PERSBERICHT
Bergen, 10 november 2009
College Bergen werkt niet mee aan gasopslag Bergermeer
Het ministerie Economische Zaken (EZ) heeft zijn bestemmingsplan (het zogenaamde voorontwerp Rijksinpassingsplan) ‘gasopslag Bergermeer’ aan de colleges en raden van de vier gemeenten Alkmaar, Bergen, Heiloo en Schermer aangeboden. Dit in het kader van het Bestuurlijk Ruimtelijk Overleg (Bro)-overleg en het horen van de raden. De gemeenten hebben tot 7 december 2009 de tijd hierover een standpunt in te nemen. Dit standpunt wordt aan het ministerie van EZ kenbaar gemaakt.
Wat is er aan de hand?
Als het aan het ministerie van EZ en TAQA ligt, komt er ten behoeve van de energiezekerheid in Nederland, een gasopslag in de Bergermeer. Dat betekent een puttenlocatie in de
Loterijlanden (Bergen) en installaties op de Boekelermeer (Alkmaar). Deze locaties worden verbonden met een pijpleiding onder de grond van de gemeenten Bergen, Heiloo, Alkmaar en Schermer.Het ministerie van Economische Zaken is bevoegd gezag voor dit project. Dit betekent dat zij het laatste woord heeft over of en hoe het project doorgaat.
De eerste procedure is het aanpassen van het bestemmingsplan voor de gemeenten Alkmaar, Bergen, Heiloo en Schermer. Dit zogenaamde voorontwerp rijksinpassingsplan is in de week van 19 oktober 2009 aan de raden en de colleges van Alkmaar, Bergen, Heiloo en Schermer aangeboden. Het is een wettelijke verplichting van het ministerie om met betrokken partijen te overleggen en hen in de procedure te betrekken. Het ministerie heeft uiteindelijk
beslisbevoegdheid. De vier raden en colleges hebben tot 7 december 2009 de tijd om een inhoudelijke basisreactie te geven op het voorontwerp rijksinpassingsplan. Deze reactie moet worden meegewogen bij de uiteindelijke besluitvorming.
Standpunt Bergen
Het college van Bergen werkt niet mee aan gasopslag volgens het huidige voorontwerp rijksinpassingsplan om de volgende redenen:
• Het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) wordt in dit plan niet gevolgd. Dit uit zich o.a. in de keuze van de puttenlocatie. Deze is in het rijksinpassingsplan op de locatie van het voorkeursalternatief Loterijlanden gevallen en niet op het Meest
Milieuvriendelijke Alternatief, het MOB-terrein in Bergen. De hierbij gebruikte
argumentatie om te kiezen voor de Loterijlanden is niet controleerbaar en volgens het inzicht van de colleges onjuist.
• Onzekerheden blijven bestaan over de kans op, de grootte en de frequentie van bevingen bij de ingebruikname van het veld voor opslag en terugwinning van gas.
Het college van Bergen vindt het vanuit haar bestuurlijke verantwoordelijkheid noodzakelijk om met de beschikbare middelen in te zetten op aanpassing van de plannen.
Noot voor de redactie, niet voor publicatie:
Bureau communicatie, Suzanne van Dam, telefoon: 072 - 888 0277
- 1 -