeuwwisseling geschreven werden, om een indruk te krijgen van wat de industrialisering aan mense- lijk leed heeft gekost. Maar toch kwam H. G. Wells, toen hij in het begin van de twintigste eeuw New York bezocht, onder de indruk van de daar heersende welvaart, in vergelijking met Londen. 'Zelfs in de · overvolle binnenplaatsjes en de vervuilde achterstraten van het East Side betrap ik mezelf erop dat ik met verbazing constateer: 'Deze mensen hebben geld op zak en kunnen het uitgeven.'

De in verhouding hoge Amerikaanse levensstandaard valt licht te begrijpen. Een immens groot werelddeel, rijkelijk bedeeld met natuurlijke hulpbronnen, werd door een aantal van Europa's meest energieke en eerzuchtige zonen in cultuur gebracht. In de fabriek zo goed als op de boerderij werd de arbeidsproduktiviteit hoog doordat de vraag van kapitaal en land naar arbeid groter was dan het aanbod. Werkloosheid kwam voor ten gevolge van conflicten, of periodiek, maar men kende niet de structuur-werk- loosheid die vele andere Ianden kenmerkt. Als er een eind kwam aan de arbeidsgelegenheid in ee"n bepaald gebied, trok de Amerikaanse arbeider eenvoudig weg naar een plaats waar meer werk te krijgen was. In zijn geval was er geen remmende band met het dorp waar de familie al generaties lang gewoond had. Een bewijs voor de grote beweeglijkheid van de arbeidende bevolking Ievert de ontzagwekkende groei van Califomie in de laatste twintig jaar. Het is also£ West-Europa een enkele natie was en de werkloze boerenarbeiders van Zuid-Italie zich vrije-

(4)

lijk naar Groot-Brittannie of Zweden zouden kunnen begeven.

Er is vaak gezegd dat ontevredenheid eerder veroorzaakt wordt door ongelijkheid dan door de levensstandaard als zodanig. Karl Marx merkte eens op: 'Een huis kan groot zijn of klein; zolang de buizen erom been even klein zijn voldoet bet aan de sociale eisen voor een woning. Maar als naast het kleine huisje een paleis zou verrijzen, dan kromp bet kleine buisje tot een butje ineen.'

In de Verenigde Staten is altijd een grate ongelijkheid geweest van inkomsten en rijkdom. Dat is nog zo. De statistici zijn het er nog niet over eens of de mate van ongelijkheid in de V.S.

groter of kleiner is dan in Europa. Maar van het laagst bereikte peil hangt het af wat de politieke gevolgen van ongelijkheid zullen zijn. Een klein verschil in inkomen kan voor de arbeider die op de rand van de welvaartsgrens leeft, veel erger gevolgen hebben dan voor de man die het redelijk goed heeft. Een statistische vergelijking kan onmogelijk de gevoelens weergeven van a). de man die met zijn bele gezin in een kamer woont en zijn hele verdienste nodig heeft voor onvoldoende voedsel en kleding, en b) de man die weldoorvoed in een geriefelijke waning zit en wat geld op zij kan leggen voor recreatie, wanneer deze heiden een miljonair in zijn limousine voorbij zien rijden.

De groei van de economie

De snelle groei van de Amerikaanse economie was bijzonder indrukwekkend, zelfs indien gemeten naar de modeme veeleisen- de standaarden. In 1900 produceerde de Amerikaanse industrie 4 keer zoveel als dertig jaar daarvoor. In de daarop volgende veertig jaren, toen de vakbeweging tot voile wasdom kwam, was er opnieuw een even meer dan viervoudige toename. Sinds 1940 is de produktie met ongeveer 80 pet. toegenomen.

Het is nog niet helemaal uitgemaakt welke uitwerking dit op het werkelijke loon heeft gehad. Men kan ongeveer stellen dat het reele loon in de bedrijven van 1870 tot 1890 gemiddeld met ongeveer 2 pet. per jaar toenam. Na 1890 was de toename iets minder, misschien plus-minus 1,6 pet. per jaar. Deze verbete- ring van de levensstandaard hield evenwel aan. Mgezien van de jaren van de Grote Depressie heeft het tijdperk van de industria- lisatie een voortdurende stijging van het reele inkomen te zien gegeven.

Een van de belangrijkste oorzaken van spanning in de modeme

(5)

~geven.

: wordt g. Karl zolang sociale

;je een hutje

;eweest ijn het le V.S.

1ereikte l zullen die op neb ben istische

t a). de

jn hele

~.en b) en wat .en een

izonder

~leisen­

astrie 4 tlgende kwam, . Sinds

·dit op .en dat lld met ne iets erbete- van de lustria- te zien

oderne

wereld is de ongelijkheid tussen de materii:\le verlangens van mensen in onderontwikkelde gebieden en de ontoereikendheid van

hun

economie. Economische stilstand behoeft geen bedreiging te zijn van de politieke stabiliteit, behalve wanneer een beginnend industrialisatieproces een klasse .doet ontstaan die ontevreden wordt over zijn levensstandaard en die in staat is tot georgani- seerd protest. We hebben nog niet preces vastgesteld hoeveel economische vooruitgang noodzakelijk is om te voorkomen dat het vertrouwen in een bestaande sociale orde wordt ondermijnd.

Maar het is wei duidelijk dat in de Verenigde Staten het juiste evenwicht gevonden is. Misschien zal men mij tegenwerpen dat de Ianden van Europa vooruitgang geboekt hebben en dat hun arbeiders zich toch tot het socialisine bekeerd hebben. Ik zou hierop willen antwoorden dat die Europese Ianden vermoe- delijk een geringere economische groei hadden juist in de jaren die voor de ideologie van de arbeidersbeweging formatief waren;

dat de arbeider de vooruitgang niet duidelijk zien kon en dat men de toekomst niet zag met eenzelfde optimisme als in Amerika. In 'The Growth of British Industrial Relations" (London 1959) heeft E. H. Phelps Brown erop gewezen dat 'de industriele ont- wikkeling van de vijf en twintig jaren voor de Eerste W ereldoorlog in het bestaan van de Britse arbeiders geen opmerkelijke of ge- concentreerde veranderingen teweeg hebben gebracht.' Dit kan bepaald niet gezegd worden van de Verenigde Staten, waar overal nieuwe industrieen en nieuwe fabrieken uit de grond rezen en de oude voortdurend groeiden.

De yruchten van de industriele groei kwamen niet aan aile Amerikaanse arbeiders ten goede, maar de overgrote meerder- heid van de bevolking bleef standvastig in haar vertrouwen in het kapitalisme, omdat zij de ervaring had opgedaan dat dit systeem resultaten opleverde.

Het ontbreken van klassebewustziin

Honderd vijfentwintig jaar geleden schreef Alexis de Tocqueville:

'De Amerikaanse maatschappij Ievert een merkwaardig beeld.

Wat fortuin en intellect betreft ziet men dat de mannen daar groter gelijkheid genieten - of, in andere woorden, zij zijn 1n hun kracht meer gelijk aan elkander - dan in enig ander land ter wereld of in enige andere tijd waarvan de geschiedenis ons de herinnering heeft overgeleverd.'

Sindsdien is veel gebeurd. Fortuinen werden verdiend, er ont-

(6)

stand een permanente aristocratie van zeer rijken. Onderzoekers zijn tot de slotsom gekomen dat de sociale mobiliteit in de Ver- enigde Staten thans groter is dan in de industriele Ianden van Europa. Maar het geloof in de gelijkheid is sterk gebleven. 'De ideologie van de gelijkheid heeft een belangrijke rol gespeeld, en speelt die nog, bij het vergemakkelijken van de sociale mobili- teit in de Verenigde Staten. Iemand van eenvoudige geboorte kan hierdoor vertrouwen dat het hem zelf of zijn kinderen mogelijk zal zijn hogerop te komen, en als het hem gelukt economisch te stijgen wordt zijn aanvaarding op voet van maatschappelijke ge- lijkheid erdoor vereenvoudigd. Voorts verzacht het ook de emotio- nele verschillen tussen mensen die tot verschillende maatschap- pelijke standen behoren. En de elite, voor zover aanwezig, ont- leent er de overtuiging aan (al dan niet onjuist) dat zijn verhe- ven positie aileen te danken is aan zijn eigen inspanning. . . en derhalve een tijdelijk karakter kan dragen. We moeten de na- druk leggen niet op het feit dat de mensen die in de gelijkheid ge- Ioven talloze ervaringen gehad kunnen hebben die tegen dit ge- Ioof ingaan, maar op het feit dat deze ideologie zelfs de aanvallen van de meest duidelijke feiten die het tegendeel bewijzen heeft doorstaan. Mogelijk heeft de afwezigheid van een erfelijke aris- tocratie ertoe bijgedragen om dit geloof Ievend te houden. Ameri- kanen zijn maar zelden in contact gekomen met personen uit wier gedrag de overtuiging spreekt dat ze een geerfde God- gegeven superioriteit bezitten die ze dan ook als vanzelfsprekend (door het eerbiedige gedrag van anderen) erkend willen zien' (Seymour Martin Lipset en Reinhard Bendix, Social Mobility in Industrial Society', Berkeley, 1959).

In het industriele Ieven is de gelijkheidsgedachte ver doorge- drongen. In een Amerikaanse fabriek ontbreekt de grate eerbied die men Europese directeuren pleegt te tonen. In plaats daarvan is er een zekere camaraderie, versterkt door het feit dat direc- teur en arbeider, zo ze elkaar buiten de fabriek zouden tegenko- men, uiterlijk - in kleding. en spraak - vermoedelijk niet van elkaar te onderscheiden zouden zijn. Een Britse arbeider hoeft zijn mond maar open te doen om te Iaten horen tot welke klasse hij behoort. Maar in Amerika kan men aan een tafel zitten met arbeiders en leden van de directie zonder dat men zich van klasseverschillen bewust wordt.

Men zou zich kunnen indenken dat het sprookje van de gelijk- heid door de harde werkelijkheid zou zijn vernietigd. Het is waarlijk voor een gewone arbeider gemakkelijk noch gebruikelijk

(7)

loekers eVer- m van m.'De eld, en nobili- :te kan ogelijk isch te ke ge- motio- .schap-

~. ont- verhe- ... en de na- eid ge- dit ge- lVallen

1 heeft :e aris- Ameri- ten uit

God- rekend

1 zien' ility in loorge- lerbied aarvan direc- :genko- .et van r hoeft 'klasse en met

~h van gelijk- Het is uikelijk

om in een grote onderneming een hogere positie te bereiken. De meeste Amerikaanse arbeiders hebben op dit punt geen enkele illussie meer. En toch wijst niets erop dat ee~ arbeidersklasse in de Europese zin van bet woord bezig is te ontstaan. Zelfs de arbeiderssolidariteit uit de dertiger jaren toen er campagnes gevoerd werden voor het organiseren van de vakbeweging, is onder de inwerking van de volledige werkgelegenheid en de daar- aan verbonden welvaart hard bezig te verdwijnen.

Een heel belangrijke oorzaak van gebrekkig klassebewustzijn vindt men in de verschillen in nationale origine, die dwars door alle lagen van de bevolking heengaan. Om nu maar een stuk of wat van de belangrijkste componenten van de Amerikaanse arbeidersbevolking te noemen: Italiaanse, Ierse, Duitse, Poolse en Frans-Canadese arbeiders zullen zich vermoedelijk evenzeer verbonden voelen met landgenoten niet-arbeiders als met arbei- ders die geen landgenoot zijn.

Het rassenvraagstuk, voor bet huidige Amerika maatschappe- lijk probleem nummer Een, is destructief voor iedere klasse- solidariteit. Grote aantallen Japanse, Chinese en Mexicaanse ar- beiders, plus miljoenen negers, moeten zich bij hun werk zowel als in bet maatschappelijk verkeer allerlei discriminatie Iaten welgevallen. De AFL-CIO is officieel tegen discriminatie van werknemers, maar ettelijke van de aangesloten bonden, vooral in het Zuiden, doen er (officieus) hun uiterste best voor om niet- blanke werknemers te weren. Onlangs is een Negro Labor Council (Raad voor Negerarbeiders) opgericht om de belangen te be- hartigen van de B4 miljoen negerarbeiders in de vakbeweging plus de velen die nog niet bij een organisatie zijn aangesloten.

Een aparte neger-vakbond lijkt nog zeer onwaarschijnlijk, maar als er geen snellere voortgang geboekt wordt met bet bereiken van gelijkheid tussen de rassen, is zo'n bond zeker niet on- mogelijk.

Voor de groei van bet Amerikaanse socialisme zijn de ver- schillen van nationaliteit en ras tussen de Amerikaanse arbei- ders bepaald funest geweest. Het marxisme werd naar de Vereni- de Staten gebracht door immigranten die vaak een van de Ame- rikaans-geboortige arbeiders afgescheiden leventje leidden en voornamelijk invloed hadden bij mede-arbeiders uit bet 'oude land'. In 1917 telde de Socialistische Partij 80.000 leden, waarvan 33.000 behoorden tot 14 half-autonome federaties die elk een an- dere taal spraken, elk een eigen krant hadden en eigen verze- keringskassen enz. Deze situatie is goed samengevat in de volgen-

(8)

de woorden: 'De immigranten hebben een tweeslachtige rol ge- speeld bij de ontwikkeling van het Amerikaanse socialisme. Zij waren grotendeels voor de geboorte ervan verantwoordelijk. Zij waren ook grotendeels verantwoordelijk voor het feit dat de be weging in haar groei gestuit werd. Want, terwijl ze wei de theorie van het socialisme konden overplanten, misten ze het vermogen om die theorie te naturaliseren. Zo kwam het dat in de formatie- ve periode de ge"immigreerde socialisten en hun in Amerika zelf geboren geestverwanten wat onwennig tegenover elkaar stonden.

De eerstgenoemde groep ontleende vrij wat prestige aan haar intellectuele superioriteit, maar voor de verspreiding van het socialistische evangelie was ze niet te gebruiken. De tweede groep daarentegen, hoewel behept met een minderwaardigheidscomplex omdat ze theoretisch minder goed geschoold was, verstond als niemand anders de kunst om het socialisme aan het publiek te brengen. De top-leiders van de plaatselijke socialistische groe- peringen waren dan ook vaak Amerikanen van geboorte, terwi)l de !eden voor het grootste deel uit het buitenland afkomstig waren (Theodore Draper, 'The Roots of American Communism', New York 1957).

Het is de socialistische partij nooit gelukt los te komen van het buitenlandse aspect. Toen de immigratiestroom uit Europa werd stopgezet, verloor men de voornaamste bron van nieuwe leden. De kinderen van de immigranten wilden tot elke prijs echt-Amerikaans doen en keerden zich af van het socialisme. Men miste de Europese traditie waarin een politieke overtuiging van vader op zoon wordt doorgegeven. Veel kinderen uit de arbeiders- klasse gingen over tot de vrije beroepen, waardoor de arbeiders zich van veelbelovende mogelijke !eiders beroofd ~agen.

, Ten slotte werd de vorming van een samenhangende arbeiders- klasse in de Verenigde Staten tegengewerkt door karakter en structuur van de AFL (American Federation of Labor). De AFL werd opgericht als een protest van de geschoolde vaklieden tegen de uit zeer verschillende delen samengestelde 'Knights of Labor' (I:idders van de arbeid), die naar veler mening de belangen van de vakman achterstelde bij die van de fabrieksar- beider. Het 'vak'-verbond in de letterlijke zin bleef jarenlang de grondslag van de AFL vormen. Men kwam tot de theorie dat de solidariteit van de Amerikaanse arbeidersklasse te gering was en dat alleen de onderlinge verbondenheid van vakgenoten de bonden bijeen zou kunnen houden.

848

(9)

>l ge- e. Zij k. Zij 1e be 1eorie 1ogen natie- a zelf nden.

haar

G het groep mplex td als iek te groe- :erwi)l

•mstig nism',

G van ,uropa ieuwe

l prijs . Men .g van liders- ,eiders

~iders­

:er en ). De :lied en nights ng de ieksar- ng de ie dat 1g was :en de

De toenmalige zeer belangrijke loonverschillen droegen er het hunne toe bij de geschoolde arbeiders tot een groep apart te maken. In 1907 verdiende een geschoolde arbeider in Amerika een loon van 205 pet. in vergelijking met de ongeschoolde arbeider.

In Groot-Brittannie was dat 150 pet. Sinds die tijd is het verschil in beloning sterk genivelleerd, maar in de Verenigde Staten is de neiging tot gelijktrekken van lonen minder sterk dan in Euro- pa. En waar het systeem van vakorganisaties zo lucratief was, had de Amerikaanse 'arbeiders-aristocratie' al heel weinig lust om zich in bedrijfsbonden te organiseren. De AFL telde binnen haar rijen, v66r de 'New Deal, een stuk of wat bedrijfsbonden, met name de 'United Mine Workers' en de 'International Ladies' Garment Workers', maar de machtige kern werd gevormd door de bonden van geschoolde bouwvakarbeiders, wier ledental be- trekkelijk stabiel was en die over aanzienlijke financiele fondsen beschikten.

Conflicten tussen geschoolde en ongeschoolde arbeiders kwa- men bepaald niet aileen in de Verenigde Staten voor; vele andere Ianden hebben met dezelfde verdeeldheid te kampen gehad. In de meeste gevallen werd een oplossing van het probleem al be- reikt in een vroeger stadium in de ontwikkeling van de ar- beidersbeweging, voordat de ideologie vaste vorm had aangeno- men. De nieuwe vakbeweging van de 90-er jaren ging aan de vorming van de Britse Labour Party vooraf, en dit tijdperk is wei als volgt beschreven:

'De oudere vakbonden ('vak'-bonden) huldigden de traditie dat arbeidszaken niet met politiek moesten worden vermengd;

deze nieuwe bonden werden georganiseerd door socialisten en stelden zich het socialisme als doel. . . er was nooit sprake van dat de nieuwe bonden andere kandidaten steunden dan de onaf- hankelijke arbeiderskandidaten. . . dit was een natuurlijk gevolg van het feit dat ze in de industrie geen vaste plaats innamen;

in plaats daarvan streefden ze naar een vast mininmmloon en verplichte arbitrage. Het was ook een gevolg van het feit dat ze niet voldoende konden betalen om een sociaal verzekeringssy- steem als dat van de geschoolde arbeiders op te bouwen; zij moesten voor zich zelf de welvaartsstaat veroveren.' (E. H.

Phelps Brown) In Duitsland vond de ontwikkeling tot bedrijfs- bonden al in een betrekkelijk vroeg stadium plaats, terwijl in Noorwegen en Zweden de ongeschoolde arbeiders al voor de Eerste Wereldoorlog de kans schoon zagen zich van de vakbe- weging meester te maken. Als de Amerikaanse industrie van

(10)

massaprodukten dertig jaar vroeger ontstaan zou zijn, had de politieke geschiedenis van de Amerikaanse vakbeweging totaal verschillend kunnen zijn. Maar de sterke tegenstand van de zijde der werkgevers en de onverschilligheid van de geschoolde ar- beiders hielden de emancipatie van de ongeschoolden tegen tot de rampzalige Grote Depressie de sluizen opende voor een stort- vloed van organisatiewil waar alle tegenwerking voor wijken moest.

Politieke obstakels voor het socialisme

De opmerking dat de traditie van het Amerikaanse tweepar- tijensysteem een onoverwinnelijk obstakel was voor de oprich- ting van een socialistische partij, is bijna een cliche geworden.

Maar wie de zaken zo stelt, beantwoordt eigenlijk de vraag die hij stelt. In Engeland moest een van de grate negentiende- eeuwse partijen, de liberale partij, wijken voor de nieuw op- gerichte socialistische Labour Party. In vele andere landen kreeg men hetzelfde proces te zien toen de arbeidersbeweging tot wasdom kwam en zich liet gelden. De vraag zou dus z6 gesteld moeten worden: waarom heeft in de Verenigde Staten met de opkomst van de industrie-arbeiders geen arbeiderspartij de plaats van de Democratische Partij ingenomen?

Afgezien van de Socialistische Partij, die nooit hoven de sec- tarische vorm is uitgegroeid, heeft de twintigste eeuw in de Verenigde Staten ettelijke pogingen te zien gegeven om een de- mocratische derde partij op te richten. De progressieve be- weging van 1912, waarin Theodore Roosevelt een splitsing in het republikeinse stemmental teweegbracht en de verkiezing van Woodrow Wilson tot een feit maakte, en de van communistische zijde gesteunde kandidatuur van Henry Wallace in 1948 waar- door Truman bijna werd verslagen, waren oppervlakkige pogin- gen, die niet de steun hadden van de georganiseerde arbeiders.

Belangrijker was de Progressieve Partij van de twintiger jaren.

Rand haar vaan verzamelden zich een aantal boeren- en ar- beiderspartijen uit het Midden-Westen en de arbeidersbewging in Chicago en. enige andere grote steden gaven er hun steun aan. In 1924 stelde de Progressieve Partij Robert M. la Follette kandidaat voor het presidentschap, en omdat de kandidaten van de beide grate partijen allebei conservatieven waren, sprak de AFL zich voor de eerste en laatste keer in haar geschiedenis uit voor de kandidaat van een derde partij. La Follette bracht 850

(11)

1d de totaal

l zijde le ar- en tot

stort- Nijken

eepar-

•prich- orden.

1g die iende- w op- .anden veging Ius z6 Staten

·spartij le sec-

in de en de-

e be- in bet g van stische waar- pogin-

•eiders.

jaren.

en ar- :!wging

steun

~oilette

en van rak de iedenis bracht

het tot vijf miljoen stemmen, maar dit veelbelovende begin kon de Progressieve Partij niet levensvatbaar maken·. De Partij vie!

uiteen en in 1928 waren er weer maar twee belangrijke kan- didaten voor het presidentschap.

Uit deze mislukte pogingen valt overigens van het standpunt van verkiezingstechniek wei op te maken dat een nationale politieke campagne binnen korte tijd opgezet kan worden en dat er een mogelijkheid was voor een derde partij om ook een deel te krijgen van het stemmental. Sinds 1924 zijn er ver- scheidene pogingen gedaan tot oprichting van plaatselijke arbei- derspartijen, vooral in New York State, waar de Amerikaanse 'Labor Party' en de 'Liberal Party' door de bonden uit de kledingindustrie gesteund werden, zonder dat overigens een van deze beide partijen op het nationale vlak iets te betekenen kreeg.

Samuel Gompers, die meer dan iemand anders gedaan heeft om de onpartijdigheid van de Amerikaanse vakbeweging dui- delijk te maken, sebree£ in 1920: 'Een aparte politieke arbei- derspartij kan aileen maar een zeer nadelige invloed hebben op de belangen van de loontrekkenden in ons land en op die van aile vooruitstrevende mensen. De stemmen die een arbei- dersafgevaardigde zou krijgen zouden anders, als hij er niet was, naar de beste kandidaat gaan, die in geen geval een vijand van de arbeidersbeweging zou zijn. Kandidaten van een arbeiders- partij kunnen toch niet hopen op succes, zodat een politieke arbeiderspartij aileen maar zou resulteren in schade voor onze vrienden en succes voor onze vijanden. De arbeidersbeweging kan de vorming van een arbeiderspartij aileen maar beschou- wen als een schadelijke zaak voor de belangen van de arbeiders- beweging en als een ruggesteun voor degenen die de arbeiders- beweging trachten te onderdrukken.'

Deze verklaring behelst de eigenlijke reden voor de onwil waarmee de !eiders van de Amerikaanse vakbeweging zich ke- ren tegen de onafhankelijke arbeidersactie: zij zijn er vast van overtuigd dat er geen succes zou zijn. Amerikaanse vakbonds- leiders hebben geen enkel bezwaar tegen politieke invloed; zij zouden heus wei in het kabinet willen zitting nemen en John L. Lewis zag zich zelfs als kandidaat voor het vice-presidentschap naast Franklin D. Roosevelt. Het verhaal gaat dat Roosevelt, toen Lewis het onderwerp ter sprake bracht, antwoordde: 'welke plaats had je gehad wiilen hebben, John?' Maar ze waren realis- tisch genoeg om te begrijpen dat dit soort eer waarschijnlijk niet bereikt kon worden via de omweg van een derde partij.

(12)

Waarom was dit zo? Allereerst omdat industrie-arbeiders in de Verenigde Staten, het land bij uitstek van de industrialisatie;

nooit de meerderheid van de bevolking hebben uitgemaakt. In 1950 stond 46 pet. van de arbeidende bevolking geboekt als te behoren tot de vrije beroepen, de technische beroepen en de leidinggevende en administratieve functies; een verdere 15 pet.

behoorden tot categorieen die niet gemakkelijk te organiseren zijn, zoals huisbedienden, cafe- en restaurantpersoneel, landarbei- ders e.d.

Tegen 1958 was het percentage van de niet-arbeiders gestegen tot 48 pet. en de groep van de fabrieksarbeiders vormde nog maar 37 pet. van de totale arbeidendc bevolking. Zelfs al zou- den dus de loontrekkenden een vaste lijn trekken, dan nog zou- den ze bij lange na geen meerderheid kunnen vormen, tenzij met belangrijke steun van de witte-boordjesgroep, maar die heeft nog nergens socialistische neigingen vertoond. Vroeger werd de weg van de arbeidersbeweging naar politieke macht geblokkeerd door de boeren, tegenwoordig staat de groeiende massa der middenstanders (witte-boorden-beroepen, vrije beroepen, kleine zelfstandigen) hun in de weg.

In de tweede plaats hebben de arbeiders van Amerika nooit op dezelfde automatische wijze hun stem uitgebracht als de Eu- ropese arbeiders. De socialistische partijen van Europa hebben aanvankelijk door het eisen van de meest elementaire democra- tische rechten (als algemeen kiesrecht en kosteloos onderwijs) de arbeidersklasse aan zich gebonden; de Amerikaanse politici in de arbeidersbeweging hadden niets aan zulke programmapun- ten, omdat de Amerikaanse arbeiders de rechten in kwestie al een honderd jaar eerder verkregen hadden.

Sinds 1928 is de steun van de vakbonden in nationaal verband doorgaans gegeven aan de Democratische Partij. Men heeft de leden achtereenvolgens opgeroepen om te kiezen voor, op de rij af, Alfred E. Smith, Franklin D. Roosevelt, Harry S. Truman, Adlai Stevenson en John F. Kennedy. Maar zelfs tijdens het be- wind van Roosevelt, toen de Amerikaanse arbeiders meer dan ooit eensgezind waren in hun sympathie voor de man die, naar zij wisten, hen uit een economische afgrond had gehaald, was er nog steeds een minderheid van vakverenigingsleiders en ar- beiders die Republikeins stemden. Prominente Republikeinen on- der de vakbondsleiders waren Hutcheson senior en junior, pre- sidenten van de grote 'Carpenters' Union', John L. Lewis, en Dave Beck en James Hoffa van de 'Teamsters' Union.'

(13)

in de isatie, ct. In

d als en de 5 pet.

iseren arbei-

;tegen e nog l zou-

~ zou- tenzij

heeft :rd de d<eerd a der

kleine nooit le Eu- tebben nocra- erwijs) politici lapun-

!Stie al

~rband

~eft de

de rij rum an, 1et be- er dan e, naar d, was en ar- wn on-

•r, pre- nDave

Afgezien van de formele steun van de vakbonden hebben fac"

toren van zeer verschillende aard een splitsing teweeggebracht in de keuze van de arbeiders. Veel negerarbeiders, om een voor- beeld te geven, stemmen op de Republikeinse partij, omdat dat de partij van Abraham Lincoln was. Welvarende arbeiders die uit de arbeidersbuurten verhuizen naar een woning in een voor- stad, gaan dikwijls over naar de politieke kleur van hun buren- uit-de-middenstand. Bij tijd en wijle, zoals bij de presidents- verkiezingen van 1960, speelt ook de religie een tol.

De politieke tactiek van de Amerikaanse vakbeweging is niet zonder succes geweest. De Democratische Partij is een nogal losse coalitie van diverse belangengroepen, en met direct de vertegenwoordigster van een bepaalde economische sector van de bevolking. Binnen de Democratische Partij vindt men zelfs enkele van de felste tegenstanders van de arbeidersbeweging in het land, uit bet Zuiden; men vindt er de grote politieke apparaten uit de grote steden in het Noorden - op zijn best neutraal tegenover zaken die de arbeiders betreffen; en men vindt er medestanders door dik en dun van de arbeidersbewe- ging, uit streken waar de vakbeweging veel aanhang heeft. Op deze manier, werkend binnen het geheel van de Democratische Partij, kunnen de vakbonden ('voor wat hoort wat', nietwaar?) veel meer invloed uitoefenen dan deze minderheidsgroep ooit zou kunnen doen als ze op eigen benen stond.

Deze methode heeft ook haar gevaren. Als de vakbeweging bij bet publiek in ongenade valt (zoals het geval was na de stakings- golf van 1945-1947 en de corruptieschandalen van 1958-1959), zijn de bonden weerloos. Van politici die geen binding met de arbeidersbeweging hebben kan nl. niet worden verwacht dat ze zich bij de kiezersmassa onpopulair maken door op een onge- schikt moment de arbeidersbeweging te steunen. In normale tij- den evenwel lukt het de bonden om aanzienlijke voordelen in de wetgeving vastgelegd te krijgen, en in tijden van economi- sche crisis hebben ze zelfs van de Democratische Partij een machtig wapen gemaakt om grote sociale hervormingen door te voeren.

De triomf van gemeenschappeliik onderhandelen

De methode van het gemeenschappelijk onderhandelen, in tegen- stelling tot de methode van de wettelijke voorschriften, om even

een term van de Webbs te gebruiken, is in de Verenigde Staten

(14)

een groot succes gebleken en heeft er in niet geringe mate toe bijgedragen dat de arbeiders zich niet graag toevertrouwen aan de staat. Een groot aantal maatregelen van een sociaal karak- ter zijn doorgevoerd dank zij het particuliere onderhandelen. Men denke slechts aan de pensioenfondsen, gezondheidszorg, sociale zorg en het gegarandeerde jaarloon.

Op een terrein heeft het Amerikaanse systeem van gemeen- schappelijk onderhandelen vooruitgang geboekt zoals maar in wei- nig andere landen: de voorrechten van de directie zijn aangetast.

In dit tijdperk van grote onpersoonlijke fabrieken is de er- kenning van zijn persoonlijkheid op het werk en daarbuiten, voor de modeme arbeider zeker zo belangrijk als een goed loon, en daarbij behoort het gevoel dat hij deel heeft aan de onderneming waaraan hij zo'n groot deel van zijn leven geeft.

Voor dit doel heeft men in bijna aile landen van West-Europa zgn. medezeggenschapscommissies in het leven geroepen waarin arbeiders en directie samen kunnen overleggen, als een stap op de weg naar de industriele democratie. Dat deze comrnissies meestal niet aan de verwachtingen voldeden doet hier niet ter zake.

Commissies van deze aard zijn in de Verenigde Staten altijd zeer ongebruikelijk geweest, · afgezien van een korte periode ge- durende de laatste wereldoorlog. De werkgevers hadden er prin- cipiele bezwaren tegen en de vakbonden zagen er mogelijke con- currenten in waar ze dus geen vertrouwen in hadden. Maar de voornaamste reden voor de rnislukking is wei dat de vak- bonden al zo diep zijn doorgedrongen in de bedrijfsvoering van de ondernemingen, dat deze commissies, indien aanwezig, een rijkelijk overbodige indruk zouden maken.

De vakbonden oefenen hun controle uit voornamelijk door mid- del van de 'klachtenbus-clausule' die in bijna iedere c.a.o. is op- genomen. Men kan. tegen bijna ieder aspect van het werk be- zwaar aantekenen, het bepraten met de directie en eventueel door een onpartijdige buitenstaander verplichte arbitrage verkrij- gen. Hieruit is een veelomvattend systeem van gewoonterecht ontstaan waar de directies zich niet dan op eigen risico aan kun- nen onttrekken.

Amerikaanse bedrijven kunnen tegenwoordig een employe maar moeilijk promoveren of ontslaan tenzij ze zich stipt houden aan de ongeschreven wet van de ancienniteit. De vakbond heeft iets te zeggen over de snelheid van de lopende band, de grootte van een werkploeg bij een bepaald karwei of aan een machine, de

(15)

e toe a aan :arak- , Men ociale neen-

1 wei- :etast.

e er- uiten,

goed m de geeft.

uropa vaarin ap op nissies et ter altijd ie ge- . prin- e con- Maar

~ vak-

.g van

~. een r mid-

is op- rk be- ntueel

·erkrij-

·erecht nkun-

~maar

m aan lft iets te van ne, de

hoeveelheid werk. De maaltijden die de werknemers op bet werk krijgen, kunnen bet onderwerp zijn van overleg tussen vak- bondsleiders en directie; maar eveneens de voorzieningen voor recreatie, eveneens bet sanitair, eveneens de veiligheidsmaatre- gelen, kortom, praktisch aile onderwerpen die in Europa door de medezeggenschapscommissies bekeken kunnen worden. Meest- al spreken ze nog niet mee bij de formulering van richtlijnen voor de produktie of financii:He plannen, maar de ontwikkeling gaat wei in die richting en waarschijnlijk zal ook deze laatste barricade van de directies spoedig gesloopt worden. Amerikaan- se vakbonden hebben gewoonlijk veel meer advocaten, econo- men, statistici, accountants en journalisten aan hun staf ver- bonden dan in Europa bet geval is, en zij zijn veel beter in staat om gegevens over bet bedrijfsleven voor eigen (vakbonds)-ge- bruik te verzamelen.

Als ooit bet ideaal van de nationalisatie van industrieen de vakbonden voor ogen zou staan, zou een enkele blik op de si- tuatie van de regeringsambtenaren hen daarvan genezen en hen voorgoed hun vertrouwen doen vestigen op bet systeem van par- ticuliere eigendom.

Ambtenaren van de centrale regering mogen niet staken op straffe van onmiddellijk ontslag en verlies van al hun rechten uit de dienstperiode, en hetzelfde geldt voor vele ambtenaren van een of andere staat. Officieel is er geen mogelijkheid voor gemeenschappelijk overleg bij de regeringsdiensten, en officieus is er maar een heel kleine mogelijkheid. Het is nauwelijks verbazingwekkend dat juist de vakbonden die leden hebben zo- wel bij overheidsbedrijven als bij particuliere industrieen, zich het luidst tegen de nationalisatie-idee verzetten; bij de gas- en elektriciteitsbedrijven b.v. doen ze voortdurend de ervaring op dat het veel gemakkelijker onderhandelen is met de particuliere ondernemer dan met de staat. Ik heb het gevoel dat bij een eventueel referendum over deze kwestie zelfs de ambtenaren van de PTI zouden stemmen voor de overname van het post- bedrijf door particulieren.

De toekomst

De voorspelling dat het traditionele ~ocialisme we1mg kans maakt in de Verenigde Staten lijkt niet voorbarig. Er zijn nog wei voorstanders, maar men hoort ze niet meer. De Communis- tische Partij en de verschillende socialistische splintergroepjes

855

(16)

hebben niet de minste invloed op het politieke gebeuren. De vakverenigingen hebben zich steviger dan ooit vastgelegd op de arbeid binnen het bestaande twee-partijensysteem.

Intussen zal de tijd niet blijven stilstaan en uiteraard valt niet aan te nemen dat de huidige toestand onveranderlijk vast- staat. De Amerikaanse arbeidersbeweging slaat nu een richting in die vermoedelijk een prettige indruk zal maken op Europese socialisten, rnits die hun marxistische slagzinnen even vergeten en de wereld objectief bezien. De Amerikaanse vakbonden willen dat de centrale regering meer verantwoordelijkheid voor de economie zal krijgen, en bovenal dat de regering zal streven naar een snellere econornische groei. Zij vragen steun van re- geringszijde voor de betrekkelijk onderontwikkelde delen van het land. Ze zijn tegen hoge interest, zij vragen een monetaire en fiscale politiek die gericht is op het verkrijgen van een grotere gelijkheid van inkomen. In het algemeen zijn zij ervoor dat de regering meer controle zal krijgen over de econornie.

Bij het gemeenschappelijk onderhandelen zal ongetwijfeld voort- gegaan worden met het verkrijgen niet aileen van een hogere levensstandaard voor de arbeiders, maar ook van een groter aandeel in de medezeggenschap. De 'Automobile Workers' heb- ben het voorstel gedaan tot een soort bilaterale prijsvaststelling te komen, met het oog op de verkoop van meer auto's. De -bouwvakbonden zijn in discussie met de werkgevers over snelle-

re bouwmethoden. In de metaalindustrie is een medezeggenschap- comrnissie opgericht om ervoor te zorgen dat de menselijke factor in de industrie niet verloren gaat.

Nog steeds zijn de krachten aan het werk die in het verleden het unieke karakter van de Amerikaanse arbeidersbeweging heb- ben bepaald. De levensstandaard blijft de hoogste ter wereld en verbetert nog steeds in een snel tempo. Wat klassebewustzijn betreft, wijzen de tekenen erop dat een aaneengesloten arbei- dersklasse minder dan ooit kans heeft om zich te ontwikkelen.

In verhouding tot andere groeperingen verrnindert het aantal fa- brieksarbeiders voortdurend, en de vakbonden weten heel goed dat ze werknemers uit de witte-boordengroep en de vrije be- roepen binnen hun rijen moeten trekken om niet aan invloed te verliezen. Paradoxaal genoeg is de enige factor die de hand- arbeiders tot meer solidariteit brengt het feit dat zij meer verdienen dan de witte-boordengroep, want de handarbeiders zouden zich wei eens bezorgd kunnen maken over een eventueel verlies van hun voordelige positie.

(17)

:n. De op de d valt

~ vast- ichting tropese

!rgeten will en 1or de streven 1an re- ran het 1ire en grotere dat de l voort-

hogere groter :s' heb- :stelling

>'s. De snelle- nschap- nselijke

·erleden ng heb-

wereld

;vustzijn

1 arbei- ikkelen.

mtal fa- :el goed rije be-

invloed e hand- j meer rbeiders ventueel

Tot de laatste oorlog was de Amerikaanse arbeidersbeweging uitsluitend met haar eigen problemen bezig. Intussen is het be- grip gegroeid dat gebeurtenissen in andere delen van de wereld ook van groot belang kunnen zijn voor het welzijn van de Ame- rikaanse arbeider. Het contact met de internationale vakbewe·

ging is aanzienlijk uitgebreid. De bestaande verschillen in aan- pak en theorie tussen de Europese en de Amerikaanse vakbewe- gingen zijn onbelangrijk geworden, nu ze ontdekt hebben dat ze samen zijn komen te staan voor de taak om in de nieuwe staten van Afrika en Azie de democratische instellingen te beveiligen.

Het is mijn ervaring dat er tegenwoordig weinig scheidings- lijnen lopen tussen de gematigd socialistische bonden van Eu- ropa en de zakelijke vakbonden van Amerika. Bepaalde gebruiken van de Amerikaanse bonden kunnen de Europeanen misschien hinderen of in hevige verontwaardiging doen ontsteken, en de Amerikanen hebben misschien een tegenzin in de restanten van socialistische theorieen die in de Europese bonden bier en daar nog opgeld doen. Maar irl de praktijk en irl het economiebeleid is er nog maar heel weinig verschil. Het is hoog tijd om ons te realiseren dat de theorieen van het verleden maar weinig te maken hebben met het soort wereld waarin we nu leven.

(18)

I. deKadt

Trotsky door Deutschers bril

Voortgezette vertekening

Het eerste deel van Isaac Deutschers hiografie van Trotsky (The Prophet Armed) heh ik indertijd in dit hlad uitvoerig he- sproken. Dat had zin, want Trotsky is een helangrijke figuur in het Russische en zelfs in het Europese en internationale so- cialisme, een figuur over wie de Russische propaganda zoveel leugens en nonsens in omloop heeft gehracht en nog hrengt, dat het van hetekenis was de rol die deze man had gespeeld gedurende de eerste periode van de Russische revolutie - en in de hele voorhereiding van die revolutie - op duidelijke en eer- lijke wijze aan te geven.

Mijn hezwaar tegen het eerste deel van Deutschers hoek was, dat hij, evenmin als in zijn hiografie van Stalin, tot eerlijke en duidelijke geschiedschrijving in staat was. Niet omdat Deut- scher een oneerlijk mens zou zijn, een knoeier, een vervalser of een onwetende. Het tegendeel is het geval: Deutscher kent de stof die hij hehandelt zoals hijna niemand in het Westen, en ai- le hewuste pogingen tot verdraaiing van de waarheid zijn hem vreemd; hij schrijft uitsluitend uit overtuiging en hij is een on- afhankelijke figuur. Maar hij ziet alles door een wonderlijke bril, een hril met marxistische, leninistische, ja zelfs stalinistische facetten en' met nog veel meer trotskistische facetten - en· wat hij ziet heeft dus weinig met de werkelijkheid te maken. In mijn toenmalige hespreking toonde ik dat uitvoerig aan, zoals ik het elders ten aanzien van zijn fameuze Stalin-hiografie had aan- getoond. Als materiaalverzamelingen zijn Deutschers hoeken van uitmuntende kwaliteit. Maar daar waar het eigenlijke werk van de historicus hegint, hij de interpretatie van het materiaal, schiet hij hopeloos tekort.

Nu was 'The Prophet Armed', ondanks dit fundamenteel ge- brek, toch een helangrijk hoek, want het ging over een man die een helangrijke invloed had gehad op wereldhistorische ge- beurtenissen. Maar men moest toen al vrezen dat het aangekon- digde tweede deel van het hoek, dat het Ieven van Trotsky

(19)

rotsky g he- figuur le so- wveel rengt,

;peeld en in n eer-

hoek erlijke Deut- ser of mt de en al-

l hem

m on- erlijke

;tische n·wat n mijn ik het

l aan-

m van rk van schiet

:el ge-

n man he ge- gekon- 'rotsky

zou beschrijven als opposant en als balling, van veel minder be- tekenis zou zijn, omdat in dat tijdperk aileen gesproken kan wor- den van een steeds afnemende betekenis van Trotsky voor de Russische en voor de intemationale zaken.

Niets bewijst meer de fundamenteel onjuiste instelling van Deutscher, dan het feit dat hij zijn aanvankelijke voomemen om het Ieven van Trotsky, van 1921 tot 1940, in een deel te ge- ven, een deel dat dan de titel 'The Prophet Unarmed' zou dra-/

gen, al schrijvend veranderd heeft in een opzet die op zich zelf al zijn gebrek aan begrip voor proporties verraadt. ·

We hebben nu voor ons het tweede deel, dat de titel 'The Prophet Unarmed' draagt (Oxford University Press; XII plus 490 pag. 38/-sh.) doch dit deel hehandelt aileen het optreden van Trotsky als !eider van de oppositie in Rusland, van 1921 tot aan zijn verbanning naar Turkije in 1929. En er volgt dus nog een deel, dat de verhannen Trotsky van Turkije via Frankrijk naar Noorwegen en uiteindelijk naar Mexico, tot aan zijn ver- moording in 1940 zal volgen en ons van zijn daden en menin- gen zal verhalen.

Maar die daden werden van steeds minder betekenis naar- mate Trotsky, eerst in de leiding van de Russische C. P. werd gelsoleerd, daama uit die leiding werd gestoten en ten slotte als

!eider van een sekte zonder enige politieke hetekenis - de zo- genaamde Vierde Internationale - overbleef. Aileen als de me- ningen van Trotsky gedurende die gehele periode enige originele betekenis zouden hebhen gehad, zou het zin hehhen gehad uit- voerig over hem te schrijven als over een figuur die h.v. voor de geestelijke ontwikkeling van de socialistische beweging van gra- te waarde was geweest. Maar het tegendeel is het geval.

De enige, min of meer, originele hijdrage van Trotsky tot de ideeengeschiedenis van het socialisme is zijn theorie van de 'permanente revolutie', een uitwerking van een, meer propagan- distische dan wetenschappelijke of realistische, bewering van Marx, dat revolutionaire oewegingen zich tot in hun uiterste con- sequentie moeten voortzetten. Die hewering die Marx na de mis- lukking van de Franse revolutie van 1848 dreigend uitsprak en die noch in Frankrijk noch in West- of Midden-Europa be- waarheid werd, was door een toenmalige vriend van Trotsky, de verduitste Rus Parvus-Helphand, terloops toegepast op het ver- moedelijk verloop van de Russische revolutie, toen die, omstreeks 1905, met kracht naar hoven kwam,

(20)

En Trotsky werkte deze gedachte dan verder uit als aanwij- zing voor de strategie en tactiek van de revolutionaire bewe- gingen in Rusland. Dat alles hoort dus al thuis in het eerste deel van Trotsky's lev en, waarin Deutscher het dan ook uitvoerig en onkritisch, verhaalt. Maar nadien heeft Trotsky geen enkel ver- meldenswaardige idee op politiek-, sociologisch-, economisch- of cultureel gebied meer gehad, al was hij ongetwijfeld een bril- liant essayist, een meesterlijk polemist, een uiterst scherpzinnig schrijver over de meest uiteenlopende onderwerpen en een in wezen kritische natuur, voor zover zijn gehoorzaamheid, eerst aan de marxistische en later zelfs aan de bolsjewistische dogma's, hem dat mogelijk maakte.

Zo heeft Trotsky als opposant en later als oppositionele bal- ling enorm veel geschreven, en een groot deel ervan is nog steeds meer dan belangwekkend en uiterst leesbaar, of het nu over de ontwikkeling van de economie en politiek in Rusland, de lite- ratuur en het dagelijks Ieven in dat land of over de toekomst van Engeland of die van Amerika gaat, of over het dreigende fascisme en nationaal-socialisme. Maar het bevat nooit werkelijk nieuwe ideeen, nooit een werkelijk originele kijk op welk vraag- stuk dan ook, nooit een fundamentele kritiek, nooit een echt onderzoek naar de behandelde problemen: het zijn altijd de be- naderingen en de kanttekeningen van de angstige marxist, die wei probeert het probleem in het netje van zijn formuleringen te vangen, maar die intelligent genoeg is om te beseffen dat het eigenlijk niet gaat, doch dat niet wil uitspreken noch het zich zelf durft te bekennen, zodat hij zijn angsten en onzekerheden achter agressieve hoon moet verbergen.

Daarom zouden ook de geschriften van Trotsky een interessant onderwerp vormen voor een kritisch biograaf. Doch Deutscher:

marxist, leninist, met trotskistische inslag, gefascineerd door de stalinistische krachtsontplooiing, is het tegendeel van zo'n bio- graaf. Zijn menselijke sympathieen zijn met Trotsky, maar diens politieke falen bewijst hem dat het 'marxistische' gelijk eigenlijk meer aan de kant van Stalin lag, met het resultaat dat hij er nooit toe komt te beschrijven wat er zich werkelijk in het toen- malige Rusland afspeelde, doch aileen maar probeert een an- der marxistisch netje te construeren waarin hij de machtsstrijd na de dood van Lenin kan vangen.

Zo is dus het uitvoerig relaas van de ondergang der vele 'opposities' in de periode van 1921-1929 wei interessant voor

(21)

mwij- Jewe- ) dee!

roe rig :1 ver- :h- of

l bril- dnnig :en in st aan gma's, e hal- steeds rer de e lite- komst gende rkelijk vraag-

1 echt de he-

>t, die gen te at het :t zich :heden

ressant tscher:

DOr de 'n hio- . diens genlijk

hij er t toen- en an- tsstrijd

~r vele tt voor

degenen die de hier hijeengehrachte hoeveelheid materiaal kri- tisch kunnen beoordelen, maar de gewone lezer van dit hoek krijgt slechts een vertekend beeld te zien.

Overigens zal die gewone lezer ternauwernood nog ge'inter- esseerd kunnen worden voor die opposities, die dan weer el- kaar bestrijden, dan weer samengaan en die nooit tot iets an- ders kunnen komen dan het hijeenhrengen van citaten en formu- leringen waaruit zou moeten hlijken dat zij hetere marxisten, he- tere leninisten en hetere holsjewiki zijn dan hun tegenstanders.

Voor de Russische gans die al aan het holsjewistische spit was geregen, maakte het weinig verschil uit of dat spit door Stalin, door Zinowjew of door Trotsky gedraaid zou worden; en aan- gezien Stalin de greep op het spit vast in handen hield, hleef hij de kok, die, om de woorden uit het zogenaamde 'testament van Lenin' te gehruiken: de gepeperde gerechten klaarmaakte.

Het verhaal hoe Trotsky zich door het partij-apparaat laat ge- bruiken om zich zelf uiteindelijk volkomen machteloos te rna- ken, wordt door Deutscher tot in details heschreven, met de bedoeling Trotsky als een hero'ische en sympathieke figuur voor te stellen, doch hij slaagt er slechts in de domheid en de geeste- lijke lafheid van zijn 'held' duidelijk te doen uitkomen, althans voor lezers die over enig kritisch vermogen beschikken.

Deutscher wil, op zijn manier, een moderne. 'noodlotstrage- die' schrijven, maar de werkelijkheid en de personen heletten hem iets anders te heschrijven dan een gangsterverhaal met een enorme politieke huit als inzet. Het is niet eens het verhaal van een politieke strijd, want Trotsky liet door zijn dogmatische in- slag vrijwel iedere politieke kans en mogelijkheid voorhijgaan, zoals hij ook, door die dogrnatische inslag, al zijn intellectuele ga- ven en liherale instincten moest verwringen en onderdrukken. En de beschrijving die Deutscher geeft van het intellectuele en culturele werk van Trotsky in de hesproken periode laat dit alles onvoldoende duidelijk uitkomen .

Zo schiet dit hoek zowel politiek als cultureel op aile helang- rijke punten te kort. Dat dit tekort opgeheven zou worden door het aangekondigde derde deel: 'The Prophet Outcast' is niet aan te nemen. En het 66k al aangekondigde hoek in twee delen:

'Life of Lenin' - het zullen er wel vier worden, hij deze hrij- achtige methode van schrijven - zal ook al wel geen hijdrage wor- den tot de zo hoognodige kritische geschiedenis van de Russi- sche revolutie en van het holsjewisme.

(22)

Robert C. Tucker

Een conservatief credo

Het program van de communistische partij in de Sowjet Unie Het nieuwe ontwerp-partijprogram van de Russische CP, is veel meer dan aileen maar een program. Het bestrijkt verleden zowel als toekomstplannen, bespreekt zowel kapitalisme als communisme, buitenlandse politiek en binnenlandse politiek. Het is een apologie voor het Sowjet-regime en de handelingen van dat regime, het is een soort blauwdruk waarop de toekomstige richtlijnen van de Sowjet-politiek zijn uitgestippeld, en een nieuwe algemene vaststelling van de artikelen des geloofs voor een Sowjet-communist of een op Moskou georienteerde commu- nist in den jare 1961.

Het program richt zich tot de gehele wereld - meer in het bij- zonder evenwel tot het communistische deel daarvan en de com- munistische partijen. Voor Chroesjtsjows regering is het een waarlijke meevaller dat de ruim twintig jaar geleden gena- men beslissing tot herziening van het partijprogram van 1919 al die tijd onuitgevoerd is gebleven. Door dit gelukkige toeval is het nu mogelijk geworden deze nieuwe samenvatting van de ei- sen der orthodoxie te publiceren op het ogenblik dat Moskou er het meeste behoefte aan heeft, gewikkeld als Moskou is in een strijd om de Sowjet-Unie het politieke en ideologische leider- schap van het wereldcommunisme te laten behouden, met name tegenover de verlangens van Peking ten dezen. De Communisti- sche Partij van de Sowjet-Unie spreekt over zich zelf als de 'par- tij van het wetenschappelijke communisme' in dit antwerp-pro- gram. Met nadruk wordt gesteld dat de USSR vooraan gaat in de opmars naar een communistische maatschappij, immers zij was het eerste land dat begon aan 'de totale opbouw' van het communisme, en natuurlijk is haar weg naar het doel de enig juiste. Heel het enorme document straalt als het ware de Sowjet- Ru.ssische gevoeligheden uit ten aanzien van hun status-opvat- tingen. Dit is vooral sterk merkbaar waar de Sowjet-Russische communisten voor hun land de eer opeisen de bron te zijn van ideeen en campagnes en in feite Ieiding te geven aan alle zaken die het wereldcommunisme betreffen. Of alle communistische

(23)

:p, is led en e als :. Het

1 van nstige

een voor mmu-

~t bij- com- : een geno- 119 al val is :le ei- ou er

1 een eider- name misti- , 'par- J-pro- tat in rs zij n bet

enig

>wjet-

>pvat- 1ische

1 van zaken tische

regimes en partijen zich erbij zullen neerleggen dat de Sowjet- Unie de rol van Ieider, leraar en voorbeeld wil blijven spelen, zal pas volledig blijken als aile 'geheime' toespraken van het 22ste Sowjet-Partijcongres openbaar zijn gemaakt.

In de tekst van het nieuwe program wordt Chroesjtsjow niet met name genoemd, als het ware om extra nadruk te geven aan de vrij hartige verklaring aan bet slot tegen de 'persoonlijkheids- cultus' en ten gunste van 'het leninistische principe van collec- tief leiderschap. Toch is Chroesjtsjows politieke zienswijze et duidelijk van af te lezen. Het program keurt gehoorzaam zijn binnenlandse veranderingen goed, zoals de ontginning van maag- delijke gebieden en de instelling van regionale economische ra- den en de re-organisatie van de MTS (machine tractor station).

Zijn ideeen over de noodzaak en de mogelijkheid om de bureau- cratie in de Sowjet-Unie tot een wat soepeler machine te maken worden in het program verder uitgewerkt. Zelfs de agrogorods zijn in ere hersteld, zij het dan onder een nieuwe naam ('agra- risch-industriele complexen') en als een ver doel. Chroesjtsjows overmatige optimisme over mogelijke economische voortgang onder bet huidige systeem is op ettelijke plaatsen te herkennen.

Het program beweert b.v. dat de USSR tegen 1970 de USA voor- bijgestreefd zal zijn in produktie per hoofd der bevolking ( daar- bij dan inbegrepen de agrarische produktie!) Hetzelfde geldt voor de belofte dat in tien jaar tijds het nationale inkomen met bijna 250 pet. zal toenemen, en in twintig jaar zelfs met 500 pet.

In het eerste deel van het Program worden de huidige situatie en de toekomstige ontwikkeling geschetst van de niet-communisti- sche wereld, die men ziet als 'zijnde in een overgangsfase van kapitalisme naar communisme.' Veel hiervan is een herhaling van afgezaagde gemeenplaatsen met nauwelijks enig verband met de werkelijkheid (b.v: 'het Ieven heefi: de marxistische theorie van voortgezette proletarische invloed in de kapitalisti- sche maatschappij volledig bevestigd!') Maar omdat er in die overgangsfase nu eenmaal iets gedaan moet worden, was dit een voortreffelijke gelegenheid voor de opstellers van dit document om - ter stichting van aile communisten waar ook ter wereld - nog eens de voornaamste punten van Chroesjtsjows buitenland- se politiek op te sommen, waarbij dan inbegrepen de stelling dat 'communistische revoluties in aile Ianden der wereld onvermijde- lijk zijn, maar dat 'een wereldoorlog vermeden kan worden.'

(24)

Men vermeldt het feit als zodanig niet, maar hier rekent het program formeel af met de opvatting die in het program van 1919 verdedigd werd, nl. dat 'imperialistische oorlogen' (die tot wereldoorlogen zouden kunnen uitgroeien) onvermijdelijk waren.

Heel duidelijk komt in het ontwerp-program de karakteristieke tweeslachtigheid van Chroesjtsjows opvattingen inzake buiten- landse politiek naar voren. Het program eist een stopzetting van de koude oorlog, maar de adem van de koude oorlog snerpt ons tegen uit de grove nijdassige bewoordingen van vele passa- ges (zoals b.v.: 'het imperialistische kamp bereidt de gruwe- lijkste misdaad tegen de mensheid voor - 'n wereldoorlog met kernwapens ... !') Het program stelt dat vreedzame coexistentie een objectieve noodzaak is . . . maar tegelijk stelt het deze voor als een vijandige verhouding, · zelfs als een 'bepaalde vorm van klassenstrijd.' Opnieuw heet het dat oorlogen kunnen en moeten vermeden worden, maar men onderstreept de wenselijkheid van 'bevrijdingsoorlogen tegen het imperialisme.' Socialistische re- voluties kunnen tot stand komen zonder burgeroorlog en zonder wapengeweld, soms zelfs simpelweg door geldelijke transacties, maar de mogelijkheid van 'een niet-vreedzame overgang naar het socialisme' moet toch wei degelijk blijven bestaan. Als natio- nalisme anti-westers van aard is, verdient het iedere steun die communisten maar geven kunnen (het wordt dan 'anti-imperia- listisch' genoemd); evenwel is nationalisme binnen de 'socia- listische Ianden' een wapen van de internationale reactie waar- tegen men zich met aile mogelijke kracht teweer moet steilen.

Anti-communisme is een verwerpelijke ideologie, ,uitsluitend ver- zonnen om als wapen te dienen in een ideologische oorlogvoering;

het anti-kapitalisme evenwel is prijzenswaardig en noodzake- lijk: 'De Communistische Partij zal blijvend de tegen het volk gerichte reactionaire aard van het kapitalisme aan de kaak steilen, evenals aile pogingen om het kapitalistische systeem mooi af te schilderen.' Marx karakteriseerde in een van zijn brieven de kleine burgennan als een 'levende tegenstelling;' de huidige Chroesjtsjow-iaanse communist is De Heer Enerzijds- en Anderzijds.

Hielden de partij-programs van 1903 en 1919 zich voornamelijk bezig met de directe doelstellingen van de communistische be- weging en niet met de verderliggende dito~s, het nieuwe program stelt zich zelf de taak om het cummunisme in de USSR totaal te verwezenlijken. Het tweede deel, getiteld 'Taken van de Com-

(25)

nt het n van :lie tot waren.

istieke miten- lg van

snerpt passa-

~we­

g met stentie e voor

m van noeten id van 'le re- wnder 1acties, : naar

natio- m die lperia- 'socia- waar- :tellen.

d ver-

•ering;

dzake-

t volk kaak rsteem

!l zijn

~lling;'

:rzijds-

melijk

!le be- ogram taal te Com-

munistische Partij van deSowjet-Unie bij de opbouw van een Com- munistische Gemeenschap,' vangt aan met de verklaring dat de opbouw van zulk een gemeenschap nu de 'naastbijliggende prak- tische taak' van het Sowjetvolk is. Het eindigt met de plechtige verzekering: 'De thans levende generatie van het Sowjetvolk zal onder het communisme Ieven!'

Het communisme waaronder _zij I even zullen wordt dan beschre:

ven als een 'intens georganiseerd' klassenloze maatschappij, gegrondvest op openbaar eigendom en samengesteld uit maat- schappelijk gelijke mensen die vrijwillig hun werkkracht geven, ieder naar zijn mogelijkheden, en daarvoor een loon ontvangen dat aangepast is aan ieders behoeften. En passant mogen we hier wei even opmerken dat het program niet spreekt over een punt dat Marx essentieel achtte in zijn definitie van het uitein- delijke communisme, nl. de afschaffing van de arbeidsverdeling in al zijn vormen.

Ondanks de plechtige belofte dat de huidige generatie van het Sowjetvolk het Beloofde Land van het communisme zal binnen- gaan, stelt het nieuwe program geen streefdatum voor de bin- nenkomst. Het baseert zich kennelijk op de veronderstelling dat de huidige generatie van het Sowjetvolk een lang Ieven zal heb- ben. lmmers de jaren 1961-1980 worden gezien als de periode van totale opbouw van het communisme, aan het einde waarvan de grondslagen gelegd zullen zijn, maar het gebouw zelf nog niet klaar zal zijn. Tegen het jaar 1980 'zullen de materiele voor- waarden geschapen zijn om in de daarop volgende periode de overgang naar het communistische systeem van verdeling naar behoefte te doen plaatsvinden' (cursivering van ons). Het eigenlijke communisme wordt dus onderscheiden van de bouw van het communisme en het ligt achter de horizon ... een steeds terugwijkend niemandsland.

Het nieuwe program is zodoende een prospectus niet zozeer voor het Ieven onder het volledige communisme, maar veeleer voor de komende twintig jaren onder 'totale opbouw.' Wat het voor die pe- riode beoogt is voornamelijk een enorme verbetering in levensstan- daard, de totstandbrenging als het ware van een echte Sowjet- welvaartsstaat, waarbij het accent gelegd wordt op de goederen- voorziening en dienstverlening via de publieke sector. Tegen het einde van de periode zal een overvloed aan gevarieerde voe- dingsprodukten beschikbaar zijn. Ieder gezin ('pasgehuwden inbegrepenl') zal dan een eigen woning hebben, vrij van huur.

De collectieve boeren zullen betaalde vakanties hebben, ouder-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De betrokken fracties waren zich dat bewust en wij wilden deze voorbeeldfunctie, waar wij in eerste instantie zelf voor hadden gekozen maar die in tweede

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Is het echter juist, dat met het bereiken van veel collectieve voorzieningen ook de onderlinge welvaartsverschillen in ons land hun grootste betekenis verloren

Moet eraan herinnerd \&lt;Vorden hoe de algemene leiding van de economie door de overheid als mobilisatiemiddel van al de hulpbronnen, werkkrachten en

Het kabinet zegt ervoor te zorgen dat mensen die niets kunnen missen niet worden geraakt door dit plan, maar niets is minder waar.. Werknemers die 42 jaar gewerkt hebben en

Het NRB zegt niets over de verwijdering van haar naam, behalve het onofficiële commentaar naar ons toe “dat het nog niet be- slist werd”.Wij dringen aan bij zowel John MacArthur,

De tijd tussen de start van domperidon en het optreden van convulsies bedroeg bij de kinderen een tot drie dagen, van de volwas- sen man is deze tijd niet bekend.. Na staken

Hierboven werd reeds verwezen naar het TNO-rapport ‘Gebruik analoge televisie door digitale kabelabonnees’ en het gegeven dat, vooral door de aanwezigheid van een tweede toestel