• No results found

De raad van bestuur en de geestelijke verzorging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De raad van bestuur en de geestelijke verzorging"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

48

Tijdschrift Geestelijke Verzorging | jaargang 15 | nr 65

Nare verhalen over de kerk

Frank Holtman komt uit de wereld van ver- zekeringen en heeft daar meerdere directie- functies bekleed, onder andere als algemeen directeur van Trias. Sinds maart 2010 zit hij in de Raad van Bestuur van Dichterbij.1 Als re- den om voor deze zorgorganisatie te gaan werken noemt hij, naast behoefte aan een nieuwe uitdaging, ook de Ode, het visiedo- cument en de inspiratiebron van Dichterbij.

Wat hem daarin aansprak, was de nadruk op de tweeledigheid binnen de zorg. Holt-

man: ‘Enerzijds heb je te maken met een kwetsbare burger, anderzijds wil deze orga- nisatie mensen uitdagen om zich te ontwik- kelen. Niemand wil tien jaar hetzelfde mo- notone werk uitvoeren, hoe kunnen we dat dan wel verwachten van cliënten? Wij wil- len dat ouders niet alleen te horen krijgen dat hun kinderen hier een veilige plek en bescherming krijgen, maar ook dat ze weten dat we het beste uit hen halen en hen zul- len blijven prikkelen om de dingen te doen die bij hen passen. En de vraag te stellen:

De raad van bestuur en de geestelijke verzorging

Met welke krachtenvelden hebben geestelijk verzorgers in hun werk allemaal te maken en wat vinden andere professionals van het vak van een geestelijk verzorger? In dit tijdschrift krijgen de komende tijd ook ‘buitenstaanders’

het woord. Vorige keer schreven twee huisart- sen over hun ervaringen met zin en levensvra- gen in de eerste lijn. Dit keer gingen Marjan Rijnbout en Cor Maas in gesprek met Frank Holtman MBA, met ingang van 1 januari 2012 voorzitter van de Raad van Bestuur van Stich- ting Dichterbij.

Marjan Rijnbout en Cor Maas

(2)

Tijdschrift Geestelijke Verzorging | jaargang 15 | nr 65

49

communicatieproblemen bespreekbaar met medewerkers en adviseren jullie rondom be- leid. Ik zou jullie alleen willen adviseren je meer te richten op de voorkant van de orga- nisatie. In plaats van reactief juist ook pro- actief te gaan werken. Nu zijn jullie met na- me betrokken als er al een conflict gaande is, of een moreel probleem zich voordoet. Ik zou graag willen dat jullie nog meer de luis in de pels van de organisatie zijn en tegen- krachten organiseren. Jullie komen overal in de organisatie, zien daar veel en hebben een signaleringsfunctie. Jullie kunnen heel goed luisteren en analyseren wat er bijvoor- beeld in een team aan de hand is. Jullie kun- nen, als het om de doorwerking van de Ode gaat, binnen de organisatie bijvoorbeeld een managementteam of een directeur een spie- gel voorhouden en zo de vinger aan de pols van de organisatie houden. De Ode gaat over kwaliteit van zorg en leven. Ik vind het zeer belangrijk dat er veel aandacht is voor de kwaliteit van leven van een cliënt. Dat gaat

verder dan de kwaliteit van zorg alleen. Hoe kan een werknemer zien waar een cliënt ge- lukkig van wordt en hoe kan hij of zij die wensen vervolgens ook faciliteren? Het is ontzettend belangrijk dat iedere werknemer daar oog voor heeft. Als daarin iets niet goed loopt, is het goed als jullie dat signaleren en ruimte scheppen voor een dialoog, om mo- rele dilemma’s bespreekbaar te maken. Daar- in moet ruimte kunnen zijn voor afwijken- de ideeën, als je het er uiteindelijk maar over eens bent dat je de Ode wilt waarmaken’.

‘Uiteindelijk wil iedereen gekend worden.

Petri Embregts3 gebruikt daarvoor een uit- drukking uit het werk van Annelies van He- ijst: “Ze zijn wel de hele dag met me bezig, maar ze hebben geen aandacht voor me”.

zou je een stapje verder kunnen doen?’ Holt- man begint enthousiast met het gesprek.

Hij hecht veel waarde aan de Ode. Met name de aandacht voor ontwikkeling die daarin een grote rol speelt, spreekt hem erg aan.

Zelf is hij ook niet wars van ontwikkeling.

‘Als je mij twee jaar eerder gevraagd had wat ik van geestelijke verzorging vind, had ik heel anders geantwoord’, reageert hij. ‘Ik had er toen niet zoveel mee. Met name niet met het christelijke aspect. Dat was ook het eerste wat uit de Ode geschrapt mocht wor- den van mij. Dat heb ik ook zo gezegd: het is een mooi document, maar dat wij gewor- teld zijn in het christelijke gedachtegoed, mag er wat mij betreft uit. Je hoort tegen- woordig zoveel nare verhalen over met na- me de katholieke kerk. Het punt is dat als je daar je naam aan verbindt, het ook deels te- gen je kan gaan werken. Als ik in gesprek ga met mijn voormalige collega-bestuurder die veel waarde hecht aan de christelijke tradi- tie, en ik hem vraag naar de onderliggende waarden van zijn christelijke inspiratiebron, dan blijkt dat we toch op dezelfde waarden uitkomen. Ik vind ook dat het in de organi- satie moet gaan om waarden zoals respect, integriteit en menslievendheid, om mensen in hun waarde te laten. En dan ontmoeten we elkaar juist daarin.’

De geestelijke verzorging

‘Inmiddels heb ik gezien wie jullie zijn en wat jullie doen binnen Dichterbij. Dat is ook mijn advies aan jullie: laat zien wie je bent en wat je doet. Laat zien wat je toegevoegde waarde is en profileer jezelf binnen de orga- nisatie. Dat gebeurt nu heel helder in onder andere het jaarverslag en de regelmatig te- rugkerende gesprekken tussen Raad van Be- stuur en hoofd van dienst. Jullie houden je niet alleen bezig met de weekendvieringen en de groepsactiviteiten voor de cliënten. Ik ben daar overigens een keer bij geweest en was echt onder de indruk. Er is veel ruim- te voor inbreng van cliënten en diversiteit in de inhoud. Maar daarnaast vinden on- der jullie begeleiding ook gesprekken plaats over morele vraagstukken. Met behulp van de methodiek Open de cirkel2 maken jullie

Wij zien jullie, vanwege jullie

aandacht voor kwaliteit van

leven, als een extra ‘slot’ op

de organisatie

(3)

50

Tijdschrift Geestelijke Verzorging | jaargang 15 | nr 65

wezigheid in de zorgorganisatie gaat. De aanbevelingen om ons meer aan de voor- kant van de organisatie te bewegen en bij te dragen aan de Ode nemen we van harte aan.

Maar wat valt er daarnaast nog te ontwikke- len? Holtman: ‘Soms dreigt met name een ethisch debat of moreel gesprek tussen pro- fessionals een te theoretisch-filosofisch ge- sprek te worden. Dan drijft het soms ver af van de dagelijkse praktijk van de organisa- tie. Het zou mooi zijn als er ook praktische stappen volgen uit de morele gesprekken die hebben plaatsgevonden. Dan vaart de or- ganisatie daar ook gelijk wel bij.’

drs. M. Rijnbout is werkzaam als geestelijk verzor- ger binnen Dichterbij.

drs. C. Maas is geestelijk verzorger en hoofd van de dienst Geestelijke verzorging en ethiek van Dichterbij.

Noten

1 Dichterbij is een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, gesitueerd in het stroomgebied van de Maas, daar waar Noord- Limburg, Zuid-Gelderland en Oost-Brabant elkaar raken. De dienst geestelijke verzorging en ethiek heeft in totaal zes geestelijk verzorgers en twee consulenten ethiek die samen 3,8 fte bemensen op een bestand van zo’n 4500 cliënten.

2 Open de cirkel’ is een bordspel om de dialoog aan te gaan met medewerkers over onder andere morele vraagstukken en is ontwikkeld binnen Dichterbij en haar voorgangers. Voor meer informatie: www.opendecirkel.nl. Momenteel wordt er gewerkt aan een versie van het spel voor cliënten.

3 Petri Embregts is directeur behandelinnovatie en wetenschap van Stevig (specialistische zorg van Dichterbij) en hoogleraar met twee bijzondere leerstoelen (mensen met een verstandelijke beperking en de beroepsopleiding tot gezondheidspsycholoog) aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast is ze lector aan de HAN (Hogeschool Arnhem en Nijmegen) op het gebied van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

Geld is nog steeds een gemakkelijk excuus in deze. Maar als het om het welzijn van een cliënt gaat, wil ik het excuus ‘er is geen geld voor’ niet meer horen. We moeten ons alle- maal afvragen hoe we dat wél mogelijk kun- nen maken. Wij zien jullie, vanwege jullie aandacht voor kwaliteit van leven, als een extra ‘slot’ op de organisatie. Daarom heb- ben we ook in het strategisch beleid laten vastleggen dat jullie direct onder de Raad van Bestuur vallen. Ook om jullie positie in de toekomst veilig te stellen. Het bete- kent wel dat je ook in de toekomst zichtbaar moet blijven maken wat de toegevoegde waarde is. We willen ook een waardenge- stuurde organisatie zijn, die mensen helpt zich te ontwikkelen en die kwaliteit van le- ven in het vizier heeft. Een organisatie waar- in menslievendheid, respect en aandacht belangrijker zijn dan de regelsystemen. Bij nieuwe werknemers zie je helaas te vaak dat ze snel ingekapseld worden door de heer- sende, soms eenzijdig gerichte beheerscul- tuur: zo doen wij dat hier. Het is belangrijk dat juist nieuwe werknemers met hun fris- se blik komen en serieus genomen worden.

Dat ze bij alles wat er gebeurt waarom-vra- gen kunnen stellen. Bij een klacht komt het ook nog steeds te vaak voor dat deze wordt ontkend. Mensen voelen zich aangevallen en er wordt geprobeerd duidelijk te maken dat de klager het eigenlijk verkeerd ziet. We moeten op een andere manier met klachten omgaan. En beginnen met te zeggen dat het fijn is en dapper dat iemand met die klacht komt. Dat we dat waarderen en dat we ver- volgens met hem of haar in gesprek gaan en uitnodigen te vertellen wat diens ervarin- gen zijn. Dat betekent dat we naar alle be- trokkenen uitnodigend moeten zijn en dat ook voor de zorgmedewerkers geldt dat ze zich gekend en gedragen moeten weten in de organisatie’.

Drempels

Het is duidelijk dat Frank Holtman de toe- gevoegde waarde van geestelijke verzorging ziet. Toch willen wij juist ook weten welke drempels er nog zijn als het om onze aan-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het rapport gaat er zonder meer van uit, dat de geestelijke vrijheid moet worden gehandhaafd, ook door de overheid, en dat ook andere burgers dan christenen

Dat advies moet volgens de brief onder meer gaan over welke experts nodig zijn, hoe de expertise georga- niseerd kan worden en hoe deze opdracht zich verhoudt tot de

Wanneer een geestelijk verzorger deze ontwikkeling niet heeft of wenst, kan bij spiritueel ontwaken volgens de definitie van deze scriptie het beste worden doorverwezen naar

Uit de vergelijking tussen MBT en (de methoden van) geestelijke verzorging komt naar voren dat de geestelijk verzorger gebruik lijkt te maken van verschillende aspecten van

Daarnaast komt het kenmerk van de situatie van voor/tijdens de burn-out, dat men het gevoel heeft te moeten voldoen aan sociale rollen en verwachtingen, overeen met de eigenschap van

Hierbij heb ik de vraag gesteld of deze vorm van zorg past binnen de methodiek van de presentie zoals die wordt toegepast door de geestelijke verzorging en of de gecombineerde

Als geestelijk verzorgers proberen we ervoor te zorgen dat u meer innerlijke ruimte kunt ervaren, zodat u zich kunt verhouden tot de ontstane situatie. Zowel het verdiepen van uw

U kunt altijd een beroep doen op één van de geestelijk verzorgers van het ziekenhuis.. Ook uw