• No results found

Advies nr. 20/2020 van 21 februari 2020 Betreft: Voorontwerp van decreet tot (CO-A-2020-017)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr. 20/2020 van 21 februari 2020 Betreft: Voorontwerp van decreet tot (CO-A-2020-017)"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/4

Advies nr. 20/2020 van 21 februari 2020

Betreft: Voorontwerp van decreet tot omzetting van de Richtlijn (EU)2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (CO-A-2020-017)

De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna "de Autoriteit");

Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26 (hierna “WOG”);

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (hierna AVG)

Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG");

Gelet op de adviesaanvraag van Jean-Luc Crucke, Minister van Begroting en Financiën van het Waalse Gewest , ontvangen op 4 februari 2020;

Gelet op het verslag van mevrouw Alexandra Jaspar, Directeur van het Kenniscentrum van de Gegevensbeschermingsautoriteit ;

Brengt op 21 februari 2020 het volgend advies uit:

. . . .

(2)

Advies 20/2020 - 2/4

I. Onderwerp en context van de aanvraag

1. De Minister van Begroting en Financiën van het Waalse Gewest hierna de aanvrager) verzoekt, bij hoogdringendheid, om het advies van de Autoriteit aangaande artikelen 2, 3, 13, 17 tot 20 van een voorontwerp van decreet tot omzetting van de Richtlijn (EU)2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (hierna- het -voorontwerp).

2. Het voorontwerp bepaalt een aantal regels met betrekking tot mechanismen ter beslechting van geschillen tussen lidstaten die ontstaan naar aanleiding van de interpretatie en toepassing van overeenkomsten en verdragen tot het vermijden van dubbele belasting op inkomsten en, waar van toepassing, op vermogen. Het voorontwerp moet de omzetting verzekeren van Richtlijn (EU) 2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie.

3. De te volgen procedure om voormelde geschillen tussen lidstaten van de Europese Unie te beslechten, zoals voorzien in voormelde richtlijn en het voorgelegde voorontwerp, wordt opgedeeld in drie verschillende fases:

- De eerste fase bestaat uit een bezwaarfase. De belanghebbende kan klacht indienen met betrekking tot een geschilpunt en de bevoegde autoriteiten spreken zich uit over de ontvankelijkheid van de klacht.

- De zaak wordt in een tweede fase aan de belastingautoriteiten van de betrokken lidstaten voorgelegd met de bedoeling het geschil via een procedure voor onderling overleg te beslechten.

- Indien in de fase van onderling overleg geen oplossing werd gevonden, kan de belanghebbende vragen om het geschil op te lossen door middel van arbitrage.

Daartoe wordt, onder welbepaalde voorwaarden, een raadgevende commissie of een commissie voor alternatieve geschilbeslechting opgericht, die een advies uitbrengen over het geschil, waarna de bevoegde autoriteiten een eindbesluit nemen. Dit eindbesluit wordt in zijn geheel of onder de vorm van een samenvatting gepubliceerd door de betrokken bevoegde autoriteiten en doorgestuurd naar de Europese Commissie voor opname in een centraal register en online beschikbaarstelling.

4. De bovengenoemde procedure vereist de verwerking/uitwisseling van persoonsgegevens in de zin van de AVG. Het ontwerpdecreet biedt een kader voor een aantal van deze verwerkingen/uitwisselingen, namelijk de mededeling van informatie door de betrokkene en/of de bevoegde Waalse overheid aan de in het kader van deze procedure opgerichte commissies

(3)

Advies 20/2020 - 3/4

en de bekendmaking van de beslissingen die in dit verband door de bevoegde overheden worden genomen.

II. Onderzoek

1. De Autoriteit stelt vast dat de aanvrager bij het schrijven van zijn voorontwerp rekening heeft gehouden met de reeds gemaakte opmerkingen van de Autoriteit aan haar gewestelijke en federale tegenhangers in haar adviezen over ontwerpwetgeving met betrekking tot hetzelfde onderwerp1. De Autoriteit heeft dan ook geen opmerkingen over dit voorontwerp, behalve dan over de aanwijzing van de verwerkingsverantwoordelijke.

2. Artikel 2 van het voorontwerp bepaalt dat de bevoegde autoriteit (die de door de Regering aangewezen autoriteit is en die door het voorontwerp wordt belast met het beheer van de klachten van de geschillen bedoeld in artikel 1, § 3, van het voorontwerp), de verwerkingsverantwoordelijke is, zonder verdere precisering.

3. Zoals uit de vaste rechtspraak van de Autoriteit blijkt, verbetert de wettelijke vaststelling van de verwerkingsverantwoordelijke de voorspelbaarheid van de wetgeving inzake gegevensverwerking. Daartoe moet echter niet alleen de entiteit worden aangewezen die in feite het doel van de verwerking nastreeft en de controle daarop waarborgt, maar moet ook worden gespecificeerd met betrekking tot welke verwerking van persoonsgegevens deze aanwijzing is gebeurd; en deze aanwijzing ontbreekt momenteel in artikel 2 van het voorontwerp.

4. Aangezien in dit geval uit het voorontwerp blijkt dat verschillende soorten gegevensverwerkingen volgens de ingevoerde procedure zullen worden uitgevoerd, en dat in dit kader verschillende verwerkingsverantwoordelijken worden betrokken (bevoegde autoriteit, raadgevende commissie, commissie voor geschillenbeslechting, ...) en het duidelijk is dat elke interveniënt verantwoordelijk is voor de verwerking van de aan hem toevertrouwde openbare dienstverlening of voor het beheer van zijn eigen geschillen, is de Autoriteit van mening dat de tweede zin van artikel 2, 11° van het voorontwerp moet worden vervangen door de vermelding dat de bevoegde autoriteit, de adviescommissie als bedoeld in afdeling 7 en de alternatieve commissie voor geschillenbeslechting als bedoeld in afdeling 9, verantwoordelijk zijn voor de verwerking, eenieder respectievelijk voor de gegevensverwerking die zij verrichten ten behoeve van de uitoefening van de hun bij dit decreet opgedragen opdrachten van openbare dienstverlening.

1 Adviezen 79/2019 van 20 maart 2019, 108/2019, 145/2019

(4)

Advies 20/2020 - 4/4

OM DIE REDENEN, de Autoriteit

Oordeelt dat het voor advies voorgelegde voorontwerp als volgt moet worden aangepast :

1. wijzigen van de aanwijzing van de verwerkingsverantwoordelijke onder artikel 2 van het voorontwerp overeenkomstig considerans 4 (punten 2 tot 4).

Beveelt aan dat elke verwerkingsverantwoordelijke die gegevens zal verwerken in het kader van de uitvoering van het voorontwerp alle nodige transparantiemaatregelen moet invoeren met betrekking tot zijn rol als verwerkingsverantwoordelijke en de gegevensverwerkingen die hij in dit verband uitvoert, zodat de betrokkenen kunnen weten bij wie zij hun rechten, waarover zij krachtens de AVG beschikken, kunnen uitoefenen en met betrekking tot welke gegevensverwerkingen zij dat kunnen doen.

(get.) Alexandra Jaspar

Directeur van het Kenniscentrum

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoofdstuk 3 van het Ontwerp wijzigt de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 (hierna: de wet van 13

NBB) gemachtigd is om de in het CAP geregistreerde gegevens te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische doeleinden. Artikel 89.1 AVG vereist dat elke verwerking

Indien in het voorontwerp van decreet niet wordt bepaald welke categorieën van gegevens het voorwerp zullen zijn van deze uitwisselingen (welke gegevens uit het uniek dossier door

De publicatie van gegevens die de identificatie van natuurlijke personen, partijen bij deze geschillen, mogelijk maken, is voor dit doel niet noodzakelijk of relevant en lijkt

De Autoriteit stelt vast dat het decreet de verwerkingsverantwoordelijke(n) niet nominatief aanduidt. Uit de tekst zou kunnen worden afgeleid dat de dienst

12. De gegevens vermeld in de punten 1° tot 4° geven in het licht van het doeleinde geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. De Autoriteit ziet echter niet in

Artikel 9 van het ontwerp (nieuw artikel 304 sexies WIB92) verplicht de FOD Financiën om alternatieven ter beschikking te houden voor het geval het platform ingevolge overmacht

1. De Minister van Vorming, Onderzoek en Opvoeding van de Duitstalige Gemeenschap, wenst enkel het advies in te winnen over de artikelen 52, 53 en 54 van het