• No results found

De taak van onze lezers-geestverwanten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De taak van onze lezers-geestverwanten "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Donderdag 24 mei 1962 - No. 684

en

Vervolg en slot Gemeenteprogram

(~ie pag. 5)

OP WOENSDAG JO MEI

zal voor een tijdvak van vier jaren worden beslist over de politieke samenstelling van alle Gemeenteraden in Nederland.

Hoe kleiner de gemeenschap, des te sterker is de band tussen kiezer en afgevaardigde.

Meer nog dan bij de verkiezingen voor Kamer en Provinciale Staten spreekt bij de plaatselijke en be- perkter gemeenschappen, die de Gemeenten vormen, de WAARDE VAN DE ENE STEM van elke kiezer en kiezeres.

Talrijke malen is het voorgekomen, dat bij Gemeenteraadsverkiezingen EEN stem de doorslag gaf bij de toewijzing van een (rest) zetel aan de ene dan wel aan de andere lijst.

De taak van onze lezers-geestverwanten

is daarmee duidelijk aangewezen. Dat ziî zelf en hun huisgenoten op de V.V.D.~Iijst in hun gemeente stem- men, is vanzelfsprekend. Maar daarmee zijn zij er niet af.

TOT OP HET LAATSTE OGENBLIK zijn er kiezers die nog aarzelen aan wie zij hun stem zullen geven.

Ander€-n lopen rond met de rampzalige gedachte, hun biljet blanco in de stembus te werpen.

ledere V.V.D.-er, die op 30 mei zijn stem uitbrengt, zal niet al!een de voldoening moeten koesteren dooç die stem mee te hebben gewerkt aan de vestiging van de liberale invloed in zijn Gemeente.

Slechts zij .zuUen werkelijk voldoening mogen voelen

die de twijfelaars in hun omgeving door hun persoonlijke opwekking hebben weten te cveduigen dat stem- men op de lijst van de V.V.D. meer dan ooit noodza keiijk is.

Noodzakelijk in het belang van de Gemeente, waarvan zij ingezetenen zijn.

Noodzakelijk als tegenweer tegenover de vereende krachten, die hun kans schoon menen te zien om de sedert 1946 zo sterk toegenomen liberale invloed een stevige klap toe te brengen.

Deze illusie zal de tegenstanders van de V.V.D. op 30 mei moeten worden ontnomen.

Propaganda~

uitgaande van de afdelingsbesturen

is van grote waarde. Maar van NOG groter waarde en invloed is de PERSOONLIJKE OPWEKKING.

Wij zullen niet tevreden mogen zijn voordat wij al degenen in onze naaste omgeving, va·n wie wij we- ten dat zij aàrzelen, hebben duidelijk gemaakt, dat op de verkiezingsdag over mogeliike bezwaren moet ~

worden heengestapt. ~

In de politieke praktijk van alle dag moeten zóveel moeilijke beslissingen worden genomen, dat het "

eenvoudig onmogelijk is, het ieder geheel naar de zin te maken.

Bij de stembus

zullen die kleine of wat grotere bezwaren op onderdelen en zullen ook persoonlijke stokpaardjes een ogenblik opzij moeten worden gezet.

Bij die stembus gaat het om de doorslaggevende vraag IN WELKE RICHTING men het bestuur van Staat, Provincie of Gemeente wenst te zien uitgeoefend.

Dat is het, wat wij de onverschi!ligen en aarzelenden in onze omgeving moeten duidelijk maken.

Duizenden, die op grond van hun denkwijze V.V.D. moeten stemmen, hebben nochtans vaak allerlei rancunes· en drogredenen op grond waarvan zij soms wonderlijke keuzen doen.

Een keuze, waarvan zij later, als zij het resultaat daarvan zien, weer spijt hebben.

Behoedt deze twijfelaars, de weinig poli+iek geschoolden en de onverschilligen voor die verkeerde keuze.

Een enkel woord, een goed geplaatste opmerking, een persoonliike of telefonische opwekking op het laatste ogenblik, kunnen in totaal DUIZENDEN STEMMEN voor de partij doen behouden of zelfs wmnen.

ledere V.V.D.-er kenne zijn plicht

Het gaat niet alleen om UW stem, maar ook om die van uw buren, uw vrienden en bekenden.

In 1958 sprongen in de meeste gemeenten onze zeteltallen omhoog. Het aantal V.V.D.-wethouders in talrijke gemeenten nam toe. In burgemeester-vacatures konden herhaaldelijk liberalen worden benoemd.

DEZE GUNSTIGE SITUATIE mag niet verloren gaan. Zij ZAL ook niet verloren gaan, wanneer iedere V.V.D.-er zijn invloed op zijn omgeving zal doen gelden.

Wij rekenen op Uw aller inspanning!

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE :tol MEI 1962 - :PAGINA :?

efensie b t in €er~te ~amer

Treffen

H

et is tot een breuk gekomen tussen de minister varr defensie, ir. Vis- ser en de liberale Eerste Kamerfrac,tie.

De vel'houding tussen de bewindsman en de VVD-parlementariërs liet al lang veel te wensen over. Thans is het tafel- laken doorgesneden. Althans wat de Ec:rste Kamerfracüe betreft.

De liberale Tweede Kamerleden moe- ten zich op het moment, dat ·wij dit schrijven, nog uitspreken over de nieu- we situatie. Tijdens het defensiedebat in de senaat, waarbij de breuk zich mani- festeerde, zijn de emoties hoog opgelo- pen. De minister -president prof. De Quay kwam er aan te pas om vragen van de socialistische prof. Samkalden te beant- woorden o•ver de bredere politieke con- sequenties van een eventueel aftreden van minister Visser.

Als deze bewindsman door zijn geestver- wanten in het parierneut tot aftl'eden zou worden gedwongen, behoeft dat, ge- zien de structuur van he.t kabine-t, niet noodzakelijkerwijs tot het heengaan van hei gehele kabinet te leiden, aldus de minister-president.

Dit zou alleen het geval zijn als de meerderheid van de Kamer het vertrou- wen in hem opzegt. Dit laatste deed zich echter niet voor. Onderlussen trekt Ir.

Visser z·ich niets aan van het opzeggen van het vertrouwen door zijn politieke geestverwanten. Ik ben geen represen- tant van de VVD, maar een minister van de kroon, was zijn argument.

Overigens kan de vraag zich op drin- gen of het opzeggen van vertrouwen door een parle<J.nentair verwan te groep niet zo'n belangrijke zaak in ons politieke be- stel vormt, dat een minister in dat geval alleen kan aanblijven als hij weet dui- delijk te maken, dat zaken van dringend landsbelang eisen, dat hij op zijn post blijft. Prof. Samkalden stelde z.iah na- drukkelijk op dit standpunt. Weldra bleek, dat de liberale woordvoerder mr. Van Riel er een soortgelijke mening op na hield.

* ..

Z.

oals men weel is de zaak-Van der Put.ten voor de liberale Eerste Ka- merleden de reden geweest om zich van d;; minister te distanciëren. Slechts één punt uit het totale beleid dus, maar mr.

Van Riel zag dit ene punt in een breder knder, doordat uit het recente gedrag van de minister tegenover de betrokken

<:llnbtenaar naar zijn mening is geble- ken, dat men iJ·. Visser, geen ingewikkeld kwestieus personeelsbeleid kan · toever- troüwen. Vooral met het oog op de spannende situatie om Nieuw-Guinèa was dit voor mr. Van Riel een doorslagge- vende zaak.

De kl'itiek van mr. Van Riel op ir.

V1sser \vordt door son1migen graag in ver- band gebracht met de voor de VVD min- der gunstige uitslag van de jongste ver- kiezingen. De liberale sen a lor was be- goJmen met de verzekering, dat zijn kl·i- tiek niets te maken had met electorale situaties. Aangezien toch niemand me ge- looit, wanneer il' zeg dal ik daarvoor te deugdzaam ben - dat neemt men in de politiek nooit aan - zeg iJl:, aldus mr.

Van Riel, dat ik het electornle gevolg van kritische opmerkingen aan het adres van de minister een week voor de ver- kiezingen absoluut niet kan overzien.

De reden, waarom hij over de zaak- Van de1· Pubten wilde spreken was, dat hier nogal grote landsbelangen op het spel staan en dat hier specia<:ll d.ingen liggen, waaraan hij zich als liberaal ge- e:toten had. Het gaat mij alleen om het ontslag en wat daaraan direct vooraf ging, niet om de gehele vOorgeschiedenis en ook niet om de vraag, wie er gelijk heeft in ambtenaarrechtelijke zin, zei mr.

Van Riel.

I-Iet ging hen1 vooral on1 de gang vnn zaken. Op een gegeven ogenblik heeft de heer Van der Puilen opdracht gekre- gen voor een gesprek op het departement mot hvec ambtenaren. Het ambtenaren- .c:,~recht constateert feitelijk, dat deze bei- de ambtenaren meedeelden, dat het er slechts om ging enkele inlichtingen

;un klager te vragen en dat het krach- tens uitdrukkelijke opdracht van ver-

"·ccrcler niet de bedoeling was, dat mr.

Gelcijnse daarbij aanwezig· was. De raacls.

tussen liberale fractie en minister flisser

Mr. VAN RIEL .één consequt:ntie ...

man van de heer Van der Putten is toen ook vertrokken.

Het onderhoud, dat volgde, heeft drie uur geduurd. He•t la•ten weggaan van de advocaat vond mr. Van Riel niet zo ge- lukkig, maar hij wilde er geen punt van maken, omdat hem bekend is, dat zoiets in ambtelijk verband herhaaldelijk ge- beurt in zulke situaties.

*

H

eel wat erger is het volgens de lJberanl, dat er tijdens dit onder- houd oeen aantekeningen zijn ge- maakt. Dit is naar zijn oordeel de eerste kardinale fout uit een oogpunt van amb- tema·enbeleid. De twee ambtenaren heb- ben een onvolledig rappol't opgemaakt en dit later nog eens aange,vuld. Na drie dagen weet echter niemand meer in welk stadium van een moeilijk gesprek iets nu wel en niet is gezegd.

Het ging om een gesprek van drie uur, waarbij zoals later bleek, eindeloos heen en weer is gepraat. Als er dan uit het geheugen een onvolledig en later weer aangevuld verslag wordt opgesteld, wordt het' nemen van een beslissing door de mi- nister wel erg moeilijk. Wat hier geschied is, gaat niet. zei mr. Van Riel.

Wanneer ik bezwaren heb tegen een ambtenaar en ik wil de man gaan ont- slaan. dan laat ik hem bij mij komen.

Ik kan mij voorstellen, dat een minister zo hoog is, dat hij het .zelf niet doet, maar de man ll:an bij de secretaris-generaal komen en dan hoort men s mans aan- dacht erop ie vestigen, dat, als hij dit en dat doet, hij eruit gaat.

Dat is voor mij het begin van elk pe!·- soneelsbeleid. Wij zijn hier in dezeÜ'de situatie als zich in het particulier bedrijf wel afspeelt. vrees ik. Het is soms moeilijk iemand eruit gewerkt te krijgen via de directeur van het geweste- lijk arbeidsbureau. Dat zal de heer Visser uit vroegere stadia ook weten. Wal doet n1en dan?

Men draagt de man op een middag.

dat het hem niet zo best uitkomt. over- werk op en als hij .,neen'' zegt, ontslaat men hem wegens dringende redenen. Hij kan dan alleen bi .i de kan tonrechter te- recht.

D<1t mag. dal is juridisch nergens ver- boden hoewel ik betwijfel of de kanton- rechter er altijd op ingaat. Een goed per- soneels-beleid daarlegenover vraagt -een goed personeelsbeleid is het eerste, dat 1nen van de overheid 1nag vervvachtcn - , dat tegen iemand gezegd wordt: als je dit of dat niet doet, ga je eruit.

Daarmede wordt men bij de hoogste chef geconfronteerd en dan wordt de man bij een enigszins menselijk en verant- woord personeelsbeleid nog uitdrukkelijk

afgeraden die formele handeling te ver- richten. Dan wordt dus gezegd: Denk er- om, man, je moet wel bijzonder vast in je schoenen staan, als je dit en dat ver- klaart. want het is je doodvonnis.

Zo behandelt men n1.i. ambtenarenza- ken. Dat spreekt in casu bijzonder sterk, wanneer men rekening houdt met de achtergronden van de persoon van de heer Van der Putten. \Vat had deze man allemaal meegemaakt?

Ik geef direet toe, da.t het departement ook veel meegemaakt had, maar de Staat der Nederlanden is een groot en machtig instituut en particulieren zijn dat tegen- woonlig niet meer. Daarom is een grote mate van largesse nodig.

Sprekende over de redenen, die de 1ninister hebben be\vogen, zei n1r. v. Riel dat deze in zekere zin zijn eigen doodvon- nis heeft uitgesproken door - vo-lgens het Parool van 11 november - op een pers- conferentie te spreken van "een misschien wat wonderlijke stunt''. Wanneer men wil stunten, moet men alle formalitei- ten, alle technische kanten en alle menselijke facetten van een zaak tot in zijn vingertoppen beheersen. Men mag van dat ogenb.Jik af aan de mini.~,ter de allerhoogste eisen stellen.

Mr. Van Riel herinnerde in dil ver- band aan het feit, dat staatssecretaris Kranenburg een zekere rechtstreekse ver- antwoordelijkheid voor de helmenaffaire had, maar dat die zaak voor een be- langrijk deel toch ook weer buiten zijn eigen ingrijpmoelijkheden lag. Het is in laatste instantie meer zijn houding ge- weest , waarover hij gevallen is, dan dat de helmen zelf het &tru-ikelblok wa- ren. Het is duidelijk, dat mr. Van Riel meende, dat z-ich thans ten aanzien van minister Visser een zelfde si'iuatie voor- doet.

De liberale senator kwam tot de con- clusie, dat er een ontoelaatbaar pe·rso- neelsbeleid is gevoerd, ontoelaatbaar van- uit een oogpunt van de recht.vaardig!heid en de hoogheid van de staa·t.

Ik weet zeker, zo zei hij, dat het per- soneels beleid van de minister subjec- tief volkomen eerlijk is geweest. Het is m. i. onhandig geweest en wat ondes- kundig. In de situatie die nu eenmaal is ontstaan kan iets intolerabel zijn, wat anders maar feitelijk zeer geringe con- sequenties zou hebben.

Het is een treurige zaak voor alle be- trokkenen. Het is voor mij persoonlijk ook een moeilijke avond. Ik ben zo bang om bestuursverantwoordelijkheid te over- trekken, omdat ik er in bescheiden ma- te geregeld mee word geconfronteerd, maar iets van de onrechtvaardigheid, die in dit soort aansprakelijkheidstellin- gen zit, aanvaardt men, \Vanneer, men een hoge bestuurspost accepteert.

llc kan alles begrijpen, wat is gebeurd, n1aar ik zie eigenlijk 1naar één consequ- entie, zo besloot mr. Van Riel.

.l11,\1STJ<;R VISSER ... kort ...

M

inister Visser zei, dat hij over de kritiek van de liberale fractievoor- zitter kort wilde zijn. De zaak-Van der

Putten moet immers no-g in hoger be- roep behandeld worden. Als ik op de kritiek inging, zouden we vervallen in hetzelfde debat dat nog in de appèl- procedure gevoerd moet worden. Dit zou in s•trijd zijn met een goede en alge- mene stelregel.

Ir. Visser vroeg zich af, of mr. Van Riel door reeds nu over de consequenties van de zaak-Van der Putten te spreken. be- bedoeld had te ontkennen, dat 'n minis:er recht op verdediging heeft. Pas als zijn nota over deze kwestie in de Tweede Kamer aan de orde komt, wilde hij zijn gehele beleid in deze affaire vercle- àigen. Ik zie daar 1net verlangen naar uit, aldus de bewindsm:m.

Wel achtte de minister zich verplicht in te gaan op de door mr. Van Riel aangehaalde zinsnede uil Het Parool, vol- gens welke hij op de persconferentie van 10 november gezegd had, dat hij .,door middel van een misschien wat wonder- lijke stunt een einde wilde maken aan de zaak-Van der PuHen" Mr. van Riel heeft hiermee gesuggereerd, dat ik d:;ar- mee toen reeds heb gedoeld op een ko- mend ontslag voor de heer Van der Put- ten. Dat is echter volkom_en onjuist.

Ik heb gezegd, dat het houden van een persconferentie om mee te delen. dat ik de ambtenaar in kwestie opdracht had gegeven zijn beschuldigingen met feiten en namen te staven, wellicht een wat·

wonderlijke stunt genoemd kon worden.

Het uit hei verband rukken van deze woorden getuigt van een ernstig gebrek aan zorgvuldig'heid, op welke zorgvul- digheid ook een :-wngevallen minister recht heeft.

De reden van dil manco aan zorgvul- digheid kan men slechts g•issen. Ik 7.al dit niet doen en me refereren aan het oordeel van de Kamer als geheel. aldus ir. Visser.

Bijval kreeg de minister van de anti- revolutionair Algra, die het optreden van mr. Van Riel veroo1·cleelde met uitdmk- kingen als "partisanenpoliliek". Op hem rust de kwade schijn, zei hij. minister Visser weg te willen hebben uit electora- le motieven.

Hij vond, dat de fractievoorzilter van de VVD slechts door .formalistisc,he rede- neringen probeerde te ontkomen aan de beschuldiging, dat hij een zaak. die sub judice is aan een bespreking onderwerpt.

De minister riep hij toe: blijf.

De socialist prof. Samknlden vond het daarentegen een lands-belang, dat ir. Vis- ser, die hij onbekwaam achtte, zou ver-·

trekken. al was hij het met de bestrij- dingsmetbode van mr. Van Riel niet eens.

De laatste verweerde zich tegen het an- tirevolutionaire verwijt inzake de kwestie van het sub judice, dat hij zorgvuldig vermeden had op enig juridisch punt. in te gaan. Hij zei zich geconcentreerd ie hebben op een beleidskwestie, namelijk het personee-lsbeleid, dat voor hem on- aanvaardbaar is, juist omdat de mense- lijke aspecten bij Def~n:oie zo :otPrk bcho- ren te spreken.

De zaak-Van der Puc~.-(.;11 zal nc,g jn ho- ger beroep behandeld worden, maar de zaak-Visser is thans in bespreking bij de Eerste Kamer. Daarom was er voo1: de minister alle reden om in te gaan op de concrete punten, 'vaarover hij lastig ge- vallen was. Dat hij dat niet geelaan heeft, deed voor m.r. Van Riel de deur dicht.

Overigens wilde hij wel aannemen. dat de minister gelijk had met zijn interpre- tatie van de uitdrukking "een misschien ietwat \VOnderlijke stunt". Voor het ove- rige bleef hij echter bij zijn veroorde- ling van minister Vissers perwneclsbe- leid.

Kwalijk nam hij bet ir. Visser. d<:l de- ze gesugge1·eerd had, da,t er verband be- staat tussen het opzeggen van het ver- trouwen en de verkiezingen. Mijn motief is slechts geweest Vüst te stellen dat er aan 'de minister iets mankeert, waardoor van hem geen bruikbare minister is te maken. In deze minister kunnen wij geen vel'trouwen 111eer hebben, aldus 1111'. V<H1 Riel namens de gehele fractie.

Niettemin gaven de liberalen hw1 :;lem aan de begroting van defensie, omelat zij het met het oog op de internationale si- tuatie. met name ten aanzien van Nieuw- Cuinca niet juist zouden achten tegen te stemmen. De begroting werd z.h.s. aan- genomen met alleen de gebruikelijke aan- tekening voor de communisten.

(3)

VBIJHEID EN DEMOCRATIE 24 MEI ltG% - PAGINA I

Zuid-Hollandse V. V.D.-vrouwen

in Rijswijk. bijeen

Toespraken van prof Oud en meJ. Ten Broecke Hoekstra

Voor de zevende achtereenvolgende maal hebben de vrouwen in de VVD van Zuid-Holland hun jaarlijkse provinciale dag gehouden, ditmaal georganiseerd door de vrouwengroep van de afdeling Rijswijk in het restaurant Hoornwijck.

Het is een gezellige dag met een ernstige aanloop geworden. Men had de voor- zitter van de VVD, prof. mr. P. J. Oud en het liberale Tweede Kamer- en Haagse gemeenteraadslid mej. mr. J. ]. Th. ten Broecke Hoekstra, bereid gevonden 's morgens de vergadering toe te spreken.

Na een gezamenlijke koffietafel volgde een rondrit door het moderne industrie- gebied "De Plaspoelpolder" en de daar- aan grenzende nieuwe wijken van Rijs- wijk met de vele groen- en bloemenstro- ken.

Het onderwerp van deze dag was "Pol- der en Industrie". Maar zowel prof. Oud als mej. Ten Broecke Hoekstra hadden doen weten, dat zij bij nader inzien lie- ver meer in het algemeen over de politiek wensten te spreken.

Minister Visser

zicht in staatkundige en maatschappelij- ke vraagstukken (VVD en PvdA).

Doorbraak

Na de oorlog heeft men gepoogd, zo ging de heer Oud verder, tot een door- braak te komen. Men verwachtte dat deze doorbraak een grote slag zou toebrengen aan de confessionele partijen. Die ver- wachting is niet vervuld. De KVP ver- toont een zeer grote mate van stabiliteit.

Bij de protestants-christelijken is dat an- ders. Daar is sprake van een voortduren- de achteruitgang, het sterkst bij de AR, maar ook bij de CHU is dat het geval.

Men" moet zich, aldus de heer Oud, niet van de wijs laten brengen door de laatste Statenverkiezingen, die voor de CH ten opzichte van de laatste Kamerverkiezin- gen enige winst hebben opgeleverd. De CHU namelijk maakt altijd iets betere Statenverkiezingen dan Kamerverkiezin- gen. En ten opzichte van de vorige Sta-

tenverkiezingen heeft de CHU verlies geleden.

De Statenverkiezingen-1962 zijn voor de VVD zeker niet gunstig geweest, zo be- toogde de heer Oud. Maar desondanlrs is er sprake van een constante vooruitgang van de liberale partij. De VVD-voorzitter herinnerde in dit verband aan de "lange en korte golven", waarover wij "onlangs uitvoerig hebben geschreven. Hij zag dan ook geen reden tot ongerustheid,. maar wel "reden om actief te blijven en de activiteit te verhogen.

Industrialisatie

Mej. Ten Broecke Hoekstra belichtte enkele facetten van de na-oorlogse indus- trialisatie van Nederland en de gevolgen daarvan voor het platteland, in het bij- zonder voor de polders. Haar betoog was niet minder boeiend dan dat van de heer Oud en rijk vermengd met humor. Zij prees het initiatief dat de ANWB heeft genomen met publicatie van het boekje

"Hollands gl'Dene zöne". Dit rapport is volgens haar een geschikt uitgangspunt voor verdere discussies over hetgeen er moet gebeuren gezien de grote behoefte aan recreatiegebieden vom·al in het wes- ten van ons land.

Zoals zij ook bij vorige gelegenheden (o.a. in de Tweede Kamer) heeft gedaan, kwam mej. Ten Broecke Hoekstra met kracht op voor bestrijding van de geluids- hinder in flatwoningen. Voorts wees zij op

de noodzaak het bejaarden-vraagstuk af- doende op te lossen. Men komt er daat·bij niet met een over één kam scheren van alle bejaarden.

Ten slotte deed spreekster een beroep op prof. Oud om te bevorderen, dat meer aandacht besteed wordt in het gemeente- programma van de VVD aan de voor- lichting van jonge kiezers.

Mevr. mr. M. L. Buschkens-Dijkgraaf, die als waarnemend voorzitster van de Rijswijkse vrouwengroep de vergadering leidde, hield na de lunch een inleiding over Rijswijk, waarna men de eerder ge- noemde rondrit maakte. De dag werd be- sloten met een gezellig samenzijn rond de thee in Hoornwijck.

MEDEDELING

In verband met de a.s. gmneente- raadsverldezi.ngen, die de reilactie uiteraard van enig· commentaar wil voorzien, zal het eerstvolgende nummer van ons weelrbla!l pas a.s.

vrijdag op de post gaan.

Te meer omdat juist daags tevoren de Eerste-Kamerfractie het vertrouwen had opgezegd in de liberale minister Visser, waren de toehoorderessen en de aanwe- zige journalisten gespitst op mogelijke

"onthullingen" van de heer Oud. Aan het slot van zijn rede maakte de heer Oud inderdaad enige opmerkingen "OVer deze, wat hij noemde "hoogst ernstige zaak".

Maar onthullingen deed hij welbewust niet. De Tweede Kamerfractie is bezig zich op de situatie te beraden, aldus de VVD-voorzitter, en zal de volgende· week in de Kamer haar standpunt doen blijken.

Op het ogenblik waarop dit blad verc schijnt zal dat dus reeds gebeurd zijn, maar nu wij dit schrijven weten wij nog niet hoe het debat in de Tweede Kamer is afgelopen.

,,Als het Westen strandt, dan zal

Het grootste deel van zijn betoog be- steedde de heer Oud echter aan een histo- rische terugblik op de politieke verhou- dingen in ons land sinds 1945. Even dook hij, zoals wij dat van hem gewend zijn, nog wat verder terug in de geschiedenis om er - speciaal voor deze bijeenkomst van vrouwen - aan te herinneren, dat het dit jaar pt·ecies veertig jaar geleden is dat de Nederlandse vrouwen voor het eerst naar de stembus giilgen, nadat zij in 1918 het kiesrecht hadden verkregen.

Volledigheidshalve vermeldde de heer Oud, dat bij tussentijdse gemeentet·aads- verkiezingen in Delft en Amsterdam de vrouwen reeds eerder hun stern hadden kunnen uitbrengen, narnelijk in 1921.

Hij hield een beschouwing over de grote scheidslijnen in ons politieke be- stel tussen "rechts" en "links", namelijk tussen die partijen waarin men zich op grond van een gemeenschappelijke con- fessie verenigt (KVP, AR, CHU) en die partijen waarin men zich, afgezien van levensbeschouwelijke overtuiging, ver- enigt op grond van gemeenschappelijk in-

IMPORTEUR TONY VAN HEESWIJK

RO~MOND

het op het onderwijs stranden''

Mr. Van Riel sprak te Groningen

Maandagavond 7 mei - de stad toefde nog in de feeststemming, i·v.m.

het bezoek van het Zilveren Koninklijk Paar - sprak Mr. H. van Riel in een openbare vergadering van de afdeling Groningen. De avond stond onder leiding van Mr. P. Dorhout.

Op buitengemeen boeiende wijze behandelde Mr. van Riel een aantal kernproblemen van onze samenleving.

Na er vooraf op gewezen te hebben dat bij de gemeenteraadsverkiezingen karakter en kennis van zaken van de raadskandidaten een extra grote rol spelen omdat de locale politiek vaak zeer zakelijk-concreet en betrekke- lijk weinig "politiek" is, nam spr. eerst het wezen van het liberalisme in beschouwing.

De VVD, aldus spr., is zeker niet con- servátief, sterker nog, zij kan dat ook niet zijn. Als zij zich zou richten naar de belangen van een kleine behoudende klasse dan, zou haar invloed in het par- lement wel heel gering zijn. In tegen- stelling met de confesionele partijen en ook met de Pv.d. A, die kunnen rekenen op de veilige steun van geconsolideerde belangen en machtsgroeperingen kan de VVD alleen maar op steun rekenen wan- neer zij een constructieve oplossing biedt.

voor belangrijke maatschappijproblemen wanneer zij een toekomstvisie heeft voor het hele volk.

Aldus kan de VVD nimmer zijn een arbeiderspartij, maar óók geen boeren- partij of een middenstandspartij. Kracht kan de partij alleen ontlenen aan haar idealen voor een (niet-socialistische) on i- wikkeling en vorm van de gehele samen- leving.

Hierna noemde spreker een aantal fun- damentele problemen waarvoor onze maatschappij een oplossing zal moeten vinden. Eén van de belangrijkste is wel het onderwijs. "Als het Westen strandt.

dan zal het op het onderwijs stranden .. , aldus Mr. van Riel. Ons intellectuele po- tentieel wordt inefficiënt benut. 65 à 75 pct. van het volk kan men tot de ar- beiders rekenen.

Deze groep levert evenwel slechts 5 à

8 pd. van de Nederlandse studenten. Dit is des te ernstiger in het licht van de toekomst, vooral wanneer we zien wat Rusland op dit gebied doet. Het gaat er om dat vele goed begaafde jonge Neder- landers niet de juiste plaats in de maat- schappij kunnen bereiken. Niet omdat het beurzenstelsel niet liberaal genoeg wordt toegepast, maar omdat het gees- telijk milieu van het arbeidersgezin vaak een te schrale voedingsbodem is voor een volledige ontplooüng van het jonge intellect.

Van belang achtte Mr. van Riel daar- om de inschakeling van UTS en fabrieks- onderwijs. In deze technische sfeer moet het de begaafde arbeidersjeugd moge- lijk gemaakt worden zich algemeen te vormen en zo te rijpen voor een plaats op een universiteit of in de maatschap- pij in overeenstemming met zijn capa- citeiten. Dit is een groot nationaal be- lang, èn een roeneslijk belang (want niets is grievender dan de gedachte dat men iets anders had kunnen worden wanneer men de kans maar had gehadl.

Een ander klemmend probleem ont- staat volgens de heer Van Riel door de veranderende leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking. Voor de groei- ende groep van ouden van dagen, hun vereenzaming en hun kwalen (rheuma:

dementie) zullen in de nabije toekomst

oplossingen moeten worden gevonden.

Spr. erkende de grote betekenis van de AOW , doch daarmee zijn we er vol- gens hem nog niet.

Een en ander zal veel geld kosten, maar ook hier moet de VVD een open

"Oog hebben voor het algemene belang. Is dit te rijmen met belastingverlaging?

Spr. stelde voorop dat gemakkelijke stemmenwinst nooit richtsnoer mag zijn bij belasting - of welke andere politiek dan ook. Anderzijds moet hei boeren en middenstanders mogelijk gemaakt wor- den te bestaan. Dat is óók algemeen be- lang!

Tenslotte zei Spr. nog in antwoord op gestelde vragen, dat hii stijging van de prijzen der landbouwgronden niet scha- delijk voor de belangen van het Neder- landse volk achtte. Verder kon hij ac- coord gaan met het industriespreidings- plan, maar z.i. dient credietverlening door de overheid aan zakelijke normen ~

gebonden te zijn.

Over de voor Groningen zo belangwek- kende vraag van de prijs van het aldaar gevonden aardgas zei Mr. van Riel, dat volgens liberaal beginsel het aardgas in Groningen zoveel goedkoper zou moeten worden aangeboden als de transportkos- ten minder bedragen.

Hij wees er echter op, dat regering en oliemaatschappij een ander standpunt kunnen hebben; de regering omdat de delfstoffen in di3 ondergrond als alge- meen staatsbezit beschouwd worden; de oliemaatschappijen omdat tegenover mee- vallers in het ene gebied, verliezen in een ander gebied staan en men de zaken dus niet in plaatselijk, maar in algemeen maatschappijverband beziet. Dat neemt niet weg, dat noordelijke ondernemers en overheidsinstanties voor zo gunstig mogelijke voorwaarden voor hun gewest mogen en moeten strijden.

Terecht toonden de aanwezigen zich zeer dankbaar voor de voortreffelijke re-"

de van onze ondervoorzitter ,geboeid al.:J ze waren door de realistische analyse eL~

de inspirerende toekomstvisie,

(4)

i 'i

11

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

De problemen van een Centrumgemeente

Mr. w. ]. Geertsema sprak te Doetinchem

Doetinchem moet uitgroeien tot een gemeente met 40.000 tot 45.000 inwo- ners. Dat vereist een enorme vooruitziende blik.

De ontwikkeling moet niet alleen snel, maar in meer dan één opzicht evenwichtig gaan. De problemen, waarvoor Doetincheli1 als streekverzor- gende gemeente staat, kunnen alleen door een vooruitziende blik, moed en wil tot samenwerking worden opgelost.

Vooral de zittende raadsleden en niet minder degenen, die candidaat zijn voor

<ie komende raadsverkiezingen hebben ge- boei:d geluisterd naar de visie van mr.

W. J. Geertsema, burgemeester van Was- senaar en Tweede Kamerlid voor de VVD, op mogelijkheden en de specifieke moei- lijkheden, waarvoor de streekverzorgende gemeente zich ziet geplaatst.

Spreker begon zijn voordracht met het verlies van de VVD bij de verkiezingen van de Provinciale Staten te analyseren.

Het is, zo zei hij niet zo moeilijk door gegoochel met cijfers het vel'lies om te toveren in een feitelijke winst. Hiermee zou men echter alleen maar zichzelf be- driegen en verzuimen leering te trekken uit het verlies. Geen verlies is onherstel- baar, behalve het verlies aan zelfver- trouwen en achting voor zichzelf. Dit achtte spreker een waardevol motto voor de VVD, in deze omstandigheden.

"Als wij", zo zei de heer Geertsema,

"onze doelstellingen en practische poli- tiek zouden gaan aanpassen aan de ver- langens van bepaalde groeperingen, zon- der daarmee het landsbelang te dienen, dan zouden we de achting van het volk verliezen. Had de VVD moeten proberen de groep ontevreden kiezers te behouden?

Het zou onzin zijn te beweren, dat wij die kiezers niet graag zouden hebben wil- len behouden. Maar welke prijs zouden wij voor dit behoud van stemmen heb- ben moeten betalen?

Bij elk punt, dat van belang was voor het stemmenaantal, hebben wij ons zorg- vuldig afgevraagd, of het landbelang er mee gediend zou zijn. Als dit laatste niet het geval was, dan hebben wij niet het, opportunistische standpunt ingenomen, omdat wij anders de achting voor ons- zelf zouden hebben verloren. Uit opportu- nistische overwegingen Z'OU er ons b.v:

alles aan gelegen zijn geweest, de oor- spronkelijk door de regering genoemde datum van de belàstingverlaging van 1-7-1961 aan te houden. Het bleek ech- ter, dat de conjunctuur de daaruit voort- vloeiende koopkrachtinjectie niet zou kunnen verdragen. Moesten wij nu om een deel van onze kiezers te behagen een beslissing nemen, die tegen het lands- belang inging?

Ambtenarensalarissen

De VVD heeft in het verleden steeds gepleit voor een beperkt, doch goed ge- salarieerd ambtenarencorps. Veel ambte- naren hebben dan ook in 1958 en 1959 op de VVD gestemd. Minister Toxopeus stond voor de taak deze belofte waar te maken.

Hij zag kans een bedrag van 270 mil- joen gulden los te krijgen, méér dan één minister voor hem was gelukt. Het groot- ste deel van dit bedrag was bestemd voor een algemene verhoging van rond 5 pct. Maar wilde minister Toxopeus ver- hinderen, dat de beste krachten een over- stapje zouden nemen naar 't vrije bedrijf, dan diende hij het loonpeil van de maand- loners op te trekken tot het niveau van de in het vrije bedrijf geldende normen.

Had de VVD, aldus de heer Geertse- ma, deze zaak opportunistisch bekeken, dan had men Zlich gerealiseerd, dat er veel meer lagere, dan hogere ambtena- ren zijn. De lagere ambtenaren zouden zich, bepaald ten omechte, door de voor- gestelde gedifferentieerde loonsverhoging onrechtvaardig behandeld achten. Ook hier weer stonden wij voor de keus, al- dus spreker, tussen het liberale beginsel en het landbelang aan de ene kant en het opportunisme aan de andere kant.

Wij hebben laten prevaleren, dat wat wij in het landsbelang achtten, om niet de achting voor onszelf te verliezen.

Sprekend over de kwestie Nieuw Gui- nea zei mr. Geertsema, dat het plan Bun- ker een aanvaardbaar plan kan zijn, mits er duidelijke garanties voor een werke- lijk zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's in zijn vastgelegd. De VVD is allerminst behept met een Jan Pieterszoon Coen- mentaliteit en droomt niet van een herstel

van een koloniaal bewind. De trouw ech- ter aan het eens gegeven woord moet ech- ter in dit voor Nederland afschuwelijke dilemma op de voorgrond staan.

De vierde en laatste oorzaak van het stemmenverlies zag de heer Geertsema in het zich afkeren van de VVD van een aantal liberalen, die zich teleurgesteld voelen, dat een aantal door en door li- berale beginselen niet zijn verwezenlijkt.

,.Dat l~gt ons zwaar op de maag", al- dus spreker", dat dwingt tot zelfonder-

Mr. GEERTSEMA .. .... geen opportunisme ...

zoek. Men kan stellen, dat er maar enkele liberale ministers zijn, dat een beleids- lijn van 13 jaar niet in korte tijd is om te buigen, maar geeft dit ons voldoende excuses om te berusten in b.v. het on liberale woningbouwbeleid? En in het feit, dat er nog steeds niets is gedaan voor de gepensionneerden?

Op deze punten zouden wij feller aan ons liberale standpunt hebben moeten vasthouden. Wij moeten proberen ons verlies in winst om te zetten; niet bij de pakken neerzitten en vechten voor de juistheid van onze liberale doelstellingen.

Gemeentepolitiek

Sprekend over de gemeentepolitiek, zei de heer Geertsema, dat het liberale den- ken zich al van oudsher op de kleinste bestuurseenheid, de gemeente, heeft ge- richt. Waar komt het liberale principe van het zelf doen, de noodzaak tot het opvoeren van het verantwoordelijkheids- besef beter tot zijn recht dan in de ge- meente, waar het bestuur het dichtst staat bij de bestuurden.

De belangen van de gemeenten zijn toevertrouwd aan het Rijk, de provincie en het Gemeentebestuur. Wat zijn de pro- blemen van de streekverzorgende gemeen- ten op Rijksniveau? Deze bewegen zich voornamelijk op het terrein van de finan- ciën en de woningbouw.

De heer Geertsema was het volkomen oneens met het beleid van minister van Aartsen, een beleid waarbij honderden werknemers de grens over trekken, een beleid verder, dat grotere vrijheid belo- vend, de vrije sector van de woningbouw heeft geschrapt.

Als er iets is, wat centrumgemeenten als Doetinchem nodig hebben dat zijn het huizen voor de industrie; de middenstand en voor de hogere functionarissen uit het bedrijfsleven. Het betekent een aanzien- lijk verlies voor een gemeente, als deze laatsten zich in andere gemeenten moeten vestigen. Ook de Provincie speelt een gro- te rol bij de toewijzing van woningen, maar het verwijt moet tot het landelijk bestuur worden gericht.

Dat Doetinchem niet is aangewezen als industriekern, speelt bij de woningtoewij- zing een belangrijke rol. Mr. Geertsema vroeg zich af, of het rijk, de minister van Economische Zaken in het bijzonder, die deze industriekernen zonder de invloed

van het Parlement heeft aangewezen, niet erg optimistisch heeft gedacht over de mogelijkheden voor de Gelderse kernen om zonder steun tot ontwikkeling te komen.

Financiën

Spreker onderschreef de nieuwe wet financiële verhoudingen. Niet omdat deze door minister Toxopeus is ingediend, maar omdat het principe goed is. Het grote voordeel boven de vroegere regeling is, dat niet meer het beginsel van de sub- jectiviteit, maar van de objectiviteit geldt.

Het was bij de vroegere regeling niet meer de Raad, maar G.S. die bepaalde wat er wel of niet zou gebeuren. Als er echter één recht is, dat de Raad toevalt, dan is het het bepalen van de urgentie van de uitvoering van werken. Het fi- nanciële gesprek is met de nieuwe rege- ling in de Raad teruggekeerd.

De totale hoogte van de bedragen in het Gemeentefonds is een belang van de eerste orde. Daar is op dit moment nog geen voldoende oordeel over mogeUjk.

Voor Do'etinchem komt er echter nog iets bij. De uitgaven van een streekver- zorgende gemeente aiggen stukken hoger dan het gemiddelde. Daarmee is binnen de objectieve maatstaven moeilijk reke- ning te houden. Toch zou het onjuist zijn hier weer de weg van de subjectiviteit op te gaan. De wet kent gelukkig nog de weg van de zgn. "verfijningen". Ge- meenten, die kostenverhogende fac- toren hebben, kunnen een verhoogde uit- kering uit het Gemeentefonds krijgen.

Er is echter nog geen definitieve uit- spraak gedaan omtrent de aard van de kostenverhogende factoren, die tot de zgn.

verfijningen kunnen leiden.

De eigen taak van de gemeente

Naar de mening van de heer Geertsema, zijn in Doetinchem alle factoren aanwe- zig om een streekverzorgende functie mo- gelijk te maken.

Er dient van iedere meter grond pro- fijt te worden getrokken; er dienen in- dustrieën te worden aangetrokken, maar voor alles zijn er woningen nodig, n:iet alleen voor arbeiders, maar er moet een voldoende aantal vestigingsplaatsen zijn voor middenstanders en topfunctionaris- sen.

Mr. Geertsema waarschuwde er voor, dat men zich niet moet laten leiden door het P. v. d .. A.-ideaal van gemengde wij- ken. Dat werkt niet, zo zei hij, dat schrikt af door de verschillen in levensgewoon- ten. Men dient te zorgen voor recreatie- mogelijkheden, die een levensvoorwaarde zijn voor centrumgemeenten. Mr. Geert- sema wees op de noodzaak zich bij het plannenmaken te baseren op een stad van 45.000 inwoners en vooral aandacht te schenken aan de vormgeving van het centrum.

Met de sterke toeneming van het auto- verkeer zal men er naar moeten streven parkeermogelijkheden in het centrum te scheppen om het gevaar van het doods worden van het centrum af te wenden.

Bij het uitvoeren van de plannen is moed nodig. Men mag het particuliere eigendom niet nodeloos aantasten, maar als de gemeente grond nodig heeft, _.dan dient het belang van de gemeente boven dat van het individu te staan.

Niet vergeten mag worden, dat een ge- meente voor het spelen van een belangrij- ke rol over goede culturele en sociale voorzieningen moet beschikken. Dit eist een bepaalde mentaliteit van de bevol- king, die zich geestelijk moet instellen op de toekomstige rol.

Men moet bereid zijn nieuwkomers op te nemen en te komen tot mentale schaal- vergroting. De gemeente moet het ver- enigingsleven steunen door een actief subsidiebeleid. Door een bloeiend vereni- gingsleven voorkomt men dat de perso- neelsverenigingen een te belangrijke plaats gaan innemen. -Spreker zag hierin een groot gevaar voor de eenheid van de bevolking.

Mr. Geertsema besloot met te wijzen op de noodzaak van een goede samen- werking met de plaatselijke industrie en met de omliggende gemeenten. Een streek- verzorgende gemeente kan alleen bloe,ien, zo zei hij, als de streek bloeit.

Men moet niet alles binnen de eigen gemeente willen trekken; de gemeentebe- stuurders moeten elkaar niet als con- currenten zien, maar als partners.

"Er liggen voor Doetinchem in de toe- komst belangrijke mogelijkheden beslo- ten".

24 MEI 1002 - PAGINA 4

Specialisten in

Manchester Gentleroy

en

Ladyroy

o.a. bijzonder geschikt voor sport· en tuinkleding

BRANDBLUSAPPARATEN

Officiëel goedgekeurd Talrijke attesten.

SIMPLUS N.V.

VIS~TRAAT 6-8

DORDRECHT

TEL. 3344* !01850)

<Advertentie)

Ontplooiing van de

persoonlijkheid

stelt de liberaal terecht voorop als poli.

tiek richtsnoer in een periode van toe- nemende massificatieverschijnselen. Maar de liberaal onderkent ook het gevaar van de persoonlijke vereenzaming dat daar- van het gevolg kan zijn.

Ontplooiïng als persoonlijkheid en ge- meenschapsvorming vinden plaats binnen het HUMANISTISCH VERBOND, bij weL ke organisatie reeds vele buitenkerkelijke liberalen zich aansloten.

Daarnaast ontplooit dit verbond tal van andere activiteiten in het belang van bui- tenkerkelijk Nederland.

Wenst u die niet te steunen?

Inlichtingen HUMANISTISCH VERBOND Oudegracht 152, Utrecht.

(5)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 24 MEI 196:! - PAGINA 5

:···••++•••··· ..

"I I

I GEMEENTEPROGRAM 1962 I

:

..

:

f "'"'' de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

I I

: :

:

• • •

I :

i i

i

i i

...

"'

i

I i

: +

• •

• •

• •

+ +

:

+

• • :

+

• •

+ :

+

I

:

t

: i

f

(IV en slot)

HOOFDSTUK 11 Economische Aan~:·eleg·enhed.>ln

a. Bedrijfsleven

94. De gemeentelijke overheid bevordert naar vermogen de bloei van het plaatselijk bedrijfsleven (landbouw, industrie, scheepvaart, handel, middenstand, enz.), hetgeen aan de werkgelegenheid ten goede komt. Alleen die bedrijven en ondernemingen mogen direct of indirect vanweg·e de gemeente worden beheerd, welke zowel een monopolistisch karakter dragen, als in een algemene behoefte voorzien, of die onmis- baar zijn voor de taakvervulling der gemeente zonder dat daarin door particulieren wordt voorzien .

95. In de financiering van industrie- en handelsgebouwen neemt de gemeente slechts deel, indien plaatselijke omstandigheden dit nodig maken.

96. Gezien het belang van de scheepvaart en de visserij moet de aanleg van nieuwe en de n1odernisering van bestaande zee- en binnen~

havens worden bevorderd.

97. Omtrent maatregelen inzake het bedrijfsleven wordt zo mogelijk het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken ingewonnen.

b. Overhei(lshedrijven

98. De gemeentebedrijven behoren doeltreffend te worden beheerd.

De tarieven van de overheidsbedrijven dienen zodanig te worden vàst"

gesteld, dat zij geen hogere winst opleveren dan voor een sluitende exploitatie gerekend over een aantal jaren, noodzakelijk is.

Indien de tarieven gedifferentieerd zijn, dienen deze gebaseerd te zijn· op de grootte der afname, indien deze de kostprijs beïnvloedt, eventueel het tijdstip der afname, doch niet op maatschappelijke of sociale factoren.

De tarieven der overheidsbedrijven mogen in geen geval fungeren als een indirecte belasting .

99. Waar zulks economisch voordeel oplevert en technisch verant- woord is, dient naar samenwerking te worden gestreefd. Als doel staat daarbij o.m. voor ogen om door gelijkschakeling van tarieven in grotere rayons, te komen tot voorziening van onrendabele gebieden met gas, water en elektricitEit.

c. 1\'liddenstand

100. Verordeningen, waarbij de middenstand als zodanig betl'okken is, worden niet vastgesteld dan nadat de middenstandsorganisaties, c.q. de gemeentelijke middensta.ndscommissie, in de gelegenheid zijn gesteld haar mening kenbaar te maken. Voor zover consumenten- belangen hierbij betrokken zijn, wordt ook de plaatselijke organisaties van consumenten, huisvrouwen en/of plattelandsvrouwen naar haar n1ening gevraagd .

101. De gemeente onthoudt zich van het drijven van detailhandel in elke vorm. Het verhuren van apparaten en het exploiteren van toonzalen geschiedt alleen, indien de plaatselijke middenstand niet in staat is hiervoor zelf te zorgen .

102. De gemeente onthoudt zich zoveel mogelijk van het verrichten van ambachtswerkzaamheden in eigen beheer, tenzij opdracht aan particuliere ondernemers tot aanmerkelijk verlies aan tijd en geld aanleiding zou geven.

103. Leveranties aan gemeenten, gemeentelijke of door de gemeente gesubsidieerde instellingen, alsmede ambachtswerkzaamheden ten behoeve van die instellingen te verrichten, dienen zoveel mogelijk bij openbare inschrijving te worden aanbesteed,

In kleine gemeenten geschieden de daarvoor in aanmerking komen- de leveranties bij voorkeur door de plaatselijke middenstanders.

104. De uitvoering der Winkelsluitingswet dient op zodanige wijze te geschieden, dat - met inachtneming van de behoefte der ver- bruikers - in voldoende, mate rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van de plaatselijke detailhandel. Voor seizoen- plaatsen dienen speciale regelingen tot verruiming van koopgelegen- heid tot stand te worden gebracht.

105. Vakantieregelingen ingevolge de Winkelsluitingswet berusten zoveel mogelijk op vrijwillige overeenkomsten van de betrokken bran- ches.

106. Bij de totstandkoming of wijziging van uitbreidingsplannen behoort aandacht te worden besteed aan voldoende vestigingsplaatsen voor detailhandel en ambacht.-Bij de toewijzing van deze vestigings- plaatsen moet ervoor worden gezorgd, dat de zelfstandige middenstand niet achter wordt gesteld bij andere bedrijfsvormen.

/

107. Zo lang geen bevredigende regeling door WIJZigmg van de Onteigeningswet tot stand is gekomen, zorge de gemeente voor een schadevergoedingsverordening ten gunste van hen, die door onteige- ning van het bedrijfspand, waarvan zij huurder zijn, schade lijden. De schadevergoeding wordt slechts vastgesteld na het inwinnen van het advies van een deskundige instantie.

108. Bij de regeling van het marktwezen mogen de belangen van de plaatselijke middenstand niet worden geschaad.

109. Bij het verlenen van ventvergunningen zorge men voor het bevorderen van de bonafide markt- en straathandel met wering van verkapte bedelarij en landloperij.

110. Aan de bestrijding van de woeker behoort ook de gemeente krachtig deel te nemen. Indien van particuliere zijde niet of niet op genoegzame wijze in de behoefte aan volkskrediet wordt voorzien, dient de gemeente deze taak zelf ter hand te nemen of aanvullend op te treden, ook al zou een exploitatie-tekort niet zijn uitgesloten. Naar samenwerking met particuliere organisaties op dit gebied moet hierbij worden gestreefd.

111. De gemeente geeft medewerkrng· aan regionale borgstellings- fondsen.

112. Bij de beoordeling van saneringsplannen wordt op de bela.ngen van de middenstand en op die van de consumenten gelet.

d. V reemtlelingen verkeer

113. Bevordering van het vreemdelingenverkeer behoort, de a.an- dacht vari het gemeentebestuur te hebben. De gemeente draagt daar- toe, voor zover het pgrUcuuer initiatief achterwege blijft, het ha.re bij zowel ten aartzien van d'e. vervoei-sgelegenheid als ten opzichte van de zorg voor Iandschaps- en ste.Çlescl:J.oon, monumenten, ~unstmanifesta-

ties, vermakelijkheden, enz. : . · HOOFDSTUK 12 Toepassing· Zondagswet

1H. Met eer·biediging der gevoelens van alle groepen van ons volk is een zo soepel mogelijke toepassing der Zondagswet door de ge- meentebesturen geboden, opdat de vrijheid der burgers zo min mogelijk woedt beknot.

115. Daarbij wordt zorg gedragen, dat ondernemers, die hun be- staan voor een deel ontlenen aan toeristisch veekeer, daarin niet of zo weinig mogelijk worden belemmerd.

HOOFDSTUK 13 Personeelsaangelegenheden

116. Bij de regeling van de materiële positie van de ambtenaren in dienst der gemeente moet gestreefd worden naar aanpassing bij het algemene welvaartsniveau .

117. Tegen uitbreiding van het personeel in gemeentedienst boven het noodzakelijke dient te worden gewaakt .

118. Energie, bekwaamheid en plichtsbetrachting dienen richtsnoer te zijn voor bevordering .

119. Aan de vorming van het gemeentepersoneel dient alle aan- dacht besteed te worden, o.m. door het toekennen van studietoelagen.

120. De overplaatsing naar andere diensten, c.q. afdelingen, ter bevordering van afwisseling in het werk, dient mogelijk te worden gemaakt.

121. In de gemeentelijke commissie van georganiseerd overleg zal elke belangrijke groep van georganiseerde ambtenaren ter plaatse moeten zijn vertegenwoordigd.

122. Voor mannelijke en vrouwelijke ambtenaren dienen dezelfde kansen van aanstelling en bevordering, zulks onafhankelijk van de levensbeschouwing, te bestaan.

123. Een ambtenares, die huwt, dient deswege niet te worden ontslagen.

124. Het gezamenlijk inkopen door het personeel in diensttijd en/of met gebruikmaking van lokaliteiten der gemeente dient niet te wor·

den toegestaan.

125. De gemeenten stimuleren de bezitsvorming van haar per·soneel, alsmede van dat van semi-gemeentelijke diensten.

I

...

I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mr. Oud verdedigde nog eens uitdrukkelijk waarom hij het liefst een kabinet zou zien met vijf katholieke ministers, vijf socialistische en vijf ministers van de

Deze gang van zaken strookt niet met de belangen van hen die georga- niseerd zijn in een vakvereniging, welke niet is aangesloten bij een der drie vakcentrales,

In het Verenigd Koninkrijk draagt de CIC-status wel bij aan het imago van de sociale onderne- ming, maar zijn de moeilijkheden die sociaal ondernemers hebben bij het vinden

Als de we- reld geen gekken meer heeft die iets voor niks doen, draait hij niet meer.” Op deze zondag heeft ze nog tijd over voor de geschen- kenbeurs van Oxfam in Lum-

toegelaten worden veel groter is dan dat compostering binnenkort al zal ingevoerd worden Nochtans heeft het Brussels Hoofdstedelijk Parlement al midden 2018 een ordonnantie

De deelnemers worden in vier groepen verdeeld en elke groep neemt plaats in een van de gemarkeerde gebieden. De spelleider kan nu verschil- lende aanwijzingen geven, die alle

Wij kunnen helaas niet alle kinderen helpen, maar ieder kind is er weer een.. En ieder kind heeft jarenlang uw en onze hulp en begeleiding nodig voordat hij/zij op zijn eigen

met mij in dialoog te gaan want alleen dan zal ik leren te Leven met en voor de