• No results found

Handreiking Samen over de brug

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Handreiking Samen over de brug"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De MZO als schakel tussen migrantenouders en opvoedondersteuning

Samen over de brug

(2)
(3)

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor veel niet-westerse migranten ligt de drempel erg hoog om met opvoedvragen aan te kloppen bij het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) of andere instanties. Dit heeft verschillende redenen, zoals onbekendheid met het aanbod, argwaan, negatieve ervaringen met (verplichte) jeugdhulpverlening of een taboe op het vragen om hulp bij de opvoe- ding. Migrantenzelforganisaties (MZO’s) vormen een onderdeel van het netwerk van migrantenou- ders en kunnen een belangrijke rol spelen bij het overbruggen van de kloof tussen het aanbod van opvoedondersteuning en de behoefte hieraan bij migrantengezinnen. Hiervoor is het van belang dat migrantenzelforganisaties en instanties die opvoed- ondersteuning bieden elkaar weten te vinden en op een succesvolle manier kunnen samenwerken.

Voor u ligt de handreiking ‘Samen over de Brug’.

Dit is een praktische leidraad om samenwerking tussen reguliere instellingen en migrantenzelfor- ganisaties op het gebied van opvoedondersteuning vorm te geven.

Deze handreiking is het resultaat van onderzoek naar de vraag hoe de samenwerking tussen re- guliere instellingen en migrantenzelforganisaties (MZO’s) verbeterd kan worden. Voor dit onderzoek zijn ouders, vertegenwoordigers van MZO’s en in-

stellingen die opvoedondersteuning bieden (of heb- ben geboden), bevraagd. Dat gebeurde door middel van vragenlijsten, individuele interviews en groeps- interviews. Het onderzoek vond plaats in Utrecht en Amersfoort, in de periode november 2010 tot okto- ber 2011. Uit het onderzoek blijkt dat samenwerking beperkt voorkomt, maar veel kan opleveren. In de bijlage vindt u informatie over de leden van de pro- jectgroep, die het onderzoek aanstuurde.

Een migrantenzelforganisatie definiëren wij als een organisatie waarvan de leden zich op vrijwillige basis, en op basis van een ideële doelstelling, inzet- ten voor de belangen van een bepaalde etnische groep en zo hun deelname in onze samenleving vorm en inhoud geven.

Van dit onderzoek is tevens een onderzoeksverslag beschikbaar, en de resultaten van dit onderzoek zijn vertaald naar een filmpje. Beide zijn op aanvraag beschikbaar bij Alleato.

Wat levert samenwerking op?

Voor reguliere instellingen kan samenwerking met een migrantenzelforganisatie de toegankelijkheid van moeilijk bereikbare doelgroepen vergroten.

Migrantenouders vinden eerder en makkelijker de weg naar opvoedbureau’s en Centra voor

(4)

Uit ons onderzoek zijn de volgende barrières bij opvoedingsondersteuning aan

migrantenouders naar voren gekomen:

» Migrantenouders ervaren een hoge drempel om naar een reguliere instelling voor opvoedondersteuning te gaan. Als zij er niemand kennen, is de instelling vreemd en is er geen vertrouwen.

» In sommige culturen is het niet gewoon om

‘’de vuile was buiten te hangen’’, dus wachten sommige migrantenouders lang met hulp zoeken.

» Veel migrantenouders zijn bang om de zeggenschap over hun kind kwijt te raken.

Er doen veel negatieve verhalen de ronde over Bureau Jeugdzorg en over uithuisplaatsing.

Dit negatieve imago van Bureau Jeugdzorg straalt af op gemeentelijke instellingen voor opvoedondersteuning.

» De werkwijze van de opvoedondersteuning van

Barrières bij opvoedondersteuning

reguliere instellingen sluit vaak niet aan bij migrantenouders. Ze willen graag een

‘’recept’’, concrete handvatten. Geen

geruststellende woorden als ‘’Het hoort bij de leeftijd’’. Soms vinden migrantenouders de benadering zelfs bedreigend zoals bijvoor- beeld de manier waarop op het consultatie- bureau naar de gezinssituatie wordt gevraagd.

» Migrantenouders vinden dat reguliere instellingen te weinig rekening houden met de diversiteit aan opvoedpraktijken.

» De dossiers die gemaakt worden in de reguliere hulpverlening schrikken migrantenouders af. Zij zijn bang dat alle informatie gedeeld wordt en dat je je leven lang last kan hebben van een bepaald dossier. Zelfs bij opvoedcursussen willen migrantenouders soms hun naam en adresgegevens niet geven, omdat ze bang zijn dat die voor andere doeleinden worden gebruikt.

(5)

Jeugd en Gezin. Ze hebben ook meer zicht op het aanbod aan opvoedondersteuning. Daarnaast krij- gen opvoedondersteuners een betere relatie met migrantenouders en kunnen bijvoorbeeld daardoor makkelijker op huisbezoek. Leden van MZO’s spre- ken doorgaans dezelfde taal, hebben dezelfde cul- turele achtergrond en vaak dezelfde religie en zijn daardoor vertrouwd en laagdrempelig voor veel migrantenouders.

Een ander argument voor samenwerking is dat door verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zo- als de invoering van de WMO en Welzijn Nieuwe Stijl, samenwerking met vrijwilligersorganisaties steeds belangrijker wordt.

Zelfs als reguliere instellingen allochtone mede- werkers in dienst hebben, kan het nuttig zijn om met MZO’s samen te werken. Zo heeft een Marokkaans- Nederlandse hulpverlener meestal geen netwerken

» Centra voor Jeugd en Gezin en andere instellingen die zich bezighouden met opvoedondersteuning

» Migrantenzelforganisaties die activiteiten voor ouders en kinderen (willen) organiseren.

Voor wie is

deze handreiking?

In het volgende hoofdstuk vindt u informatie over vormen van samenwerking die we tijdens het onderzoek zijn tegengekomen. Tevens schetsen we een aantal voorbeelden van die samenwerkings- verbanden. Waar bestaat de samenwerking uit? En hoe kwam deze tot stand?

In hoofdstuk 3 volgt een stappenplan dat u op weg helpt bij het vormgeven van een eigen samen- werkingsverband. Indien u geïnspireerd bent geraakt door de voorbeelden in hoofdstuk 2, of sowieso van plan was de samenwerking op te zoeken met een MZO of instelling die opvoedondersteuning verzorgt, vindt u hier tips en trucs. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van gesprekken met vertegenwoordigers van MZO’s en instellingen die opvoedondersteuning verzorgen.

Leeswijzer

onder bijvoorbeeld de Turks-Nederlandse doel- groep. Door samenwerking wordt de reguliere in- stelling cultureel sensitiever.

Voor MZO’s kan samenwerking helpen om tegemoet te komen aan een vraag vanuit de achterban. Ook is het voor MZO’s een manier om zich beter te profile- ren en hun nut te laten zien, in een tijd dat subsidie vaak alleen nog beschikbaar is voor organisaties die duidelijk meetbaar resultaat kunnen laten zien.

(6)

Hoofdstuk 2 Voorbeelden van samenwerking

Intensieve samenwerking

Doorverwijzing Reguliere instelling voor opvoedondersteuning

of (verplichte) hulpverlening

» geeft zwaardere hulpverlening

Reguliere instelling voor opvoedondersteuning

» geeft zwaardere hulpverlening

MZO

» gaat naast de ouder(s) staan en vervult brugfunctie

» leidt toe/gaat mee naar de reguliere instelling

MZO

» geeft zelf opvoedondersteuning

» verwijst door

(7)

Samenwerking tussen reguliere instellingen en MZO’s kent verschillende vormen, van ’intensieve samenwerking’ tot ’geen samenwerking’. Dit hangt voor een groot deel af van de rol die een MZO speelt.

In het schema hieronder en op de vorige pagina zijn de verschillende vormen weergegeven die wij tegenkwamen tijdens ons onderzoek.

Lichte samenwerking

Geen samenwerking Reguliere instelling voor opvoedondersteuning

» geeft opvoedondersteuning

» geeft voorlichting via MZO, en bereikt op deze manier (moeilijk bereikbare) ouders

MZO

» activiteiten voor ouders en/of kinderen

» organiseert voorlichting

» verwijst door

Reguliere instelling voor opvoedondersteuning

» geeft opvoedondersteuning

MZO

» bezig met culturele activiteiten

(8)
(9)

Intensieve samenwerking

In sommige gevallen werken een MZO en een regu- liere instelling nauw samen, bv. om ouders toe te leiden naar hulpverlening. De MZO kan in dit geval een echte brugfunctie vervullen: zij gaan naast de ouder staan en nemen deze mee over de brug naar de hulpverlening.

Doorverwijzing

Sommige MZO’s geven zelf opvoedondersteuning.

Bij gevallen waarvan zij vinden dat zij geen hulp kunnen bieden, verwijzen zij door naar reguliere instellingen.

Lichte samenwerking

MZO’s die al activiteiten voor ouders en kinderen or- ganiseren, zoals huiswerkbegeleiding, combineren dit vaak met themabijeenkomsten en cursussen over opvoeding. Daarin werken ze soms samen met regu- liere instellingen. Voor reguliere instellingen kan dit een manier zijn om moeilijk bereikbare ouders toch te informeren.

Geen samenwerking

Sommige MZO’s richten zich alleen op culturele ac- tiviteiten en ondersteuning van hun leden. Voor hen is opvoedondersteuning geen doel. Dan ligt samen- werking niet voor de hand.

Voorbeelden

De volgende samenwerkingsverbanden in Utrecht en Amersfoort geven een beeld van hoe een samenwer- kingsverband tussen MZO’s en reguliere instellingen die opvoedondersteuning verzorgen er uit kan zien.

GG&GD Utrecht en verschillende MZO’s zoals Tamount, Morc en de Essidik Moskee

De GG&GD Utrecht verzorgt cursussen opvoedon- dersteuning voor ouders. Deze cursussen worden gegeven door een Voorlichter in Eigen Taal en Cul- tuur (VETC’er) en worden in het Turks, Arabisch of Berbers aangeboden. Een cursus bestaat uit een serie bijeenkomsten en is bedoeld voor ouders die (lichte) opvoedingsproblemen of -vragen hebben, of toekomstige problemen willen voorkomen. Tijdens de bijeenkomsten is aandacht voor kennisover- dracht, het leren van vaardigheden en het uitwisse- len van ervaringen. De VETC’er werft de deelnemers voor de cursussen via onder andere Tamount, Morc of de Essidik Moskee. De MZO stelt op verzoek van de GG&GD een groep samen en regelt een ruimte waar de cursus kan plaatsvinden. De VETC’er bena- dert de MZO’s via het eigen netwerk. Het gaat vaak om bestaande persoonlijke contacten waardoor er veel wederzijds vertrouwen is tussen de GG&GD en de MZO.

Bureau Jeugdzorg Utrecht en Al Amal

Al Amal is een Marokkaanse organisatie die sinds 2001 vooral actief is in de Utrechtse wijk Kanale- neiland. Al Amal noemt zichzelf geen MZO, maar

(10)

een vrouwenorganisatie. Al Amal werkt met veel verschillende partijen samen, waaronder Bureau Jeugdzorg (BJZ). Om de Marokkaanse jeugd en daarmee ook de ouders tijdig en adequaat te berei- ken en toe te leiden naar de hulpverlening heeft Al Amal de aanpak ‘Tussen In’ ontwikkeld. Het doel van de methode ‘Tussen In’ is de kloof tussen Marok- kaanse gezinnen en hulpverleningsinstellingen te verkleinen. Hiertoe worden vertrouwenspersonen (intermediairs) ingezet van Al Amal. Uitgangspunt is dat het een te grote stap is om de bemiddeling vanuit de instelling die de hulp verleent te laten verlopen.

De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke rol en staat ‘in dienst’ van het gezin. Al Amal heeft als vrijwilligersorganisatie een enorm vertrouwen opgebouwd binnen de Marokkaanse gemeenschap.

Vanuit dit vertrouwen wordt de bemiddeling van

‘Tussen In’ door de Marokkaanse gezinnen geac- cepteerd.

Als een gezin dat is aangemeld bij BJZ de hulpver- lening niet wil accepteren, schakelt BJZ Al Amal in.

Al Amal probeert het gezin te overtuigen van het nut van de (vrijwillige) hulpverlening om zo te voorko- men dat het gezin op een later tijdstip in de gedwon- gen hulpverlening terecht komt.

Portes en de Abi Bakr moskee

Welzijnsorganisatie Portes werkt onder andere sa- men met een moskee in de Utrechtse wijk Zuilen, de Abi Bakr moskee. Vooral bij werving van de Marok-

Er is door Portes veel energie gestoken in het op- bouwen van het contact met zowel oudere als jonge- re sleutelfiguren in de moskee. Deze sleutelfiguren verwijzen mensen door naar het aanbod van Portes.

Portes biedt opvoedondersteuning, maar ook andere vormen van gezinsondersteuning. De samenwerking staat niet beschreven op papier, maar is gebaseerd op onderlinge mondelinge afspraken.

SOVEE en verschillende MZO’s zoals SMOR en stichting Rahman

SOVEE geeft pedagogische hulp en ondersteuning in de gemeente Amersfoort. SOVEE heeft een breed aanbod voor de doelgroep 0-23 jaar, waaronder ook opvoedondersteuning in onder andere het Arabi- sche/Berbers en de Turkse taal. Om migrantenou- ders beter te kunnen bereiken, werkt SOVEE samen met verschillende MZO’s, waaronder SMOR en stich- ting Rahman.

De Stichting Marokkaanse Ouderraad (SMOR) wil een bijdrage leveren aan de verbetering van de ont- wikkelingskansen van Nederlands- Marokkaanse jongeren en hun ouders in Amersfoort. Ze geven huiswerkbegeleiding en lessen eigen taal en cultuur.

Daarnaast organiseren ze voorlichting over allerlei thema’s voor ouders, waaronder opvoedthema’s. Dit gebeurt onder andere in samenwerking met SOVEE.

SMOR regelt de logistieke zaken (koffie/ thee, zaal) en draagt zorg voor het werven van de ouders, waar-

(11)

professional van SOVEE geeft de voorlichting. Na de voorlichting blijft de voorlichter vaak na om indivi- duele gevallen te bespreken en vervolgafspraken te maken. Op die manier worden er veel mensen door- verwezen naar reguliere opvoedondersteuning.

Stichting Rahman Educatief Centrum is een isla- mitische organisatie, die deel uitmaakt van Milli Görüs Nederland. Stichting Rahman heeft tot doel om voor de achterban de emancipatie, participatie en integratie in de maatschappij te bevorderen door middel van het organiseren van educatieve, sociaal- culturele, sportieve en religieuze activiteiten. Op het gebied van opvoedondersteuning wordt hierbij samengewerkt met SOVEE. Momenteel kijken ze naar de mogelijkheid van een coachingsproject voor schoolverlaters. Rahman gaat deze coaches werven onder de eigen achterban en SOVEE gaat de coaches begeleiden. Rahman verwijst, als dat nodig is, door naar verschillende instellingen, zoals SOVEE en jeugdzorginstelling De Rading.

(12)
(13)

Hoofdstuk 3 Stappenplan

Zoals in het vorige hoofdstuk naar voren kwam kan samenwerking veel opleveren. MZO’s kunnen daar- door beter tegemoet komen aan vragen die leven in hun achterban en reguliere instellingen kunnen via MZO’s moeilijk bereikbare groepen tóch bereiken.

Om tot een goede samenwerking te komen, onderscheiden we de volgende stappen:

» Stap 1 Verkenning van de samenwerking

» Stap 2 Aangaan van de samenwerking

» Stap 3 Onderhouden van de samenwerking

Bij elke stap geven we aan wat zowel MZO’s als reguliere instellingen kunnen doen om de samen- werking tot een succes te maken.

(14)

Verkenning van de samenwerking

De eerste stap is het belangrijkst. Reguliere instellingen en MZO’s moeten elkaar leren kennen en ontdekken of samenwerking zinvol is. Maar hoe pak je dat aan?

Aandachtspunten voor MZO’s:

Profileer jezelf

Zorg dat instellingen weten wat ze aan jullie MZO hebben. Waar ligt jullie specialisme? Welke doel- groepen worden bereikt? Welke resultaten boeken jullie? Maak dit duidelijk, bijvoorbeeld door mid- del van een folder, website of in een gesprek dat op jullie initiatief plaatsvindt. Laat zien dat je een brug wil slaan naar reguliere instellingen voor opvoedondersteuning.

Bewijs jezelf

Het duurt even voor instellingen jullie zien staan.

Ze zullen niet snel in zee gaan met een MZO die net is opgericht of die nog niets heeft georganiseerd op het gebied van opvoedondersteuning. Bijt dus in het begin even door, laat zien wat er in huis is en

Neem initiatief

Als je als MZO wilt samenwerken met een regu- liere instelling, neem daar dan stappen in. Wellicht zijn jullie (nog) niet in het vizier bij een instelling, of heeft de instelling een verkeerd (verouderd) beeld van jullie aanbod en expertise. Stap dus, indien nodig, zelf op de instelling af en ga met hen in gesprek.

Ken de sociale kaart

Om jullie leden op de juiste manier door te verwij- zen bij opvoedvragen en -problemen, maar ook om te weten welke partners er nog meer in het veld zijn en wie jullie eventueel kunnen benaderen, is het belangrijk om de sociale kaart te kennen.

Welke organisaties houden zich bij jullie in de

(15)

Aandachtspunten voor reguliere instellingen

Zie het belang in van MZO’s

MZO’s kunnen om diverse redenen een belangrij- ke rol spelen in de maatschappij. Zo bereiken zij vaak migrantenouders die je als reguliere instel- lingen niet bereikt. Ook in het kader van ontwik- kelingen zoals Welzijn Nieuwe Stijl,

waarbij vrijwillige inzet steeds belangrijker wordt, is het noodzakelijk steeds meer groepen in de maatschappij te bereiken en te activeren.

Verdiep je in MZO’s

Check welke MZO’s er zijn in de omgeving. Welke doelstellingen hebben ze? Vaak hebben MZO’s het geven van opvoedondersteuning niet als primair doel maar zien zij wel het belang voor hun ach- terban om op dit gebied samen te werken.

Het kan vooral de moeite waard zijn om MZO’s die al activiteiten hebben voor kinderen

(bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding of sociaal culturele activiteiten voor de jeugd) te benaderen.

Kijk met een open blik naar MZO’s

Welke expertise hebben ze in huis? Wat is de achtergrond van bestuur en vrijwilligers? Het beeld van MZO’s die alleen gerund worden door laagopgeleide mannen van de eerste generatie klopt niet meer. Veel MZO's hebben jonge hoog- opgeleide vrijwilligers.

stap 1

(16)

Formuleer een duidelijke vraag

Het is belangrijk dat je duidelijk kunt maken naar andere partijen wat je behoefte is. Welke behoeften en vragen hebben jullie leden en wat verwachten jullie van de ander? Op die manier worden verkeer- de verwachtingen voorkomen.

Geef mogelijke beperkingen aan

Maak duidelijk aan instellingen dat MZO’s vaak volledig gerund worden door vrijwilligers die hart voor de zaak hebben en vaak erg actief zijn, maar ook beperkt zijn in hun mogelijkheden en tijd. Wees ook open over mogelijke problemen, bijvoorbeeld

Aangaan van de samenwerking

Als jullie elkaar eenmaal hebben gevonden en besloten hebben tot samenwerking, moeten er afspraken worden gemaakt. Op welke manier wordt er samengewerkt, wat zijn de verwachtingen, wie doet wat?

dat ouders veel wantrouwen hebben naar reguliere instellingen toe en dat het veel energie

en tijd zal kosten om vertrouwen te winnen.

Maak duidelijke afspraken

Maak je eigen wensen kenbaar op een zakelijke manier. Vraag bijvoorbeeld een vrijwilligers- vergoeding voor inzet van je vrijwilligers.

Aandachtspunten voor MZO’s:

(17)

Betrek MZO’s vanaf het begin

Ga ruim voor het opstellen van een projectplan in gesprek met MZO’s. Betrek hen bij de ontwikke- ling. Zo beperk je de kans dat het project slecht aansluit bij de beoogde doelgroep. Bovendien wordt het project dan een gezamenlijke onderne- ming en voelt de MZO zich medeverantwoordelijk voor een goed resultaat. Wanneer je een MZO pas in een later stadium betrekt, kan dit op hen erg negatief overkomen. Het kan de indruk wekken dat zij geen inspraak meer hebben in de vorm en manier van uitvoering.

Benader MZO’s op een gelijkwaardige manier

Vraag naar wat je voor elkaar kunt betekenen. De leden van de MZO moeten niet het idee krijgen dat jij hen voor je karretje wilt spannen. Zoek naar de wederzijdse belangen.

Aandachtspunten voor reguliere instellingen

stap 2

Wees duidelijk

Geef duidelijk aan wat je doelen zijn en wees helder waarom je als reguliere instelling contact zoekt met een MZO. Wees helder in je verwach- tingen. En vraag het als je iets wilt weten van een MZO. Als reguliere instellingen en MZO’s elkaar beter kennen, kunnen ze op elkaars deskundig- heid aansluiten en aanvullend werken.

Geef niet te snel op

Leden van MZO’s met eerdere frustraties over samenwerking zijn soms terughoudend om weer samen te werken met een reguliere instelling.

Veel geduld, aandacht en ‘’hen oprecht zien’’ is hierbij nodig.

(18)

Onderhouden van de samenwerking

Als de samenwerking eenmaal loopt, moet deze – zoals in elke relatie – onderhouden worden. Anders bestaat het risico dat de organisaties uit elkaar groeien of elkaar niet meer begrijpen.

Aandachtspunten voor MZO’s:

Zorg dat de samenwerking niet persoonsgebonden is

Zorg dat de organisatie niet leunt op een of twee mensen. Zorg dat er veel mensen betrokken zijn en op de hoogte zijn van de activiteiten. Op die manier staat een instelling niet in de kou als er een per- soon wegvalt door bv. ziekte of verhuizing.

Verlies de vrijwilligers niet uit het oog

Om als serieuze partner te worden gezien, met een stevige achterban, is het belangrijk dat er voldoen- de oog is voor de vrijwilligers. Bied hen iets aan, bv. trainingen, een kleine vergoeding, mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen (intervisie). Op die manier blijft de MZO stabiel en laat deze naar bui- ten toe dezelfde gezichten zien. Dit draagt bij aan een positieve uitstraling van de organisatie.

(19)

19

Aandachtspunten voor reguliere instellingen

Wees flexibel

Wees niet verbaasd als de samenwerking met MZO’s informeel verloopt en afspraken monde- ling worden gemaakt. Probeer flexibel om te gaan met werktijden. Een ‘9 tot 5’ mentaliteit werkt niet in de samenwerking met MZO’s. MZO’s werken met vrijwilligers die vaak in de avonduren of weekenden actief zijn. Hetzelfde geldt voor het vastleggen van afspraken e.d. op papier. Soms lukt dat niet, terwijl in de praktijk blijkt dat de mondeling overeengekomen afspraken tot volle tevredenheid werken.

Houd contact met meerdere personen binnen de MZO

Zorg dat je met meer dan één persoon binnen de MZO contact hebt, zodat de samenwerking niet te kwetsbaar wordt. Zorg er ook voor dat de MZO binnen jullie eigen organisatie meerdere contact- personen heeft zodat de samenwerking niet stopt als één persoon wegvalt door bijvoorbeeld ziekte of vertrek uit de organisatie.

Houd het contact goed

Bouw vertrouwen op met leden van de MZO, door afspraken na te komen en hen als serieuze partner te zien, ook buiten het project. Houd informeel contact, ga af en toe langs. Wissel informatie uit over nieuwe ontwikkelingen, stuur nieuwsbrieven en nodig MZO’s uit voor bijeen- komsten of evenementen.

Maak jezelf bekender bij de doelgroep

MZO’s kunnen een rol hebben in het organise- ren van voorlichtingsactiviteiten voor de eigen achterban, in het advies geven bij lichte op- voedproblematiek of in het doorverwijzen naar reguliere instellingen. Het Opvoedbureau en de Centra voor Jeugd en Gezin zijn onbekend bij veel migrantenouders. Organiseer bijvoorbeeld een PR campagne over de Opvoedbureaus/CJGs samen met een MZO. Zij weten wat belangrijk is voor migrantenouders. Stem de voorlichting af op de doelgroep.

stap 3

(20)
(21)

21 Zoals duidelijk is geworden, komt de samenwer-

king met een instelling die opvoedondersteuning geeft of een MZO, niet altijd zonder problemen tot stand. Maar wat vooral duidelijk werd tijdens het onderzoek is dat samenwerking veel kan opleveren.

Hierdoor ontstaat namelijk: verbreding van de activi- teiten, toegang tot doelgroepen die voorheen moei- lijk bereikbaar waren, wederzijds vertrouwen en een sterkere positie in de wijk.

Als we samen over de brug gaan, dan komen we er zeker.

Tot slot

Leden van de projectgroep:

Alleato

www.alleato.nl

Alleato is een adviesbureau voor sociale vraagstuk- ken in de provincie Utrecht. Alleato brengt overhe- den, instellingen en burgers bij elkaar en onder- steunt hen bij het benutten van hun kwaliteiten.

Alleato heeft krachtige netwerken en brengt nieuwe inzichten in praktijk.

De Onderzoekerij

www.onderzoekerij.nl

De Onderzoekerij is een onafhankelijk onderzoeks- bureau, gespecialiseerd in het uitvoeren van toege- past onderzoek op het gebied van maatschappelijke vraagstukken. De Onderzoekerij biedt onderzoeks- ondersteuning aan lokale en landelijke non-profit organisaties.

Cumulus

www.cumuluswelzijn.nl

Cumulus Welzijn is een professionele welzijnson- derneming, actief in de Utrechtse wijken Binnen- stad, Noordoost, Oost en Overvecht. In deze wijken bouwt Cumulus door middel van een breed aanbod van activiteiten, diensten en voorzieningen samen met anderen aan een duurzame samenleving, die kansen en mogelijkheden biedt voor iedereen.

Bijlage

(22)

SOVEE

www.sovee.nl

SOVEE werkt aan het vergroten van kansen voor kinderen en jongeren van 0 - 23 jaar. SOVEE biedt begeleiding, advies, training en coaching aan jon- geren, ouders, peuterspeelzalen, scholen en an- dere organisaties die met jeugd werken in de regio Amersfoort.

Stichting Asha

www.stichtingasha.nl

Stichting ASHA is een Utrechtse zelforganisatie voor de Hindoestaanse Surinamers. De organisatie is zeer actief op terrein van emancipatie, onderwijs (huiswerkbegeleiding, ouderparticipatie), arbeids- markt (sollicitatiebegeleiding en netwerken) en ouderenzorg (dagopvang ouderen en oudereninfo m.b.t. voorzieningen).

Tamount

www.stichtingtamount.nl

Stichting Tamount is opgericht in 1984 met als doel het vergroten van de leefbaarheid in Utrecht. Ta- mount betekent ‘hand in hand’ of ‘samenwerken’. ‘Als we samenwerken staan we sterker’ is de gedachte ach- ter de naam. Stichting Tamount verzorgt: voorlichting over school, huiswerkbegeleiding voor kinderen, recreatieve activiteiten, opvoedcursussen voor ou- ders, contact tussen jong en oud en taallessen.

Stichting Rahman

www.stichtingrahman.nl

Stichting Rahman Educatief Centrum heeft tot doel om voor de achterban de emancipatie, participatie en integratie in de maatschappij te bevorderen mid- dels het organiseren van educatieve, sociaal-cul- turele, sportieve en religieuze activiteiten. Rahman doet dat vanuit een op de islam geïnspireerde maat- schappelijke verantwoordelijkheid, die op verschil- lende terreinen tot uitdrukking komt.

(23)

Colofon:

Het onderzoek ‘Samen over de Brug’ werd uitgevoerd door Alleato en De Onderzoekerij, in het kader van het programma ‘Diversiteit in het Jeugdbeleid’ van het ministerie voor Jeugd en Gezin en het ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie. ZonMW financierde het onderzoek.

Het onderzoek werd aangestuurd door een projectgroep, bestaande uit:

» Cumulus Welzijn

» SOVEE

» CJG Amersfoort

» Stichting Rahman

» Stichting Asha

» Stichting Tamount

Eindredactie van deze handleiding: Esther Poort, Justine Anschütz, Miriam Zandvliet en Anna Roos Meerbach

Illustraties: Brigida Almeida

(24)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Burgemeester en wethouders van de ge- meente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 24 november tot en met 30 november 2018 de volgende aan- vragen voor een

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft

In het project Samen over de Brug is onderzoek gedaan naar ervaringen met samenwerking tussen migrantenzelforganisaties en reguliere instellingen op het gebied