Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
m
>RetouradresPostbus204012500EKDenHaag
No.
Directoraat-generaalKlimaatenEnergie
Gemeenteraad van de gemeenteMidden-Groninc Postbus 75
9600 ABHoogezand
en
2 5 MEI 2021
Bezoekadres Bezuidenhoutseweg73 2594ACDenHaag Postadres Postbus20401 2500EKDenHaag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000
- 2 1 MEI 2021 -
T 0703798911(algemeen)F 0703786100(algemeen) www.rijksoverheld.nl/ezk Behandelddoor drs.ing.B.Schoon T 0703797970 B.Schoon@minezk.nl
Datum
Betreft Voorontwerpwijzigingsbesluitrijksinpassingsplan Windplan N33
Geachte raad,
Hierbij zend ik u het voorontwerpvooreen wijzigingsbesluit voorhet rijksinpassingsplan voorWindparkN33. Geletop artikel 3.28van deWet ruimtelijkeordening stel iku graagin degelegenheid uwreactie opdit
voorontwerptegeven. Ikwilu verzoeken mij uwreactie uiterlijkzesweken na dagtekening van deze briefte doentoekomen.
Indien u voor dietijd een mondelingetoelichting wenstteontvangen, dan bestaat daartoe uiteraardde mogelijkheid. U kuntdaarvoorcontactopnemen metdhr. B.
Schoon, projectleiderbij hetministerie van Economische Zakenen Klimaat, via telefoonnummer070-3797970.
Onskenmerk DGKE/21131953 Uwkenmerk
Bijlage(n) 1
Hetcollege van burgemeesteren wethouders wordt/Gedeputeerde Statenworden, overeenkomstig artikel 3.1.1 van het Besluitruimtelijkeordening, apart
geraadpleegd over hetvoorontwerpvan hetwijzigingsbesluit.
Na het verwerken van de ontvangen reacties op hetvoorontwerp, zal een ontwerp wijzigingsbesluitworden vastgesteld. Ditontwerp besluitzal terinzageworden gelegd waarop eeniedereen zienswijze hierop kan indienen. Een kennisgeving van de terinzagelegging van hetontwerp besluitzal worden gepubliceerd in de
Staatscourant, in huis-aan-huisbladen en in regionale dagbladen.
Voorde eerderebesluitvorming en dedaartoeopgestelde stukken verwijs iku graag naarde rijksoverheidwebsite https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau- enerqieproiecten/lopende-pro1ecten/windparken/windpark-n33.
U kuntookcontactopnemen metdhr. B. Schoon, via bovenstaande contactgegevens.
Ikhoop u hiermee voorditmomentvoldoendete hebben geïnformeerd.Voor eventuelevragen kunt u contactopnemen metdhr. B. Schoon.
De Ministervan EcxinomischeZaken en Klimaat, namensdeze:
M. Hetei
MT-lid directie Energie enOmgeving
Onskenmerk DGKE/21131953
Bijlage
Voornemen tot wijziging van artikel 4.1.3, onder b, van de planregels van het inpassingsplan "Windpark N33"
Aanleiding
Het inpassingsplan "Windpark N33" is op 16 februari 2017 vastgesteld door de toenmalige minister van Economische Zaken en de toenmalige minister van Infrastructuur en Milieu en gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2017. Het inpassingsplan voorziet in 35 windturbines in de gemeenten Midden-Groningen, Veendam en Oldambt. Op grond van de geldende internationale
burgerluchtvaarteisen (het Verdrag van Chicago en Annex 14 van de richtlijnen van de International Civil Aviation Organisation, ICAO) dienen de windturbines te worden voorzien van obstakelverlichting ten behoeve van de luchtvaartveiligheid.
Gebleken is dat de planregel omtrent obstakelverlichting niet in overeenstemming is met bovengenoemde internationale burgerluchtvaarteisen. Dat wordt met deze wijziging hersteld.
Toelichting
In het kader van de voorbereiding van het inpassingsplan is veel aandacht geweest voor het beperken van de hinder van de obstakelverlichting. Daarbij lag de focus op de verlichting in de nachtperiode, omdat dit meer hinder met zich brengt dan de verlichting overdag. Uitgangspunt is dat de obstakelverlichting dient te voldoen aan de geldende internationale burgerluchtvaarteisen, die voor Nederland zijn uitgewerkt in het informatieblad Aanduiding windturbines en windparken op het Nederlandse vasteland (hierna: het informatieblad) van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit informatieblad geeft aan in welke gevallen en op welke manier windturbines en windparken worden voorzien van markering en obstakellichten ten behoeve van de luchtvaartveiligheid. In de (destijds nieuwste) versie van het informatieblad van 30 september 2016 staat dat in de schemer- en nachtlichtperiode alle windturbines van vastbrandende lampen kunnen worden voorzien in plaats van knipperende lampen. Omdat vastbrandende verlichting in de nachtperiode minder hinder met zich brengt in vergelijking met knipperende verlichting is ervoor gekozen dit toe te passen ten aanzien van Windpark N33 en te borgen in de planregels. Daarbij is echter uitdrukkelijk beoogd de vastbrandende verlichting uitsluitend in de schemer- en nachtlichtperiode toe te staan. Uit de internationale regelgeving en het
informatieblad volgt immers dat de obstakellichtverlichting in de dagperiode wit knipperend dient te zijn om goed zichtbaar te zijn voor het luchtverkeer. In artikel 4.1.3, onder b, van de planregels is dit niet correct verwoord. Daarin staat dat alvorens het windpark voor energieproductie in gebruik genomen en gehouden mag worden, de obstakelverlichting op de turbines gerealiseerd dient te zijn conform een door Inspectie Leefomgeving en Transport goedgekeurd verlichtingsplan, waarbij geldt dat de verlichting vastbrandend dient te zijn.
Het informatieblad bevat een flexibiliteitsbepaling waarmee kan worden
afgeweken van de bepalingen van het informatieblad indien er sprake is van een gelijkwaardig veiligheidsniveau als beoogd in het informatieblad. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Inspectie Leefomgeving en Transport hebben evenwel aangegeven dat vastbrandende witte dagverlichting per definitie
onveiliger is dan knipperende dagverlichting en dat daarmee derhalve niet kan worden ingestemd.
Pagina2van3
Directoraat-generaalKlimaat enEnergie
Onskenmerk DGKE/21131953
Uithet vorenstaandevolgtdat de in artikel 4.1.3, onderb, van deplanregels voorgeschreven obstakelverlichtingstrijdig is met internationale
veiligheidsvoorschriftenvoordeluchtvaart en het informatieblad, waardoorde veiligheidvan het luchtverkeeren omwonenden van het windparkin gevaarwordt gebracht. Geletdaaropdientdeplanregel teworden gewijzigd. In de planregel wordt neergelegd dat deobstakelverlichtingopde turbines gerealiseerd dientte zijn conform een doorInspectieLeefomgeving en Transport goedgekeurd verlichtingsplan. Daarmeewordtgeborgd datdeverlichting voldoetaan de internationaleveiligheidsvoorschriften en het informatieblad.
Datdeobstakelverlichting kan leiden tothindervoordeomgeving isvanuit het oogpunt van een goede ruimtelijkeordeningaanvaardbaar, omdathet belang van vliegveiligheid in ditgeval zwaarderweegten omdat ernietmeerverlichting wordt gevoerd dan noodzakelijkwordt geachtvoorde veiligheid van het luchtvaartverkeer. Zois nu reeds in hetverlichtingsplan neergelegd datde verlichtingkan worden gedimd bij helderweer. Voorts kan de uitvoering van de verlichting wijzigen als hetverlichtingsplan wordt gewijzigden goedgekeurd.
Daardoor is het mogelijk datin detoekomstgebruik kan worden gemaaktvan technischeinnovaties diede hindervooromwonenden nog verder kunnen
beperken zoals naderingsdetectie, waarbij deverlichting alleen wordtingeschakeld op het momentdat erluchtvaartuigen naderen.
Wijziging
Artikel 4.1.3, onder b,van de planregels, komtalsvolgtte luiden;
Alvorens hetwindparkvoorenergieproductie in gebruikgenomen engehouden mag worden, dient deobstakelverlichting opdeturbines gerealiseerd tezijn conformeen doorInspectieLeefomgeving enTransportgoedgekeurd verlichtingsplan.
No.
>RetouradresPostbus204012500EKDenHaag
Directoraat-generaalKlimaat enEnergie
2 5 HEI 2021
College van burgemeesteren wethoude van de gemeente Midden-Groningen Postbus 75
9600AB HOOGEZAND
s
Bezoekadres Bezuidenhoutseweg73 2594ACDenHaag Postadres Postbus20401 2500EKDenHaag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 0703798911(algemeen) F 0703786100(algemeen) www.rljksoverheld.nl/ezk Behandelddoor drs.Ing.B.Schoon T 0703797970 B.Schoongimlnezk.nl
- 2 1 HEI 2021 -
Datum
Betreft Voorontwerpwijzigingsbeslult rijksinpassingsplanWindpark N33
Onskenmerk DGKE/21131414
Geacht college,
Uwkenmerk
Hierbij zend ik u het voorontwerpvoorhet wijzigingsbeslult inpassingsplan voor windpark N33. Gelet op artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijkeordening stel iku graag in degelegenheid uw reactie opdit voorontwerptegeven. Ikwil u
verzoeken mij uw reactieuiterlijk zesweken na dagtekening van deze briefte doen toekomen.
Indien u voordietijd behoefteheeft aan mondeling overleg, dan bestaatdaartoe uiteraard de mogelijkheid. U kuntdaarvoorcontactopnemen metdhr. B. Schoon, de projectleiderbij het ministerievan Economische Zaken en Klimaatvia
telefoonnummer070-3797970.
Bijlage(n) 2
Overeenkomstig artikel3.28 van deWetruimtelijkeordening worden doorhetRijk ookde gemeenteraden en Provinciale Staten betrokken bijde voorbereidingvan het plan; dezezijn apart aangeschreven.
Ikwijs eropdat indienuw organisatie betrokken is bijverschillendeaspecten van het onderhavigeproject, erdesondanks perbestuursorgaan inde meestegevallen éénorganisatieonderdeel/persoon isaangeschreven (zie hetoverzichtin de bijlage). Ikverzoek u daarmee bijuw reactie rekening te houden.
Voordeeerdere besluitvorming ende daartoeopgestelde stukken verwijs iku graag naarde rijksoverheid websitehttDs://www.rvo.nl/onderwerDen/bureau- enerQiepro1ecten/lopende-proiecten/windparken/windpark-n33.
U kuntookcontactopnemen metdhr. B. Schoon,via bovenstaande contactgegevens.
De Ministervan Economische Zaken en Klimaat, namensdeze: /
M. Hetero^
MT-lid directieWarmte en Ondergrond
Pagina1van4
Directoraat-generaalKlimaat enEnergie
Onskenmerk DGKE/21131414
Bijlage 1 Verzendlijst
Deze briefis verzonden aan devolgende instanties en personen:
College van B&W van degemeente Midden-Groningen College van B&W van degemeenteOldambt
College van B&W van degemeenteVeendam
College van Gedeputeerde Statenvan de provincie Groningen Dagelijks Bestuurvan waterschap HunzeenAa's
Rijksdienstvoorhet Cultureel Erfgoed Inspectie Leefomgeving enTransport
Voorts worden opgrond van artikel 3.28 van deWetruimtelijke ordening bij de voorbereiding van het plan betrokken:
Gemeenteraadvan degemeente Midden-Groningen Gemeenteraadvan degemeente Oldambt
Gemeenteraad van degemeente Veendam ProvincialeStaten van de provincieGroningen
Onskenmerk DGKE/21131414
Bijlage 2
Voornemen totwijziging van artikel 4.1.3, onderb, vande planregelsvan hetinpassingsplan"WindparkN33"
Aanleiding
Het inpassingsplan "Windpark N33'' isop 16februari 2017 vastgesteld doorde toenmalige ministervan EconomischeZaken en de toenmalige ministervan Infrastructuuren Milieu en gewijzigd bij besluitvan 9oktober2017. Het inpassingsplan voorziet in35 windturbines in degemeenten Midden-Groningen, Veendam en Oldambt. Op grondvan de geldende internationale
burgerluchtvaarteisen (hetVerdragvan ChicagoenAnnex 14 van de richtlijnen van de International Civil Aviation Organisation,ICAO) dienen dewindturbineste worden voorzien van obstakelverlichting ten behoevevan de luchtvaartveiligheid.
Gebleken isdat de planregel omtrentobstakelverlichting niet inovereenstemming ismet bovengenoemdeinternationale burgerluchtvaarteisen. Dat wordt metdeze wijziging hersteld.
Toelichting
In het kadervan devoorbereidingvan het inpassingsplan isveel aandacht geweestvoor hetbeperkenvan de hindervande obstakelverlichting. Daarbij lag defocusop deverlichting inde nachtperiode, omdatdit meerhindermetzich brengtdan deverlichting overdag. Uitgangspuntisdat deobstakelverlichting dienttevoldoen aan degeldende internationale burgerluchtvaarteisen, dievoor Nederland zijn uitgewerktin hetinformatieblad Aanduiding windturbinesen windparken op het Nederlandse vasteland (hierna: het informatieblad) van het Ministerie van Infrastructuuren Waterstaat. Dit informatieblad geeftaan inwelke gevallenen op welke manierwindturbines en windparken worden voorzienvan markering en obstakellichten ten behoevevan de luchtvaartveiligheid. Inde (destijds nieuwste) versievan hetinformatieblad van 30 september2016 staat dat inde schemer-en nachtlichtperiode allewindturbinesvan vastbrandende lampen kunnen wordenvoorzien in plaatsvan knipperende lampen. Omdat vastbrandendeverlichting inde nachtperiode minderhindermetzich brengt in vergelijking metknipperende verlichting iservoorgekozen dittoete passenten aanzien van Windpark N33en te borgen inde planregels. Daarbij isechter uitdrukkelijk beoogd devastbrandende verlichting uitsluitendin de schemer-en nachtlichtperiodetoe testaan. Uitde internationale regelgevingen het
informatieblad volgtimmers datde obstakellichtverlichting inde dagperiodewit knipperend dientte zijn omgoedzichtbaartezijn voorhet luchtverkeer. In artikel 4.1.3, onder b, van de planregelsis dit nietcorrectverwoord. Daarin staatdat alvorens hetwindparkvoorenergieproductie in gebruik genomen en gehouden mag worden, deobstakelverlichting opde turbinesgerealiseerd dientte zijn conformeen doorInspectieLeefomgeving en Transportgoedgekeurd verlichtingsplan, waarbijgeldtdat deverlichting vastbrandend dientte zijn.
Hetinformatieblad bevateen flexibiliteitsbepaling waarmeekan worden
afgeweken van de bepalingen van het informatieblad indien ersprake isvan een gelijkwaardig veiligheidsniveau als beoogd in hetinformatieblad. Het ministerie van Infrastructuuren Waterstaaten Inspectie Leefomgeving en Transport hebben evenwelaangegeven datvastbrandende wittedagverlichting perdefinitie
onveiliger isdan knipperende dagverlichtingen datdaarmeederhalve nietkan worden ingestemd.
Pagina3van4
DIrectoraat-generaalKtimaat enEnergie
Onskenmerk DGKE/21131414
Uit hetvorenstaande volgtdatde in artikel 4.1.3, onder b, van de planregels voorgeschreven obstakelverlichting strijdig is metinternationale
veiligheidsvoorschriften voorde luchtvaarten het informatieblad, waardoorde veiligheid van hetluchtverkeeren omwonenden van hetwindpark in gevaarwordt gebracht. Geletdaarop dientde planregel teworden gewijzigd. In de planregel wordt neergelegd datde obstakelverlichting op deturbinesgerealiseerd dientte zijn conform een doorInspectie Leefomgeving enTransportgoedgekeurd verlichtingsplan. Daarmeewordt geborgd datde verlichting voldoetaan de internationaleveiligheidsvoorschriften en het informatieblad.
Datde obstakelverlichting kan leidentot hindervoordeomgeving isvanuit het oogpunt van een goede ruimtelijkeordening aanvaardbaar, omdat het belang van vliegveiligheid in ditgeval zwaarderweegten omdaterniet meerverlichting wordtgevoerd dan noodzakelijkwordtgeachtvoorde veiligheid van het luchtvaartverkeer. Zo isnu reeds inhetverlichtingsplan neergelegddatde verlichting kanworden gedimdbij helderweer. Voorts kan deuitvoering vande verlichting wijzigen als hetverlichtingsplan wordt gewijzigd en goedgekeurd.
Daardoor ishet mogelijkdatin detoekomstgebruik kanworden gemaaktvan technische innovatiesdie de hindervooromwonenden nog verderkunnen
beperken zoalsnaderingsdetectie, waarbij de verlichtingalleen wordtingeschakeld op het momentdaterluchtvaartuigen naderen.
Wijziging
Artikel 4.1.3, onderb,van de planregels, komtalsvolgtte luiden;
Alvorens het windparkvoorenergieproductie ingebruik genomen en gehouden mag worden, dientde obstakelverlichting op deturbinesgerealiseerd tezijn conform een doorInspectieLeefomgeving en Transportgoedgekeurd verlichtingsplan.