• No results found

Arbobeleid in EU staat onder druk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Arbobeleid in EU staat onder druk"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Arbobeleid in EU staat onder druk

Cremers, Jan

Published in:

Zeggenschap: Tijdschrift over Arbeidsverhoudingen

Publication date:

2015

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Cremers, J. (2015). Arbobeleid in EU staat onder druk. Zeggenschap: Tijdschrift over Arbeidsverhoudingen,

26(3), 12-14.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

12

Vanaf de jaren ’70 in de vorige eeuw is er

binnen de EU veel aandacht geweest voor

arbeidsomstandigheden. De laatste jaren is

daar echter de klad in gekomen en dreigt de

arbowetgeving te worden afgebouwd,

consta-teert Jan Cremers. Vooral arbeidsmigranten

aan de onderkant van de arbeidsmarkt

wor-den daar de dupe van.

(onder meer aan de opstelling van een geharmoniseerde lijst met erkende beroepsziektes in 1962). Het duurt tot de jaren ’70 voordat een compleet actieprogramma van de EEG voor de veiligheid en gezondheid op het werk wordt vastgesteld.

De arbowetgeving komt in 1985 in een stroomversnelling nadat Commissievoorzitter Jacques Delors de wetgeving op dit terrein een van de sociale hoekstenen noemt bij de voltooiing van de Europese interne markt. Alleen de Britten doen niet mee met het hiervoor geformuleerde sociale pro-tocol (en het sociaal akkoord) dat met het verdrag van Maastricht wordt vastgesteld.

De kaderrichtlijn van 12 juni 1989 die de uitgangspunten formuleert voor de veiligheid en gezondheid op de werk-plek en de daaronder vallende specifieke richtlijnen vormen belangrijke pijlers van het arbobeleid in alle EU-lidstaten. De richtlijnen schrijven minimumvoorschriften voor en uit-gangspunten, bijvoorbeeld aangaande preventie en risico-analyse, maar ook verplichtingen van werkgever en werk-nemer. Ook wordt medezeggenschap op dit gebied gega-randeerd. Nadere analyse leert dat in zowel landen met een lange arbotraditie (Duitsland, Nederland, Scandinavië) als bij relatieve nieuwkomers een nieuwe dynamiek is ont-staan die leidde tot substantiële verbeteringen van het arbo-regelwerk. Hoewel geen harmonisatie is nagestreefd, kan gesteld worden dat dit een van de (weinige) terreinen van sociaal beleid is waar echte convergentie is

opgetre-Jan Cremers werkt aan de Law School van de Tilburgse universiteit en bij AIAS.

H

Het verdrag van Rome dat de grondslag vormt voor de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (1957) benadrukt in artikel 117 het streven van de lidstaten via een harmonisatie in opwaartse richting te werken aan een verbetering van de leef- en werkomstandigheden van werknemers. De ambitie is duidelijk, de nagestreefde arbeidsmobiliteit vraagt om gestroomlijnde, gezamenlijke arbowetgeving die voor iedereen gaat gelden. De daarop volgende jaren wordt door de Europese instellingen gewerkt aan wetgeving en aanbevelingen op arboterrein

(3)

13

den. En nadat de Britse regeringswisseling in mei 1997 leid-de tot het eind van leid-de opt-out, werd leid-de EU-arbowetgeving ook daar, volgens een officieel Brits rapport, een van de belangrijkste grondslagen voor het arbobeleid.

De totstandkoming van de eerste richtlijnen was in zekere weinig politiek van aard en kon op grote meerderheden in de Europese ministerraden en het Europees Parlement rekenen. Betrekkelijk ‘ongestoord’ konden experts binnen en buiten de Europese instellingen, deels in samenwerking met de Europese sociale partners, de grondslag leggen voor een vooruitstrevend Europees arbobeleid.

Deregulering dreigt

Eind jaren ‘90 slaat het politieke tij om, de EU-politiek komt in het teken te staan van het primaat van de economie en de concurrentieverhoging. De EU-uitbreiding zorgt voor toe-treding van landen die weinig of geen arbotraditie kennen, de globalisering en het streven naar deregulering gaan hand in hand, vrijhandel wint terrein. Vanaf dat moment komt nau-welijks nog sociale wetgeving van betekenis uit Europa, en ook op arboterrein wordt het stil.

De huidige strategie van de Europese Commissie op arbo-terrein wordt vooral gekenmerkt door een gebrek aan initia-tief, terwijl deregulering op stapel staat. Het EU-vierjaren-plan voor veiligheid en gezondheid op de werkplek 2007-2012 onderstreepte nog dat betere regelingen niet naar beneden mochten worden bijgesteld. In het plan voor

2014-2020 geeft de Commissie aan een vereenvoudiging van de regelgeving en minder administratieve lasten na te streven, met behoud van het bereikte niveau van bescherming. Eind 2013 benoemde de Commissie meerdere initiatieven op arboterrein die niet meer worden behandeld (het akkoord in de kappersector, fysieke en motorische aandoeningen, pas-sief roken op de werkplek, de lijst van kankerverwekkende en mutagene stoffen). Onder de dekmantel van eenvoudi-gere wetgeving vindt afbouw plaats: het vrijstellen van het midden- en kleinbedrijf van de verplichtingen en het invoe-ren van allerlei uitzonderingen. Betere regelgeving is verle-den tijd en valt nauwelijks te bespeuren. De Europese Com-missie zal alleen nog komen met verbeteringen als weten-schappelijk inzicht en de publieke opinie daarom vragen. Het blijven ontwikkelen van een beter arbobeleid is niet langer het uitgangspunt, laat staan ‘de wil van lidstaten te werken aan een verbetering van de leef- en werkomstan-digheden van werknemers en zodoende bij te dragen aan het in progressieve zin gelijktrekken van bescherming’, zoals de oude verdragstekst stelde.

Migratie

De EU stimuleert de mobiliteit en verwacht de komende decennia een netto-migratie. Arbeidsmigratie kan een van de bepalende factoren worden van het functioneren van delen van de arbeidsmarkt met een vergrijzende beroeps-bevolking. Migranten worden echter tot nu toe

(4)

14 Zeggenschap 3-2015

kelijk ingezet in arbeidsintensieve, slecht betaalde en gevaarlijke, zogenaamde 3D-beroepen (dirty, dangerous, difficult). Ze worden geronseld voor werkzaamheden aan de onderkant van de markt, waar het niet zo nauw komt met de naleving van de regels rondom arbeidsomstandig-heden.

Tal van studies hebben aangetoond dat bijzondere maat-regelen nodig zijn voor werknemers met een migratieach-tergrond, soms vanwege taalproblemen en ontbrekende opleiding, maar vooral omdat zij werken in sectoren en op werkplekken met verhoogd risico waar gebrekkige

talen-kennis en onvoldoende inwerking tot een hogere bloot-stelling aan arbeid gerelateerde ongevallen leidt. Boven-dien is al vaker opgetekend dat bij nieuwkomers en bij werknemers die slechts tijdelijk op een werkplek aanwezig zijn zelfs de meest basale instructies ontbreken (tot 50% hoger risico op ongevallen). Verschillende onderzoekers vonden een negatief verband tussen tijdelijk werk en vei-ligheid en gezondheid. Arbeidsmigranten werken daaren-boven vaak in functies waar geen geld en geen tijd wordt verknoeid aan een goede inwerking (ze zijn er toch maar voor even), met alle gevolgen van dien. Het Europees agentschap voor veiligheid en gezondheid op de werkplek stelt dat weliswaar niet alle arbeidsmigranten in risicovolle beroepen werken, maar dat er drie zorgwekkende proble-men te onderkennen zijn (veel van het werk geschiedt in sectoren met een hoog risico; communicatieproblemen terug te voeren op taal en cultuur; te veel overwerk, vaak in combinatie met slechte fysieke leefomstandigheden). Voeg daar bij dat de toegang tot de lokale gezondheids-zorg niet vanzelfsprekend of zelfs niet toegestaan is en de

gevolgen laten zich raden. Een Britse studie, in de gezond-heidszorg, met veel arbeidsmigranten, concludeert dat ‘ziek melden’ geen optie is voor uitzendwerkers en arbeids-migranten. Het betekent meestal het einde van de baan, het verkleint de kans weer gevraagd te worden, het bete-kent het einde van een inkomen, vaak zonder de zekerheid van ziekengeld. Gevolg is ‘op de tanden bijten en door-gaan’ en niet te veel letten op veiligheidsvoorschriften of de eigen gezondheid. Ook hier ontbraken de nodige inwerking en instructie met alle verhoogd risico voor werk-nemers en patiënten.

Speelbal

De Europese binnenmarkt, gebaseerd op economische vrij-heden (zoals de vrije vestiging en de vrije dienstverlening) brengt op die wijze de gezondheid in gevaar van de men-sen die eigenlijk gezien kunnen worden als de dragers van het ideaal van die binnenmarkt.

Alleen al daarom zou het arbo-regelwerk de komende tijd verder ontwikkeld moeten worden. Veiligheid en gezond-heid moeten niet de speelbal worden van de politiek of van de concurrentiestrijd tussen landen, waarbij alleen com-merciële belangen tellen. Het toekomstperspectief van arbeidsmigranten mag er niet een zijn van een naar belie-ven in te zetten en beschikbaar, internationaal, mobiel, tweederangs arbeidsreservoir. ‘Arbeid is geen waar’ en ver-hinderd moet worden dat arbeid een simpele productie-factor is die wordt ingezet waar de winstkansen het groot-ste zijn. Om dat te voorkomen is voortdurende bemoeien-is op arboterrein nodig en verstandig. De verbetering van de arbeidsomstandigheden mag geen papieren tijger zijn, maar moet, zoals het Gemeenschapshandvest sociale grondrechten zegt, een grondrecht blijven: ‘Aan alle werkenden moeten in hun arbeidsmilieu bevredigende voorwaarden worden geboden ten aanzien van de bescherming van hun gezondheid en hun veiligheid. Er dienen adequate maatregelen te worden getroffen om de situatie op dit gebied verder in opwaartse zin te har-moniseren. (…) De bepalingen betreffende de totstand-brenging van de interne markt moeten tot die bescher-ming bijdragen.‘

Veiligheid en gezondheid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Deze worden uitgevoerd voor de afdelingen: Chemie, Biologie, Logistiek, Advies. • Een lid van de BHV voert de

Kunnen allergische klachten veroorzaken, zoals niezen, tranende ogen, een loopneus en astmatische klachten.

Ik draag PBM's die geschikt zijn voor de taak en de plaats waar ik werk.. Ik draag een reddingsvest als dat

Beleidsplan veiligheid en gezondheid Buitenschoolse Opvang De Bron en De Wegwijzer juni 2021 11 leren dat ze aan moeten en mogen geven als ze zich niet prettig voelen bij

Dit omdat het gebruik van drinkwater legio is voor die situaties waarbij gewaarborgd dient te worden dat levensmiddelen niet verontreinigd wordent (zie VO 852/2004). Waardoor

De dieren zijn afkomstig van IBR-vrije beslagen die gelegen zijn in een lidstaat waar voor IBR een meldingsplicht geldt en waar binnen een gebied met een straal van 5 km rond

Het ruggenmerg van runderen, schapen en geiten ouder dan 12 maanden moet worden verwijderd in het slachthuis (opgelet: de dura mater behoort niet tot het gespecificeerd

Nieuwe uitvoer van 33 verschillende soorten producten naar 22 derde landen werd mogelijk in 2019. • Sri