• No results found

Inleiding van de vragensteller: Op 1 september jl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inleiding van de vragensteller: Op 1 september jl"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij Menno de Vos, telefoonnummer (026) 359 97 03 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2018-96 Arnhem, 5 maart 2018 zaaknr. 2018-002363

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid mevrouw A. Prins

( VVD ) over Beantwoording schriftelijke vragen (art.39 RvO), Bereikbaarheid Groene Waarden vanaf N225 en vergunningaanvraag Hooijer Renkum B.V.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid mevrouw A.

Prins toekomen.

Inleiding van de vragensteller:

Op 1 september jl. is door de gemeente Renkum door tussenkomst van ODRA een

gedoogbeschikking afgegeven voor activiteiten op het perceel Fonteinallee 14 in Doorwerth (de voormalige steenfabriek van Wienerberger). Dit naar aanleiding van een verzoek daartoe van de firma Hooijer Renkum B.V. Er zijn eerder vragen gesteld over de bedrijfsactiviteiten en de gevolgen daarvan (50+), welke door u zijn beantwoord op 22 november 2016 zaaknummer 2016-013610. De VVD heeft vragen over de betrokkenheid van de provincie bij de bedrijfsactiviteiten, de maatschappelijke

gevolgen en de ontsluiting van het terrein. De betreffende locatie betreft een voormalige steenfabriek.

In 2015 heeft zich hier Frank Pouwer Historische Bouwmaterialen B.V. gevestigd. Het betreft een bedrijfsverplaatsing vanuit Dodewaard, waarbij sprake is geweest van provinciale betrokkenheid.

De VVD legt GS de volgende vragen voor.

Vraag 1 :

Als de provincie inderdaad betrokken is geweest bij deze bedrijfsverplaatsing, welke overwegingen hebben dan meegespeeld bij de locatiekeuze?

Antwoord:

De provincie is niet betrokken geweest bij de verplaatsing van het bedrijf firma Frank Pouwer

Historische Bouwmaterialen B.V naar de locatie van de voormalige steenfabriek van Wienerberger in Doorwerth. Frank Pouwer huurde tijdelijk enkele hallen van de voormalige steenfabriek De Waalwaard in Dodewaard, voorafgaand aan de sloop van het steenfabrieksterrein. Met de sloop van de

gebouwen is plaats gemaakt voor de komst van De Beijer Groep B.V. uit Kekerdom.

Van een bedrijfsverplaatsing van Frank Pouwer Historische Bouwmaterialen B.V. door de provincie Gelderland is geen sprake geweest. De locatiekeuze van het bedrijf Frank Pouwer voor het perceel aan de Fonteinallee 14 te Doorwerth heeft op initiatief van heer Frank Pouwer zelf plaatsgevonden, zonder enige tussenkomst van de provincie.

Inleiding van de vragensteller:

In hetzelfde jaar heeft Hooijer Renkum B.V. een begin gemaakt met het verwerken/productie van houtachtige biomassa als duurzaam en hernieuwbaar alternatief voor fossiele brandstoffen. Daarnaast verwerkt Hooijer bermgras tot herbruikbare grondstof voor onder andere de papierproductie. Hooijer participeert met o.a. de eveneens in Renkum gevestigde kartonpapierfabriek van Parenco. Het bermgras is maaisel van zowel rijks- als provinciale wegen.

Al met al is er dus sprake van mooie voorbeelden van circulaire economie op dit weer tot leven gebrachte bedrijfsterrein, en daarmee gaat het om activiteiten die door de provincie omarmd worden.

Inmiddels heeft Hooijer de locatie omgedoopt tot de “Groene Waarden”.

(2)

2

De gemeente Renkum heeft op 1 september 2016 de, op 24 augustus gevraagde, gedoogbeschikking voor 1 jaar afgegeven. Dit heeft geleid tot een rechtsgang van de Branchevereniging Organische Reststoffen (BVOR) en bewoners van de wijk Kievitsdel. De eerste partij richtte zich bovenal op de in de beschikking genoemde maximaal per jaar te verwerken hoeveelheden (90.000 ton houtachtige biomassa en 100.000 ton bermgras), die als marktverstorend gezien werden. De bewoners gaat het vooral om het aantal voertuigbewegingen door hun wijk, bestaande uit relatief smalle 30-km wegen.

Na tussenkomst van de bestuursrechter en bemiddeling tussen de betrokken partijen is tot tweemaal toe een gewijzigde of vervangende gedoogbeschikking op respectievelijk 6 en 21 oktober afgegeven.

Hierbij zijn de te verwerken en op locatie aanwezige maximale hoeveelheden fors omlaag gebracht en is ook de looptijd van de gedoogbeschikking teruggebracht tot een half jaar. In de laatste door de gemeente afgegeven gedoogschikking van 21 oktober 2016 is sprake van 10.000 ton te verwerken en 30.000 ton te plaatsen biomassa en 5.000 ton bermgras. De gemeente heeft aangeven , zolang Hooijer onder de 10.000 ton houtachtige biomassa blijft er kan worden volstaan met een melding op basis van het Activiteitenbesluit.

Op 4 mei 2017 antwoordt de gemeente op vervolgvragen uit de gemeenteraad dat er in januari 2017 een gewijzigde omgevingsvergunning is aangevraagd (maximaal te verwerken 60.000 ton houtachtige biomassa en 70.000 ton bermgras). De maximale opslag op locatie is gesteld op 45.000 ton.

Bijzonder is dat de gemeente inmiddels de conclusie heeft getrokken dat niet de gemeente maar de provincie de bevoegde instantie is.

Vraag 2 :

Is uw college door ODRA in kennis gesteld in 2016 over de ingediende aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu en/of de op 23 augustus 2016 ingediende aanvraag voor een gedoogbeschikking?

Antwoord:

Nee. De in 2016 ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning milieu en het verzoek voor een gedoogbeschikking zijn ingediend bij het college van burgemeester van wethouders van gemeente Renkum. Deze aanvraag is door de ODRA in behandeling genomen en de gedoogbeschikking is afgegeven door hen, namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Renkum.

Vraag 3 :

Is er enig overleg geweest met de betrokken gemeente en de ODRA over de gang van zaken rond deze vergunningaanvraag? Als zulks het geval is, wat is door de betrokken omgevingsdienst gedaan om herhaling te voorkomen?

Antwoord:

Voor de beantwoording van deze vraag is aangenomen dat er wordt gevraagd of er contact is

geweest tussen de provincie, de gemeente en de ODRA over de vergunningaanvraag van 2016. Dit is niet het geval geweest, omdat de aanvraag was gericht aan het college van burgemeester en

wethouders van gemeente Renkum.

Vraag 4 :

Wanneer is uw college betrokken bij het vergunningentraject? Er vanuit gaande dat de afhandeling van de vergunningaanvraag nu inderdaad bij de provincie ligt?

Antwoord:

Bij de beantwoording van deze vraag is onderscheid gemaakt tussen de verschillende vergunningen:

- Wet Natuurbescherming

Door ons college is op 14 februari 2017 een vergunning verleend op grond van de Wet

Natuurbescherming aan Hooijer Renkum B.V. voor het vestigen van een verwerker van biomassa op de locatie aan de Fonteinallee in Doorwerth. De aanvraag daartoe is ingediend op 25 juli 2016. De vergunning is onherroepelijk.

- Omgevingsvergunning Milieu

Januari 2017 is er een (nieuwe) aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu ingediend voor het uitbreiden van de bedrijfsactiviteiten naar het opslaan en verwerken van maximaal 60.000 ton houtachtige biomassa en de inname en opslag van maximaal 70.000 ton bermgras per jaar. Gelet op genoemde hoeveelheden is het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland het bevoegd gezag.

(3)

3

Vanaf dit moment is de provincie betrokken bij het vergunningentraject. Deze aanvraag heeft betrekking op de toekomstige situatie. De vergunningaanvraag is in behandeling. Op basis van de aanvraag is gevraagd om aanvullend informatie aan te leveren. Hooijer heeft verzocht om uitstel van de termijn waarbinnen hij aanvullende informatie moest leveren. De aanvullende informatie wordt momenteel beoordeeld.

Vraag 5 :

Is de provincie leverancier (direct of indirect) van houtachtige biomassa en/of bermgras aan deze locatie van Hooijer Renkum B.V.?

Antwoord:

Circa anderhalf jaar geleden heeft de provincie in het kader van een proef maaisel (bermgras) geleverd aan Hooijer B.V. Dit gras is ingekuild als grondstof voor de papierfabriek Parenco.

De provincie is op dit moment geen directe leverancier aan Hooijer. Mogelijk wordt wel via

(onder)aannemers van de provincie materiaal aangeboden als Hooijer B.V een erkende verwerker is.

De provincie stimuleert het duurzamer verwerken van haar eigen bermgras. Daarvoor is de provincie deelnemer aan een pilot Van Berm tot Bladzijde. In het kader van deze proef is een intentieverklaring gesloten waarbij de provincie samen met andere overheden (o.a. Rijkswaterstaat, waterschappen en enkele gemeente) leverancier zal zijn van bermgras. In deze intentieovereenkomst is Hooijer Renkum B.V. ook 1 van de betrokken partijen met een coördinerende rol voor de toevoer (op termijn over water) van bermgras naar voor Parenco. In de praktijk betekent dat niet dat provinciaal gras daarmee per definitie op het terrein van Hooijer verwerkt wordt. In de provinciale contracten voor het

bermbeheer die nu worden aanbesteed, wordt de opslag- en verwerkingsmethode vrijgelaten. Het is de verwachting dat met de verwerkingstechniek van Parenco zij geschikt gras laat ophalen nabij de plek waar het vrijkomt al dan niet na inkuilen in die directe omgeving. Bovendien is niet al het gras geschikt of is de afstand tot Parenco te groot.

Inleiding van de vragensteller:

De VVD-fractie gaat ervanuit dat uw college de betreffende circulaire bedrijfsactiviteiten van harte ondersteund en betrokken is bij de verdere ontwikkelingsmogelijkheden, zoals het transport over water vanaf deze locatie naar bijvoorbeeld de stroomafwaarts aan de Nederrijn gelegen

kartonpapierfabriek van Parenco. Dat laat echter onverlet dat, na realisatie van een door Hooijer voorgestane loswal aan de Nederrijn, het overgrote deel van de aanvoer van te verwerken

grondstoffen en ook, nadat transport over water mogelijk wordt, een blijvend deel van de afvoer over de weg zal plaatsvinden. Het probleem is echter dat de locatie slechts bereikbaar is via een route door de woonwijk Kievitsdel over smalle 30-km-wegen zonder trottoirs. De enige route naar de Groene Waarden valt ook nog eens samen met een hoofdfietsroute voor scholieren en deels met de nu in ontwikkeling zijnde snelfietsroute van Arnhem naar Wageningen. Kortom, met deze bedrijfsactiviteiten is een verkeersonveilige situatie ontstaan, waarbij de fysieke ruimte ontbreekt om het adequaat op te lossen. De aanwonenden ervaren het ook als overlast gevend.

In 2010, toen de steenfabriek nog in bedrijf was, zijn er gesprekken geweest van de gemeente en de Bewonersvereniging Kievitsdel (BVK) met de provincie over mogelijkheden om het zware verkeer uit de woonwijk te houden door een aansluiting op de door de provincie beheerde N225 (lokaal bekend als Rijksweg) ter hoogte van de Boersberg. Deze hebben niet tot aanpassingen in de wegenstructuur geleid.

Nu zijn er weer initiatieven van de gemeente, de BVK en de betrokken bedrijven om een ontsluiting mogelijk te maken. Door Hooijer Renkum B.V. zijn meerdere ontwerpschetsen gemaakt, waarin de mogelijkheden worden weergegeven.

Vraag 6 :

Bent u bekend met deze initiatieven? Zo ja, kunt u ons informeren over de stand van zaken in deze?

Antwoord:

Wij zijn in beperkte mate bekend met deze initiatieven. In het voorjaar van 2017 is hierover voor het laatst contact geweest tussen de gemeente Renkum en de provincie. De provincie heeft daarbij aan de gemeente het advies gegeven om het vraagstuk (integraal) te onderzoeken op de probleemstelling en mogelijke oplossingsrichtingen. Daarna is er geen contact meer geweest noch hebben wij het verzoek gehad voor een vervolggesprek.

(4)

4 Inleiding van de vragensteller:

Fysiek lijkt er voldoende ruimte te zijn op de aangeduide locatie om tot een aansluiting te komen. In de betreffende bocht is sprake van een overgang van 2x1 naar 2x2 rijsroken, waarbij natuurlijk de 2x1 rijstrook-situatie de doorstroomcapaciteit bepaald. De afstand tot de A50 (aansluiting 19 Renkum), natuurlijk van belang voor de opstelcapaciteit, is vrijwel gelijk aan die aan de westzijde van de A50 tot de Heidesteinlaan, waar door de provincie recentelijk een VRI is geplaatst.

Vraag 7 :

Acht u een ontsluiting vanaf de N225 mogelijk en wenselijk?

Antwoord:

Nee, een ontsluiting direct vanaf de N225 achten wij niet wenselijk. Het betreft een

gebiedsontsluitingsweg waarop, conform de richtlijnen van een duurzaam veilige weginrichting, zo min mogelijk aansluitingen komen.

Vraag 8 :

Welke rol ziet u in deze voor de provincie, gelet het belang dat de provincie hecht aan de, zich hier ontwikkelende, bedrijfsactiviteiten, als vergunningverstrekker en als wegbeheerder?

Antwoord:

De rol van de provincie als vergunningverlener bij deze bedrijfsactiviteiten is het nemen van een zorgvuldig en weloverwogen besluit op een aanvraag, door het beoordelen en toetsten van die aanvraag aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

Als wegbeheerder hebben wij een rol om een eventueel verzoek voor een aansluiting c.q. een ontsluiting op de N225 te beoordelen conform de kaders van het principe duurzaam veilig.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Subsidieplafond kunst en cultuur van 12.000 euro, waarbij maximaal 1.500 euro beschikbaar is voor Stichting Geschiedschrijving in de gemeente Dronten voor een activiteit op de

Indien bij de verdeling, bedoeld in artikel 7, tweede lid, blijkt dat het college meer punten heeft toegekend voor de maatschappelijke bijdrage aan een ander thema dan het

Op grond van artikel 2.7 lid 1 sub a van de Regeling omgevingsrecht en artikel 2.2 van Bouwbesluit 2012 dienen uiterlijk drie weken voor de aanvang van betreffende

Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland maken bekend dat zij de volgende aanvraag voor een omgevingsvergunning (WABO), waarbij de reguliere. voorbereidingsprocedure van

In 2016 is door Provinciale Staten in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen (PS2016-600) vastgesteld dat de provincie Gelderland alle provinciale wegen en de onderdelen die

• Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Weg aanleggen of veranderen?. • Weg aanleggen of

Bij deze belangenafweging worden ook de eventueel ingediende zienswijze(n) meegewogen. De criteria in artikel 5 van de Bomenverordening 2014 zijn bedoeld om deze afweging zo

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 7 februari 2013. Griffier,