• No results found

University of Groningen The right ventricle in heart failure with preserved ejection fraction Gorter, Thomas Michiel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen The right ventricle in heart failure with preserved ejection fraction Gorter, Thomas Michiel"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

The right ventricle in heart failure with preserved ejection fraction

Gorter, Thomas Michiel

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2018

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Gorter, T. M. (2018). The right ventricle in heart failure with preserved ejection fraction. Rijksuniversiteit Groningen.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

Appendices

Dutch Summary

About the author

Acknowledgments

List of publications

(3)

Dutch summary

Hartfalen is wereldwijd een groot medisch probleem en is een van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdig overlijden in de Westerse wereld. Hartfalen wordt tegenwoordig onderverdeeld in hartfalen met een verminderde linker ventrikel ejectiefractie (heart failure with reduced ejection fraction, HFrEF) en hartfalen met een behouden linker ventrikel ejectiefractie (heart failure with preserved ejection fraction, HFpEF). De laatste groep patiënten heeft daarbij een ejectiefractie van ≥50% en wordt op ventrikel niveau verder gekenmerkt door met name stijfheid en verminderde relaxatie van de hartspier (diastolische dysfunctie) en/of verdikking van de hartspier (hypertrofie). Voor patiënten met HFrEF zijn op dit moment veel therapieën voorhanden die een bewezen gunstig effect hebben op de overleving, zoals beta-blokkers, ACE-remmers, angiotensine recepter blokkers en ICD’s. De prevalentie van HFpEF is vergelijkbaar met die van HFrEF, echter zijn er voor HFpEF tot op heden geen bewezen therapieën beschikbaar die zorgen voor een afname van sterfte in deze specifieke patiëntengroep. De grote trials met medicijnen die werkzaam zijn in HFrEF waren neutraal voor de primaire eindpunten in patiënten met HFpEF. Voor een groot deel lijkt dit veroorzaakt te zijn doordat HFpEF een veel heterogener ziektebeeld is en dat niet eenzelfde behandeling werkzaam is in elke type patiënt met HFpEF. Dit heeft ertoe geleid dat het huidige onderzoek zich meer is gaan toespitsen op het identificeren van verschillende subgroepen binnen HFpEF met elk een specifieke pathofysiologie, die waarschijnlijk ook een specifieke behandeling behoeft. De laatste jaren is er dan ook een verschuiving zichtbaar in het onderzoek naar de behandeling van HFpEF, van een “one size fits all” strategie naar een meer “fenotype-specifieke” strategie.

Het hart bestaat uit twee hartkamers, de linker en rechter ventrikel. Hartfalen wordt voornamelijk onderverdeeld op basis van ejectiefractie van de linker ventrikel, echter de rechter ventrikel is ook essentieel in het onderhouden van een functionerende circulatie. De rechter ventrikel ontvangt namelijk al het bloed dat terugstroomt vanuit het lichaam naar het hart, en pompt dit door de bloedvaten van de longen, waar het bloed zuurstof krijgt, naar de linker ventrikel. De functie van de rechter ventrikel kan verslechterd zijn door verschillende oorzaken, zoals een hoge bloeddruk in de longen (pulmonale hypertensie), een aangeboren hartafwijking, of een hartinfarct. Gelijktijdig met de zoektocht naar de mogelijk verschillende fenotypes waaruit HFpEF

(4)

Dutch summary

bestaat blijkt dat een verminderde rechter ventrikel functie opvallend vaak voorkomt in patiënten met HFpEF. Dit is opmerkelijk, omdat HFpEF met name – en per definitie – een aandoening is van de linker ventrikel. De oorzaken voor verminderde rechter ventrikel functie in HFpEF lijken niet eenduidig en de aanwezigheid van een slechte rechter ventrikel in patiënten met HFpEF lijkt in sommige studies ook geassocieerd te zijn met een slechtere prognose, vergeleken met HFpEF patiënten met een behouden rechter ventrikel functie. De constatering dat rechter ventrikel dysfunctie vaak lijkt voor te komen in HFpEF en de aanwezigheid hiervan geassocieerd is met een slechtere prognose, geeft het belang aan van gedegen onderzoek naar de oorzaken en mogelijke behandelopties van rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF. De vraagstellingen van dit onderzoek zijn:

1) Wat is de klinische relevantie van rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF 2) Wat zijn onderliggende mechanismen voor het ontstaan van rechter ventrikel

dysfunctie in HFpEF

3) Wat zijn potentiële behandelopties voor rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF

Om in de eerste plaats de prevalentie en relevantie van rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF te onderzoek hebben wij een systematische review en meta-analyse uitgevoerd naar studies waarin rechter ventrikel functie werd onderzocht in patiënten met HFpEF (Hoofdstuk 2). In deze studie hebben wij gevonden dat 20-25% van de HFpEF patiënten een verminderde rechter ventrikel functie heeft. Eén van de belangrijkste oorzaken van rechter ventrikel dysfunctie dat naar voren kwam uit deze systematische review is pulmonale hypertensie, wat aanwezig is bij ongeveer twee derde van de HFpEF patiënten. Daarnaast bleek uit enkele studies dat ook boezemfibrilleren geassocieerd is met verminderde functie van de rechter ventrikel. De aanwezigheid van rechter ventrikel dysfunctie was verder geassocieerd met hogere kans op ziekenhuisopname voor hartfalen en vroegtijdig overlijden, ten opzichte van HFpEF patiënten met behouden rechter ventrikel systolische functie. De relatie tussen pulmonale hypertensie en verminderde rechter ventrikel functie in HFpEF werd verder onderzocht in de Hoofdstukken 3 en 4. Pulmonale hypertensie is

(5)

een ziektebeeld waarbij er een te hoge bloeddruk is in de longen. Dit kan komen door primair een ziekte van vaatwand van de kleinere longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie of pre-capillaire pulmonale hypertensie) of door een hogere bloeddruk en vullingsdruk van de linkerharthelft, leidend tot een “passieve” drukverhoging in de stroomopwaarts gelegen longslagaders (post-capillaire pulmonale hypertensie). Laatstgenoemde situatie wordt typisch gezien bij patiënten met linkszijdig hartfalen, zowel bij systolisch als diastolisch hartfalen. Daarnaast kan langer bestaande, progressieve drukverhoging van de longslagaders als gevolg van linkszijdig hartfalen op termijn ook leiden tot schade aan de vaatwand van de (kleinere) longslagaders. Dit uit zich dan in een verhoogde druk in de longvaten die disproportioneel is ten opzichte van de (vullings-)druk gemeten in de linkerharthelft. Dit wordt tegenwoordig gecombineerde post- en pre-capillaire pulmonale hypertensie genoemd. In

Hoofdstuk 3 en 4 werd gezien dat ongeveer een derde van de HFpEF patiënten met

pulmonale hypertensie gecombineerd post- en pre-capillaire pulmonale hypertensie heeft. Deze vorm van pulmonale hypertensie leidt tot een hogere bloeddruk in de longvaten, tot meer rechter ventrikel dysfunctie en tot een hogere kans op overlijden, ten opzichte van HFpEF patiënten zonder pulmonale hypertensie of met geïsoleerde post-capillaire pulmonale hypertensie.

Het belangrijkste symptoom dat bijna alle patiënten met HFpEF ervaren is een verminderd inspanningsvermogen. De oorzaken van een verminderd inspanningsvermogen in HFpEF zijn echter net zo heterogeen als het ziektebeeld zelf. In Hoofdstuk 4 wordt specifiek het pathofysiologische mechanisme onderzocht van inspanningsintolerantie in patiënten met HFpEF met de verschillende vormen van pulmonale hypertensie. In een normale situatie worden de bloedvaten van de longen gekenmerkt door een lage weerstand en hoge rekbaarheid (compliantie). Bij inspanning neemt het circulerend bloedvolume door het hart en de longen fors toe. In een normale situatie is het longvaatbed door zijn specifieke vaateigenschappen in staat om deze forse toename in circulerend bloedvolume te doorstaan. Hoofdstuk

4 laat echter zien dat door de aanwezigheid van gecombineerd post- en

pre-capillaire pulmonale hypertensie, en secundair daaraan een toegenomen weerstand en afgenomen compliantie van de longvaten, het vermogen van de longvaten tot het doorlaten van het toegenomen circulerend bloedvolume tijdens inspanning beperkt is. Daarnaast blijkt uit deze studie dat dit onvermogen tot uitzetten van de longvaten bij toegenomen bloeddoorstroming leidt tot verdere overbelasting van

(6)

Dutch summary

de rechter ventrikel tijdens inspanning. Omdat beide ventrikels gelegen zijn binnen hetzelfde, stugge hartzakje (het pericard), leidt overbelasting en uitzetten van de rechter ventrikel tot een beperking van uitzetten van de linker ventrikel en dus tot afname van voldoende vulling van de linker ventrikel. Bij deze afgenomen vulling en compliantie van de linker ventrikel is als gevolg van het Frank-Starling effect het netto-effect ook een afgenomen effectief slagvolume van de linker ventrikel tijdens inspanning. Concluderend, bij patiënten met HFpEF en een additionele component van pre-capillaire pulmonale hypertensie lijdt een afgenomen compliantie van de longvaten tot overbelasting van de rechter ventrikel en secundair daaraan tot onder-vulling van de linker ventrikel en tot een verlaging van het effectief slagvolume tijdens inspanning. Dit lijkt een belangrijk onderliggend pathofysiologisch mechanisme te zijn van verminderd inspanningsvermogen in patiënten met HFpEF en gecombineerd post- en pre-capillaire pulmonale hypertensie.

Naast pulmonale hypertensie zijn er mogelijk ook andere onderliggende oorzaken voor rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF. In Hoofdstuk 5 wordt specifiek gekeken naar de rol van boezemfibrilleren bij zowel rechter ventrikel als rechter boezem dysfunctie. Uit deze studie komt naar voren dat boezemfibrilleren sterk geassocieerd is met een verminderde functie van de rechter ventrikel, onafhankelijk van pulmonale hypertensie. Daarnaast hebben patiënten die een voorgeschiedenis hebben van boezemfibrilleren, maar op het moment van de meting sinusritme hebben, ook meer rechter boezem en rechter ventrikel dysfunctie. De hypothese is enerzijds dat de aanwezigheid van boezemfibrilleren in patiënten met HFpEF een uiting is van meer progressie en ernst van de ziekte met secundair daaraan hogere kans op het krijgen van verminderde rechter ventrikel functie. Een andere hypothese is echter dat boezemfibrilleren in sommige patiënten – zeker die met (ernstige) pulmonale hypertensie – niet veroorzaakt wordt door overbelasting en rek van de linker boezem als gevolg van “linkszijdig” HFpEF (zoals algemeen geaccepteerd), maar juist door overbelasting van de rechter boezem als gevolg van een te hoge bloeddruk in de longen, leidend tot overbelasting van de rechterharthelft en daarbij meer rek op de rechter boezem. De consequentie hiervan is dat om het boezemfibrilleren in deze specifieke groep te voorkomen of te behandelen, de focus dan meer zou moeten liggen op het verlagen van de bloeddruk in de longen met specifieke therapieën. Een in brede kring geaccepteerde hypothese voor het (mede-)ontstaan van HFpEF is

(7)

dat circulerende stoffen die gerelateerd zijn aan inflammatie in hogere mate aanwezig zijn bij ouderdom en bij bepaalde comorbiditeiten zoals obesitas en diabetes mellitus. Deze circulerende stoffen zouden een negatief effect hebben op de hartspier leidend tot meer diastolische dysfunctie en hypertrofie van de linker ventrikel, en uiteindelijk symptomatisch HFpEF. Omdat dit mechanisme circulerende moleculen betreft is het de vraag of deze moleculen eenzelfde, negatief effect hebben op de hartspier van de rechter ventrikel. Om dit te testen werd in Hoofdstuk 6 de relatie onderzocht tussen diabetes mellitus en systolische en diastolische dysfunctie van de rechter ventrikel. In deze studie wordt inderdaad gezien dat de aanwezigheid van diabetes mellitus in patiënten met HFpEF geassocieerd is met meer systolische en diastolische dysfunctie van de rechter ventrikel, onafhankelijk van pulmonale hypertensie. Deze bevindingen zouden diagnostische en therapeutische consequenties kunnen hebben specifiek voor HFpEF patiënten met diabetes mellitus.

Naast prevalentie en onderliggende oorzaken van rechter ventrikel dysfunctie in HFpEF is dit proefschrift gewijd aan de behandeling van deze specifieke groep patiënten. Hoofdstuk 7 is een position statement dat geschreven is namens de European Society for Cardiology en beschrijft verschillende (potentiële) behandelopties. De belangrijkste behandelstrategieën voor deze groep HFpEF patiënten betreft het verlagen van de bloeddruk in de longen in patiënten met pulmonale hypertensie door middel van specifieke medicijnen, het optimaal doseren van diuretica met name in patiënten die rechtszijdig zijn gedecompenseerd, en het bevorderen van regelmatige inspanning en afvallen, zeker voor de obese en oudere HFpEF populatie. In Hoofdstuk 8 wordt daarnaast nog een specifieke strategie beschrijven bestaande uit een implanteerbare monitor die geplaatst kan worden in de longslagader en continue de bloeddruk in de longslagader kan meten. Bij een (subklinische) stijging van de bloeddruk, een voorteken voor decompensatio cordis, kan tijdig de dosering hartfalen medicatie zoals diuretica en vaatverwijders worden opgehoogd om een daadwerkelijke ziekenhuisopname voor hartfalen te voorkomen. Deze strategie heeft bewezen ook in HFpEF het aantal ziekenhuisopnames voor hartfalen te verlagen. Toekomstige studies moeten uitwijzen of deze strategie ook een gunstig effect heeft op de mortaliteit.

(8)

About the author

About the author

Thomas Michiel Gorter werd als jongste van drie geboren op 25 juli 1988 te Enschede. Hij groeide ook op in Enschede en deed zijn middelbare school aan het Stedelijk Lyceum Kottenpark, waar hij in 2006 zijn vwo-diploma behaalde. Direct na de middelbare school lootte hij in voor de studie geneeskunde en verhuisde hij naar Groningen. Naast zijn studie geneeskunde was hij vier jaar werkzaam bij de Doktersdienst Groningen. Tijdens zijn bachelor raakte hij al vroeg betrokken bij onderzoek en deed hij al snel stage wetenschap bij de kindercardiologie onder begeleiding van prof. dr. R.M.F. Berger en dr. J.P. van Melle. Hierna deed hij zijn senior coschappen in de Isala Klinieken te Zwolle en aansluitend semi-arts bij de Cardiologie in het UMCG. Direct na het behalen van zijn artsenbul in 2013 startte hij met zijn promotieonderzoek in het UMCG onder leiding van prof. dr. D.J. van Veldhuisen, dr. J.P. van Melle, dr. T.P. Willems en dr. M. Rienstra. Tevens was hij gedurende deze periode studiecoördinator van de VIP-HF studie. Hij presenteerde zijn onderzoek op internationale congressen in Rome, Sevilla, Florence, Parijs en Orlando. Als verdieping op zijn promotie werkte hij in de zomer van 2017 twee maanden in de Mayo Clinic in Rochester (Minnesota, VS) onder leiding van dr. B.A. Borlaug. Sinds september 2017 is hij als ANIOS werkzaam op de afdeling cardiologie in het UMCG, alwaar hij in juli 2018 zal starten met de opleiding tot cardioloog. Hij woont samen met zijn vriendin Minke in Groningen.

(9)

Acknowledgments / Dankwoord

Een promotieonderzoek doe je niet alleen. Mede dankzij de hulp en steun van velen is dit boekje geworden tot wat het nu is. De volgende personen wil ik graag in het bijzonder hiervoor bedanken, omdat zij in meer of mindere mate belangrijk waren in de totstandkoming van dit proefschrift.

Allereerst mijn promotor prof. dr. D.J. van Veldhuisen. Beste Dirk Jan, onze allereerste afspraak kan ik mij nog goed herinneren. Ik liep na ongeveer een uur met klapperende oren maar vooral ook vol enthousiasme je kamer uit. Tijdens mijn promotie heb je mij altijd enthousiast voor het onderzoek gehouden. Je gaf me het vertrouwen en ruimte om zelf invulling te geven aan het onderzoek, maar tegelijkertijd wist je het ook zorgvuldig af te bakenen en hield je oog voor de grote lijnen. Ook op persoonlijk vlak heb ik onze samenwerking zeer gewaardeerd en was je ook buiten het onderzoek een belangrijke steun. Daar ben ik je zeer dankbaar voor.

Mijn co-promotors dr. J.P. van Melle, dr. M. Rienstra en dr. T.P. Willems. Beste Joost, al in mijn tweede jaar van de studie raakte ik met jou betrokken bij onderzoek, waarbij je mij al vroeg hebt geleerd hoe je onderzoek doet en hoe je een artikel schrijft. Hierdoor heb ik een vlotte start met mijn promotie kunnen maken. Ik heb zeer goeie herinneringen aan onze samenwerking, maar ook aan de thoraxborrels waar wij regelmatig als een van de laatsten overbleven. Wellicht dat we het door jouw voorgestelde onderzoek met schorpioenen ooit nog eens zullen uitvoeren. Beste Michiel, je bent pas later bij mijn promotietraject betrokken geraakt maar toch heb je in korte tijd een belangrijke stempel op het proefschrift gedrukt. Ik ben je zeer dankbaar voor de mogelijkheden die je mij hebt gegeven gedurende mijn promotie. Daarnaast vind ik het bewonderenswaardig om te zien dat ondanks de hectiek van de dag je altijd zorgvuldig de tijd neemt voor anderen en daarbij rust uitstraalt. Ik zou daar graag een voorbeeld aan nemen.

Beste Tineke, jij stond aan de basis van dit proefschrift. In de eerste plaats omdat je mij de mogelijkheid gaf om überhaupt aan een promotietraject te beginnen, maar ook met het voorstel om als onderwerp de rechter ventrikel te nemen. Jouw idee van de systematische review en meta-analyse is een gouden greep geweest. Bovenal

(10)

Acknowledgments / Dankwoord

heb je mij geïnspireerd om met cardiale MRI bezig te gaan. Je steeds oprechte interesse heb ik altijd gewaardeerd.

Graag wil ik de leden van de leescommissie hartelijk bedanken voor het lezen en beoordelen van dit proefschrift; prof. dr. J.J. Bax, prof. dr. M.P. van den Berg en prof. dr. R.A.J.O. Dierckx.

Mijn paranimfen. Beste Sander, je bent altijd een echte grote broer voor mij. Je sarcastische humor, neigend naar cynisme, vind ik altijd verfrissend en relativerend. Tijdens twee congressen heb je mij opgezocht voor aansluitend een paar mooie dagen extra, waar ik van heb genoten. Ook al heb je het niet altijd zo met op de medische wereld, ik ben blij dat je er nu als paranimf bij bent. Beste Norbert, al vroeg tijdens de studie leerden wij elkaar kennen en werden al gauw hele goede vrienden. Er zijn weinig mensen die onze humor begrijpen, wellicht klikt het daarom zo goed. Daarnaast toonde je dagelijks interesse door te vragen: “hoe is het met je onderzoek?”. Dank dat je mijn paranimf wilt zijn.

Prof. dr. R.A. de Boer, beste Rudolf, ik ben je zeer dankbaar voor de kans en het vertrouwen dat je mij gaf voor het schrijven van het position statement namens de ESC. Voor mij is dit echt de kers op de taart geweest.

Prof. dr. A.A. Voors en dr. E.S. Hoendermis, ik ben jullie zeer dankbaar voor de mogelijkheid om gebruik te mogen maken van jullie zorgvuldig opgezette en waardevolle Sildenafil database. Het is een belangrijk onderdeel geworden van dit proefschrift.

Prof. dr. C.S.P. Lam, dear Carolyn, your intellect, creativity, drive and perseverance are inspiring for me and many other researchers. I am very grateful for your valuable contributions to this thesis.

Dr. E.A.M. Verschuuren, beste Erik, ik wil je graag bedanken voor de prettige samenwerking bij het opzetten en uitvoeren van ons onderzoek naar longtransplantaties. Uiteindelijk is dit geen onderdeel meer geworden van het proefschrift, maar er zijn interessante resultaten uit gekomen en ik hoop op een blijvende samenwerking voor de toekomst.

(11)

Dr. Y.M. Hummel, beste Yoran, veel data betreffende de rechter ventrikel in dit proefschrift is gebaseerd op de echocardiografie en veel echo’s zijn van jouw hand. Mede door jouw kennis en kunde ben je een belangrijke steun voor vele onderzoekers binnen de cardiologie die gebruik maken van echo, zo ook van mij. Hopelijk kan ik je ooit nog eens enthousiasmeren voor cardiale MRI.

Dear dr. Borlaug, I nearly stayed two months at the Mayo Clinic and I am very grateful for the opportunity to visit your lab. Your research is truly inspiring to me and I learned a lot. I really hope we can collaborate again in the near future. Dear Masaru and Yogesh, my stay at your department was very pleasant and I am grateful for the warm welcome. Your efforts and commitment to your research are very admirable. Graag wil ik iedereen die betrokken was bij de VIP-HF studie hartelijk bedanken voor hun hulp hierbij. In het bijzonder Bernard, Anja, Carolien, Carlien, Liesje, alle collega’s van de pacemakerkamer en de medewerkers van de poli en hartkatheterisatie. Dr. A.H. Maass, beste Alexander, heel erg bedankt voor de mogelijkheid om zelf loop recorders te mogen implanteren, maar bovenal voor toelating tot de opleiding cardiologie. Ik kijk er zeer naar uit.

Verder wil ik alle co-auteurs bedanken voor hun belangrijke bijdrage aan de hoofdstukken in dit proefschrift, maar zeker ook aan de artikelen die niet het boekje hebben gehaald.

Alma, Audrey en Daniëlle, veel dank voor alle ondersteuning de afgelopen jaren, maar zeker ook voor de praatjes in de wandelgangen.

Chris, IJsbrand, Licette, Jozine, Eline, Anne H., Ruben de W., Wouter te R., Wouter M., Koen, Jan, Bernadet, Rogier, Biniyam, Harmen, Edgar, Meelad, Minke, Ruben E., Johanneke, Carlijn, Haye, Tom, Anne S., Sebastiaan, Niels, Lawien, Bastiaan, Diederik, Yldau, Quint, Guido, Joylene, Anne-Marie, Hilde, Mariëlle, Hannah en alle andere collega’s van de (experimentele) cardiologie wil ik bedanken voor het plezier tijdens de lunch, borrels en cardioweekendjes. Zeker de congressen waren altijd een hoogtepunt. Jullie aanwezigheid maakt een promotietraject alleen maar

(12)

Acknowledgments / Dankwoord

leuker. Gijs, bedankt dat je tijdens mijn verblijf in het buitenland de VIP-HF studie draaiende hield. Ik heb er alle vertrouwen in dat je de studie maar ook je aanstaande promotietraject goed zult voortzetten. Niek, zeer bedankt voor je hulp bij de Fallot artikelen. Helaas hebben ze het boekje niet gehaald maar het is leuk dat wij nu op twee co-auteur zijn geworden.

Tom, Niels, Mark, Steven, Jaap, Niek, Michael, Lars, Pascal, Daan en alle andere jongens van Medisch Heren Dispuut Cambrinus, jullie hebben mijn studententijd onvergetelijk gemaakt en daaruit zijn vriendschappen voor het leven voortgekomen. Zoals burgers dat doen ontstaan er inmiddels ook etentjes en vakanties met aanhang: Guusje, Sanne, Kirsten en Rosa fijn dat jullie er ook bij horen. Matthijs en Karin, als broekie van net 18 kwam ik in 2006 bij jullie in huis wonen en dit voelde voor mij meteen als een tweede thuis en was de start van een tweede opvoeding. Ik ben blij dat onze vriendschap zich ook na Groningen heeft voortgezet.

Lieve Herbert, Renske en Bente, bedankt voor de etentjes in Leeuwarden, weekendjes in Grou en skivakanties in Zwitserland. Ik voel mij altijd heel erg thuis bij jullie!

Lieve Mam, ik weet zeker dat ik van jou de genen heb geërfd om onderzoek te gaan doen. Dank voor je onvoorwaardelijke en onuitputtelijk steun. Lieve Pap, wat is het ontzettend jammer dat je het einde van mijn promotie niet meemaakt. Wat voor jou vroeger niet altijd vanzelfsprekend was, was dat voor ons wel. Bedankt dat je altijd liet merken dat je trots op ons was en dat wat wij deden er ook altijd toe deed. Lieve Maaike, ik ben ongelofelijk trots op je hoe je ondanks de enorme beproevingen in je leven altijd zo optimistisch bent gebleven. Jouw onuitputtelijke nieuwsgierigheid en enthousiasme is altijd aanstekelijk.

Lieve Minke, jij betekent alles voor mij. Samen hebben wij mooie en droevige momenten gedeeld, maar met jou kan ik alles aan. Ik kijk uit naar onze toekomst samen!

(13)

List of publications

1. Gorter TM, Masaru Obokata, Yogesh N.V. Reddy, Vojtech Melenovsky, Barry A. Borlaug.

Exercise unmasks distinct pathophysiologic features in heart failure with preserved ejection fraction and pulmonary vascular disease. Submitted.

2. Gorter TM and Rudolf A. de Boer. Reply: Myocardial Edema and Congestive Heart

Failure: One Piece of the Puzzle? Eur J Heart Fail 2018;20:827-828.

3. Gorter TM, van Melle JP, Rienstra M, Borlaug BA, Hummel YM, van Gelder, IC,

Hoendermis ES, Voors AA, van Veldhuisen DJ, Lam CSP. Right Heart Dysfunction in Heart Failure with Preserved Ejection Fraction: The Impact of Atrial Fibrillation. J Card

Fail. 2018;24:177-185.

4. Gorter TM, Streng KW, van Melle JP, Rienstra M, Dickinson MG, Lam, CSP, Hummel, YM,

Voors AA, Hoendermis ES, van Veldhuisen, DJ. Diabetes mellitus and right ventricular dysfunction in heart failure with preserved ejection fraction. Am J Cardiol. 2018;121:621-627.

5. Gorter TM, van Veldhuisen DJ, …, de Boer, RA. Right heart dysfunction and failure in

heart failure with preserved ejection fraction: mechanisms and management. Position Statement on behalf of the Heart Failure Association (HFA) of the European Society of Cardiology (ESC). Eur J Heart Fail. 2018;20:16-37.

6. Beurskens NEG, Hagdorn QAJ, Gorter TM, Berger RMF, Vermeulen KM, van Melle JP, Lui GK, Ceresnak SR, Chan FP, Willems TP. Risk of sudden cardiac death and tachyarrhythmias in patients with repaired tetralogy of Fallot: a multicenter cardiac MRI based study. Submitted.

7. Te Rijdt WP, ten Sande JN, Gorter TM, van der Zwaag PA, van Rijsingen IA, Boekholdt M. van Tintelen JP, van Haelst PL, Planken RN, de Boer RA, Suurmeijer AJH, van Veldhuisen DJ, Wilde AAW, Willems TP, van Dessel PFHM, van den Berg MP. Myocardial fibrosis as an early feature in phospholamban p.Arg14del mutation carriers: phentyopic insights from cardiovascular magnetic resonance imaging. Eur Heart J Cardiovasc Imaging 2018. 8. Beurskens NEG, Gorter TM, Pieper PG, Hoendermis ES, Bartelds B, Ebels T, Berger

RMF, Willems TP, van Melle JP. Diagnostic value of Doppler echocardiography for identifying hemodynamic significant pulmonary valve regurgitation in tetralogy of Fallot: comparison with cardiac MRI. Int J Cardiovasc Imaging. 2017;33:1723-1730 .

(14)

List of publications

9. Gorter TM, van Veldhuisen DJ, Voors AA, Hummel YM, Lam CSP, Berger RMF, van Melle

JP, Hoendermis ES. Right ventricular-vascular coupling in heart failure with preserved ejection fraction and pre- versus post-capillary PH. Eur Heart J Cardiovasc Imaging

2018;19:425-432.

10. Gorter TM, Rienstra M, van Veldhuisen DJ. Measuring pulmonary artery pressures in

heart failure: A new useful diagnostic tool? Circulation. 2017;135:1518-1521.

11. Gorter TM, Verschuuren EAM, van Veldhuisen DJ, Hoendermis ES, Erasmus ME,

Bogaard HJ, Vonk Noordegraaf A, Berger RMF, van Melle JP, Willems TP. Right ventricular recovery after bilateral lung transplantation for pulmonary arterial hypertension. Interact

Cardiovasc Thorac Surg. 2017;24:890-897.

12. Gorter TM, Rienstra M, van Veldhuisen DJ. Right ventricular dysfunction in heart failure

with reduced vs. preserved ejection fraction: non-identical twins? Eur J Heart Fail. 2017;19:880-882.

13. Gorter TM, Hoendermis ES, van Veldhuisen DJ, Voors AA, Lam CSP, Geelhoed B,

Willems TP, van Melle JP. Right ventricular dysfunction in heart failure with preserved ejection fraction: a systematic review and meta-analysis. Eur J Heart Fail. 2016;18:1472-1487.

14. Gorter TM, Lexis CP, Hummel YM, Lipsic E, Nijveldt R, Willems TP, van der Horst IC,

van der Harst P, van Melle JP, van Veldhuisen DJ. Right Ventricular Function After Acute Myocardial Infarction Treated With Primary Percutaneous Coronary Intervention (from the Glycometabolic Intervention as Adjunct to Primary Percutaneous Coronary Intervention in ST-Segment Elevation Myocardial Infarction III Trial). Am J Cardiol. 2016;118:338-44.

15. Gorter TM, van Melle JP, Freling HG, Ebels T, Bartelds B, Pieper PG, Berger RM, van

Veldhuisen DJ, Willems TP. Pulmonary regurgitant volume is superior to fraction using background-corrected phase contrast MRI in determining the severity of regurgitation in repaired tetralogy of Fallot. Int J Cardiovasc Imaging. 2015;31:1169-77.

16. Gorter TM, Willems TP, van Melle JP. Ventricular interdependence in pulmonary arterial

hypertension: providing small pieces of a complex puzzle. Eur J Heart Fail. 2015;17:1-2.

17. Gorter TM, van Melle JP, Hillege HL, Pieper PG, Ebels T, Hoendermis ES, Bartelds B,

Willems TP, Berger RM. Ventricular remodelling after pulmonary valve replacement: comparison between pressure-loaded and volume-loaded right ventricles. Interact

(15)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The right ventricle in heart failure with preserved ejection fraction Gorter, Thomas Michiel.. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

previously demonstrated the reduced RV systolic function coupled with higher pulmonary pressures was associated with poor prognosis in patients with left-sided heart failure

The HFpEF criteria used for study selection were any (sub)group of patients with signs and/or symptoms of heart failure (HF) or HF hospitalization <12 months; in combination

COPD chronic obstructive pulmonary disease; FAC fractional area change; FWLS free wall longitudinal strain; HF heart failure; LAVi left atrial volume

BP, blood pressure; Ea, effective arterial elastance; LVTMP, left ventricular transmural pressure; PA, pulmonary artery; PAC pulmonary arterial compliance; PCWP, pulmonary

RA reservoir strain could be measured in 70 (76.9%) patients, RA volume and emptying fraction in 72 (80.0%) and RA compliance in 56 (61.5%) of the patients.. AF atrial fibrillation;

AIRE indicates Acute Infarction Ramipril Efficacy Study; ALOFT, Aliskiren Observation of Heart Failure Treatment; ARIANA-CHF-RD, Additive Renin Inhibition With Aliskiren on

Secondly, little is known about the association of individual non-cardiac comorbidities with quality of life (QoL) in patients with HFrEF, HFpEF and heart failure with