Oranjekwartier Zuid Plandeel C
Inhoudsopgave
Regels 3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5
Artikel 1 Begrippen 5
Artikel 2 Wijze van meten 9
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11
Artikel 3 Centrum 11
Hoofdstuk 3 Algemene regels 13
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 13
Artikel 5 Algemene bouwregels 13
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 13
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 15
Artikel 7 Overgangsrecht 15
Artikel 8 Slotregel 16
Regels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Oranjekwartier Zuid Plandeel C' van de gemeente Beuningen;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0209.BpOranjekwartpldC-vadf met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolg de deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.7 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak;
1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.9 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.10 bouwgrens
de grens van een 'bouwvlak' ;
1.11 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.12 bouwperceelsgrens de grens van een bouwperceel;
1.13 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.14 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.15 coffeeshop
een bedrijf dat tot hoofdzaak heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken;
1.16 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het
verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik of verbruik anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.17 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
1.18 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.19 horeca
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
Hierbij worden de volgende vormen van horeca onderscheiden:
horeca categorie 1:
een café, eetcafé, grand café, bar, pub, taverne dat wil zeggen een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
horeca categorie 2:
brasserie, bistro, lunchroom, ijssalon, broodjeszaak, koffiehuis (geen coffeeshop), theehuis, konditorei, café-restaurant, restaurant, detailhandel ondersteunende horeca, dat wil zeggen een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken c.q. snel serveren van kleine en/of grote maaltijden, broodjes, hapjes, ijs en gebak, waarbij het verstrekken van dranken, in de vorm van koffie, thee, frisdranken en zwak-alcoholische dranken, daaraan ondergeschikt is;
horeca categorie 3:
cafetaria, snackbar, afhaalrestaurant, fastfood, dat wil zeggen een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleinere etenswaren voor consumptie ter plaatse dan wel elders, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken, in de vorm van koffie, thee, frisdranken en zwak-alcoholische dranken;
horeca categorie 4:
hotel, motel, dat wil zeggen een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
horeca categorie 5:
zalencentrum, partycentrum, dat wil zeggen een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en besloten partijen,
alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen, en tot het houden van activiteiten in het kader van het verenigingsleven, waarbij het
verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
horeca categorie 6:
discotheek, bar-dancing, dat wil zeggen een bedrijf dat is gericht op het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren en met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie, gedurende de avond en de nacht;
horeca categorie 7:
coffeeshop, dat wil zeggen een bedrijf dat tot hoofdzaak heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken;
1.20 langzaamverkeersroutes:
routes voor ongemotoriseerd verkeer, scootmobielen, wandelaars, skeeleraars, en dergelijke, daarbij behorende bermen en straatmeubilair;
1.21 maatschappelijk:
voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, religie, onderwijs, (kinder)dagopvang, naschoolseopvang en opvoeding;
1.22 peil
De gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld op het bouwperceel;
1.23 praktijkruimte
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verlenen van medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee gelijk te stellen diensten;
1.24 seksinrichting
een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk pornografische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van pornografische en/of erotische aard plaatsheeft, en/of tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht dan wel bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot seksuele handelingen;
1.25 zone
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolg de deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen van een kap, zoals dakkapellen.
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Centrum
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. detailhandel;
b. horeca;
c. dienstverlening en praktijkruimten;
d. maatschappelijk;
e. wonen;
f. nutsvoorzieningen;
g. parkeervoorzieningen;
h. ontsluitingswegen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
De bouwmogelijkheden zijn begrensd door het opnemen van situerings- en
maatvoeringseisen voor gebouwen en andere bouwwerken in de verbeelding van het plan en de hieronder opgenomen regels.
3.2.1 Situering gebouwen en andere bouwwerken
De situering van gebouwen en andere bouwwerken is beperkt tot bepaalde zones.
Daartoe zijn op de verbeelding van het plan een 'bouwvlak' en een zone zonder bouwaanduiding aangegeven.
a. Bouwvlak
Binnen het 'bouwvlak' zijn gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde toegestaan;
b. Parkeergarage
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een ondergrondse parkeergarage toegestaan;
c. Zone zonder bouwaanduiding
In de zone zonder bouwaanduiding zijn, behoudens antennemasten en schotelantennes, andere bouwwerken toegestaan. Tevens zijn aangebouwde erkers, entreepartijen en balkons aan binnen het 'bouwvlak' gelegen gebouwen toegestaan.
3.2.2 Maatvoering in de zones
In dit artikellid worden de bouwmogelijkheden binnen de verschillende zones van deze bestemming verder begrensd door de maatvoering te beperken.
a. De gronden gelegen binnen het 'bouwvlak' mogen met inachtneming van de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' in de verbeelding aangegeven maatvoering geheel worden volgebouwd;
b. de dakhelling mag niet meer, danwel minder, bedragen dan aangegeven ter plaatse
c. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
d. Op gronden gelegen in de zone zonder bouwaanduiding geldt voor bouwwerken geen gebouw zijnde een maximale bouwhoogte van 1 meter en voor erkers, balkons en entreepartijen een maximaal gezamenlijke oppervlakte van 4 m2 en een maximale bouwdiepte van 1 meter gerekend vanuit de gevel waaraan gebouwd wordt met een maximale bouwhoogte gelijk aan de goothoogte die in het 'bouwvlak' waaraan wordt gebouwd is aangegeven.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Toegestaan gebruik
Op de gronden met de bestemming Centrum gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
a. detailhandel is alleen toegestaan op de begane grondlaag;
b. horeca is alleen in de categorieën 1 en 2 toegestaan en alleen op de begane grondlaag;
c. dienstverlening en praktijkruimten zijn alleen toegestaan op de begane grondlaag;
d. maatschappelijke voorzieningen zijn alleen toegestaan op de begane grondlaag;
e. wonen is alleen toegestaan boven de begane grondlaag, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ook op de begane grondlaag woningen zijn toegestaan.
3.3.2 Verboden gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
a. de gronden voor buitenopslag;
b. vrijstaande bijgebouwen bij woningen voor bewoning;
c. opstallen buiten het 'bouwvlak' voor zelfstandige onder 3.1 bedoelde functies;
d. de gronden voor een supermarkt.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene bouwregels
5.1 Ondergeschikte bouwdelen
Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, zoals een trappenhuis, liftopbouw, overkapping en balkons, mits de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan 2 m.
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan voor het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut zoals gasregelstations en transformatorhuisjes, met een bebouwde oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van
maximaal 3,5 m.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.2 Afwijken bij omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 7.1 een
omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 7.1 met maximaal 10 %.
7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
7.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
7.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Oranjekwartier Zuid Plandeel C.