• No results found

De Staat van het Primair Onderwijs 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Staat van het Primair Onderwijs 2019"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Staat van het Primair Onderwijs 2019

Samenvatting

Kwaliteit onderwijs op meeste scholen voldoende  De meeste scholen vallen onder het basistoezicht. De basiskwali- teit is op deze scholen op orde. Het aandeel onvoldoende scholen is afgenomen. Het aandeel zeer zwakke scholen is echter, net als vorig jaar, gestegen.

Lerarentekort ongelijk verdeeld  Het lerarentekort vormt een directe bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs.

Het inzetten van tijdelijke noodmaatregelen maakt dat scholen niet meer kunnen garanderen dat leerlingen vol- doende leertijd krijgen of lessen die voldoen aan de basiskwa- liteit. Scholen met een complexe leerlingenpopulatie worden harder getroffen door het lerarentekort. Waar continuïteit en goede onderwijskwaliteit het meest noodzakelijk zijn, blijken deze voorwaarden het moeilijkst te realiseren. Het lerarente- kort versterkt de ongelijkheid tussen scholen en zorgt daarmee voor een grotere kansenongelijkheid voor leerlingen van verschillende scholen.

Ongelijke kansen in schooladvies  Net als vorig jaar zien we dat schooladviezen van kinderen met een gelijke toetsscore structureel verschillen voor leerlingen met hoger en lager opgeleide ouders. Dit leidt tot ongelijke kansen. Tot en met 2014 namen de verschillen tussen deze groepen leerlingen toe, daarna lijkt sprake van stabilisering. De hoogte van de adviezen in 2018 is vergelijkbaar met vorig jaar, na een stijging in eerdere jaren. Het aandeel meervoudige adviezen stijgt licht. Dit kan gelijke kansen bevorderen. Bij ongeveer een derde van de leerlingen was een heroverweging van het advies aan de orde. Dit leidde bij een kwart van hen tot bijstelling naar boven.

Minder zittenblijven  De afgelopen jaren daalde het aandeel zittenblijvers. Leerlingen die wel vertraging oplopen doen dit vooral in de onderbouw (groep 1-4). Zittenblijven daalt meer bij eerste en tweede generatieleerlingen met een niet-wes- terse migratieachtergrond dan bij andere leerlingen. Scholen lijken er dus beter in te slagen om bij leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond een doorgaande ontwik- keling te realiseren.

Kansen voor versterken feedback  Door versterking van de feedbackvaardigheden kunnen leraren in hun lessen beter

inspelen op wat leerlingen nodig hebben. In iets meer dan de helft van de lessen wordt procesgerichte feedback gegeven. In de meeste scholen zijn de voorwaarden aanwezig om deze vaardigheden te versterken. Zo organiseren de meeste leraren het onderwijs efficiënt en creëren ze een positief werkklimaat.

Verbetering onderwijs aan zwakke lezers/spellers nodig  Driekwart van de scholen heeft het basisaanbod voor alle leerlingen voor technisch lezen op orde; voor spelling is dit 80 procent. Vooral het onderwijs aan en de ondersteuning van de zwakke lezers en spellers kan beter. De meeste leerlingen beheersen het fundamenteel niveau mondelinge taalvaardig- heid, maar dit geldt niet voor het streefniveau. De invloed van de school op vooral de spreekvaardigheid van leerlingen is aanzienlijk.

Grote verschillen tussen samenwerkingsverbanden  Het aandeel leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in de basisschool bedraagt naar schatting bijna 9 procent. Dit is een substantieel aantal. Samenwerkingsverbanden maken verschillende keuzen bij het inzetten van hun zorgmiddelen.

We zien grote verschillen in deelnamepercentages aan speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.

Kengetallen

• Leerlingen in basisonderwijs: 1.406.000

• Leerlingen in speciaal basisonderwijs: 35.000

• Scholen met oordeel Zeer zwak: 36

• Scholen met oordeel Onvoldoende/Zwak: 81

• Scholen met waardering Goed: 89

• Scholen met predicaat Excellent: 64 - waarvan scholen voor speciaal basisonderwijs: 3

(2)

Infographic

3 4 55 6 7 8

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

3 4 5 6 7 8

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

Stteeds minderleerlingen blijven zitten. Vooral ttweede generattiejongens mett een niett-westterse migrattieachttergrond lopen minder vaak verttraging op. Ook onder ttweede generattie meisjes daaltt hett zittenblijven, maar niett zo stterk als bijjongens.

M inder z ittenb l i jven onder leer l ingen me tt een n ie tt -wes tterse m igra tt ieach ttergrond

Cohortt 2010 Cohortt 2011 Cohortt 2012 Cohortt 2013

De krimpin hett basisonderwijs vlaktt af.In de meer sttedelijke gebieden daaltt hett aanttal scholen minder snel dan voorheen. Daarbuitten zett de daling wel door.

Kr imp v lak tt a f , maar n ie tt overa l

Zeer stterk sttedelijk Stterk sttedelijk Mattig sttedelijk

Weinig sttedelijk Niett-sttedelijk

2013 2014 2015 2016 2017 2018 800

1.000 600 1.200 1.400 1.600 1.800 2.000

De meestt kwettsbareleerlingen blijken deleerlingen zonder migrattieachttergrond, waarvan de ouders maximaal een opleiding op mbo 2-niveau hebben. Zij blijven hett vaakstt zitten en worden hett vaakstt verwezen naar hett sbo.

Op le id ingsn iveau ouders bepa lender dan m igra tt ieach ttergrond

mbo 2 mbo 3-4 hbo ad/ba hbo ma & wo 0%

2%

4%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

Geen migrattieachttergrond Niett-westterse migrattieachttergrond 2e generattie

mbo 2 mbo 3-4 hbo ad/ba hbo ma & wo 0%

1%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

8%

Bij 4 op de 5 bestturenis de kwalitteittszorg op orde. De kwalitteittszorg kan bij alle bestturen verder verstterktt worden door ttoettsbare doelen tteformuleren, regelmattig tte evalueren en hett zichtt op de onderwijskwalitteitt tte verstterken.

Kwa l i tte i ttszo rg bes tturen verder vers tterken

Kwalitteittszorg Veranttwoording

en dialoog 20%

Kwalitteittsculttuur 11%

28%

15% 9%

14%

66% 61% 76%

Zittenblijvers

Onvoldoende Voldoende Goed

Bronnen: CBS microdatta;IvhO 2019d

Pr ima ir

onderw i js

Jongens 2e generattie niett-westters Meisjes 2e generattie niett-westters

Leerjaar Leerjaar

Aanttal vesttigingen basisonderwijs

Percenttage zittenblijvers, cohortt 2012

Opleidingsniveau ouders Opleidingsniveau ouders Percenttage verwijzing naar sbo, cohortt 2012

(3)

Nabeschouw ing

Tevredenheid en zorg  De kwalitteitt van scholen en bestturen is veelal voldoende. Op 98 procentt van de basisscholenis er minimaal sprake van basiskwalitteitt. 80 procentt van de bestturen heef de kwalitteittszorg op orde. Zorgen zijn er op sttelselniveau over de dalende ttrendin de ttaal- en rekenresul- ttatten en kansenongelijkheidin schooladvisering. Afankelijk vanuitt welk perspecttiefje vraagtt naar de kwalitteitt van hett onderwijs, verschiltt hett anttwoord op deze vraag. Voldoen de meestte scholen en bestturen aan de basiskwalitteitt? Ja. Behalen scholen hett beoogde referenttieniveau 2F/1S voor ttaal en rekenen mett 65 procentt van deleerlingen? Nee. Vanuitt hett perspecttief van de deugdelijkheidseisenin de wett,is de onderwijskwalitteitt voldoende. Voldoen aan de deugdelijk- heidseisen blijktt echtter onvoldoende voorwaarde voor hett behalen van de eerder door de commissie Meijerink gesttelde ambittie(Experttgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen, 2008). Ook rijstt de vraag waar op ditt momentt hett eigenaarschapligtt voor deze ambitties.

Naar een collecttieve ambittie  Discussieis nodig om tte komen ttott een breed gedragen, collecttieve ambittie. Deze collecttieve ambittie gaatt over deijkpunttenin ons onderwijs en reiktt verder dan de hoogtte van de resulttatten voor ttaal en rekenen. Hett gaatt om de maattschappelijke opdrachtt van scholen: welke brede onderwijsdoelen willen we nasttreven mett ons onderwijs om alleleerlingen voor tte bereiden op de ttoekomstt? Op welk niveau? Welke benchmarks kunnen ons daarbij helpen? Vanuitt een gedeeld beeld kunnen bestturen, scholen en opleidingen hier doelgerichtterinhoud aan geven. Evaluattie eindresulttatten problemattisch  Eenlandelijk beeld van de eindresulttatten onttbreektt dittjaar. Sinds augusttus 2014 hebben scholen de vrijheid een eindttoetts tte kiezen die pastt bij hun opvattingen over onderwijs en hunleerlingen. De vergelijkbaarheid van de ttoettsen onderling was al proble- mattisch en ditt wordtt verstterktt door verschillen ttussen de leerlingpopulatties per eindttoetts.Juistt nu de scores op intternattionale reken- en ttaalttoettsen duiden op tteruglopende resulttatten en er dus bijgesttuurd moett worden, komtt ditt gebrek aan vergelijkbare gegevens overleerlingresulttatten zeer ongelegen. Onderttussen worden maattregelen genomen om de vergelijkbaarheid van de ttoettsen tte hersttellen zodatt volgendjaar weer eenlandelijk beeld van deleerresulttatten gegeven kan worden.

Meer aandachtt voor de bedoeling  De ambitties voor hett primaire proces zijn op de meestte scholen gerichtt op hett verstterken van de basisvaardigheden. De nadruklijktt hierbij geregeld op de vorm tteliggen, waarbij de bedoeling naar de achttergrond kan verschuiven. Watt wilje bereiken mettje leerlingen en hoe kanje ditt op een bettekenisvolle manier doen? De essenttieis om naar kinderen tte kijken,luistteren, zien en horen en daarop alsleraar aan tte sluitten.

Verstterken evaluattie eigen kwalitteitt  Kwalitteittszorgis de mottor van duurzame onderwijsonttwikkeling. Essenttieelin ditt procesis datt een school de eigen visie verttaalttin concreett geformuleerde doelen, scherp evalueertt of ze deze doelen behaaltt en vervolgsttappen hierop afsttemtt.Innovattie kan niett zonder evaluattie. Van deinspecttie mag verwachtt worden datt wij hett gesprek voeren over hett ambittieniveau van bestturen en scholen en krittisch blijven kijken of ons onderzoekskader voldoende bijdraagtt aan hett sttimuleren van de

onderwijskwalitteitt.

Een groott maattschappelijk vraagsttuk  Hettlerarenttekortt leidtt ttott een verschuivingin accentt van de onderwijskwalitteitt naar de randvoorwaarden. Zonder goede randvoorwaarden komtt de onderwijskwalitteittin de knel. Leraren en schoollei- dersleggen hettfundamentt voor de samenleving van morgen. Hierligtt een enorm belangrijk maattschappelijk vraagsttuk.

Meer informatt ie

Dezefacttsheettis een verkortte weergave van de publicattie De Sttaatt van hett Onderwijs 2019. Download de gehele publicattie via www.desttaattvanhettonderwijs.nl.

Op de websitte vindtt u ook ttechnische rapportten en arttikelen mettinfographics. U kuntt bovendien delen van de publicattie en specifeke fguren downloaden. Mochtt u papieren versies van defacttsheetts of publicatties willen onttvangen, neem dan conttactt op via www.onderwijsinspecttie.nl/ conttactt.

Co lofon

Inspecttie van hett Onderwijs Posttbus 2730| 3500 GS Uttrechtt www.onderwijsinspecttie.nl

©Inspecttie van hett Onderwijs| april 2019

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderstaande tabel 19 toont de initiële adviezen aan leerlingen in het speciaal basisonderwijs. Het aandeel leerlingen met een vso/pro-advies is in vergelijking met

• Schoolleiders van scholen met weinig leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond en van scholen met veel leerlingen met wo- opgeleide ouders gaven voor de zomer vaker

Onderstaande tabel geeft weer hoeveel nieuwkomers zijn ingeschreven in het basisonderwijs. Een nieuwkomer is een kind dat niet in Nederland is geboren en van wie geen van de ouders

Figuur 6.1, Tabel 6.1 en Tabel 6.2 laten zien in welke mate scholen, volgens inspecteurs, zicht hebben op de gevolgen van de coronacrisis voor de ontwikkeling naar leerlingen..

Het aandeel studenten met een vmbo-k diploma dat instroom in een opleiding op niveau 4 neemt al sinds 2013-2014 toe, maar in 2018-2019 vertoont deze stijging een duidelijke piek;

In de tabel hieronder wordt getoond welk percentage van de leerlingen met een bepaalde achtergrond deel heeft genomen aan welke eindtoets in de afgelopen drie jaren.. Hierbij

Figuur 4.14 Verschil kans op uitkering/geen inkomen en verschil salaris (gecorrigeerd) tussen gediplomeerde en ongediplomeerde uitstroom uit MBO- opleidingen, 1 jaar na

In de onderstaande tabel zijn alleen de scholen meegenomen waar minstens drie leerlingen in aanmerking kwamen voor heroverweging.. Meer dan de helft van de scholen heeft een deel