• No results found

Natuur.focus 2012-3 De Nachtzwaluw doorgelicht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuur.focus 2012-3 De Nachtzwaluw doorgelicht"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Negatieve gevolgen van Veelkleurig Aziatisch

lieveheersbeestje

Klimaatwijziging al op het

spoor in de jaren 1950 Draadklaver ontrafeld

Natuur.focus

V L A A M S D R I E M A A N D E L I J K S T I J D S C H R I F T O V E R N A T U U R S T U D I E & - B E H E E R – S E P T E M B E R 2 0 1 2 – J A A R G A N G 1 1 – N U M M E R 3

V E R S C H I J N T I N MA A R T, J U N I, S E P T E M B E R E N D E C E M B E R

Afgiftekantoor Antwerpen X

P209602

Toelating – gesloten verpakking Retouradres: Natuurpunt,

Coxiestraat 11, 2800 Mechelen

(2)

Kwesties uit het veld

De Nachtzwaluw doorgelicht

De Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus is een grondbroeder van bosranden in een gevarieerd heidelandschap. Omwille van habitatdegradatie en -versnippering trad sinds het midden van de 19de eeuw een sterke afname op in het aantal broed- paren. Omwille van zijn verborgen en mysterieuze levenswijze is het echter moeilijk om het gedrag en het habitatgebruik van de Nachtzwaluw te bestuderen. Daarom hebben we in het kader van het herstel van de nachtzwaluwpopulaties de afge- lopen twee jaar het leefgebied van de soort in kaart gebracht in Bosland (Noord-Limburg). Een overzichtsartikel rond het uitgevoerde radiotelemetrisch onderzoek werd gepubliceerd in Natuur.oriolus (Evens et al. 2012). Hier gaan we dieper in op de beheerkeuzen die best kunnen worden gemaakt voor een goede instandhouding van de soort.

Het habitatgebruik van de Nachtzwaluw werd bepaald door op geselecteerde waarnemingspunten gedurende vier minuten de aanwezigheid van gezenderde individuen te controleren.

Dit gebeurde van 1 juli tot 15 september 2010 op ten minste vier avonden per week. Puntwaarnemingen werden achteraf gedigitaliseerd met behulp van een geografi sch informatie- systeem, waarna op basis van de digitale puntwaarnemingen het leefgebied van elk individu berekend werd als de home- range, het gebied waarbinnen een individu zich voortplant en foerageert. Tot slot werd op basis van de homeranges en vegetatiekaarten onderzocht of gezenderde individuen een voorkeur hadden voor bepaalde habitattypes of bosbestands- kenmerken. Hierbij werd het proportionele habitatgebruik van alle gezenderde individuen vergeleken met de beschikbare op- pervlakten van alle habitattypes in het onderzoeksgebied.

De foerageergebieden in onze studie bestonden uit schra- le graslanden, vochtige mesotrofe landbouwpercelen en

structuurrijke natte heide. We stelden bovendien vast dat er tussen individuen een sterke variatie was in de grootte van het leefgebied en de onderlinge afstand van de foerageergebie- den. Deze foerageerafstanden werden meermaals per nacht overbrugd en naarmate de herfsttrek naar de overwinterings- gebieden naderde, vergrootte deze afstand vaak tot 3 kilome- ter en meer. Deze individuen keerden dan gedurende de nacht niet meermaals terug naar de slaapplaatsen. Het identifi ceren van foerageergebieden is dus een belangrijk element bij het opmaken van beheerplannen. Verder blijkt, gezien de hoge nachtzwaluwactiviteit, het herstel van vennen en duinen een zeer goede ingreep om geschikt habitat te creëren. Bijkomend kan het verbreden van zandige exploitatiewegen een doel- treff ende maatregel zijn, zoals bleek uit de hoge frequentie waarmee deze werden gebruikt door zowel gezenderde als ongezenderde individuen.

De ontwikkeling van een netwerk met open plekken en struc- tuurrijke overgangen naar bosbestanden lijkt dus een goede maatregel om de soort lokaal te ondersteunen (zie ook Ver- straeten et al. 2011). Om open gebieden te creëren worden echter veelal volledige kappingen uitgevoerd, dikwijls ge- volgd door plaggen of chopperen, maar hierbij ontstaan vaak scherpe overgangen naar dichte bosbestanden. Deze scherpe randsituatie wordt door Nachtzwaluwen als ongunstig be- schouwd. Beter wordt dus geopteerd om bijkomend de aan- grenzende bosrand ijl te maken zodat natuurlijke verjonging spontaan kan ontwikkelen. Daarnaast lijkt het aangewezen de open percelen te frezen of eggen om successie tegen te gaan.

Vergraste wegen in Domeinbos Pijnven bleken immers te wor- den verlaten door Nachtzwaluwen ten voordele van nieuwe zanderige percelen en wegen in de nabije omgeving.

De slaap- en broedplaatsen behelsden voornamelijk ijle be- standen (< 25% kroonsluiting), terwijl leeftijds- en boomsoort- samenstelling van bosbestanden weinig indicatief bleken om de nachtelijke aanwezigheid van Nachtzwaluwen te voor- spellen. In de Langetermijnvisie Houtproductie van Bosland Nachtzwaluw (foto: Theo Geuens)

Natuur.focus september 2012

119

Nieuws & Trends

(3)

(Moonen et al. 2011) werden bosbestanden met een ecologi- sche hoofdfunctie aangeduid. Aangezien boomsoortsamen- stelling relatief onbelangrijk bleek, zouden deze bestanden gedomineerd door naaldhout geleidelijk omgevormd kunnen worden naar Eiken-Berken- en Eiken-Beukenbossen, oorspron- kelijke climaxvegetaties op de Kempense zandgronden. Maar ook voor bosbestanden met een economische hoofdfunctie lijken alsnog ecologische potenties weggelegd. Uit onze stu- die bleek dat Nachtzwaluwen frequent gebruikmaakten van stapels dood hout en van Corsicaanse dennen als slaapplaats (20% en 42% van alle slaapplaatsen).

Nachtzwaluwen bevonden zich tijdens dit onderzoek hoofdza- kelijk binnen de voor recreanten ontoegankelijke zones. Naast een hogere verstoringsgraad is de afwezigheid van geschikt habitat in de toegankelijke zone een plausibele verklaring. Wel bevonden zich enkele broedplaatsen nabij een fi etsroute waar recent brede zandwegen werden heraangelegd. Loslopende honden blijken wel een belangrijke vorm van verstoring. Hon- den struinen vaak doorheen de bosrand waar zij broedende Nachtzwaluwen kunnen opstoten. Hierbij worden de nage- noeg witte eieren bijzonder zichtbaar voor predatoren (Muri- son 2002, Langston et al. 2007). Het is dan ook aangeraden de ontoegankelijke gebieden als dusdanig te bewaren.

Nachtzwaluwen reageerden uitermate snel op uitgevoerde beheerwerken in Bosland. Duin- en heideherstel ter hoogte van Paardshaagdoornberg, dat voorheen gedomineerd werd door monotone bestanden met 40-tot 60-jarige Coriscaanse dennen, werd afgerond in april 2010. Waar op deze plek voor- heen nooit Nachtzwaluwen werden waargenomen, werden in mei 2010 reeds twee broedplaatsen gelokaliseerd. Ook ter

hoogte van de huidige Forbio-site werden voor 2011 geen Nachtzwaluwen waargenomen. Na de volledige kapping van enkele bosbestanden werd de site onmiddellijk als broed- en foerageergebied ingenomen.

Het hedendaagse duurzaam bosbeheer staat in schril contrast met de vroegere economische houtproductie. Vandaag streeft men in Bosland naar een open, structuurrijke bosomgeving met bosbestanden variërend in leeftijd en dichtheid. Toch blijkt dat economische doelstellingen niet volledig weggecij- ferd moeten worden. Dit blijkt duidelijk uit het proefperceel met ‘den na den’ schermslag. Mits een genuanceerde exoten- bestrijding en biomassaexploitatie is het bovendien mogelijk om geschikt habitat te creëren in een omgeving met overwe- gend houtproductie. Wel dient men rekening te houden met de schoontijd. De vondst van nieuwe broedsels begin augus- tus indiceert dat deze bosomgevingen minstens tot 1 septem- ber gevoelig zijn voor verstoring.

Ruben Evens (evens.ruben@gmail.com), Olivier Honnay, Eddy Ulenaers & Luc Lens

Referenties

Evens R., Honnay O., Ulenaers E. & Lens L. 2012. Radiotelemetrisch onderzoek in Bosland. Een blik op de verborgen leefwereld van de Nachtzwaluw. Natuur.oriolus 78(1): 1-11.

Langston R.H.W., Liley D., Murison G., Woodfi eld E. & Clarek R.T. 2007. What eff ect do walkers and dogs have on the distribution and productivity of breeding European Nightjar Capri- mulgus europaeus. Ibis 149:27-36.

Moonen P., Kint V., Deckmyn G. & Muys B. 2011. Wetenschappelijke onderbouwing van een langetermijnplan houtproductie voor Bosland. Eindrapport. KU Leuven.

Murison G. 2002. The impact of human disturbance on the breeding success of Nightjar Caprimulgus europaeus on heathlands in south Dorset, England. English Nature Peter- borough.

Verstraeten G., Baeten L. & Verheyen K. 2011. Habitat preferences of nightjar Caprimulgus europaeus in forests on sandy soils. Bird Study 58: 120-129.

Homerange per Nachtzwaluw in Bosland. De gemiddelde oppervlakte van de homerange besloeg 105 hectare.

120

september 2012 Natuur.focus

Nieuws & Trends

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college van OPTA wijst geografische nummers en nummers voor digitale mobiele netwerken aan als nummers waarvoor geldt dat de toekenning teruggaat naar de

Is de variatie groter (figuur 3b), dan zijn de totale broeduitkomsten lager omdat er meer eieren buiten de optimale grenzen worden gebroed (92,5%).. Ontwikkeling van

nàaig zijn. Natuur is echter niet vervangbaar, ieder stukje natuur is uniek. Met natuirtec-hnische milieubouw kan men bovendien enkel relatief jonge en dus

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Ons actieplan geven we daarom vorm langs drie lijnen gericht op extra aandacht voor soepele overgangen in het onderwijs, stimulerend onderwijs voor kinderen die van huis uit

Vanuit Operations participeren de Product Engineers (PE) in het ontwikkeltraject. Hiermee wordt bewerkstelligd dat onder andere de produceerbaarheid gewaarborgd wordt. Als er

Het proces van radicalisering begint zodra mensen met onvervulde vragen hun antwoorden vinden in radicale ideologieën en deze zich deze ideologieën eigen gaan maken.. De

- Sfeer: de woningen in kamer 3 delen hun buitenruimte – buiten de tuin – met elkaar in de vorm van hofjes (voor toegang, spelen en parkeren) en in de vorm van groene zones