• No results found

Behandelwijzer Chemotherapie Interne Geneeskunde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Behandelwijzer Chemotherapie Interne Geneeskunde"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Behandelwijzer Chemotherapie

Interne

Geneeskunde

Uiteenlopende informatie over een behandeling met chemotherapie.

Behandelwijzer Chemotherapie Interne Geneeskunde

1. Wie kunt u bellen als u vragen heeft?

Voor vragen over uw behandeling of bijwerkingen: maandag t/m vrijdag van 08:30 tot 12:00 uur en 13:30 tot 17:00 uur

Oncologie-/hematologieverpleegkundigen: T 088 753 24 63 Charlotte van Helbergen

Marga Hijkoop Iris Leschot Shireen Maartens Diana de Vries

Verpleegkundigen specialisten: T 088 753 24 63 Marianne Klinkhamer

Michella Visser

Voor niet-dringende vragen kunt u ons ook mailen: oncologieverpleegkundigen@tergooi.nl Buiten kantoortijden bij dringende zaken:

Afdeling/dagverpleging Oncologie A0: T 088 753 21 40 Voor het wijzigen of maken van afspraken:

Polikliniek Interne Geneeskunde: T 088 753 11 50 Bij behandeling in studieverband:

(2)

Researchverpleegkundigen: T 06 4379 52 76

Keuzemenu

U krijgt een keuzemenu te horen met 4 opties:

Wilt u een afspraak maken of verzetten? Toets 1. U wordt doorverbonden naar de backoffice polikliniek Interne Geneeskunde.

Belt u voor een herhaalrecept? Toets 2. U kunt uw verzoek mailen naar

‘oncologieverpleegkundigen@tergooi.nl‘ of de boodschap inspreken na de pieptoon.

Vermeld uw naam, geboortedatum en naam van de apotheek.

Heeft u een vraag, maar is het geen spoed? Toets 3. Spreek uw naam en geboortedatum in. Wij bellen u terug vanaf 13.30 uur.

Wilt u doorverbonden worden met een oncologieverpleegkundige? Toets 4.

2. Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis?

Het is mogelijk dat u thuis klachten krijgt van de behandeling. Doet zich iets ongewoons voor dat u niet vertrouwt, aarzel dan niet om contact op te nemen met het ziekenhuis. U hoeft geen contact op te nemen met uw huisarts of de huisartsenpost.

Neem in ieder geval contact op bij:

koorts (temperatuur boven 38,5 ºC) koude rillingen

spontane blauwe plekken aanhoudend bloedverlies

ernstige misselijkheid of braken aanhoudende diarree

obstipatie (verstopping) toenemende pijn

Onder punt 1 hierboven vindt u de telefoonnummers.

3. Wat is chemotherapie?

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn medicijnen die kankercellen doden of de groei ervan remmen. Chemotherapie geven we via een infuus of als tablet. De medicijnen komen in het bloed terecht. Via het bloed gaan de medicijnen door het hele lichaam.

Er zijn tientallen verschillende soorten cytostatica. Afhankelijk van de soort kanker kunnen we één of een aantal cytostatica voor een behandeling gebruiken. Een combinatie van één of meer soorten cytostatica heet een chemokuur. Soms combineren we chemotherapie met andere medicijnen, zoals immunotherapie of ‘target therapie’. Deze medicijnen hebben een andere, meer specifieke werking dan chemotherapie en ook andere bijwerkingen.

(3)

Doel van chemotherapie

Een behandeling met chemotherapie kunnen we om verschillende redenen geven.

Chemotherapie met als doel genezing is een curatieve behandeling. Vaak is dit een

aanvullende behandeling (adjuvant); dit houdt in dat we na een operatie en/of bestraling chemotherapie geven om het risico te verkleinen dat de kanker terugkomt. Soms geven we deze behandeling vóór de operatie (neo-adjuvant); ook dan is het verkleinen van de tumor het doel van de chemotherapie. Wanneer we chemotherapie geven om de ziekte af te remmen en/of klachten te verminderen is dit een palliatieve behandeling.

Bijwerkingen van chemotherapie

Door de chemotherapie kunnen bijwerkingen optreden. Chemotherapie heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde, vooral sneldelende, cellen in het lichaam zoals het slijmvlies of beenmerg. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen en anderen merken er weinig van. Het is niet goed te voorspellen hoe dit bij u het geval zal zijn. Of er bijwerkingen optreden en de mate waarin dat gebeurt, zegt overigens niets over het effect van de behandeling op de ziekte.

De meest voorkomende bijwerkingen bij chemotherapie zijn:

misselijkheid vermoeidheid infectie en koorts diarree of verstopping haaruitval

Welke bijwerkingen kunnen optreden bij de kuur die u krijgt, vindt u in de specifieke informatie over uw chemokuur. In hoofdstuk 5 staan tips en adviezen voor alle veel voorkomende bijwerkingen van chemotherapie.

4. De gang van zaken rondom een chemokuur

Tijdens uw behandeling met chemotherapie komt u in contact met verschillende

zorgverleners, zoals de oncoloog, de oncologieverpleegkundige en de verpleegkundige op de dagbehandeling.

De oncoloog

De oncoloog is eindverantwoordelijk voor uw behandeling. Voorafgaand aan de behandeling verricht deze arts verschillende onderzoeken. De oncoloog bespreekt de uitslagen met u en overlegt welke behandeling mogelijk is. Tijdens de behandeling heeft u regelmatig controleafspraken bij de oncoloog en ook na de behandeling blijft u onder controle van de oncoloog op de polikliniek.

De oncologieverpleegkundige op de polikliniek

De oncologieverpleegkundige is een verpleegkundige die gespecialiseerd is in de zorg voor patiënten met kanker. Zij geeft u uitleg over de behandeling en bijwerkingen. Tijdens de

(4)

chemotherapieperiode heeft u ook controleafspraken bij de oncologieverpleegkundige.

Daarnaast zijn de oncologieverpleegkundigen gedurende de hele behandelperiode – en ook daarna – dagelijks telefonisch bereikbaar bij vragen of problemen (zie hoofdstuk 1 voor de telefoonnummers).

De oncologieverpleegkundige op de dagbehandeling

De verpleegkundige die u op de dagbehandeling begeleidt, is eveneens een gespecialiseerd oncologieverpleegkundige. Deze verpleegkundige dient de chemotherapie toe, meestal in de vorm van een infuus, soms in de vorm van een injectie. Verder geeft hij/zij waar nodig aanvullende uitleg over de behandeling.

Andere zorgverleners

De afdeling Oncologie werkt nauw samen met andere zorgverleners. Zo kunt u tijdens uw (dag)opname te maken krijgen met de arts-assistent, fysiotherapeut, voedingsassistente, diëtist, afdelingssecretaresse en de medewerkers van de huishoudelijke service. Op de polikliniek helpen poli-assistenten u.

Wetenschappelijk onderzoek

Sommige behandelingen met chemotherapie geven we in het kader van wetenschappelijk onderzoek. In een onderzoek vergelijken we bijvoorbeeld de ‘standaard’ behandeling met een ander medicijn of een andere dosering. Indien u hiervoor in aanmerking komt, krijgt u eerst uitgebreide informatie over het betreffende onderzoek van uw arts. Als u besluit mee te doen aan een onderzoek, krijgt u naast de specialist en de oncologieverpleegkundige, ook te maken met de researchmedewerker. Hij of zij regelt alles rondom het onderzoek.

Meer informatie vindt u hier: Medisch-wetenschappelijk onderzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Waar geven we de chemokuur?

Als u chemotherapie via het infuus krijgt, geven we deze op de dagbehandeling oncologie, afdeling A0. De afdeling bevindt zich in Hilversum op de begane grond. De wachtkamer voor afdeling A0 is vóór de liften aan de rechterkant. Een vrijwilligster ontvangt u daar en vervolgens haalt de verpleegkundige van de afdeling u op.

De duur van een chemokuur

De duur van een chemokuur kan variëren van één uur tot meerdere dagen. Na een

chemokuur volgt er een periode van rust. De oncologieverpleegkundige plant – in overleg met u – de dag en tijd van de eerste chemokuur. Vervolgkuren vinden in principe steeds plaats op dezelfde dag en tijd. Als u wensen heeft met betrekking tot voor u bijzondere dagen en/of vakantie tijdens de chemotherapieperiode, overlegt u dat dan met uw specialist of oncologieverpleegkundige.

(5)

Controle van het bloed

Vanwege de invloed van cytostatica op het beenmerg controleren we uw bloed regelmatig.

Dit betekent dat u één dag (vóór 10:00 uur) of twee dagen voordat u de behandeling krijgt, bloed moet laten prikken in het laboratorium in het ziekenhuis of bij één van de prikposten in de regio. Het laboratoriumformulier ontvangt u van de verpleegkundige van de afdeling na toediening van de chemokuur. Op dit formulier zit een sticker geplakt waarmee u

voorrang krijgt bij het laboratorium in het ziekenhuis. Als u zich niet in staat voelt om naar het ziekenhuis of de prikpost te gaan, dan bestaat de mogelijkheid om thuis bloed af te laten nemen. U kunt daarvoor contact opnemen met de oncologieverpleegkundige of dit aangeven bij de verpleegkundige op de afdeling.

Uitslag van het bloedonderzoek

Als de uitslag van het bloedonderzoek ‘goed’ is, zijn de waarden van de witte bloedcellen (leukocyten) en de bloedplaatjes (trombocyten) voldoende hersteld. U krijgt daarvan geen bericht en de behandeling gaat gewoon door. Als blijkt dat het bloed zich onvoldoende heeft hersteld na de vorige chemokuur, kan het noodzakelijk zijn de behandeling uit te stellen. We bellen u dan de dag vóór de kuur en we lichtten u in over de uitslag van het bloedonderzoek. Als we de kuur (moeten) uitstellen, krijgt u een nieuwe afspraak voor bloedonderzoek en voor een volgende behandeling.

(NB: We bellen u dus alleen wanneer de uitslag van het bloed niet goed is!)

Het infuus

Als u op de afdeling komt, prikken we eerst een infuus. Dit gebeurt meestal in uw hand of arm. Tijdens het inlopen van de chemokuur mag u de afdeling niet verlaten, wel kunt u uiteraard gebruikmaken van het toilet. Wanneer het inbrengen van een infuus erg moeilijk gaat, of u langdurig chemotherapie moet krijgen, zijn er twee alternatieven voor een infuus in de arm of hand.

Een Porth-A-Cath (PAC) is een infuussysteem dat we onder de huid inbrengen 1.

(middels een operatie) en dat we daarna eenvoudig kunnen aanprikken.

Een Perifere Intraveneuze Centrale Catheter (PICC) is een infuuslijn die de radioloog 2.

inbrengt in de bovenarm en tijdens de chemotherapieperiode kan blijven zitten (maximaal zes maanden). Het uiteinde van de lijn is uitwendig en dat uiteinde moeten we wekelijks opnieuw spoelen en verbinden.

Het inlopen van het infuus is in de regel niet pijnlijk, wel voelt het soms wat koud aan.

Waarschuw bij pijn, een branderig of stekend gevoel, zwelling of roodheid bij de plek van het infuus de verpleegkundige.

Bezoek

Anders dan op de meeste andere afdelingen in het ziekenhuis gelden er op de

dagbehandeling geen specifieke bezoektijden. U kunt altijd een familielid, vriend(in) of kennis meenemen. Hij of zij mag bij u blijven tijdens de behandeling.

(6)

Eten en drinken

Voorafgaand aan een behandeling met chemotherapie mag u thuis gewoon eten, u hoeft dus niet nuchter te zijn. Indien u tijdens de lunch op de afdeling bent, krijgen u en uw begeleider een lunch (broodmaaltijd) aangeboden. Wanneer we u voor meerdere dagen (moeten) opnemen voor de chemokuur, krijgt u een broodmaaltijd als lunch en een warme maaltijd in de avond.

Medicijnen tegen de misselijkheid

Bij vrijwel alle chemokuren krijgt u medicijnen mee die u thuis kunt innemen vóór en na de chemokuur. Van de oncologieverpleegkundige of oncoloog krijgt u een recept en een schema waarop staat welke medicijnen u precies moet innemen.

Andere medicijnen en voedingssupplementen

Sommige medicijnen kunnen invloed hebben op de behandeling met chemotherapie. Als u, naast de chemotherapie, andere medicijnen nodig heeft of wilt gebruiken, kunt u dat met de specialist of oncologieverpleegkundige overleggen. Alleen paracetamol kunt u zonder overleg gebruiken.

Voedingssupplementen en vitamines

Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de werking van voedingssupplementen en vitaminepreparaten in combinatie met chemotherapie. Bespreek voor de start van uw behandeling met de specialist of oncologieverpleegkundige wat u wel en niet kunt gebruiken.

Een betrouwbare website voor vragen over voeding, voedingssupplementen en kanker is www.voedingenkankerinfo.nl

Diabetes Mellitus

Als u diabetes heeft, kunnen er stijgingen in de bloedglucosespiegel (hyperglycemie) ontstaan door de medicijnen die u bij de chemokuur krijgt. Het is daarom belangrijk de glucosewaarde in uw bloed regelmatig te (laten) controleren. Blijf ook alert op tekenen van een te lage bloedglucose spiegel (hypoglycemie).

Klachten hypoglycemie: zweten, trillen, duizeligheid, hoofdpijn, concentratieverlies, vermoeidheid.

Klachten hyperglycemie: veel dorst, veel plassen, vermoeidheid en algehele malaise.

Een normale glucosewaarde ligt tussen de 4 en 10 mmol/l.

5. Tips en adviezen bij chemotherapie Algehele conditie

Adviezen voor uw algehele conditie:

(7)

neem voldoende rust blijf bewegen

zorg voor voldoende ontspanning en afleiding

wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen

vraag zo nodig hulp aan vrienden of familie of (indien mogelijk) via de thuiszorg pas uw werk aan of stop tijdelijk met werken. Overleg hierover met uw specialist of bedrijfsarts

Invloed op de werking van het beenmerg

Door de cytostatica kan de aanmaak van bloedcellen (witte en rode bloedcellen en

bloedplaatjes) in het beenmerg tijdelijk worden geremd. We controleren uw bloed daarom regelmatig. U heeft zelf geen invloed op het herstel van het beenmerg; uw lichaam herstelt dit zelf. Ook het gebruik van extra vitaminen en/of ijzertabletten, meer rust of beweging heeft geen invloed op het herstel van het beenmerg.

Kans op infectie en koorts

Een verminderd aantal witte bloedcellen (leukocyten) geeft een verhoogde kans op een infectie en koorts. Bij koorts boven de 38,5 °C moet u direct, ook ’s nachts of in het weekend, contact opnemen met het ziekenhuis. De arts kan beoordelen wat er met u aan de hand is en of een mogelijke infectie met antibiotica moet worden bestreden. Om een tekort aan witte bloedcellen te voorkomen, kunnen we bij bepaalde behandelingen

groeifactoren geven. Deze stimuleren de aanmaak van witte bloedcellen. De groeifactoren worden één tot twee dagen na de toediening van de chemotherapie gegeven middels een injectie.

Bloedarmoede

Bij een tekort aan rode bloedcellen is er sprake van bloedarmoede (anemie). Dit kan de volgende klachten geven: bleekheid, vermoeidheid, kortademigheid, hartkloppingen en duizeligheid. Bij ernstige bloedarmoede kan een bloedtransfusie nodig zijn.

Bloedingen

Bij een tekort aan bloedplaatjes (trombocyten) neemt de kans op bloedingen toe. Neem bij een langdurige bloedneus, spontane blauwe plekken, hevige menstruatie of bloed in de urine of ontlasting contact op met de oncologieverpleegkundige.

Voedingsproblemen/misselijkheid

Misselijkheid is een veelvoorkomende bijwerking van chemotherapie. U krijgt medicijnen om de misselijkheid te voorkomen of te verminderen. Als u ondanks deze medicijnen last blijft houden van misselijkheid, neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige.

Neem ook contact op met de oncologieverpleegkundige wanneer u gedurende meerdere dagen nauwelijks kunt eten of drinken of wanneer u ongewenst afvalt (meer dan drie kilogram).

(8)

Enkele adviezen bij misselijkheidklachten:

Door de chemokuur kan uw smaak veranderen. Probeer verschillende producten uit, uw eetlust en smaakvoorkeur kunnen per dag wisselen.

Probeer voldoende te drinken (anderhalve liter per dag). Te weinig drinken kan een misselijk gevoel en een onaangename smaak in de mond verergeren.

Gebruik regelmatig kleine maaltijden. Ook een lege maag kan een misselijk gevoel geven.

Forceer het eten niet wanneer u zich niet goed voelt, haal de ‘schade’ in door tussen de kuren door goed te eten.

Laat uw maag weer langzaam wennen aan vast voedsel als u heeft overgegeven.

Soms kan zuigen op een ijsklontje, kauwgom, waterijsje, of zachte stukjes fruit helpen. Ook het drinken van koolzuurhoudende dranken (cola) kan de misselijkheid soms verminderen.

Voor meer informatie over Voeding en kanker: www.kwf.nl/voeding-en-kanker

Invloed op rijvaardigheid

Bij de eerste keer dat u de chemotherapie krijgt toegediend, mag u nooit zelfstandig

deelnemen aan het verkeer. Laat u dan halen en brengen. Overleg met uw verzekeraar of u bij de vervolgkuren zelf mag autorijden. Krijgt u chemotherapie waarop een allergische reactie mogelijk is? Dan geven we u medicatie om deze reactie te voorkomen. Dit medicament beïnvloedt uw reactievermogen. Het is dan niet toegestaan om zelfstandig naar huis te rijden. U kunt altijd bij de verpleegkundige navraag doen of dit bij uw kuur van toepassing is.

Dieet

U hoeft geen speciaal dieet te volgen tijdens de behandeling met cytostatica, vrijwel alle voedingsmiddelen zijn toegestaan.

Er zijn twee uitzonderingen:

Grapefruitsap: grapefruitsap kan een ongewenste invloed hebben op de werking van sommige medicijnen. Dit staat vermeld in de bijsluiter of bij de specifieke informatie over uw behandeling.

Visolie: producten met visolie lijken de werking van Irinotecan en platina bevattende chemotherapie (zoals Cisplatin en Oxaliplatin) tegen te werken. Het advies is daarom om 24 uur vooraf aan de start van deze chemotherapie tot 24 uur na het beëindigen van deze chemotherapie geen visolie-supplementen en geen vette vis te gebruiken.

Uw arts en oncologieverpleegkundige weten welke chemotherapie u krijgt en of dit advies ook voor u geldt. Onder de vette(re) vissoorten vallen ansjovis, bokking, botervis, haring, heilbot, forel, makreel, paling, rode poon, sardientje, sprot of zalm.

Magere vissoorten, zoals garnalen, kabeljauw, koolvis, krab, mosselen, pangasius, schol, tilapia, tong en wijting kunt u wel gebruiken.

(9)

Wanneer u een bepaald dieet heeft, overleg dan met de diëtist of u dit dieet tijdens de behandeling kunt blijven volgen.

Alcohol

Het gebruik van alcohol is tijdens de behandeling met chemotherapie in principe toegestaan. Als u het prettig vindt, kunt u (met mate) een pilsje, glas wijn of andere

alcoholhoudende drank nemen, tenzij het gebruik van bepaalde medicijnen dat ongewenst maakt. Gebruik liever geen alcohol op de dag vóór en de dag van de chemokuur.

Gewichtstoename

Sommige cytostatica kunnen juist gewichtstoename veroorzaken, met name door het vasthouden van vocht. Gewichtstoename kan ook veroorzaakt worden door minder

bewegen tijdens chemotherapie. Als u merkt dat u vocht vasthoudt, bijvoorbeeld doordat u dikke enkels krijgt, probeer dan matig te zijn met het gebruik van zout. Probeer kant- en klare soepen en sauzen te vermijden, die bevatten vaak veel zout. Probeer in beweging te blijven door dagelijks te wandelen of fietsen.

Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies

Chemotherapie kan problemen met het mondslijmvlies veroorzaken. Symptomen die zich kunnen voordoen zijn: een droge mond door verminderde speekselproductie, witte

verkleuring van de slijmvliezen, pijnlijke rode of witte plekken in de mond en infecties. Een goede mondverzorging is belangrijk bij het voorkomen en verminderen van problemen met het mondslijmvlies.

Enkele adviezen ten aanzien van de mondverzorging:

Poets twee tot vier keer per dag uw tanden met een zachte (elektrische) tandenborstel en een fluoride tandpasta. Als de menthol in de tandpasta pijnlijk is, kunt u een mentholvrije tandpasta gebruiken.

Gebruik tandenstokers, floss en dergelijke alleen wanneer u dit al gewend bent te doen. Probeer zoveel mogelijk beschadigingen aan het tandvlees te voorkomen.

Als poetsen (tijdelijk) niet goed mogelijk is, kunt u alcoholvrije chloorhexidine mondspoeling of spray gebruiken.

Spoel uw mond minimaal vier keer per dag met licht gezout water (één theelepel zout op één liter water).

Als er blaasjes of andere pijnlijke plekjes in uw mond ontstaan, spoel dan vaker (acht tot tien per dag). Koud water drinken of op een ijsblokje zuigen kan de pijn

verlichten.

U kunt uw lippen regelmatig insmeren met vaseline uit een tube. Dan ontstaan er minder snel kloofjes.

Als u een gebitsprothese draagt, zorg dan voor een goed passende prothese en laat deze ’s nachts uit.

Plan, indien mogelijk, een controlebezoek aan de tandarts vóór u start met de

(10)

chemotherapie. Als u tijdens de behandeling een (controle) bezoek brengt aan uw tandarts of mondhygiëniste, vermeld dan altijd dat u wordt behandeld met chemotherapie. Is behandeling aan uw gebit noodzakelijk, overleg dit eerst met uw behandelend specialist.

Verandering van het ontlastingspatroon

Door de behandeling met chemotherapie of door de medicijnen tegen de misselijkheid kunt u last krijgen van diarree of verstopping (obstipatie).

Adviezen bij diarree:

Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal anderhalf tot twee liter vocht per dag.

Gebruik voldoende zout (bijvoorbeeld bouillon).

Een stoppend dieet bestaat niet. Het is belangrijk dat u normaal, gevarieerd probeert te blijven eten. Gebruik regelmatig kleine maaltijden zonder gasvormende producten zoals kool, ui, prei, koolzuurhoudende dranken en scherpe kruiden.

Wees matig met koffie, melk en alcohol.

Heeft u meer dan vijf keer per dag waterdunne ontlasting, neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige.

Adviezen bij verstopping (obstipatie):

Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal twee liter vocht per dag.

Gebruik een vezelrijke voeding.

Probeer regelmatig te bewegen.

Heeft u langer dan twee dagen geen ontlasting gehad, neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige.

Verminderde energie/vermoeidheid

De chemotherapie kan vermoeidheid en conditieverlies tot gevolg hebben. De

vermoeidheid neemt meestal toe gedurende de behandeling en kan langere tijd blijven bestaan. Hoewel voldoende rust belangrijk is, is ook bekend dat bewegen een positief effect heeft op vermoeidheid en conditieverlies bij chemotherapie. Het advies is daarom

lichamelijk actief te blijven. U hoeft hiervoor niet intensief te sporten. Dagelijks een stukje wandelen of fietsen kan ook zorgen voor de juiste lichamelijke inspanning.

Binnen Tergooi bestaat de mogelijkheid om tijdens de behandeling actief te werken aan het in stand houden van uw lichamelijke conditie. Er zijn diverse programma’s waarbij u sport onder begeleiding van gespecialiseerde fysiotherapeuten.

Concentratie en kortetermijngeheugen

Vermoeidheid kan onder meer leiden tot verminderde concentratie en een verminderde werking van het kortetermijngeheugen. Maar ook zonder vermoeidheid kunnen

verminderde concentratie en een verminderde werking van het kortetermijngeheugen optreden. Men denkt dat dit door de chemotherapie zou kunnen ontstaan. Hier wordt momenteel onderzoek naar gedaan.

(11)

Dun of uitvallend haar

Niet alle chemokuren geven haaruitval. Bij de specifieke kuurinformatie staat vermeld of haaruitval optreedt bij de kuur die u krijgt. Meestal begint het uitvallen van het haar twee tot drie weken na de eerste chemokuur. Bij snel uitvallend haar kan de hoofdhuid wat gevoelig zijn. Behalve het hoofdhaar kunnen na verloop van tijd ook wimpers,

wenkbrauwen en overige lichaamsharen uitvallen. Als u een haarwerk (pruik) wilt gaan dragen, ontvangt u van de oncologieverpleegkundige informatie en een machtiging, zodat u een deel van de kosten van de pruik kunt declareren bij uw verzekering. U kunt vóór het haar gaat uitvallen een afspraak maken bij een haarwerkspecialist (zie voor adressen hoofdstuk 6). Haar is een isolatiebron. Wanneer uw haar is uitgevallen, kunt u het sneller koud krijgen. Als u geen pruik draagt, kan het prettig zijn een sjaaltje of muts te dragen (ook bijvoorbeeld ’s nachts). Houd u er rekening mee dat uw haar voor langere tijd uitvalt.

Indien u binnenkort identiteitspapieren of reisdocumenten nodig heeft, kunt u overwegen vóór de start van de chemotherapie pasfoto’s te laten maken. Uw haar gaat vier tot zes weken na de laatste chemokuur weer groeien en soms zelfs al eerder, tijdens de laatste behandelingen.

Hoofdhuidkoeling

Bij sommige chemokuren is het mogelijk haaruitval te voorkomen of te verminderen door het koelen van de hoofdhuid tijdens de toediening van de chemotherapie. De

oncologieverpleegkundige kan u hierover meer informatie geven.

Verzorging van het haar

Als uw haar niet uitvalt, wordt het mogelijk wel dunner en kwetsbaarder door de

chemotherapie. Gebruik een milde shampoo en wees voorzichtig met het nemen van een permanent of het verven van het haar.

Droge huid & zonnen

Door de chemotherapie kan de huid droger worden. U kunt regelmatig een crème

gebruiken om dit zoveel mogelijk tegen te gaan. Uw huid is ook gevoeliger voor de zon; er kunnen bruine vlekken ontstaan die niet meer verdwijnen en de huid kan sneller

verbranden. Vermijd tijdens en gedurende drie tot zes maanden na chemotherapie

blootstelling aan de felle zon zoveel mogelijk. Mijd in de zomer met name de hete zonuren tussen 12:00 en 15:00 uur. Gebruik in de volle zon tot een half jaar na de chemotherapie een crème met een hoge beschermingsfactor (factor 50). Het gebruik van een zonnebank tijdens de chemotherapie raden we af.

Oogklachten

Wanneer u last heeft van branderige, tranende of droge ogen kunnen oogdruppels soms helpen. Ook kunnen uw ogen tijdelijk wat achteruit gaan of kunt u last hebben van wazig zien. U kunt dit melden aan de arts of oncologieverpleegkundige.

(12)

Invloed op vruchtbaarheid

Bij sommige chemokuren is onvruchtbaarheid een mogelijk gevolg van chemotherapie.

Mocht u een kinderwens hebben, bespreek dit dan tijdig (vóór de start van de

chemotherapie) met uw arts. We raden het af om tijdens de behandeling tot enige tijd daarna zwanger te worden. Goede anticonceptie is dus belangrijk.

Menstruatie/overgang

Door de chemotherapie kunt u tijdelijk of blijvend in de overgang raken. De kans hierop hangt af van uw leeftijd en de soort chemotherapie. De menstruatie kan onregelmatiger worden of verdwijnen. Ook kan deze eerst wat heviger worden of frequenter optreden.

Zelfs als u niet meer menstrueert, kunt u (met name in het eerste jaar) toch vruchtbaar zijn. Wanneer u door de chemotherapie in de overgang raakt, kunt u last krijgen van de gebruikelijke overgangsklachten, zoals opvliegers, gewichtstoename,

stemmingswisselingen, veranderingen in seksualiteit en – als u blijvend in de overgang komt – een verhoogde kans op osteoporose (botontkalking).

Invloed op seksualiteit

Veranderingen in seksualiteit door de chemotherapie.

Veel mensen hebben tijdelijk minder behoefte aan vrijen.

Bij vrouwen kan de vagina droger worden en kan gemeenschap daardoor pijnlijk zijn.

Een glijmiddel kan eventueel helpen.

De meeste mannen blijven in staat om een erectie te krijgen gedurende hun behandeling met chemotherapie. Soms is dit vlak na een kuur wat moeilijker.

Tijdens de chemotherapieperiode is er medisch gezien geen enkel bezwaar tegen geslachtsgemeenschap zolang dit geen bloedingen en/of pijn veroorzaakt. Het is nog niet duidelijk of (en hoelang) sperma of vaginaal vocht sporen van cytostatica kunnen bevatten. Er bestaan geen richtlijnen over condoomgebruik tijdens of vlak na een chemokuur. Twijfelt u of bent u angstig, bespreek dat dan met uw behandelend specialist of oncologieverpleegkundige.

Als u een relatie heeft, is het belangrijk om met uw partner te praten over deze

veranderingen in uw seksuele leven en manieren te zoeken om er samen mee om te gaan.

Aarzel niet problemen op dit gebied te bespreken met uw arts of

oncologieverpleegkundige. Voor meer informatie kunt u ook de KWF-folder Kanker en seksualiteit raadplegen.

Beschermende maatregelen

Tijdens én gedurende een bepaalde tijd na de toediening van chemotherapie zijn restjes van de cytostatica te vinden in uitscheidingsproducten zoals urine, ontlasting, bloed, zweet, drain- en wondvocht en braaksel. Braaksel is alleen risicovol als het cytostaticum als tablet of capsule is ingenomen, tot twee uur na inname. Uit onderzoek blijkt dat cytostatica schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Verpleegkundigen dragen daarom

(13)

gedurende korte tijd in aanraking komt met cytostatica, zijn de risico’s voor uw omgeving heel klein. Toch adviseren we een aantal maatregelen ter bescherming van uw directe omgeving.

Spoel het toilet na gebruik tweemaal door met (indien aanwezig) gesloten deksel.

Mannen kunnen beter zittend urineren.

Was uw handen na het toiletbezoek.

Houd het toilet schoon met een normaal schoonmaakmiddel (allesreiniger).

Bij contact met urine, ontlasting en braaksel adviseren we verzorgers/naasten wegwerphandschoenen te dragen.

Kleding en/of beddengoed kunt u op de gebruikelijke wijze in de wasmachine wassen.

Afval kunt u in een gesloten plastic zak bij het huishoudelijk afval weggooien.

Bij gebruik van cytostaticatabletten:

Haal bij voorkeur zélf de tabletten uit de verpakking. Indien iemand anders dit doet, kan hij of zij eventueel wegwerphandschoenen gebruiken.

De tabletten met een cytostaticum heel doorslikken, niet doorbreken.

Was uw handen na inname van de tabletten.

Voor alle duidelijkheid:

Deze maatregelen gelden alleen gedurende de periode waarin uw uitscheidingproducten restjes cytostatica bevatten (zie hiervoor de specifieke informatie over uw behandeling). De bescherming is alleen nodig voor contact met uitscheidingsproducten; niet voor

lichamelijk contact. De concentraties van chemotherapie in transpiratievocht en speeksel zijn zo klein dat knuffelen en zoenen geen enkel risico met zich meebrengt.

Vertel aan uw huishoudelijke hulp of andere hulpverleners dat u een behandeling met cytostatica krijgt. Zij kunnen er dan tijdens hun werkzaamheden rekening mee houden.

Wanneer betrokken hulpverleners vragen hebben over dit onderwerp kunnen zij contact opnemen met de oncologieverpleegkundige.

6. Adressen en websites

Chemotherapie www.kanker.nl

Kanker.nl is een initiatief van KWF Kankerbestrijding, patiëntenbeweging

Levenmetkanker en IKNL (kenniscentrum voor zorgverleners in de oncologie). Zij hebben de handen ineen geslagen om betrouwbare informatie, ervaringskennis en het

ondersteuningsaanbod rond kanker op één plek te bundelen en aan te bieden. U vindt hier onder meer informatie over de verschillende soorten behandelingen bij kanker, waaronder chemotherapie.

(14)

Zie ook Chemotherapie van het KWF.

Informatie over voeding en kanker www.voedingenkankerinfo.nl

Websites haarwerk/mutsen/sjaals

Op onderstaande websites vindt u een overzicht van een groot aantal aanbieders van haarwerken, mustjes, sjaaltjes en dergelijke.

www.hoofdzakengids.nl www.mooihoofd.nl www.headcovers.nl

Adressen haarwerkspecialisten Haarwerkspecialist In Balans Huizerweg 27, 1401 GG Bussum T 035 691 51 61

https://haarwerkspecialistinbalans.nl/

Haarwerk Instituut Nederland www.haarwerkinstituut.nl

Loosdrechtsweg 166, 1215 KC Hilversum T 035 621 38 98

Burg. Grothestraat 41, 3761 CK Soest T 035 683 74 17

Pruiken Thuiszorg® Nederland Botter 4, 1132 GB, Volendam.

T 020 436 31 97

www.pruikenthuiszorg.nl

Overige nuttige websites en adressen vindt u in het algemene gedeelte van deze behandelwijzer.

Uitgave: bij het samenstellen van deze informatie is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van informatie en richtlijnen van het IKNL.

Contact

Interne Geneeskunde - Polikliniek T 088 753 11 50

klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur

(15)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gewichtsverlies door kanker, of de behandeling hiervan, kan het gevolg zijn van te weinig eten, bijwerkingen van de.. behandeling of een

Wij maken bezwaar tegen sluiting van de bibliotheek in ’t Kampje omdat dit een ernstige aantasting is van het maatschappelijk voorzieningenniveau in Loenen en omgeving.. Een

Dat wil zeggen dat er tijdens het bezoek van de verpleegkundige niet wordt gerookt, er geen loslopende huisdieren aanwezig zijn of andere zaken die de behandeling kunnen verstoren

Meer informatie over meedoen aan wetenschappelijk onderzoek, onder welke voorwaarden dit onderzoek mag plaatsvinden en over wat het in de praktijk voor u betekent, vindt u op

Eén of twee dagen voordat u de behandeling krijgt, kunt u bloed af laten nemen in het laboratorium in het ziekenhuis of bij één van de bloedafnameposten in de regio.. De

Door de behandeling met chemotherapie of door de medicijnen tegen de misselijkheid kunt u last krijgen van diarree of verstopping (obstipatie).. Adviezen

In deze folder vindt u uitleg over waar u terecht kunt met eventuele vragen en/of klachten als u weer thuis bent.. Dezelfde

Om er zeker van te zijn dat uw lichaam de chemotherapie goed kan verwer- ken, wordt van tevoren onderzocht of er voldoende DPD in uw bloed zit. Het duurt een paar weken voordat