• No results found

Advies nr. 03/2018 van 17 januari 2018 Betreft:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr. 03/2018 van 17 januari 2018 Betreft:"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies nr. 03/2018 van 17 januari 2018

Betreft: voorontwerp van decreet strekkende tot een beter behoorlijk bestuur en ethiek binnen de Waalse instellingen als bedoeld in het decreet tot wijziging van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder en het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut.

voorontwerp van decreet strekkende een beter bestuur en ethiek binnen de Waalse instellingen als bedoeld bij decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet en bij decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.(CO-A-2017-077)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid artikel 29;

Gelet op de adviesaanvraag van de heer Willy Borsus, Waals Minister-president (hierna de

"aanvrager"), ontvangen op 20 november 2017;

Gelet op het advies van de Commissie nr. 33/2017 van 14 juni 2017;

Gelet op het verslag van de heer Stefan Verschuere;

Brengt op 17 januari 2018 het volgend advies uit:

(2)

Voorafgaande opmerking

De Commissie vestigt er de aandacht op dat er recent nieuwe Europese regelgeving inzake de bescherming persoonsgegevens uitgevaardigd werd: betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens Deze teksten verschenen in het Europese Publicatieblad van 4 mei 20161.

De verordening, meestal AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) genaamd, is van kracht geworden twintig dagen na publicatie, nl. op 24 mei 2016 en wordt, twee jaar later, automatisch van toepassing: 25 mei 2018. De richtlijn voor politie en justitie moet via nationale wetgeving omgezet worden tegen uiterlijk 6 mei 2018.

Voor de Verordening betekent dit dat vanaf 24 mei 2016, gedurende de uitvoeringstermijn van twee jaar, op de lidstaten enerzijds een positieve verplichting rust om alle nodige uitvoeringsbepalingen te nemen en anderzijds ook een negatieve verplichting, de zogenaamde “onthoudingsplicht”.

Laatstgenoemde plicht houdt in dat er geen nationale wetgeving mag worden uitgevaardigd die het door de Verordening beoogde resultaat ernstig in gevaar zou brengen. Ook voor de Richtlijn gelden gelijkaardige principes.

Het verdient dan ook aanbeveling om desgevallend nu reeds op deze akten te anticiperen. Het behoort in de eerste plaats aan de adviesaanvrager(s) toe om hiermee rekening te houden in zijn (hun) voorstellen of ontwerpen. De Commissie heeft in onderhavig advies, in de mate van het mogelijke en onder voorbehoud van mogelijke bijkomende toekomstige standpunten, alvast gewaakt over de hoger geschetste negatieve verplichting.

1 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)

Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ%3AL%3A2016%3A119%3ATOC

(3)

I. ONDERWERP EN CONTEXT VAN HET VOORONTWERP VAN DECREET

1. Het advies van de Commissie wordt gevraagd over twee voorontwerpen van decreet (hierna de

"voorontwerpen van decreet") strekkende tot een beter bestuur en ethiek binnen de Waalse instellingen bedoeld bij:

• het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder2 en het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut3 ;

• het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet4 en het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet5 (hierna de "decreten van 12 februari 2004).

2. De Commissie werd over deze voorontwerpen geraadpleegd door de vorige Waalse Minister- President. Zij sprak zich uit in haar advies nr. 33/2017 van 14 juni 20176 (hierna het "advies nr.

33/2017").

3. Ter herinnering, deze voorontwerpen van decreet wijzigen de decreten van 12 februari 2004 en versterken opnieuw de regels inzake transparantie binnen de Waalse overheidsinstellingen.

4. De decreten van 12 februari 2004 waren recent het onderwerp van wijzigingen krachtens de goedkeuring van de decreten van 24 november 20167 met twee belangrijke doelen, namelijk, enerzijds transparantere regels en anderzijds een strikte omkadering voor bezoldigingen. Zo evolueerden de transparantiemaatregelen naar een mogelijkheid van geïndividualiseerde maar anonieme rapportering van de bezoldigingen om op die manier de democratische controle op de personen die aan het decreet zijn onderworpen, te vergemakkelijken. De omkaderingsregels voor bezoldigingen die voorheen bij Regeringsbesluiten en omzendbrieven werden vastgelegd, zijn nu

2 http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/decreet/2004/02/12/2004200763/justel.

3 http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/decreet/2004/02/12/2004200756/justel.

4 http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/decreet/2004/02/12/2004200762/justel.

5 http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/decreet/2004/02/12/2004200759/justel.

6 http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/advies_33_2017.pdf.

7 Decreet tot wijziging van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder en het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut en het decreet tot wijziging van het decreet betreffende de overheidsbestuurder nut voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet en het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.

(4)

in de decretale teksten gegoten om hun belang kracht bij te zetten. De Commissie sprak zich gunstig uit over deze wijzigingen in haar advies nr. 33/2016 van 29 juni 20168.

5. Zoals uiteengezet in de nota aan de Waalse Regering, veralgemenen de voorontwerpen van decreet de aangifte van mandaten en bezoldigingen bij het controleorgaan van de mandaten van alle overheidsbestuurders, commissarissen, waarnemers en beheerders bedoeld bij de decreten van 12 februari 2004. Dit orgaan zal eveneens de controle uitoefenen op de naleving van het inkomstenplafond van 50% van de federale parlementaire vergoeding voor de niet-verkozenen, van 150% voor de verkozenen, van het plafond van 245.000,00€ voor de beheerders en de plafonds voorzien voor de overheidsbestuurders. De gegevens zullen worden geïndividualiseerd en zijn nominatief en niet langer geanonimiseerd. Het controleorgaan is ook voorlopig belast met de invoering van een kadaster van de mandaten en de hiermee verbonden bezoldigingen, dat een lijst bevat van alle mandaten, functies of beroepen, ongeacht de aard, uitgeoefend in de loop van het vorige kalenderjaar, zowel in de overheidssector als voor rekening van elke natuurlijke of rechtspersoon, van elk organisme of feitelijke vereniging, gevestigd in België of in het buitenland. Dit kadaster zal door het controleorgaan in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd alsook op de website van het Gewest. Het Rekenhof zal minstens om de drie jaar de door het controleorgaan op mandaten ingevoerde procedures en de overeenstemming met de regels controleren.

6. Onderhavig advies concentreert zich op deze bepalingen met betrekking tot de controle op de mandaten en bezoldigingen omdat dit raakt aan de bescherming van persoonsgegevens. De Commissie baseert zich op de opmerkingen die zij formuleerde in haar advies nr. 33/2017.

II. ONDERZOEK VAN DE VOORONTWERPEN VAN DECREET

Algemene voorstelling van de bepalingen met betrekking tot de mandaten en bezoldigingen

7. De voorontwerpen van decreet die werden voorgelegd in het raam van het advies nr. 33/2017 bepaalden dat de rapportering in de toekomst nominatief moet zijn. Ze voerden eveneens de aangifte in bij het Rekenhof van de mandaten en het vermogen. Zij voorzagen dat de aangifte van mandaten (functies en beroepen) en vermogen bij het Rekenhof eveneens diende te gebeuren bij het gewestelijk controleorgaan op mandaten (in afwachting van de oprichting van de Commissie voor Beroepsregels en Ethiek9), dat via relevante fiscale fiches eveneens de bezoldigingen moet vernemen die werden ontvangen in het raam van publieke mandaten. Tot slot richtten zij een kadaster van de bezoldigingen op.

8 https://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/beraadslaging_FO_003_2014.pdf.

9 opgericht krachtens het samenwerkingsakkoord van 13 maart 2014 afgesloten tussen het tussen de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en het Waalse Gewest houdende oprichting van een Commissie voor Beroepsregels en Ethiek.

(5)

8. De huidige voorontwerpen maken geen gewag meer van een aangifte van mandaten en vermogen bij het Rekenhof. De Commissie is tevreden met deze weglating. De Commissie stelde zich immers in haar advies nr. 33/2017 (punt 16) reeds vragen bij de meerwaarde van deze aangifte aangezien een gelijkaardige aangifte diende te worden verricht op gewestelijk niveau.

Zij vroeg zich incidenteel af of het toepassingsgebied rationae personae van de voormelde bijzondere wet van 2 mei 1995 zodoende indirect via een Waals decreet kon worden uitgebreid.

9. Een tussenkomst van het Rekenhof blijft niettemin behouden aangezien wordt bepaald dat het hof minstens om de drie jaar de door het controleorgaan op mandaten ingevoerde procedures en de overeenstemming met de regels inzake eerbiediging van de privacy zal controleren. De Commissie neemt hiervan akte.

10. Er is evenmin nog sprake van een vermogensaangifte bij het controleorgaan. De schrapping van deze verplichting laat toe de opmerkingen van de Commissie te verwijderen die enerzijds het gebrek aan garanties op vertrouwelijkheid dienaangaande betreurde op z'n minst evenwaardig aan deze vervat in de speciale wet van 2 mei 199510 en de wet van 26 juni 200411, en anderzijds het verschil vast te stellen tussen de situatie van de bedoelde personen van openbare organismen en deze van de plaatselijke mandatarissen wat betreft de mededeling van een vermogensaangifte aan het gewestelijk controleorgaan op mandaten (punt 21 van het advies nr. 33/2017).

Nominatieve rapportering

11. De voorontwerpen weerhouden het systeem van nominatieve rapportering. De voorzitter van het beheersorgaan van de betrokken overheidsinstelling moet een bezoldigingsverslag meedelen waarin individuele en nominatieve gegevens zijn opgenomen die betrekking hebben op de mandaten en contracten, de bezoldigingen en de gevolgde vergaderingen van de overheidsbestuurders, Regeringscommissarissen, overheidsbeheerders en waarnemers.12 De individuele en nominatieve gegevens worden omschreven in de voorontwerpen van decreet als gegevens die zijn opgenomen in het bezoldigingsverslag en die betrekking hebben op een betrokken persoon, van wie de naam en voornamen aan de Waalse Regering en het Waalse Parlement worden doorgegeven.

10 Wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen. http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1995/05/02/1995021222/justel.

11 Wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen,

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/loi/2004/06/26/2004021084/justel.

12 Enkel de de datum van aanduiding en de duur van het mandaat wat hen betreft.

(6)

12. De Commissie maakte geen bijzondere opmerking met betrekking tot het nominatief verslag aangezien zij meende dat, uitgaande van de bestaande werkwijze, de controleopdracht van de Waalse Regering en het Waals Parlement, de vastgestelde gebreken en het nagestreefde doeleinde, de gegevens die zullen worden verwerkt ingevolge de wijzigingen aangebracht door de voorontwerpen van decreet, het bepaalde in artikel 4, §1, 3° van de WVP eerbiedigen (punt 12 van het advies nr. 33/2017).

Aangifte op gewestelijk niveau en kadaster van de bezoldigingen en invoering van een kadaster van bezoldigingen

Voorstelling van de bepalingen

13. De voorontwerpen behouden de verplichting voor de overheidsbestuurders, de beheerders en commissarissen van de Regering om een jaarlijkse aangifte van mandaten (functies en beroepen) en bezoldigingen in te dienen bij het controleorgaan van de mandaten, naar analogie met de plaatselijke mandatarissen. Zo moeten de fiscale fiches die de controle van de bezoldigingen door het controleorgaan toelaten worden bijgevoegd door de overheidsbestuurders, -beheerders en Regeringscommissarissen. Enkel de aangifte van de mandaten van de waarnemers werd niet weerhouden. Er is bepaald dat het controleorgaan toeziet op de naleving van de artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord van 20 maart 201413, tot bij de aanwijzing van alle leden van de Commissie voor Beroepsregels en Ethiek die vervolgens de advies- en aanbevelingsbevoegdheid van deze Commissie zal overnemen, onder meer wat betreft de bijzondere situaties op het gebied van deontologie, ethiek of belangenconflicten waarbij een openbare mandataris of een lid van de gewestelijke of communautaire executieve is betrokken, op vraag van deze laatste.

14. De voorontwerpen behouden eveneens de oprichting door het controleorgaan van een kadaster van mandaten dat de vermeldingen bevat die werden verstrekt in de aangiften. Zij voorzagen de publicatie hiervan op de website van het Gewest, bovenop deze in het Belgisch Staatsblad. De Commissie merkt op dat een dergelijke publicatie op de website van het Gewest niet is voorzien wat het kadaster van de plaatselijke mandaten betreft14.

Verantwoordelijkheid voor de verwerking

13 Opgericht krachtens het samenwerkingsakkoord van 13 maart 2014 afgesloten tussen het tussen de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en het Waalse Gewest houdende oprichting van een Commissie voor Beroepsregels en Ethiek.

14 Artikel L5511-1, §1, 2de lid van het Waals Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie.

(7)

15. De Commissie merkte in haar advies nr. 33/2017 op dat de verantwoordelijkheid voor de verwerkingen in de voorontwerpen van decreet niet duidelijk was vastgesteld conform artikel 1,

§ 4, 2de lid van de WVP en dat deze rol vervuld zou kunnen worden door het controleorgaan van mandaten (punten 23 en 24).

16. De Commissie stelt vast dat de voorontwerpen thans voorzien dat « (vrije vertaling) Het controleorgaan of de personen die deze functies uitoefenen zijn de verantwoordelijken voor de verwerking in de zin van artikel 1, §4, 2de lid van de WVP ».

17. Zij apprecieert de aanduiding van het controleorgaan als verwerkingsverantwoordelijke. Zij vraagt zich echter af welke lading wordt gedekt door het begrip « personen die deze functies uitoefenen ». Volgens de door de aanvrager verstrekte bijkomende informatie gaat het om de personeelsleden die door het controleorgaan worden ingezet om de opdrachten uit te voeren die hem werden toevertrouwd. De Commissie merkt op dat er geen sprake kan van zijn de aangestelden van een openbaar bestuur aan te wijzen als verantwoordelijke voor de verwerking.

Zij verzoekt de aanvrager om enkel het controleorgaan in die hoedanigheid aan te duiden.

Doeleinde van het kadaster en proportionaliteit van de ingezamelde en gepubliceerde gegevens.

18. De Commissie merkte in haar advies nr. 33/2017 op dat terwijl het controledoeleinde voldoende uitdrukkelijk was omschreven, dit niet het geval was met het precieze doeleinde dat het kadaster voor de bezoldigingen nastreeft, zelfs al ligt dit doeleinde duidelijk binnen het algemeen doel inzake transparantie en bekendmaking ten aanzien van de kiezers en burgers (punt 25). De Commissie beval aan om dit doeleinde uitvoeriger te omschrijven in de memorie van toelichting.

19. Zo merkte de Commissie eveneens op dat de verwerkte gegevens noodzakelijk, ter zake dienend en niet overmatig dienden te zijn uitgaande van de nagestreefde doeleinden en verzocht de aanvrager om in de memorie van toelichting de relevantie te rechtvaardigen van de ingezamelde en gepubliceerde gegevens in het licht van de doeleinden inzake controle en transparantie.

20. De Commissie herhaalt hier haar opmerkingen in de mate dat noch de teksten van de voorontwerpen, noch de nota aan de Regering het specifieke doeleinde van het kadaster en de proportionaliteit van de ingezamelde en gepubliceerde gegevens verduidelijken.

(8)

De bewaartermijn van de gegevens

21. De Commissie stelde in haar advies nr. 33/2017 vast dat geen enkele bewaartermijn werd vastgelegd voor de aangiftes en de meegedeelde fiscale fiches, in tegenstelling van wat is bepaald in artikel 5211-1, § 5 van het Waals wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie voor de aangiftes van de lokale mandatarissen (punt 27). Zij vroeg om de termijn die in het commentaar bij de artikelen werd weerhouden te rechtvaardigen.

22. De voorontwerpen bepalen voortaan (vrije vertaling) "Het controleorgaan bewaart de meegedeelde aangiften gedurende een periode van 6 jaar". Na afloop van deze termijn, staat hij in voor de vernietiging ervan".

23. De Commissie wenst dat de tekst van de voorontwerpen zou verduidelijken dat deze bepaling eveneens geldt voor de fiscale fiches die bij de aangiften gevoegd worden. Zij vraagt de aanvrager eveneens om de termijn van 6 jaar die werd weerhouden in de memorie van toelichting bij de voorontwerpen te rechtvaardigen.

Recht op informatie

24. De Commissie herhaalde in haar advies nr. 33/2017 haar aanbeveling dat de formulieren voor de jaarlijkse aangifte (die het controleorgaan zullen toelaten over te gaan tot de rechtstreekse inzameling van gegevens bij de betrokkenen) zouden aangevuld worden met een passende informatieclausule in toepassing van artikel 9, § 1 van de WVP, net zoals dat verplicht is bij de belastingaangiftes (punt 28). Daarin moeten de volgende vermeldingen voorkomen: de naam en het adres van de verantwoordelijke voor de verwerking, de doeleinden van de ingezamelde gegevens, desgevallend de ontvangers of de categorieën ontvangers van de gegevens, het bestaan van een recht op toegang en recht op verbetering van de gegevens, de al dan niet antwoordverplichting evenals de gevolgen bij niet-beantwoording.

25. De Commissie stelt vast dat rekening werd gehouden met haar aanbeveling aangezien de voorontwerpen het volgende vermelden in hun nieuwe versie:

« De aangiftemodellen worden opgesteld door het controleorgaan en vermelden op z'n minst:

1° naam en het adres van de verantwoordelijke voor de verwerking en, in voorkomend geval, van diens vertegenwoordiger;

2° de verwerkingsdoeleinden;

3° de ontvangers of categorieën van ontvangers van de gegevens;

4° het al dan niet verplichte karakter van het antwoord en de eventuele gevolgen van niet- beantwoording;

(9)

5° het bestaan van een recht op toegang en op verbetering van de persoonsgegevens die op hem betrekking hebben. »

Informatiebeveiliging

26. De Commissie merkt op dat de aangiften niet alleen aangetekend aan het controleorgaan zullen kunnen gericht worden maar eveneens via beveiligde elektronische weg. deze laatste mogelijkheid wordt gedefinieerd als (vrije vertaling) "ieder beveiligd communicatiemiddel met het oog op de elektronische doorgifte van gegevens, uitgaande van het controleorgaan of er aan gericht in het raam van zijn bevoegdheden, volgens de nadere regels bepaald door de Waalse regering of haar afgevaardigde met naleving van de vereisten bepaald in artikel 5 van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden".

27. De Commissie herinnert er in dit verband aan dat artikel 16 van de WVP de verantwoordelijke voor de verwerking oplegt om organisatorische en technische maatregelen te treffen zodat kan worden ingestaan voor een passende beveiliging voor de gegevensverwerkingen. Het toereikend karakter van deze beveiligingsmaatregelen hangt enerzijds af van de stand van de techniek en de kosten en anderzijds van de aard van de te beschermen gegevens en de potentiële risico’s.

De Commissie verwijst hiervoor naar "de Referentiemaatregelen inzake de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens" die zij heeft goedgekeurd en heeft gepubliceerd op haar website15. De Commissie vestigt tevens de aandacht op haar aanbeveling uit eigen beweging nr.

01/2013 van 21 januari 2013 betreffende de na te leven veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van gegevenslekken16. Mocht er daarnaast in dit kader beroep worden gedaan op een verwerker, moeten de bepalingen van artikel 16 van de Privacywet betreffende het gegevensverwerkingscontract worden nageleefd.

28. De Commissie noteert dat de teksten van de voorontwerpen uitdrukkelijk bevestigt dat "(vrije vertaling) het personeel van het controleorgaan gehouden is aan het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek. Het mag geen informatie met betrekking tot de uitvoering van zijn opdracht verspreiden tenzij met inachtneming van de regels inzake openbaarheid opgenomen in onderhavig decreet".

15 http://www.privacycommission.be/node/3940.

16 https://www.privacycommission.be/node/14779.

(10)

III. BESLUIT

29. De Commissie stelt vast dat de aanvrager rekening heeft gehouden met de opmerkingen die werden geformuleerd in het advies nr. 33/2017 wat betreft:

- het systeem van dubbele aangifte aan het Rekenhof en aan het Gewestelijk niveau dat werd ingevoerd door de vorige voorontwerpen van decreet en het verschil in situatie tussen de betrokkenen van openbare besturen en plaatselijke mandatarissen wat de vermogensaangifte betreft bij het controleorgaan (punten 8 en 10);

- de uitdrukkelijke aanduiding van de verantwoordelijke voor de verwerking (punten 15 en 17);

- het vastleggen van een bewaartermijn van de meegedeelde aangiftes en fiscale fiches (punten 21-22);

- de op te nemen toereikende informatie in de aangiftemodellen (punt 25);

30. Zij merkt evenwel enkele problematische punten op waarover zij opmerkingen formuleert, met name:

- de aanwijzing van enkel het controleorgaan in de hoedanigheid van verantwoordelijke voor de verwerking (punt 17);

- de expliciete bepaling van de doeleinden van het kadaster van bezoldigingen en de rechtvaardiging van de proportionaliteit van de ingezamelde en gepubliceerde gegevens (punt 20);

- de verduidelijking dat de bewaringstermijn eveneens slaat op de bij de aangiften gevoegde fiscale fiches en de rechtvaardiging van de weerhouden bewaringstermijn van 6 jaar (punt 23);

- de beveiliging van de verwerkingen (punt 27).

OM DEZE REDENEN,

brengt de Commissie een gunstig advies uit over de voorontwerpen van decreet, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de opmerkingen vervat in punt 30.

De Wnd. Administrateur, De Voorzitter,

(get.) An Machtens (get.) Willem Debeuckelaere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verstrekt de Commissie een gunstig advies over de bindende ondernemingsregels (BCR) van de multinationale onderneming UTC en oordeelt dat de grensoverschrijdende doorgiften van

• Mocht het de bedoeling zijn van de wetgever dat de operatoren de gegevens (ivm de registratie van de klanten die gebruik maken van de tariefvergelijker door het bijhouden van

Zonder concreet functioneel belang (“ voor zover deze gegevens voor hen een belang hebben in de uitoefening van het toezicht waarmee zij zijn belast of met toepassing van een

In tegenstelling tot het voormelde artikel 12 ter , dat enkel gericht is op recidive inzake administratieve geldboeten en geen relevante wettelijke basis is (zie punt 23 van het

Het voorziet in de verplichting voor de gemeenteraad, provincieraad of OCMW-raad alsook voor het belangrijkste bestuursorgaan van de intercommunales, van de bedrijven met

Punt 10 van het nieuwe artikel 4.1.8./4 ingevoegd door artikel 19 van het Ontwerp voegt als taak van het databeheer toe om “ het voor de betrokkene mogelijk (te) maken zijn rechten

5. Enkel een door de veiligheidsinstantie 7 erkend centrum mag een kandidaat treinbestuurder onderzoeken op diens lichamelijke en bedrijfspsychologische geschiktheid. 8 Om

De registratie van persoonsgegevens van betrokkenen in de gemeenschappelijke gegevensbank heeft bovendien ook (rechts)gevolgen voor hun vrijheid van beweging, nu de