• No results found

b Notitie beleid arbeidsmigranten gemeente Asten 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "b Notitie beleid arbeidsmigranten gemeente Asten 2019"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Notitie beleid arbeidsmigranten

Gemeente Asten

2019

(2)

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding blz. 3

2. Huisvesting

2.1 Uitgangspunten blz. 5

2.2 Vormen van huisvesting blz. 6 2.2.1 Geclusterde huisvesting blz. 6 2.2.1 Huisvesting in reguliere woningen blz. 8 4.2.3 Tijdelijke huisvesting blz. 10

2.3 Omgevingsdialoog blz. 10

3. Handhaving

3.1 Wijze van handhaving blz. 11

3.2 Afstemming blz. 11

4. Integratie

4.1 Thema’s blz. 13

4.2 Taal blz. 13

4.3 Wegwijs in Nederland blz. 14

4.4 Samen-leven blz. 14

4.4 Kinderen van arbeidsmigranten blz. 14 5. Implementatie van beleid

5.1 Huisvesting blz. 16

5.2 Handhaving blz. 16

5.3 Integratie blz. 16

Bijlagen:

- Samenvatting aangedragen zaken discussieavonden - Rapportage Huisvesting Arbeidsmigranten(TOP onderzoek) - Overzicht arbeidsmigranten in Asten

- SNF-normering

- Toelichting op het taalakkoord

(3)

3 1. Inleiding

Op 2 juli 2009 werd door de gemeenteraad de Beleidsnotitie “huisvesting

arbeidsmigranten gemeente Asten 2009” vastgesteld. Inmiddels is gebleken dat het hierin vastgelegde beleid niet meer voldoet voor de huidige situatie.

Destijds werd arbeidsmigratie nog gezien als iets dat zich vooral voordeed tijdens het oogstseizoen in de land- en tuinbouw. Nu moet worden geconstateerd dat van seizoen gebondenheid nog nauwelijks sprake is en dat naast de land- en

tuinbouw de inzet van arbeidsmigranten in steeds meer sectoren het gehele jaar door noodzakelijk is. Arbeidsmigratie moet in de huidige situatie dan ook worden gezien als een noodzakelijk iets om de economische groei op peil te houden.

Het zal duidelijk zijn dat dit gevolgen heeft voor het te voeren beleid. Zaken als huisvesting, handhaving en integratie vragen om een andere benadering.

Inmiddels wordt ook landelijke, provinciaal en regionaal arbeidsmigratie gezien als een fenomeen dat om aandacht vraagt. De laatste jaren zijn diverse rapporten verschenen waarin ingegaan wordt op arbeidsmigratie en de economische

noodzaak ervan. Zo kan worden gewezen op het rapport “Van zorg naar sturing”

opgesteld door het PON over het arbeidsmigrantenvraagstuk in het MRE gebied.

Ook door de provincie zijn rapporten opgesteld waarin vanuit verschillende invalshoeken het arbeidsmigrantenvraagstuk wordt benaderd.

Ter voorbereiding op het opstellen van nieuw beleid is in het kader van het programma Vitale Democratie een drietal discussiebijeenkomsten gehouden, waarin alle burgers hun inzichten over dit onderwerp konden inbrengen. Tevens is via TOP Onderzoek een enquête gehouden om de mening van de inwoners van Asten te polsen over het vraagstuk van arbeidsmigratie. De uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in de Rapportage Huisvesting Arbeidsmigranten van februari 2019. De uitkomsten hiervan treft u aan in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 2.

Uit de genoemde documenten blijkt dat over het algemeen arbeidsmigratie vooral vanuit economisch oogpunt als noodzakelijk en als een positieve zaak wordt gezien. Daarnaast wordt erop gewezen dat er aandacht moet zijn voor de (negatieve)effecten van arbeidsmigratie. Hierbij moet worden gedacht aan woonomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, de gevolgen van de huisvesting van arbeidsmigranten voor de leefbaarheid van de omgeving en integratie.

De economische noodzaak van arbeidsmigratie zal naar verwachting de komende decennia blijven bestaan mede als gevolg van de vergrijzing. Dit betekent dat arbeidsmigratie als een permanent fenomeen moet worden beschouwd en beleidsmatig hierop zal moeten worden ingespeeld.

Gelet op de opgave die arbeidsmigratie met zich mee brengt is bij het opstellen van dit beleid ervoor gekozen om niet uitputtend alles vast te leggen omdat dit belemmerend kan werken en daardoor goede initiatieven niet van de grond komen. Zo is er voor wat betreft huisvesting voor gekozen om kaders vast te leggen voor de verschillende vormen van huisvesting. Vindt huisvesting plaats binnen deze kaders dan kan hieraan in principe medewerking worden verleend.

Vervolgens zal de initiatiefnemer/aanvrager moeten onderbouwen waarom de door hem voorgestelde locatie daadwerkelijk geschikt is voor het beoogde doel.

Hierbij zal ook uitdrukkelijk aandacht moeten worden besteed aan het effect van de huisvesting op de omgeving en de communicatie hierover met de omgeving.

Dit kan vervolgens bij een verzoek om vergunning/ontheffing door de gemeente worden beoordeeld.

(4)

4

Bij het beheersbaar houden van de gevolgen van arbeidsmigratie is een adequate handhaving belangrijk. Het is belangrijk dat de geldende regels worden

nageleefd en dat er sprake is van een integrale aanpak, waarbij alle facetten die arbeidsmigratie met zich mee brengt worden meegenomen. Bij het voorgestelde handhavingsbeleid wordt hierop ingezet.

Voor wat betreft integratie is vooral van belang dat naarmate arbeidsmigranten kiezen voor een langer verblijf dit aspect steeds belangrijker wordt. Hierbij is van belang dat integratie van e.u.-arbeidsmigranten niet kan worden afgedwongen door bv. het volgen van inburgeringscursussen, maar berust op vrijwilligheid. Dit heeft tot gevolg dat voorlichting erg belangrijk is. Voor alle groepen

arbeidsmigranten is enige beheersing van de Nederlandse taal belangrijk. Tevens is het van belang dat de arbeidsmigrant op de hoogte is van diverse aspecten die belangrijk zijn in de Nederlandse samenleving. Omdat de werkgever belang heeft bij een werknemer die op een acceptabel niveau kan functioneren in de

Nederlandse samenleving ligt de verantwoordelijkheid voor integratie ook bij de werkgever. De inzet van het integratiebeleid zal dan ook moeten zijn om in samenwerking met werkgevers en maatschappelijke organisaties integratie te bevorderen.

(5)

5 2. Huisvesting

2.1 Uitgangspunten

De huisvesting van arbeidsmigranten is op dit moment een van de meest urgente zaken. Voor wat betreft huisvesting zijn de volgende argumenten belangrijk:

- Arbeidsmigranten zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling van Asten. In februari 2019 zijn er 1329 arbeidsmigranten aanwezig in Asten.

Een overzicht is opgenomen in bijlage 3 van deze notitie. Door de

economische groei, de vergrijzing, toename van de 24-uurs economie en de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt is de verwachting dat dit aantal de komende jaren nog verder zal groeien. Het merendeel van de in Asten aanwezige arbeidsmigranten is werkzaam in de agrarische sector (tuinbouw). We zien echter dat in steeds meer sectoren arbeidsmigranten worden ingezet. Uit de bijeenkomsten die zijn gehouden is duidelijk aangegeven dat de inzet van arbeidsmigranten nodig is om te kunnen blijven functioneren;

- Het huidige arbeidspotentieel kan de behoefte niet opvangen.

Uit de bijeenkomsten is gebleken dat met het aanwezige arbeidspotentieel niet kan worden volstaan. De hoeveelheid en het type werk vraagt voor een langere periode om de inzet van arbeidsmigranten;

- Vanwege de aanwezigheid en de verdere groei van het aantal

arbeidsmigranten is de vraag naar huisvestingsmogelijkheden groot;

- Gelet op de vraag naar huisvestingsmogelijkheden en de druk die dat met zich meebrengt moeten er waarborgen zijn dat de beschikbare huisvesting van voldoende kwaliteit is;

- Bij de huisvestingsmogelijkheden moet gewaarborgd zijn dat leefbaarheid van de directe omgeving niet onder druk komt te staan.

Het vorenstaande betekent dat voor wat betreft het huisvestingsbeleid moet worden uitgegaan van de maximale benutting van kansen voor huisvesting van goede kwaliteit. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de gevolgen voor de leefbaarheid voor de directe omgeving, daar waar daadwerkelijk

huisvesting van arbeidsmigranten plaats vindt. Dit kan o.a. door het stellen van strikte voorwaarden t.a.v. het beheer van accommodaties. Hierbij zal bij elk initiatief moeten worden beoordeeld of door het stellen van voorwaarden kan worden voorkomen dat het woon- en leefklimaat van de directe omgeving teveel wordt aangetast.

Op basis van de verblijfsduur wordt meestal een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën arbeidsmigranten:

- Shortstay: verblijf tot maximaal één jaar;

- Midstay: verblijf tussen 1 en 3 jaar;

- Longstay: verblijf van 3 jaar en langer.

Voor de huisvesting is het van belang dit onderscheid te maken omdat elke categorie arbeidsmigranten om een andere vorm van huisvesting vraagt. Bij de shortstayers gaat het vooral om logiesvorm van voldoende kwaliteit tegen een lage huur. Hierbij is, binnen zekere grenzen, delen van zaken als eet- en

kookgelegenheid of sanitaire voorzieningen geen probleem. De midstayers stellen hogere eisen aan privacy en hebben behoefte aan een eigen plek en eigen

voorzieningen. Hierbij kan worden gedacht aan huisvesting die voorziet in een eigen kamer met eigen kookgelegenheid en sanitaire voorzieningen. De huisvesting is qua oppervlakte klein en het delen van sommige voorzieningen blijft mogelijk.

(6)

6

De longstayers onderscheiden zich eigenlijk niet van reguliere woningzoekenden en zullen dus een beroep moeten doen op de reguliere woningmarkt.

2.2 Vormen van huisvesting

Er bestaan voor arbeidsmigranten diverse vormen van huisvesting. In deze notitie worden de volgende vormen onderscheiden:

- Geclusterde huisvesting: hieronder wordt verstaan elke vorm van huisvesting waarbij meer dan zes (binnen de bebouwde kom) of 10 (in het buitengebied) arbeidsmigranten op één locatie zijn gehuisvest;

- Huisvesting in reguliere woningen: dit betreft huisvesting van

arbeidsmigranten tot een maximaal aantal personen per woning die geen gezamenlijke huishouding voeren (kamerbewoning) dan wel huisvesting van arbeidsmigranten in gezinsverband;

- Tijdelijke huisvesting: dit is een vorm van geclusterde huisvesting die middels een ontheffing van de geldende bestemmingsplanbepalingen voor de periode van maximaal 10 jaar mogelijk wordt gemaakt.

2.2.1. Geclusterde huisvesting

Bij geclusterde huisvesting gaat het om logies en is er geen sprake van regulier wonen. De huisvesting is meestal sober en alleen geschikt voor tijdelijke verblijf voor shortstay en bij wat luxere huisvesting eventueel voor midstay.

In principe kan medewerking worden verleend aan geclusterde huisvesting middels een vergunning/ontheffing.

Om in het onderstaande aangegeven redenen zal geclusterde huisvesting is in elk geval niet worden toegestaan in de onderstaande gevallen:

- Op bedrijventerreinen.

In principe is een bedrijventerrein niet bedoeld voor verblijf van personen.

Tevens is op bedrijventerreinen in Asten geen sprake van leegstand. Ook is er geen voorraad aan uitgeefbaar bedrijventerrein. Huisvesting van arbeidsmigranten op bedrijventerreinen zou ten koste kunnen gaan van de beschikbare bedrijfsruimten of terreinen. Een uitzondering kan worden gemaakt voor bestaande bedrijfswoningen. Via de formule van

kamerbewoning en de hiervoor geldende voorwaarden kan huisvesting in principe mogelijk worden gemaakt;

- In recreatieve voorzieningen zoals recreatieparken, campings, B&B’s , enz.

In principe moet er geen vermenging ontstaan tussen de huisvesting van arbeidsmigranten en verblijf van recreanten omdat de aard van het verblijf en daarmee de verblijfsvoorzieningen anders zijn. Vermenging houdt het gevaar in dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de recreatieve

voorzieningen. Slechts indien door toepassing van strikte voorwaarden kan worden aangetoond dat het gevaar van vermenging niet ontstaat kan in voorkomende gevallen huisvesting van arbeidsmigranten op

recreatieparken worden toegestaan. Een belangrijke voorwaarde zal hierbij zijn dat wordt ingezet op permanente en kwalitatief goede huisvesting. Zie hiervoor ook het gestelde onder het 5e gedachten streepje;

- Voor meer dan 100 arbeidsmigranten op één locatie.

Teneinde de omgeving niet teveel te belasten wordt geclusterde

huisvesting in principe beperkt tot maximaal 100 personen. Slechts indien door een initiatiefnemer ten genoegen van de gemeente kan worden aangetoond dat huisvesting van een hoger aantal personen zonder een zwaardere belasting van de omgeving mogelijk is, kan hiervan worden afgeweken;

(7)

7

- Voor de huisvesting van gezinnen met kinderen. Het zal duidelijk zijn dat huisvesting van gezinnen met kinderen niet past bij deze vorm van huisvesting gelet op aard van de huisvesting;

- In wooncontainers, caravans en andere mobiele voorzieningen.

Huisvesting in dit soort voorzieningen was in het verleden toegestaan uitgaande van de veronderstelling dat er (vaak) sprake was van

seizoensarbeid. Aangezien er bij arbeidsmigratie nauwelijks nog sprake is van seizoensarbeid moet worden ingezet op meer permanente huisvesting.

Huisvesting in wooncontainers, caravans en andere mobiele voorzieningen past hierin niet;

- Als, naar oordeel van de gemeente, één of meer van de volgende aspecten in onevenredige mate worden aangetast of belemmerd:

a. De gebruiksmogelijkheden van de omliggende functies;

b. Het woon- en leefklimaat van de omgeving van de accommodatie;

c. De kwaliteit van het landschap;

d. De verkeersontsluiting en parkeersituatie;

e. Milieu hygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid.

Om te bereiken dat geclusterde huisvesting van voldoende kwaliteit is en de leefbaarheid van de omgeving niet teveel onder druk komt te staan zijn er een aantal randvoorwaarden die hierop van toepassing zijn. Voor geclusterde huisvesting gelden in elk geval de volgende voorwaarden:

- Huisvesting moet voldoen aan de wettelijke eisen ingevolge het Bouwbesluit en gecertificeerd zijn volgens de Stichting Normering Flexwonen (SNF). De SNF-normering is opgenomen in bijlage 4 van deze notitie;

- Er moet in elke locatie een nachtregister worden bijgehouden, waarin in elk geval de volgende gegevens worden vastgelegd:

Personalia;

Contactgegevens;

Datum aanvang en beëindiging van de huisvesting;

- Voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente wordt, voor personen die niet zijn ingeschreven de Basisregistratie Personen (BRP), een aanslag toeristenbelasting opgelegd, e.e.a. conform de geldende Verordening Toeristenbelasting;

- Voor elke locatie moet een beheerder worden aangewezen. De beheerder zorgt voor en is verantwoordelijk voor het (dagelijks) onderhoud van de locatie binnen en buiten. Hij is tevens de contactpersoon voor bewoners, de omgeving en (overheids)instanties (waaronder de gemeente). Hij is verplicht een overzicht bij te houden van de locaties waarvoor hij

verantwoordelijk is en van de gehuisveste personen per locatie alsmede het nachtregister;

- Op de locatie is per huisvestingsunit voorlichting en informatie voor de bewoners beschikbaar, bij voorkeur in de taal van de bewoners en als dit redelijkerwijze niet mogelijk is in de Nederlandse en Engelse taal. Naast de informatie over de minimaal vereiste wooneisen (in de SNF-norm) moet ook informatie ter beschikking zijn over de cao voor uitzendkrachten (tenminste in de vorm van een samenvatting) informatie over scholing (taal), huisvesting, registratie, werken en arbeidsvoorwaarden, uitkeringen en toeslagen, verzekeringen, belastingen en gezondheidszorg;

- Voor elke geclusterde huisvestingslocatie moet een huisreglement worden opgesteld, dat deel uitmaakt van de vergunningaanvraag;

- Het reglement moet in elk geval ingaan op de volgende aspecten:

(8)

8

a. Gedrag van de huurders/gebruikers (als goede buur) m.b.t. o.a.

geluid, afval, parkeren, ontvangen van bezoek; het gebruik van barbecue, het houden van feesten e.d.;

b. Brandveiligheid zoals een vluchtplan en de aanwezigheid en vindplaats van blusmiddelen;

c. De verplichting tot inschrijving in de Basis Registratie Personen (BRP) bij een beoogd verblijf van meer dan 4 maanden en tot uitschrijving bij vertrek of verhuizing;

d. Belangrijke telefoonnummers van contacten en hulpdiensten en andere instanties.

- Uit een dergelijk reglement moet o.a. blijken hoe overlast, zowel voor eigen huurders/gebruikers als voor de directie omgeving wordt voorkomen en welke sancties er bij overtreding worden genomen. In een

huisreglement moet in elk geval worden opgenomen welke maatregelen worden getroffen indien:

a. Bij huurders het gebruik van hard- en/of softdrugs wordt geconstateerd;

b. Bij huurders/gebruikers structureel overmatig alcoholgebruik wordt geconstateerd;

c. Voertuigen van huurders/gebruikers op het terrein van de locatie of in de directe omgeving van de huisvestingslocaties foutief worden geparkeerd;

d. De huurders/gebruikers zwerfafval veroorzaken;

e. De huurders/gebruikers geluidsoverlast veroorzaken.

- Het huisreglement moet op een of meerdere goed zichtbare locaties (in elk geval bij de in- en uitgang(en)) worden aangeplakt en aan elke bewoner bij inschrijving op de locatie ter hand worden gesteld. Het huisreglement moet zowel in het Nederlands als in de taal van de aanwezige bewoners worden opgesteld;

- In het huisreglement moet worden opgenomen wie namens de aanvrager verantwoordelijk is voor het houden van toezicht op dit reglement en hoe de verantwoordelijke persoon ten allen tijde bereikbaar is voor de

huurders/gebruikers, de omwonenden, de politie en andere (overheids)instanties;

- De beheerder is verplicht elke klacht die bij hem binnenkomt te registreren en aan te geven hoe deze is afgehandeld.

Afhankelijk van de locatie kunnen nadere specifieke eisen worden gesteld bij de vergunningverlening.

2.2.2 Huisvesting in reguliere woningen

Bij huisvesting in reguliere woningen kunnen twee vormen worden onderscheiden:

- Huisvesting van arbeidsmigranten die zich permanent willen vestigen;

- Huisvesting in de vorm van kamerbewoning.

Voor arbeidsmigranten die zich definitief willen vestigen wordt ervan uit gegaan dat deze groep een beroep doet op de reguliere woningmarkt. Het criterium dat hiervoor geldt is dat er sprake is van één huishouden (enkel- of meerpersoons) dat zich huisvest in een reguliere woning. Voor hen geldt de eis dat zij staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

De verwachting is dat steeds meer arbeidsmigranten zich permanent zullen

vestigen. Dit betekent dat er vanuit die groep een steeds grotere druk ontstaat op

(9)

9

de reguliere woningmarkt. Daarom zal in het volkshuisvestingsbeleid met deze groep inwoners uitdrukkelijk rekening moeten worden gehouden.

Daarnaast bestaat de mogelijkheid van huisvesting in reguliere bestaande woningen in de vorm van kamerbewoning. In het huidige beleid is op deze wijze de huisvesting van maximaal 6 personen per woning in de bebouwde kom en 10 personen per woning in het buitengebied toegestaan. Voor de bebouwde kom geldt hierbij de restrictie dat binnen een straal van 150 m’ maximaal één voorziening is toegestaan. Deze regeling heeft vaker aanleiding gegeven tot discussie. Ook tijdens de discussieavonden is deze regel meermalen ter discussie gesteld, waarbij werd aangedrongen op verruiming en deze afhankelijk te maken van de omvang van de woning. Om een tweetal redenen moet hiermee

voorzichtig worden omgegaan. In de eerste plaats betekent verruiming dat het voordelig kan zijn om meer reguliere woningen te gaan gebruiken voor

huisvesting van arbeidsmigranten. Dit betekent dat deze woningen worden onttrokken aan reguliere woningvoorraad waardoor de druk op de lokale

woningmarkt toeneemt. In de tweede plaats is uit het TOP onderzoek gebleken dat het merendeel van de geënquêteerden (44 %) er de voorkeur aan geeft dat het aantal arbeidsmigranten dat per woning mag worden gehuisvest wordt beperkt tot maximaal 4.

Omdat de huidige regeling nauwelijks aanleiding heeft gegeven tot klachten is er niet direct aanleiding om deze te beperken. Tevens mag worden verwacht dat door verruiming van andere huisvestingsmogelijkheden de huisvesting in reguliere woning beperkt blijft. Handhaving van de huidige regeling is dan ook verdedigbaar en uitvoerbaar.

Slechts indien door een aanvrager ten genoegen van de gemeente wordt aangetoond dat in een voorkomend geval afwijking van de basisregel is gerechtvaardigd kan worden overwogen van de geldende regeling v.w.b. het aantal te huisvesten arbeidsmigranten af te wijken.

Aan de huidige regeling zijn de volgende voorwaarden verbonden:

a. “Aangetoond wordt dat kamerverhuur noodzakelijk is vanuit een behoefte van bedrijven uit de directe omgeving aan (tijdelijke) werknemers;

b. Deze huisvesting plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing;

c. Er minimaal 12 m² verblijfsgebied per persoon aanwezig is;

d. Het aantal personen dat een kamer huurt per woning inclusief aangebouwde bijgebouwen niet meer bedraagt dan 6 binnen de bebouwde kom en 10 in het buitengebied;

e. Binnen een straal van 150 meter maximaal één locatie voor kamerverhuur is toegestaan binnen de bebouwde kom;

f. Geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;

g. Belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.”

Teneinde te bereiken dat de vormen van huisvesting voor arbeidsmigranten zoveel mogelijk overeenkomen is aanpassing c.q. aanvulling van deze voorwaarden noodzakelijk. Derhalve zijn de voorwaarden die gelden voor geclusterde huisvesting, zoal die zijn opgenomen in hoofdstuk 2.2.1, ook van toepassing bij kamerbewoning ten behoeve van arbeidsmigranten.

(10)

10 2.2.3 Tijdelijke huisvesting

Onder tijdelijke huisvesting wordt in deze notitie verstaan huisvesting waarvoor gedurende een bepaalde periode ontheffing/vergunning wordt verleend.

Ingevolge de geldende regels is dit mogelijk voor een periode van maximaal 10 jaar en in principe is deze alleen van toepassing op geclusterde huisvesting.

Aangezien de gemeente inzet op creëren van permanente huisvestingslocaties zal tijdelijke huisvesting alleen worden toegestaan indien hiervoor in specifieke gevallen gegronde redenen aanwezig zijn e.e.a ter beoordeling van de gemeente.

Omdat bij tijdelijke huisvesting er meestal ook sprake van een situatie die geldt voor een langere periode heeft tijdelijke huisvesting in principe dezelfde impact op gebruikers (arbeidsmigranten) en de omgeving als definitieve huisvesting. Er is dan ook geen reden om voor tijdelijke huisvesting andere eisen te stellen dan bij permanente huisvesting. De in hoofdstuk 2.2.1 opgenomen eisen en

voorwaarden zijn dan ook onverkort van kracht als er sprake is van tijdelijke huisvesting.

2.3 Omgevingsdialoog

Bij de ontwikkeling van locaties voor geclusterde huisvesting is het belangrijk de omgeving hierbij in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Het initiatief hiervoor ligt bij de initiatiefnemer. De gemeente ondersteunt de initiatiefnemer hierbij.

Teneinde de omgevingsdialoog goed te laten verlopen stelt de initiatiefnemer in overleg met de gemeente en eventueel andere betrokken partijen een

communicatieplan op waarin in elk geval is opgenomen:

- Hoe en wanneer tijdens de ontwikkelfase (de fase voorafgaand aan de vergunningverleningsprocedure) de omgeving en andere betrokken partijen over het initiatief worden geïnformeerd;

- De momenten waarop tijdens de (vergunningverlening)procedure overleg wordt gevoerd met de omgeving. De initiatiefnemer betrekt hierbij zoveel mogelijk de bedrijven waar de arbeidsmigranten werkzaam zijn;

- de momenten waarop formeel of informeel tijdens de exploitatieperiode overleg wordt gevoerd met de omgeving. Alsdan moet tenminste inzicht worden gegeven in eventuele maatwerkoplossingen ten aanzien van de locatie die in overleg met de omgeving tot stand zijn gekomen en de afspraken die hierover met partijen zijn gemaakt om deze te bewaken.

(11)

11 3. Handhaving

3.1 Wijze van handhaving

Het beleid biedt in de toekomst meer mogelijkheden tot huisvesting van arbeidsmigranten. Hieraan zijn echter voorwaarden verbonden die de

leefbaarheid van zowel de arbeidsmigranten als de omgeving zoveel mogelijk proberen te waarborgen. Om te bereiken dat aan deze voorwaarden wordt voldaan is een strikt handhavingsbeleid noodzakelijk.

Vanuit handhaving kan onderscheid gemaakt worden in de volgende situaties:

- Illegale situaties (huidige en toekomstige): deze moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij constatering zal onmiddellijk actie worden

ondernomen teneinde de illegale situatie te beëindigen. Deze gedragslijn wordt ook op dit moment al gevolgd indien er sprake is van onveilige situaties.

- Verleende gedoogsituaties: vanuit het verleden zijn situaties ontstaan, waarbij huisvesting van arbeidsmigranten in principe volgens de geldende regels niet is toegestaan, maar waarbij geen noodzaak is tot het direct beëindigen van de huisvesting en/of niet direct andere

huisvestingsmogelijkheden beschikbaar zijn. Hiervoor is een

gedoogbeschikking genomen. De gedoogsituaties zullen worden getoetst aan het nieuwe beleid en zo mogelijk zal de belanghebbende in de gelegenheid worden gesteld om de situatie te legaliseren d.m.v. een hiertoe in te dienen verzoek. Indien de gedoogsituatie niet past binnen het nieuwe beleid moet deze binnen een redelijke overgangstermijn worden beëindigd. Is de huisvesting dan niet beëindigd dan is er sprake van een illegale situatie en wordt conform die richtlijn gehandeld.

- Overgangssituaties: hierbij moet bv. worden gedacht aan situaties waarbij sprake is van een tijdelijke ontheffing/vergunning, waarvan de tijdsduur is overschreden of situaties die vergelijkbaar zijn met

huisvestingsmogelijkheden die wel zijn toegestaan, maar waarin het bestaande beleid niet voorziet. Ook in deze gevallen zal de situatie worden getoetst aan het nieuwe beleid en zo mogelijk zal de belanghebbende in de gelegenheid worden gesteld om de situatie te legaliseren d.m.v. een hiertoe in te dienen verzoek. Indien de (overgangs)situatie niet past binnen het nieuwe beleid moet deze binnen een redelijke

overgangstermijn worden beëindigd. Is de huisvesting dan niet beëindigd dan is er sprake van een illegale situatie en wordt conform die richtlijn gehandeld.

- Nieuwe situaties: hiervoor geldt dat voor ingebruikname van de

accommodatie een opleveringscontrole zal worden uitgevoerd, waarbij wordt gecontroleerd of aan alle voorschriften wordt voldaan. Wordt hieraan niet voldaan dan mag de accommodatie niet in gebruik worden genomen. Binnen 2 maanden na ingebruikname zal een her controle worden uitgevoerd, zodat kan worden nagegaan of ook aan voorwaarden rond het bijhouden van een verblijfsregister en inschrijving in het GBA wordt voldaan. De vervolgcontroles kunnen worden aangemerkt als reguliere controles en als zodanig zullen deze deel uitmaken van het reguliere handhavingsprogramma.

3.2 Afstemming

Bij huisvesting van arbeidsmigranten gaat het vaak om zaken die binnen verschillende gemeentelijke beleidsterreinen en ook om terreinen die buiten de gemeentelijke verantwoordelijkheid en bevoegdheid vallen. Een integrale aanpak is dan ook noodzakelijk teneinde het handhavingstraject zo effectief mogelijk te laten verlopen. Derhalve is afstemming van de volgende aspecten noodzakelijk:

(12)

12 - SNF-normen en Bouwbesluit.

De SNF-normen en de eisen uit het Bouwbesluit t.a.v. de huisvesting van arbeidsmigranten zijn grotendeels hetzelfde. Omdat met de betreffende regels een ander doel wordt nagestreefd is volledige gelijkschakeling niet mogelijk. Wel is het noodzakelijk dat er tussen de gemeente en de Stichting Normering Fexwonen afstemming plaats vindt zodat de regels geen strijdigheid met elkaar opleveren. Tevens is het noodzakelijk om de controles op elkaar af te stemmen en de resultaten met elkaar te delen zodat de belasting voor de exploitanten van de accommodaties en de arbeidsmigranten zo klein mogelijk is en dubbele werkzaamheden zoveel mogelijk worden voorkomen.

- Sociale en andere misstanden.

Bij gemeentelijke controles zal niet alleen gelet worden op overtredingen van de regelgeving op gemeentelijk terrein (bv. Vergunning, Bouwbesluit, BRP e.d.) maar ook of zich misstanden op sociaal of ander terrein

voordoen. Hierbij moet worden gedacht aan zaken als uitbuiting, overtreding van fiscale wetgeving, e.d. Indien deze zaken worden

geconstateerd zal dit worden doorgeleid aan de bevoegde instanties zoals politie en belastingdienst.

De afstemming van diverse beleidsvelden binnen de gemeente en verantwoordelijke instanties buiten de gemeente kan ook weer input opleveren voor het gemeentelijke handhavingsteam zodat adequaat op zaken kan worden ingespeeld en misstanden zoveel mogelijk worden voorkomen.

(13)

13 4. Integratie

4.1 Thema’s

Uitgangspunt is dat de arbeidsmigranten in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor integratie. Daarnaast hebben andere betrokken partijen de

verantwoordelijkheid om de randvoorwaarden voor een goede integratie te scheppen. Hierbij moet naast de gemeente en maatschappelijke organisaties vooral worden gedacht aan werkgevers. Samenwerking tussen de genoemde partijen op dit thema is dus noodzakelijk. De rol van de gemeente zal vooral faciliterend en mogelijk initiërend moeten zijn.

Op basis van diverse onderzoeken kunnen 4 thema’s worden aangegeven die in het kader van integratie belangrijk zijn. Dit zijn:

- Taal;

- Wegwijs in Nederland;

- Samen-leven;

- Kinderen van arbeidsmigranten.

Afhankelijk van de termijn dat arbeidsmigranten in Nederland verblijven is de inzet op deze thema’s verschillend.

4.2 Taal

Het beheersen van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde voor participatie in de samenleving. Dit begint al bij de constatering dat het moeilijk is om migranten die de Nederlandse taal niet spreken te bereiken met relevante informatie. Vervolgens is het voor migranten die zich (semi-)permanent in

Nederland willen vestigen moeilijk om een sociaal leven op te bouwen als je geen Nederlands spreekt. Ook het contact met de school van de kinderen of met maatschappelijke (jeugd)organisaties vormt het niet spreken van de taal een belemmering. Ook het vinden van een baan die past bij het opleidingsniveau van de arbeidsmigrant is lastig als de Nederlandse taal onvoldoende wordt beheerst.

Er bestaat geen verplichting voor arbeidsmigranten om de Nederlandse taal te leren. Het beleid zal dus vooral gericht moeten zijn op stimulering. Hierbij is het belangrijk dat voldoende mogelijkheden van taalonderwijs op diverse niveaus lokaal of regionaal beschikbaar zijn. Het taalaanbod kan gaan om commercieel aanbod, aanbod via organisaties van migranten, werkgevers of

taalcoachorganisaties die werken met vrijwilligers. De eerste stap is het aanbood lokaal of regionaal in kaart te brengen. Mocht blijken dat dit niet toereikend is dan zullen wegen gezocht moeten worden om het taalaanbod uit te breiden. De gemeente heeft hierbij in eerste instantie een initiërende rol.

Vervolgens is het belangrijk dat het belang van taal en het aanbod onder

aandacht wordt gebracht van migranten en stimuleren hieraan deel te nemen. Bij de gemeente kan dit plaats vinden bij registratie in de Basis Registratie Personen of de Registratie Niet-ingezetenen. Tevens kan de gemeente via werkgevers , huisvesters, uitzendbureaus en zelforganisaties proberen de arbeidsmigranten proactief hierop te wijzen. Zie hiervoor ook de verplichting bij

vergunningverlening om informatie hierover ter beschikking te stellen van de arbeidsmigranten.

Naast of in samenwerking met de gemeente is ook de rol van werkgevers op dit punt belangrijk. Zij zijn erbij gebaat dat arbeidsmigranten zich in de Nederlandse taal verstaanbaar kunnen maken en dat zij informatie zoals werkinstructies kunnen lezen en begrijpen. Derhalve mag van hun ook een belangrijke bijdrage op dit gebied worden verwacht. Er bestaat een nationaal project waar werkgevers zich inzetten voor het verbeteren van de taalvaardigheid van hun medewerkers:

“Het Taalakkoord”. In bijlage 5 wordt dit verder toegelicht. Omdat ook

(14)

14

werkgevers geen verplichting kan worden opgelegd blijft inzet op dit gebied afhankelijk van de welwillendheid van de werkgevers. In de contacten met werkgevers kan de gemeente hen wijzen op het belang van beheersing van de Nederlandse taal van arbeidsmigranten en hen stimuleren aan te sluiten bij “Het Taalakkoord” of anderszins de taalbeheersing van hun buitenlandse werknemers te bevorderen.

4.3 Wegwijs in Nederland

Het is van belang dat arbeidsmigranten kennis hebben van het reilen en zeilen in Nederland m.b.t. zaken als huisvesting, registratie, werken, arbeidsvoorwaarden uitkeringen en toeslagen, verzekeringen, belastingen en gezondheidszorg. Dit kan via concrete informatie en verwijzing naar websites waarop dit soort informatie kan worden gevonden. Via de gemeentelijke website is dergelijke informatie op dit moment al beschikbaar in het Nederlands, Engels en Pools. Ook via de site van Onis is informatie beschikbaar. Onderzocht zal moeten worden of de

aanwezige informatie voldoende is en niet te versnipperd wordt aangeboden. Zo nodig zal actie moeten worden ondernomen om de informatie te actualiseren, te bundelen en op een meer prominente plaats aan te bieden.

Daarnaast wordt in het kader van de vergunningverlening de vergunninghouder verplicht om dergelijke informatie beschikbaar te stellen. Hiermee wordt bereikt dat de arbeidsmigrant in elk geval de mogelijkheid heeft deze informatie via meerdere kanalen tot zich te nemen.

4.4 Samen-leven

Om het samen-leven te bevorderen moet worden gestimuleerd dat

arbeidsmigranten gebruik maken van bestaande algemene voorzieningen in de gemeente. Deze voorzieningen zijn immers bedoeld voor alle inwoners. Belangrijk is dat er gezorgd wordt voor gerichte informatievoorziening over zaken zoals de bibliotheek, sportfaciliteiten en het lokale verenigingsleven. Nagegaan moet worden of de informatie die op dit moment via de gemeentelijke website

beschikbaar is uitgebreid moet worden met informatie over lokale onderwerpen die het samen-leven bevorderen.

4.5 Kinderen van arbeidsmigranten

Met een toename van het aantal arbeidsmigranten is ook te verwachten dat het aantal kinderen van arbeidsmigranten dat in Nederland verblijft toeneemt. Omdat veel ouders en kinderen pas betrekkelijk kort in Nederland zijn kan dit op scholen problemen opleveren in de communicatie tussen ouders en leerkrachten.

Daarnaast speelt het ontbreken van kennis over het Nederlandse schoolsysteem hen parten. Zij zijn vaak niet bekend met het fenomeen dat het opvoeden een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van school en ouders. Bij oudere kinderen is het gevaar aanwezig dat zij achterop raken door een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal. Hierdoor is er een verhoogd risico op uitval en wordt een succesvolle aansluiting bij leeftijdgenoten belemmerd.

Door Prodas wordt op dit moment een cursus aangeboden aan leerkrachten over interculturele communicatie. De cursus is breed van opzet en heeft betrekking op meerdere doelgroepen, waaronder arbeidsmigranten met een Poolse achtergrond.

Verder wordt via het VVE-overleg (vroeg- en voorschoolse educatie) dit onderwerp besproken. Op basis hiervan wordt gemonitord of extra stappen noodzakelijk zijn om te bereiken dat kinderen, waarbij een (taal)achterstand dreigt, voldoende voorbereid zijn op het basisonderwijs.

Om de geconstateerde problemen zoveel mogelijk te voorkomen is ook op dit gebied informatievoorziening belangrijk. Omdat het in deze gevallen meestal gaat

(15)

15

om arbeidsmigranten die zich blijvend of in elk geval voor langere tijd in Asten willen vestigen zijn zij verplicht zich te laten inschrijven in de BRP. Dit is dan ook het moment dat arbeidsmigranten met kinderen de bedoelde informatie kan/moet worden verstrekt over het onderwijssysteem en het onderwijsaanbod.

Op dit moment is alleen een folder in de Engelse taal beschikbaar over

voorschoolse voorzieningen. In overleg met migrantenorganisaties/sleutelfiguren en scholen zal bekeken moeten worden hoe voor arbeidsmigranten toegankelijke informatie beschikbaar komt.

Omdat het bij kinderen van arbeidsmigranten over het algemeen gaat om gezinnen die zijn opgenomen in de BRP kan via de bestaande systemen

(buurtwerk, leerplichtuitvoering, jeugdgezondheidszorg e.d.) worden nagegaan waar mogelijk extra ondersteuning noodzakelijk is. Op het moment dat gezinnen in beeld zijn, wordt gekeken wat er aan ondersteuning nodig is. In principe geldt dit voor alle burgers. Mogelijk dat in de toekomst deze bevolkingsgroep extra aandacht vraagt.

(16)

16 5. Implementatie van het beleid 5.1 Huisvesting

Om het in deze notitie vastgelegde beleid ook te effecturen zijn nog nadere stappen noodzakelijk. Het voorgestelde beleid wijkt af van hetgeen in de geldende bestemmingsplannen is opgenomen. Met name de realisering van huisvesting van voldoende kwaliteit en het voorkomen van overlast voor de omgeving is op dit moment onvoldoende gewaarborgd. Om dit te bereiken is het noodzakelijk dat de voorwaarden die zijn opgenomen in deze notitie in een bestemmingsplan worden vastgelegd. Een zogenaamd “parapluplan” is hiervoor de aangewezen weg. In een dergelijk plan wordt het van toepassing zijnde beleid en de hieraan verbonden voorwaarden vastgelegd voor het hele grondgebied van de gemeente. Hiermee wordt bereikt dat verzoeken voor de huisvesting van arbeidsmigranten hieraan kunnen worden getoetst.

5.2 Handhaving

Er zijn op dit moment binnen de gemeente Asten 182 locaties bekend waar arbeidsmigranten verblijven. De legale situaties worden jaarlijks meegenomen bij de reguliere controles. Op 54 van de locaties is sprake is van een illegale situatie, een verleende gedoogsituatie of een overgangssituatie. Deze 54 gevallen dienen door Vergunningverlening te worden getoetst aan het nieuwe beleid. Per geval dient vervolgens te worden bekeken of deze kan worden vergund of kan worden gelegaliseerd (hierbij is ook Ruimtelijke Ontwikkeling betrokken). Situaties die niet op grond van het nieuwe beleid kunnen worden vergund of gelegaliseerd, betreffen illegale situaties waarbij Toezicht en Handhaving zijn benodigd om de illegale situaties te beëindigen. Hierbij kan grofweg worden uitgegaan van ongeveer 27 te handhaven situaties en 27 te legaliseren situaties. In het kader van Toezicht en Handhaving zal per illegale situatie een controle ter plaatse moeten plaatsvinden (0,5 uur per controle), opstellen vooraankondiging,

zienswijze, definitieve aanschrijving, bezwaar en beroep (40 uur per situatie) en in het geval van hoger beroep (8 uur per situatie). Uit het werkprogramma van het Team Handhaving zal moeten blijken op welke wijze de benodigde (extra) capaciteit zal worden ingezet om te komen tot adequate handhaving van het voorgestelde beleid.

5.3 Integratie

Mede als gevolg van het feit dat inburgering bij e.u.-arbeidsmigranten niet kan worden afgedwongen zal vooral moeten worden ingezet op voorlichting.

Sleutelfiguren uit de doelgroep kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Bij Onis is op dit moment al een persoon werkzaam die mensen uit de Poolse

gemeenschap op weg helpt.

Integratie en voorlichting over de diverse aspecten van integratie is echter niet alleen een taak van de gemeente. Andere partijen zoals werkgevers, huisvesters, scholen en andere maatschappelijke instanties moeten hierin ook hun

verantwoordelijkheid nemen. Voor een gedeelte wordt dit al opgepakt.

Extra stappen zijn echter noodzakelijk, waarbij de rol van de gemeente vooral initiërend en faciliterend is. Hoewel de fysieke inzet naar verwachting beperkt is, zal bij de verdere uitwerking van het integratiebeleid moeten blijken welke extra inzet noodzakelijk is om deze rol goed in te kunnen vullen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

omwonenden geïnformeerd over de kansrijke locatie voor de huisvesting van arbeidsmigranten aan de Rielseweg 875-879.Wij informeerden u hier eerder over via een

Ten aanzien van deze laatste is onder andere bepaald dat er geen arbeidsmigranten meer gehuisvest mogen worden op het recreatieve gedeelte, er een digitaal nachtregister aanwezig

Oostappen Groep dient ervoor zorg te dragen dat er uiterlijk twaalf maanden “na de datum van de totstandkoming van deze overeenkomst” zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van deze

Ten aanzien van deze laatste is onder andere bepaald dat er geen arbeidsmigranten meer gehuisvest mogen worden op het recreatieve gedeelte, er een digitaal nachtregister aanwezig

Met het ondertekenen van de Nationale verklaring tijdelijke huisvesting EU- arbeidsmigranten, hebben de ondertekenaars, waaronder de minister van Binnenlandse Zaken, de VNG,

35 Asten van Heijst Heesakkerweg 7 5721 KM bedrijfsloods 20 20 gebr/melding rapport aanleveren HG/FH.. 36 Asten Heesakkerweg 39

Dat de in de gebruik-/huurovereenkomsten ook een woonadres in Polen is opgenomen, dat de kamers onpersoonlijk zijn ingericht en dat er weinig persoonlijke eigendommen aanwezig

De gemeente Cranendonck kiest er in deze eerste versie van de notitie flexwonen en huisvesting ar- beidsmigranten voor om een maximaal aantal arbeidsmigranten per