• No results found

Aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling

Bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

16 december 2020

(2)

Werknummer 617.107.00

Datum 16 december 2020

Adviseur KuiperCompagnons

(3)

Inhoud

1. Beschrijving van het project ... 4

2. Waarom een vormvrije m.e.r. beoordeling? ... 4

3. Criteria voor het toetsen van activiteiten in een m.e.r.-beoordeling ... 5

4. Conclusie ... 8

Bijlage I – Afwegingskader relevante milieuaspecten m.e.r.-beoordeling ... 9

(4)

4

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

1. Beschrijving van het project

Op het perceel Geestdorp 30D te Woerden was Hoveniersbedrijf Rodenburg gevestigd. De bebouwing van het voormalige hoveniersbedrijf oriënteert zich primair op de Geestdorp en keert daardoor de Oude Rijn letterlijk en figuurlijk de rug toe. Door de aanwezigheid van de bedrijfsbebouwing is de relatie tussen de Oude Rijn en Geestdorp verstoord geraakt. De rivier is nauwelijks zichtbaar en ligt verscholen achter de bedrijfsbebouwing. Bovendien maakt het plangebied een wat versteende indruk, die niet passend is bij het groene en open karakter van het landelijk gebied tussen Woerden en Harmelen. Het voornemen is om binnen het plangebied twee nieuwe woningen te realiseren. Dit sluit aan bij de drie woningen, ten westen van het perceel, die met het op 29 september 2016 vastgestelde bestemmingplan “Geestdorp 30 – 30A’

mogelijk zijn gemaakt. Het nog aanwezige pand van het hoveniersbedrijf zal ten behoeve van de nieuw te bouwen woningen worden geamoveerd, waardoor ruimte ontstaat voor de inpassing van de woningen in een landelijke en groene setting. Ook wordt 50% van de totale lengte van het perceel als natuur bestemd, en groen ingericht. Afbeelding 1.1. geeft dit weer.

Afbeelding 1.1: stedenbouwkundig plan

Omdat de beoogde herontwikkeling niet past binnen de vigerende bestemmingsregeling, wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld: “Geestdorp 30D en 30E”.

2. Waarom een vormvrije m.e.r. beoordeling?

Voor de voorgenomen ontwikkeling dient gemotiveerd te worden of mogelijk sprake is van negatieve effecten op het milieu. Afhankelijk van de omvang van de ontwikkeling dient het bevoegd gezag (in dit geval burgemeester en wethouders) de afweging te maken of een m.e.r.- procedure dient te worden gevolgd.

(5)

5

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

In het Besluit m.e.r. zijn categorieën van gevallen aangegeven die (mogelijk) m.e.r- (beoordelings)plichtig zijn. Voor de bouw van woningen is dit in het Besluit m.e.r. als volgt geformuleerd:

1. D.11.2: de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen, bij een oppervlakte van 100 hectare of meer aaneengesloten gebied en dat 2.000 woningen of meer omvat of een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer betreft.

De ontwikkeling op de locatie Geestdorp 30D en 30E voorziet in de realisatie van maximaal 2 woningen en een klein perceel agrarisch gebied. Daarmee blijft de omvang ruim onder de drempelwaarden genoemd in onderdeel D11.2. Het plan is daarom niet plan m.e.r.- plichtig.

De drempelwaarden in onderdeel D van het Besluit m.e.r. zijn echter indicatieve waarden. Dit betekent concreet dat het bevoegd gezag dient na te gaan of de beoogde activiteit daadwerkelijk geen belangrijke nadelige milieugevolgen kan hebben. Op grond van artikel 2 lid 5 van het Besluit m.e.r. is daarom wel deze vormvrije m.e.r.-beoordeling nodig.

Als blijkt dat er mogelijk belangrijke milieugevolgen zijn, is alsnog een uitgebreide m.e.r.- beoordeling of MER noodzakelijk.

Omdat het niet de gemeente is die initiatiefnemer is in dit project maar een projectontwikkelaar, moet de m.e.r.-beoordeling in de vorm van een aanmeldnotitie worden gegoten. Deze aanmeldnotitie moet door de initiatiefnemer worden ingediend bij de gemeente en de gemeente dient op een zo vroeg mogelijk moment te besluiten over of wel of niet een formele (uitgebreide) m.e.r.-beoordeling of MER moet worden opgesteld.

3. Criteria voor het toetsen van activiteiten in een m.e.r.-beoordeling

Bij de vormvrije m.e.r.-beoordeling dient rekening gehouden te worden met de criteria zoals die zijn opgenomen in bijlage III van de EU richtlijn milieubeoordeling projecten. Deze worden hieronder behandeld.

1. Kenmerken project / activiteit

De omvang van het project betreft het realiseren van maximaal 2 grondgebonden woningen en een landschappelijk vormgegeven agrarisch perceel, in te vullen als boomgaard of (schapen)weide. Op deze manier ontstaat een passende inrichting aansluitend op het bestaande landelijke woonmilieu aan de Geestdorp. De beoogde ontwikkeling blijft ruim onder de drempelwaarde van 2.000 woningen en 100 hectare aaneengesloten gebied.

2. Plaats van het project / activiteit

Het plangebied is gelegen aan de Geestdorp ten noordoosten van de kern Woerden, direct grenzend aan de Oude Rijn. Aan de noordzijde wordt het perceel begrensd door de N198/Geestdorp van Woerden naar Harmelen. Aan de westzijde grenst het plangebied aan een woonbestemming. De zuidelijke plangrens wordt gevormd door de Oude Rijn.

De begrenzing van het plangebied is weergegeven in afbeelding 3.1. De locatie grenst aan bestaande vrijstaande woningen met eenzelfde karakter, en bewerkstelligt een logische transformatie van het kavel (van verouderd, grotendeels braakliggend terrein naar een woonfunctie).

(6)

6

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

Afbeelding 3.1: begrenzing plangebied ‘Geestdorp 30D en 30E’ (wit omlijnd) 3. Samenhang met andere activiteiten

Het voorliggende plangebied is gelegen in de Oude Rijnzone. De gemeente wil in deze zone op termijn ruimte bieden aan groei buiten de rode contour. Daarvoor zijn twee belangrijke redenen: enerzijds kunnen woonmilieus ontwikkeld worden die aanvullend zijn op de binnenstedelijke locaties en in kwalitatieve zin iets toevoegen aan Woerden, zoals vrije kavels.

Anderzijds kan daarmee de landschappelijke kwaliteit van de oeverwal versterkt worden.

Door de herontwikkeling wordt het braakliggende terrein aan de Geestdorp nieuw leven in geblazen. Het oorspronkelijk ontwikkelingsplan voor dit deel van Ridderkerk ging altijd al uit van woonbebouwing op deze locatie. In beginsel waren drie vrijstaande woningen voorzien. Op verzoek van de gemeente is het aantal woningen teruggebracht naar twee, en is 50% van de totale lengte van het plangebied ingericht als groene ruimte. Daarbij wordt gedacht aan een inrichting als boomgaard of (schapen)weide. Spuitzones zijn daarbij uitgesloten. De voorliggende ontwikkeling van twee woningen wordt niet aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling, waardoor toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking in dit geval niet van toepassing is (artikel 3.1.6., lid 2 en 3, van het Bro).

Het plangebied is gelegen in de zogeheten ’kernrandzone’ van de kern Woerden, waarvoor in de PRV een separaat artikel is opgenomen. Iedere kern beschikt over een kernrandzone, rondom de kern, waarin meer of minder stedelijke activiteiten plaatsvinden. Deze is indicatief aangegeven op kaart bij de PRV. Het is aan de gemeente om aan te geven waar van dit artikel gebruik wordt gemaakt, op basis van een op deze zone gericht ruimtelijke beleid waarin samenhangen en beoogde kwaliteitsverbeteringen worden beschreven. Conform artikel 3.7 derde lid is de reikwijdte van de ruimtelijke onderbouwing en beeldkwaliteitsparagraaf afhankelijk van de omvang en aard van de ontwikkeling en omvang en kwaliteiten van het gebied waar deze plaatsvinden.

Door de gemeente is een beeldkwaliteitsplan aangeleverd, dat kaders stelt aan de voorgenoemde ontwikkeling. Dit beeldkwaliteitsplan is opgesteld op basis van de welstandsnota, gebied B1 en het rapport “Versterken oeverwallen Oude Rijn in het Venster Bodegraven – Woerden”. In het laatst genoemde document staan ook referentieplaatjes en

(7)

7

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

achtergrondinformatie. Dit beeldkwaliteitsplan wordt bij de vaststelling van het bestemmingsplan aan de welstandsnota gekoppeld dient hiermee als vervanging van gebied B1 voor de 2 woningen van Geestdorp 30a op de plek van het Hoveniersbedrijf. Gelet hierop is het plan in lijn met het gemeentelijk beleid.

Om het landelijke karakter te benadrukken, worden de woningen op enige afstand van de Geestdorp gepositioneerd, waardoor er aan de voorzijde van de woningen ruimte ontstaat voor een groene voortuin. De rooilijnen van de beoogde woningen sluiten globaal aan bij de rooilijn van de woningen zoals die met het bestemmingsplan ‘Geestdorp 30 – 30A’ mogelijk zijn gemaakt. Door de ruime kavels en dito bouwvlakken biedt het voorliggende bestemmingsplan de nodige flexibiliteit om twee vrijstaande woningen te realiseren. Conform het beeldkwaliteitsplan wordt het oppervlak van de toekomstige woningen in de regels van voorliggend bestemmingsplan begrensd op maximaal 600 m3 per woning.

Er zijn verder geen andere ruimtelijke ontwikkelingen / activiteiten in de omgeving van het plangebied.

4. Kenmerken van de (mogelijk belangrijke) nadelige milieugevolgen

Voor de beoogde herontwikkeling zijn in het kader van het bestemmingsplan meerdere omgevingsaspecten beoordeeld en/of onderzocht. De tabel opgenomen als bijlage I bij deze notitie geeft een samenvatting van deze afweging. Aspecten waar (mogelijk) nadelige effecten optreden zijn hieronder nader uitgewerkt. Op een aantal aspecten is juist sprake van positieve effecten.

Archeologie

Aan de hand van het bureauonderzoek is geconstateerd dat er in het plangebied ter plaatse van de toekomstige bebouwing een lage verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische resten. Het overige gedeelte van het plangebied behoudt in principe een hoge archeologische verwachting, en de daaraan gekoppelde dubbelbestemming. Er wordt geadviseerd om in het plangebied geen vervolgonderzoek uit te laten voeren. Uiteraard blijft ten alle tijden de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht. Het aspect archeologie is hiermee voldoende beheerst.

Ecologie

Uit een quickscan flora- en fauna blijkt dat er binnen het plangebied diersoorten kunnen voorkomen die onder de bescherming van de Wet natuurbescherming vallen. Het gaat om de Rugstreeppad en gebouwbewonende vleermuizen, waaronder de Gewone dwergvleermuis, de Gewone grootoorvleermuis, de Laatvlieger en de Ruige dwergvleermuizen. Conform het vigerende onderzoeksprotocol wordt momenteel een aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd door onderzoeksbureau IDDS. Gedurende de uitgevoerde najaarsbezoeken zijn geen paarverblijven aangetroffen die duiden op vleermuizen. Ook het meest recent uitgevoerde onderzoek bevestigt dit. Op dit moment is er geen aanleiding om te veronderstellen dat niet voldaan kan worden aan de Wet natuurbescherming. De resultaten van het onderzoek worden bij de besluitvorming van het bestemmingsplan betrokken en verwerkt in deze paragraaf. Het bestemmingsplan wordt aan de gemeenteraad aangeboden nadat alle wettelijke en benodigde procedures inzake vleermuizen zijn afgerond en dit onderdeel van het bestemmingsplan daarmee voldoende kan worden onderbouwd.

Tot slot kan op basis van een uitgevoerde AERIUS-berekening, met zekerheid worden gesteld dat geen sprake is van een toename van stikstofdepositie binnen stikstofgevoelige Natura 2000- gebieden. Gezien het voorgaande vormt het aspect ecologie geen belemmering voor de haalbaarheid van het bestemmingsplan.

Geluid (Wet geluidhinder)

De nieuwe woningen in het gebied zijn zogenaamde ‘geluidgevoelige objecten’. De geluidsbelastingen op deze nieuwe woningen als gevolg van gezoneerde wegen en spoorlijnen zijn in kaart gebracht. De voorkeursgrenswaarde wordt ter plaatse van de woningen in dit bestemmingsplan overschreden door het verkeer op de Geestdorp.

(8)

8

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

Uit het onderzoek blijkt dat verdergaande bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk zijn. . In het ontwerp van de nieuwe woningen moet rekening worden gehouden dat de gevel aan de zijde van het Geestdorp op de eerste en tweede verdieping doof uitgevoerd dient te worden en dat te openen ramen op de verdieping aan de zij- en achterkant worden gepositioneerd. Bij de indeling van de woning dient per etage minimaal één verblijfsruimte aan de zijde van de geluids- luwe gevel gesitueerd te worden. Deze voorwaarden zijn geborgd in de regels van het bestemmingsplan.

Het voorgaande betekent dat voor de nieuwe woningen een hogere waarde procedure noodzakelijk is. Het ontwerpbesluit tot vaststelling van de hogere waarde moet gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Voor de aanvraag van hogere waarden worden, gezien de directe nabijheid van naastgelegen woningen, geen onoverkomelijke belemmeringen verwacht.

4. Conclusie

Uit de tabel in bijlage I blijkt dat er sprake is of kan zijn van nadelige milieueffecten. Deze effecten zijn weloverwogen beoordeeld. Waar mogelijk worden maatregelen worden genomen om deze effecten te beperken en/of beheersen. Er kan worden geconstateerd dat de nadelige effecten te reguleren zijn en dat een uitgebreide m.e.r.-beoordeling of het opstellen van een MER in deze niet zinvol en/of noodzakelijk is.

(9)

9

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

Bijlage I – Afwegingskader relevante milieuaspecten m.e.r.-beoordeling

Afweging relevante milieuaspecten

Aspect Nu Straks Uitwerking

Archeologie 0 - Er geldt een hoge archeologische verwachting in

het gebied. Uit vervolgonderzoek is gebleken dat op de bouwlocaties een lage verwachting geldt. De overige gronden behouden een archeologische dubbelbestemming voor hoge waarde.

Bedrijven en milieuzonering

0 0 De richtafstanden tot de omliggende relevante inrichtingen worden gerespecteerd danwel er zijn bestaande woningen die de milieuruimte van bestaande inrichtingen al beperken. Er is geen sprake van onevenredige aantasting van een goed woon- en leefklimaat.

Bodem 0 0 Verhogingen ten opzichte van de

achtergrondwaarde, respectievelijk de

streefwaarde worden vaker aangetroffen tijdens bodemonderzoeken en geven geen bezwaar voor het geplande gebruik van de locatie.

Bezonning + + Geen tot beperkte schaduwwerking door de

nieuwbouw.

Brandveiligheid + + Voldoet aan de brandvoorschriften Bouwbesluit.

Cultuurhistorie 0 + Op de cultuurhistorische kaart van de gemeente

Woerden zijn in het plangebied

geen cultuurhistorische waarden aangegeven. Er is geen sprake van aantasting van de

naastgelegen Geestdorp als historische kade/dijk en de zichtbaarheid van de Oude Rijn wordt vergroot.

Duurzaamheid 0 0 In het plan wordt aandacht besteed aan

duurzaamheidsaspecten. Daarbij wordt voldaan aan de wettelijke verplichtingen.

Ecologie 0 - Uit onderzoek is gebleken dat er mogelijk

overtreding van de Wet natuurbescherming zal optreden. Er wordt aanvullend onderzoek

uitgevoerd. Het plangebied is niet gelegen binnen de invloedssfeer van beschermde natuurgebieden en significante effecten op stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden zijn uitgesloten.

Economie 0 + Woonbehoefte conform programma.

Energie 0 + Zie duurzaamheid.

Externe veiligheid 0 0 In de omgeving van de ontwikkellocatie zijn geen risicobronnen aanwezig. In het plan zelf worden geen risicobronnen mogelijk gemaakt.

Geur 0 0 N.v.t.

Geluid (Wet geluidhinder) 0 - Voor de nieuwe woningen moet een hogere waarde worden vastgesteld. Daarbij dienen gebouwgebonden schermen te worden toegepast aan de voorgevel van beide woningen.

Gezondheid 0 0 Zie luchtkwaliteit en groen.

Groen - + Braakliggend verhard terrein wordt ingericht met

natuur en groene woonkavels.

(10)

10

Aanmeldnotitie m.e.r. beoordeling – bestemmingsplan “Geestdorp 30D en 30E”

Klimaatadaptatie 0 0 Oppervlakte verharding neemt af. Groen draagt bij aan klimaatadaptatie.

Landschap 0 + Ontwikkeling van natuur draagt bij aan

landschappelijke kwaliteit.

Licht 0 0 N.v.t.

Luchtkwaliteit 0 0 De ontwikkeling kan worden aangemerkt als Niet

In Betekenende Mate.

Mobiliteit 0 0 Sterke afname van het aantal verkeersbewegingen

en aansluiting op bestaande omliggende infrastructuur.

Ondergrond 0 0 Blijft ongewijzigd.

Ruimtelijke kwaliteit - + Het plangebied krijgt een passende invulling: de woonbestemming past beter op deze plek. De landschappelijke inpassing maakt het gebied aantrekkelijk en beleefbaar en draagt bij aan natuurontwikkeling.

Sociale veiligheid 0 + Ten opzichte van de huidige braakliggende staat is er in een woongebied een grotere sociale veiligheid.

Straling 0 0 N.v.t.

Trilling 0 0 N.v.t.

Water 0 + Oude Rijn wordt beter beleefbaar. De ontwikkeling

voldoet aan het beleid van de waterbeheerder.

Windhinder 0 0 N.v.t.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de voorgenomen ontwikkeling dient gemotiveerd te worden of mogelijk sprake is van negatieve effecten op het milieu.. Afhankelijk van de omvang van de ontwikkeling dient het

Ook voor activiteiten die wat betreft omvang beneden de drempelwaarden van deze D- lijst blijven – zoals in deze casus - dient een aanmeldnotitie te worden ingediend waarop het bevoegd

wordt  zoveel  mogelijk  geïnfiltreerd  en  afgekoppeld  op  het  oppervlaktewater.  In  de  huidige  situatie  is  8.028,4 m

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug delen op grond van artikel 6.24, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) mee, dat zij op 6 maart

Uit de inhoudelijk beoordeling blijkt dat er voor de voorgenomen activiteit geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn^. Daarom is

Een toename van 38 verkeersbewegingen wordt, gelet op wat in de huidige situatie is toegestaan, gezien als een niet significante toename en vormt geen

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

“Regels die nu niet worden gehandhaafd moeten worden afgeschaft of de handhaving van die regels dient te worden veranderd”.