University of Groningen
Breast cancer screening in women at elevated risk
Phí, Xuân Anh
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2018
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Phí, X. A. (2018). Breast cancer screening in women at elevated risk: Comparative evaluation of screening modalities to inform practice. University of Groningen.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Nederlandse samenvatting
Tóm tat luận văn bang tieng Việt
Acknowlegements
About the author
Nederlandse samenva ng 1
In dit proefschri worden de op male screening methodes onderzocht voor drie verschillende groepen vrouwen: (1) vrouwen met een verhoogde kans op borstkanker vanwege een BRCA1/2 muta e; (2) vrouwen met een familiaire belas ng op borstkanker, terwijl er geen bekende gene sche muta e in de familie is; (3) vrouwen met een mammografisch hoge borstdensiteit.
1
Vrouwen met een BRCA1/2 muta e hebben een sterk verhoogde kans op borstkanker die zich bovendien vaak op jonge lee ijd (voor het 50ste levensjaar) openbaart en met vaak een rela ef hoog groeitempo van de borstkanker. Vrouwen zonder gene sche muta e maar met een familiaire belas ng hebben ook een hoger risico om borstkanker te ontwikkelen dan andere vrouwen, maar dit risico is gemiddeld lager dan bij vrouwen met een bekende gene sche muta e. Bij vrouwen met een mammografisch hoge borstdensiteit is het vaak moeilijk om een zich ontwikkelende borstkanker te detecteren op een mammogram.
1
Het screeningsprogramma op borstkanker voor de algemene popula e (ook wel bekend als bevolkingsonderzoek op borstkanker) bestaat meestal uit mammografische screening van de borst. In Nederland wordt dit programma elke 2 jaar aangeboden aan vrouwen tussen de 50 en 75 jaar. In bijvoorbeeld Engeland loopt dit programma van 47 tot 70 jaar en wordt dit elke drie jaar aangeboden. Vaak vinden deze programma's plaats buiten de context van het ziekenhuis. Alhoewel mammografie de standaard methode is om borstkanker op te sporen, hee deze techniek ook zo zijn beperkingen bij de detec e van borstkanker, zoals het maskeren van borstkanker ten gevolge van een hoge borstdichtheid. Bevolkingsonderzoeken zijn dan ook minder geschikt voor vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker omdat zij vaker borstkanker op rela ef jonge lee ijd ontwikkelen, en omdat hun borstkankers rela ef sneller groeien. Hierdoor is de periode van elke twee jaar screenen te lang, is de startlee ijd van 50 te hoog, en is screening met alleen een mammogram onvoldoende. Daarom zijn er speciale screeningsprogramma's opgezet voor deze vrouwen in een ziekenhuis omgeving. Deze programma's starten met jaarlijkse MRI vanaf 25 jaar en op een latere lee ijd wordt jaarlijkse mammografie toegevoegd. Digitale borst tomosynthese (DBT), ook wel 3D mammografie genoemd, zou deze beperking van mammografie kunnen verminderen.
1
Het doel van dit proefschri is allereerst om de nauwkeurigheid van de screening met MRI en mammografie te evalueren bij vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker veroorzaakt door een gene sche muta e of door een familiaire belas ng. Daarnaast is het doel om de nauwkeurigheid van de screening met DBT te onderzoeken bij vrouwen met een
Borstkanker screening bij vrouwen met een verhoogd risico: een literatuuroverzicht
1
Hoofdstuk 2 biedt een literatuuroverzicht van de effec viteit van de screening op borstkanker
bij vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker vanwege een BRCA1/2 muta e of een familiaire belas ng op borstkanker, terwijl er geen bekende gene sche muta e in de familie is. Meerdere prospec eve studies laten bij deze groep vrouwen een toegevoegde waarde zien van screenen met MRI ten opzichte van alleen mammografie. Bij zowel vrouwen onder de 50 jaar als bij vrouwen boven de 50 jaar kan MRI meer dan 90% van de tumoren detecteren. Omdat de resultaten niet gebaseerd zijn op gerandomiseerde gecontroleerde studies, omdat de follow-up jd beperkt is, en omdat er nauwelijks studies zijn die het verschil in overleving tussen mammografie en MRI screening bestuderen, is een daadwerkelijk toegenomen overleving dankzij MRI screening echter nog niet aangetoond. Het toevoegen van MRI aan mammografie verhoogt de sensi viteit van screening, als er vanuit wordt gegaan dat tenminste één van de twee testen posi ef moet zijn voor een posi eve screeningstest. Echter, het aantal fout posi even en het risico op straling-geïnduceerde tumoren word ook verhoogd door het jaarlijks screenen met respec evelijk MRI en mammografie. Tevens zijn er in de literatuur aanwijzingen dat de blootstelling aan ioniserende straling voor het 30e levensjaar het risico op borstkanker zou verhogen. Voor de evalua e van de kosten-effec viteit van screening met MRI en mammografie zijn verschillende simula estudies gepubliceerd. Deze laten zien dat screening kosten-effec ef is voor vrouwen met een
BRCA1/2 muta e vanaf 30 jaar, als een drempel van €20,000 of $100,000 of £20,000 wordt
gehanteerd. Screening van vrouwen met een BRCA1 muta e lijkt meer kosten-effec ef dan screening van vrouwen met een BRCA2 muta e. Voor het bepalen van de kosten-effec viteit van het screenen op borstkanker bij vrouwen met een verhoogd familiair risico is meer onderzoek nodig.
Op malisering van screening: een meta analyse
1
Voor zowel vrouwen met een BRCA1/2 muta e als vrouwen met een familiair verhoogd risico ondersteunen de resultaten van verschillende prospec eve screening studies de toegevoegde waarde van MRI aan mammografie bij het screenen van vrouwen met een verhoogd risico. Er is echter onvoldoende bekend over de geschikte start- en stoplee ijd van screening gestra ficeerd naar de groo e van het risico. In de hoofdstukken 3-5 worden de resultaten van een meta-analyse beschreven waarvoor individuele pa ënt data van zes grote studies werden gebruikt. Op deze manier konden data van 1,951 vrouwen met een BRCA1/2 muta e en 2,226 vrouwen met een familiair verhoogd risico worden geanalyseerd.
De toegevoegde waarde van MRI voor mammografie bij muta edraagsters
1
Er is op dit moment geen consensus over de vraag of screening met MRI ook moet worden aangeboden aan vrouwen vanaf 50 jaar met een BRCA1/2 muta e. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op deze vraag waarbij gebruik is gemaakt van de gegevens uit de meta-analyse met individuele pa ënt data. Uit deze analyse blijkt dat het toevoegen van MRI aan mammografie bij de screening van vrouwen met een BRCA1/2 muta e bij vrouwen van 50 jaar en ouder de sensi viteit van de screening verhoogt, en dat deze verhoging vergelijkbaar is met de toename in sensi viteit bij vrouwen jonger dan 50. Gegeven deze eviden e zou moeten worden overwogen om de screening op borstkanker met MRI en mammografie bij vrouwen met een BRCA1/2 muta e na het 50 te con nueren.
De toegevoegde waarde van mammografie voor MRI bij muta edraagsters
De sensi viteit van MRI voor de detec e van borstkanker is niet perfect, ook al is MRI meer sensi ef dan mammografie. Aan de andere kant is MRI minder sensi ef voor het detecteren van DCIS in vergelijking met mammografie, hoewel de detec ekans de afgelopen decennia wel beter is geworden. Hoewel de sensi viteit van mammografie voor de detec e van DCIS hoger is dan die van MRI kan extra screening met mammografie met name op jonge lee ijd het risico op het ontwikkelen van borstkanker door blootstelling aan straling verhogen. Daarom is het de vraag of alleen MRI wellicht voldoende is om hoog-risico vrouwen te screenen.
1
In hoofdstuk 4 is dan ook gekeken naar de vraag of screening met mammografie nog wel zinvol is als deze vrouwen ook al met MRI worden gescreend. Hierbij kijken we naar de screening op borstkanker bij vrouwen onder de 50 jaar, omdat vooral bij hen de nadelen van mammografie relevant zijn. De resultaten laten zien dat bij vrouwen met een BRCA1 muta e de toevoeging van mammografie aan de screening een geringe toename (4%) gee van de sensi viteit en een geringe afname (4%) van de specificiteit. Bij BRCA2 muta e draagsters is de screening met mammografie veel relevanter. Daar is de toename in sensi viteit van 12% te zien, en een kleine afname van specificiteit (2%). Het lijkt daarom van belang om voor BRCA1 en BRCA2 muta edraagsters verschillende richtlijnen te hanteren voor de screening voor het 50ste levensjaar ten aanzien van de rol van de mammografie.
Screening van hoog-risico vrouwen die geen muta e hebben
1
In hoofdstuk 5 is gekeken naar de toegevoegde waarde van de MRI aan een jaarlijkse
Appendix Nederlandse samenvatting
screening met mammografie bij vrouwen met een hoog risico op borstkanker die niet een bewezen muta e hebben. Screening met mammografie had een sensi viteit van 55% en een specificiteit van 94%. Screening met MRI alleen had een sensi viteit van 89% en een specificiteit van 83%. Het combineren van beide screeningsmodaliteiten verhoogde de sensi viteit naar 98% en verlaagde de specificiteit naar 79%. Het is de vraag of deze verlaging van specificiteit gerechtvaardigd is.
Geïntensiveerde screening in een breder perspec ef
1
In hoofdstuk 3-5 is gekeken naar de sensi viteit en de specificiteit van de screening op borstkanker. In hoofdstuk 6 wordt naar veranderingen van de screening gekeken vanuit een breder perspec ef. Volgens de huidige richtlijnen wordt vrouwen met een BRCA1/2 muta e aangeraden intensieve screening te volgen, bestaande uit jaarlijkse MRI vanaf 25 jaar, met toevoeging van jaarlijkse mammografie vanaf 30 of 40 jaar. De lee ijdslimiet van deze screeningprogramma's verschilt per land. Vanaf de lee ijd van 60 jaar wordt aan deze vrouwen alleen nog een jaarlijkse screening met mammografie aangeboden. Er zijn argumenten om dit advies te veranderen. Het risico op borstkanker neemt nog steeds toe na de lee ijd van 60 jaar. De tumor groeisnelheid is groter in deze groep vrouwen vergeleken met andere vrouwen van dezelfde lee ijd. Uit onderzoek blijkt dat screening met mammografie alleen niet voldoet voor vrouwen met dicht borstweefsel, en ook vrouwen met de BRCA1/2 muta e kunnen op latere lee ijd nog steeds dicht borstweefsel hebben. En uit onze meta-analyse kwam naar voren dat de MRI ook boven de 50 jaar een toegevoegde waarde hee . Wij hebben onszelf daarom de vraag gesteld of intensieve screening met jaarlijkse MRI plus mammografie kosten-effec ef is voor vrouwen met een BRCA1/2 muta e boven de 60 jaar. Hierbij hebben wij rekening gehouden met de dichtheid van het borstweefsel.
1
Om deze vraag te beantwoorden is een micro simula emodel gebruikt. Het model is ook in eerdere studies gebruikt en gevalideerd. Voor de huidige studie werden de input parameters aangepast en werd het model gevalideerd met geobserveerde data van vrouwen met een
BRCA1/2 muta e die jaarlijkse of tweejaarlijkse mammografie kregen, of jaarlijkse
mammografie plus MRI. Er werden vier scenario's gesimuleerd. In het eerste scenario werd alleen mammografie aangeboden, dit scenario werd als baseline-scenario beschouwd. In het tweede scenario kregen vrouwen met dicht borstweefsel alternerend een mammogram en een MRI. In het derde scenario kregen vrouwen met dicht borstweefsel jaarlijks een MRI. In het vierde scenario kregen alle vrouwen jaarlijks een MRI, naast het jaarlijkse mammogram.
Alleen voor vrouwen met een BRCA2 muta e en met dicht borstweefsel blijkt een jaarlijkse MRI en mammografie op de lee ijd 60-75 kosten-effec ef vergeleken met jaarlijkse mammografie. Voor vrouwen met een BRCA1 muta e is de toevoeging van MRI boven de 60 niet kosten-effec ef.
Digitale borst tomosynthese (DBT) bij vrouwen met mammografisch dichte borsten
1
De toepassing van digitale borst tomosynthesese (DBT) bij borstkanker screening is recentelijk actueel geworden en wordt nu intensief onderzocht. Er zijn verscheidene cohortstudies, systema sche reviews, narra eve reviews en 'expert opinions' gepubliceerd over het gebruik van DBT met of zonder standaard digitale mammografie bij het screenen op borstkanker. In hoofdstuk 7 is een systema sche review uitgevoerd waarin studies worden beoordeeld die kijken naar de mate waarin borstkanker wordt gedetecteerd door DBT in vergelijking met mammografie bij vrouwen met een mammografisch hoge borstdichtheid (dichte borsten). In dit review zijn alleen studies geïncludeerd die digitale mammografie gebruiken als vergelijking. De resultaten laten zien dat DBT in vergelijking met digital mammografie de sensi viteit van de screening verhoogt. Deze resultaten zijn echter met name gebaseerd op diagnos sche en retrospec eve studies, die gevoelig zijn voor bias. Prospec eve studies met een langere follow-up jd zijn daarom nodig.
Conclusie
1
Dit proefschri biedt meer inzicht in de effec viteit van borstkanker screening bij vrouwen met een BRCA1/2 muta e, bij vrouwen met een verhoogd familiair risico op borstkanker zonder gene sche muta e, en voor de screening van vrouwen met een hoge borstdensiteit. De resultaten zijn met name relevant en toepasbaar in hoog ontwikkelde landen, omdat daar specifieke screeningsprogramma's op borstkanker worden aangeboden aan vrouwen met een verhoogde kans op borstkanker.
1
We hebben de op male methode onderzocht voor het vroeg detecteren van borstkanker bij vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker. Terwijl Nederlandse vrouwen in het algemeen tussen het 50e en 75e levensjaar elke 2 jaar worden gescreend met mammografie, hee deze groep vrouwen met een verhoogd risico een meer frequent screeningsprogramma nodig dat op jongere lee ijd start.
1
Er is eviden e is om de screening op borstkanker met MRI en mammografie bij vrouwen met een BRCA1/2 muta e na het 50 levensjaar te con nueren. Opvallend is dat voor vrouwen st
Appendix Nederlandse samenvatting
onder de 40 jaar met een BRCA1-muta e mogelijk alleen MRI voldoende is, terwijl dat niet geldt voor vrouwen met een BRCA2-muta e. Bij de screening van vrouwen met een hoog risico op borstkanker die niet een bewezen muta e hebben, verhoogt toevoeging van MRI aan de jaarlijkse screening met mammografie de sensi viteit van de screening. Echter, de specificiteit wordt aanzienlijk lager. Verder onderzoek naar de kosten-effec viteit hiervan is nodig om te kijken of dat gerechtvaardigd is. Voor oudere vrouwen van 60 tot 75 is alleen voor de BRCA2-muta edraagsters en met dicht borstweefsel alternerende mammografie en MRI meer kosten-effec ef dan jaarlijkse mammografie. In de algemene popula e laat digitale borst tomosynthese een verhoogde sensi viteit zien in screening en diagnos ek. Bovendien is deze techniek in het bijzonder effec ef voor het screenen van vrouwen met dicht borstweefsel. Er zijn echter meer prospec eve studies nodig met een langere follow-up om de effec viteit van DBT in bredere zin te evalueren.
1
Onze resultaten laten zien dat BRCA1 en BRCA2-muta edraagsters niet als één groep kunnen worden beschouwd. Het is belangrijk om niet alleen voor de verschillende groepen vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker, maar ook voor vrouwen met dicht borstweefsel, verschillende screeningsstrategieën te ontwikkelen.
Tóm tắt luận văn bằng ếng Việt
1
Luận văn nghiên cứu đánh giá các phương pháp sàng lọc ung thu vú tối ưu cho ba nhóm phụ nữ: (1) phụ nữ mang đột biến gen BRCA1/2; (2) phụ nữ có ền sử gia đình mắc bệnh ung thư vú mà không mang đột biến gen đã xác định; và (3) phụ nữ có mô ngực dày. Ung thư vú là loại ung thư phổ biến nhất ở nữ giới. Trung bình khoảng 1 trong 8 người phụ nữ sẽ mắc bệnh tại một thời điểm nào đó trong cuộc đời. Khi người phụ nữ mang đột biến gen BRCA1/2, nguy cơ mắc ung thư vú của họ lên tới 49-65%. Những phụ nữ này thường phát bệnh khi tuổi còn trẻ và tốc độ tăng trưởng khối u nhanh. Nhóm phụ nữ có nguy cơ cao thứ hai là phụ nữ có ền sử gia đình mắc ung thư vú (và không có đột biến gen đã xác định). Mức độ nguy cơ phát bệnh của họ phụ thuộc vào mức độ ền sử gia đình. Trong các hướng dẫn sàng lọc, phụ nữ có ền sử gia đình được đánh giá mức độ nguy cơ trong khoảng 20-50%, được phân thành nhóm nguy cơ tương đối cao. Một yếu tố khác ảnh hưởng đến chất lượng sàng lọc ung thư vú là tỉ lệ mô ngực dày. Vú người phụ nữ được cấu trúc từ mô mỡ và mô dày. Phụ nữ trẻ tuổi có nhiều mô dày hơn phụ nữ lớn tuổi. Trên ảnh chụp X-quang, mô dày có màu trắng giống tế bào ung thư, do đó tế bào ung thư có thể bị che lấp bởi mô dày. Sử dụng X-quang để sàng lọc ung thư vú trên phụ nữ có mô ngực dày vì thế có độ nhạy thấp, bỏ sót nhiều tế bào ung thư.
1
Với những đặc điểm đặc biệt trên, các chương trình sàng lọc tại cộng đồng, thường bắt đầu ở độ tuổi 47-50, bao gồm chụp X-quang 2D 2-3 năm một lần, là không phù hợp cho những nhóm phụ nữ có nguy cơ cao. Họ cần được sàng lọc thường xuyên hơn và với phương pháp sàng lọc hiệu quả hơn X-quang. Do đó, các chương trình sàng lọc riêng cho nhóm nguy cơ cao được thực hiện tại bệnh viện, gồm chụp cộng hưởng từ (MRI) hàng năm từ 25 tuổi và chụp X-quang 2D hàng năm từ 30-40 tuổi. Tuy nhiên các hướng dẫn sàng lọc khuyến cáo độ tuổi sàng lọc khác nhau. Do đó, mục đích chính của luận án này là đánh giá độ chính xác của phương pháp chụp MRI và chụp X-quang 2D ở phụ nữ có nguy cơ cao do đột biến gen hoặc ền sử gia đình theo độ tuổi. Bên cạnh đó, luận án này cũng xem xét nh chính xác của X-quang 3D ở những phụ nữ có mô vú dày vì đây có thể là một phương pháp sàng lọc mới trong tương lai.
Tổng quan về sàng lọc ung thư vú ở phụ nữ có nguy cơ cao
1
Chương 2 cung cấp tổng quan các bằng chứng về sàng lọc ung thư vú ở phụ nữ có nguy cơ cao.
Các nghiên cứu cho thấy việc kết hợp chụp MRI và chụp X-quang 2D ở những phụ nữ này có thể phát hiện hơn 90% ca ung thư vú ở mọi lứa tuổi. Tuy nhiên, việc tăng tỷ lệ sống sót nhờ tầm soát bằng MRI vẫn còn chưa rõ ràng. Một hạn chế của MRI đó là độ nhạy chưa cao trong việc
phát hiện ung thư vú tại chỗ trong ống. Thêm vào đó, sàng lọc bằng chụp MRI và chụp X-quang 2D hàng năm làm tăng số lượng dương nh giả và tăng nguy cơ phát triển khối u do bức xạ gây ra nếu phơi nhiễm trước tuổi 30. Tóm lại, việc sàng lọc bằng MRI và X-quang 2D trên phụ nữ mang đột biến gien BRCA1/2 từ 30 tuổi là hiệu quả nhất. Tuy nhiên, trên khía cạnh hiệu quả kinh tế, không có bằng chứng rõ ràng cho phụ nữ có ền sử gia đình và không có đột biến đã biết.
Sự đóng góp của MRI khi kết hợp với chụp X-quang 2D
1
Chương 3-5 phân ch tổng hợp dữ liệu của từng bệnh nhân từ sáu nghiên cứu sàng lọc ến
cứu. Kết quả cho thấy việc kết hợp chụp MRI vào chụp X-quang 2D giúp phát hiện được nhiều ung thư vú hơn 30-60% ở cả phụ nữ mang đột biến gien BRCA1 cũng như BRCA2 ở mọi lứa tuổi. Giá trị gia tăng của MRI đối với phát hiện ung thư cũng được quan sát thấy ở phụ nữ có nguy cơ gia đình không có đột biến gen. Tuy nhiên số lượng dương nh giả tăng khoảng 13% so với chụp X-quang 2D đơn thuần.
Sự đóng góp của chụp X-quang 2D khi kết hợp với chụp MRI
1
Kết quả từ chương 4 cho thấy chụp X-quang 2D đã phát hiện khoảng 10% ca ung thư mà MRI không phát hiện được ở phụ nữ có đột biến BRCA1/2 và ở phụ nữ có ền sử gia đình. Điều đó có nghĩa một số lượng ung thư nhất định sẽ bị bỏ qua khi chỉ sàng lọc bằng chụp MRI. Ở phụ nữ trẻ hơn 40 tuổi, việc kết hợp X-quang 2D và MRI là cần thiết với phụ nữ mang đột biến gien
BRCA2, nhưng ở phụ nữ mang đột biến gien BRCA1 việc sàng lọc có thể chỉ sử dụng MRI. Tuy
nhiên, do kích thước mẫu tương đối nhỏ trong từng nhóm đột biến và nhóm tuổi, việc bổ sung chụp X-quang 2D vào MRI không cho thấy sự khác biệt có ý nghĩa thống kê.
Sàng lọc cho phụ nữ mang đột biến gen BRCA1/2 từ 60 tuổi 1
Phụ nữ mang đột biến gen BRCA1/2 được khuyến cáo sàng lọc tăng cường bao gồm MRI hàng năm thường bắt đầu ở tuổi 25 và chụp X-quang 2D bổ sung ở độ tuổi 30 hoặc 40. Giới hạn độ tuổi thay đổi ở các quốc gia. Ở Hà Lan, phụ nữ mang đột biến gen BRCA1/2 từ 60 tuổi được chụp X-quang 2D hàng năm. Tuy nhiên, nguy cơ phát triển ung thư vú vẫn tăng sau tuổi 60 và tốc độ tăng trưởng khối u nhanh hơn so với ung thư vú rải rác ở cùng độ tuổi. Câu hỏi đặt ra là liệu việc sàng lọc với MRI hàng năm cộng với chụp X-quang 2D có đạt hiệu quả chi phí hay không.
Trong chương 6, một mô hình mô phỏng vi mô đã được thực hiện để trả lời câu hỏi này. Kết quả cho thấy đối với phụ nữ mang đột biến gien BRCA1 trên 60 tuổi, sàng lọc bằng chụp X-quang 2D và MRI hàng năm không đạt hiệu quả về chi phí so với chụp X-quang 2D hàng năm. Chỉ trên những phụ nữ mang đột biến gien BRCA2 và có nhiều mô vú dày, chụp MRI và quang 2D luân phiên (năm lẻ quang 2D, năm chẵn MRI) đạt hiệu quả về chi phí so với chụp X-quang 2D hàng năm.
Chụp X-quang 3D ở phụ nữ có mô vú dày 1
Do hạn chế của quang 2D trong việc phát hiện ung thư vú ở phụ nữ có nhiều mô vú dày, X-quang 3D và ềm năng của nó trong sàng lọc ung thư vú đã trở thành một chủ đề được thảo luận và nghiên cứu chuyên sâu. Chương 7 đã xem xét các bằng chứng liên quan đến khả năng X-quang 3D phát hiện ung thư vú so với chụp X-quang 2D ở phụ nữ có mô ngực dày. Kết quả cho thấy X-quang 3D làm tăng độ nhạy, tỷ lệ phát hiện ung thư và giảm tỷ lệ tái khám. Tuy nhiên, bằng chứng chủ yếu được báo cáo từ các nghiên cứu chuẩn đoán và nghiên cứu hồi cứu nên dễ bị sai số. Các nghiên cứu ến cứu với theo dõi dài hạn là cần thiết để có được bằng chứng chính xác hơn.
Kết luận 1
Luận án này đã cung cấp thêm bằng chứng về hiệu quả của việc sàng lọc ung thư vú ở phụ nữ mang đột biến BRCA1/2 hoặc phụ nữ có ền sử gia đình mà không có đột biến gen đã biết. Các kết quả có liên quan và áp dụng chủ yếu ở các nước phát triển, nơi các chương trình sàng lọc đối tượng nguy cơ cao được khuyến cáo. Các bằng chứng ủng hộ việc sàng lọc bằng chụp X-quang 2D và MRI hàng năm ở phụ nữ có đột biến BRCA1/2 từ tuổi 30 và kéo dài đến 60 tuổi. Về việc sàng lọc sau 60 tuổi, luân phiên MRI và chụp X-quang 2D hàng năm đạt hiệu quả chi phí cao hơn so với chụp X-quang 2D hàng năm ở phụ nữ bị đột biến gien BRCA2 và nhiều mô vú dày. Sàng lọc hàng năm bằng X-quang 2D vẫn là phương pháp hiệu quả đối với phụ nữ mang đột biến gien BRCA1. Nhóm phụ nữ mang đột biến gien BRCA1 trẻ hơn 40 tuổi chỉ cần sàng lọc bằng MRI.
1
Luận văn chỉ ra rằng kết hợp chụp MRI với chụp X-quang 2D hàng năm ở phụ nữ có nguy cơ từ gia đình phát hiện được phần lớn các ca ung thư vú. Tuy nhiên thiếu bằng chứng về kết quả lâu dài và từ góc độ hiệu quả về chi phí. Cần có nhiều nghiên cứu hơn nữa về sàng lọc ở phụ nữ có ền sử gia đình tùy thuộc theo mức độ ền sử gia đình của họ. Chụp X-quang 3D cải thiện độ nhạy, phát hiện ung thư và thường làm giảm tỷ lệ tái khám ở phụ nữ có mô vú dày. Tuy nhiên, cần nhiều bằng chứng hơn để khẳng định hiệu quả của X-quang 3D.
Acknowledgement 1
Leaving Vietnam in August 2011 with a light water-proof jacket, I was well prepared for the Dutch weather . From the moment that I arrived at Schiphol, I have met lovely people providing me help to se le down and get used to the new life, accompanying me in my study and my career as well as my personal life. This part is dedicated to them who I am very grateful for their support, supervisions, par cipa on, and friendships.
1
First and foremost, I would like to thank my supervisors Prof. Geertruida de Bock, Prof. Nehmat Houssami and Dr. Marcel Greuter. This thesis is the result of our joint effort, your guidance and support. Without you, I would never have finished it and be confident as a researcher. No ma er how much I write or say, I cannot express all my thankfulness and admire to you. Dear Truuske, I have learnt a lot from you not only being a professional researcher but also being a modern mother. I s ll remember the beginning period when we had some difficul es in our culture difference. We nailed it, you even knew me so well that you could predict my answers and my feeling during our mee ngs. Thank you for your support, guidance and advice so that I can be a researcher and a mother, “a proud mother” as you said once.
1
Dear Nehmat, everyone is surprised when I told them about how you have supervised me via emails and we only met once in a conference. It is an amazing experience for me. I always enjoy reading your emails, learning from your sharp and very detailed comments. Although we do not meet o en, we have shared also via emails some of our personal life stories. I always feel you stand by and support me whenever I needed. Deeply thank from my heart!
1
Dear Marcel, it is difficult to write thank word and it is even more difficult to make it humorous as you always can. Thank you for your support, comments and guidance through the models. I have learnt from you the way that you look at things so easily and make things simpler. I very enjoyed Barcelona trip with a lot of walk, talk and laugh. Next conference trip, I promise I will sit behind the wheel!
1
I would like to express my gra tude to the reading commi ee members, Prof. F.E. van Leeuwen, Prof. C.J. van Asperen and Prof. J. Pruim for assessing the thesis and I am looking forward to your comments and ques ons during the defense.
1
I would like to thank all the co-authors for your contribu ons, exper se and support to form the content of this thesis: Anna M. Chiarelli, Alberto Tagliafico, Jan C. Oosterwijk,
Appendix Acknowledgement
Inge-Marie Obdeijn, Harry J. de Koning, Maartje J. Hooning, Sepideh Saadatmand, Edwin R. Van den Heuvel, Harry J. de Koning, Thomas H. Helbich, Gek Kwan-Lim, Filippo Santoro, Rodica Mandel, Madeleine M.A Tilanus-Linthorst, Isabelle Trop, Christopher C. Riedl, Mar n O. Leach, Francesco Sardanelli, Ellen Warner and Alicja M. Daszczuk. I am thankful for Karin Vermeulen, Monique Dorrius and Mohd Khalil Abu Hantash's advice and help during my research.
1
To the management and administra ve support team of the Department of Epidemiology, Marijke, Aukje, Lise e and Roelian, thank you for caring for administra ve and prac cal issues.
1
To all the colleagues of the Oncological Epidemiology Unit and The Screening and Diagnos c in oncology Journal Club members, I enjoy very much interes ng mee ngs and discussions with you. There, I have learnt a lot to improve myself. I also enjoy talking to you and sharing our experience in Groningen.
1
To all the colleagues from the 4 floor, it was great to work with you being around, to t have coffee break and to just know on your door and ask ques ons. You are always very suppor ve. To the old gangsters: Rositsa, Janet, Zhan and Natalia, I miss having lunch, talk and laugh with you guys. Thank you for your friendship and support! To the Fan of Lunch team, it is a pleasure and joy to have lunch with you talking about work and life. Special thanks to Janet and Dương for being my paranymphs. Thank you for all your support.
1
To all my classmates from CPE 2011-2013, manager team of the program, all the professors and lecturers, I very appreciate the experience that I had with you in two years. That have set the founda on for my career in science.
1
The next part I dedicate to my family and Vietnamese friends, it will be in Vietnamese.
Bố mẹ, con cám ơn bố mẹ đã luôn đồng hành cùng con trên mọi con đường và lựa chọn mà con đã chọn. Con cám ơn bố mẹ vì đã nuôi dạy con cho con sự tự do quyết định và khả năng tự lập để đi vững trên con đường của mình. Con mong bố mẹ khỏe để có thể ếp tục cùng con đi trên con đường trước mắt. Con yêu bố mẹ! Em cám ơn gia đình chị Tú, anh Hiệp, Bách và Phong đã luôn ở bên và động viên nh thần cho em. Cám ơn mọi người đã luôn mang đến cho em những năng lượng ch cực.
Bố Cát, mẹ Khả, chị Minh Anh và anh Hòa: con cám ơn mọi người đã dành thời gian chăm sóc Măng cho hai vợ chồng con theo đuổi sự nghiệp.
1
Những người đã đón ếp em những ngày đầu đến Groningen và cùng em trải nghiệm cuộc sống ở đây: Anh Thế Anh chị Maria, chị Gia, anh Tuấn Anh Nano, Hoa và Alice, anh Tuấn Anh IT, chị Tính và 2 bạn bé, anh Tú, anh Dứt, chị Thảo, chị Mai, chị Dương, chị Nhung và anh Đạt, Liên C, anh Hòa, anh Bảo Tùng, chị Ánh và anh Cường, em Hạnh, gia đình cô Trà chú Âm và hai anh. Em cám ơn mọi người đã cùng em bắt đầu cuộc sống mới ở Groningen với rất nhiều kỉ niệm đẹp. Em cám ơn các gia đình Việt tại Groningen, đặc biệt là các con, chúng ta đã có những bữa ệc và cuộc vui chơi đầy thú vị! Cám ơn mọi người đã giúp em cảm thấy đây là nhà và có thêm năng lượng để lao động.
1
Gửi những người bạn ở xa: team Thanh niên xa mẹ, chị Giang béo, gia đình Mun Tít và nhiều người bạn Việt Nam yêu thương. Cám ơn mọi người vì những chuyến gặp gỡ nơi phương trời Tây, trao cho nhau nhiều cảm hứng trong cuộc sống.
1
Lời cám ơn cuối cùng và đặc biệt nhất là dành cho chồng và con gái. Em cám ơn chồng đã đồng hành cùng vợ suốt quãng đường đầy hoa hồng và chông gai tại châu Âu. Khi chúng ta quyết định lựa chọn con đường này, chúng ta biết sẽ phải trải qua những gì, nhưng vì chúng ta cùng chí hướng, em n chúng ta sẽ thành công! Cám ơn chồng đã luôn thương yêu n tưởng vợ, ủng hộ và hỗ trợ cho vợ hoàn thành cuốn luận văn! Măng yêu của mẹ, cám ơn con đã đến với bố mẹ, mang đến cho mẹ những cảm xúc tuyệt vời. Cám ơn con đã cho mẹ nhiều động lực và cảm hứng để sống và làm việc. Yêu hai bố con!
About the author
Xuan Anh Phi graduated, cumlaud, in 2010 from Hanoi University of Pharmacy in Vietnam. In 2011, she got the Huygens scholarship from Nuffic to study the master program in the Netherlands. She obtained her master degree in Clinical and social psychology epidemiology from the University of Groningen, the Netherlands.
A er the master programme, in 2013, she got a grant from the Graduate School Medical Science at the UMCG for her doctoral research on breast cancer screening in high risk popula on. Her doctoral project was supervised by Prof. G.H. de Bock, Prof. N. Houssami and Dr M.J.W. Greuter. The manuscript of this thesis will be defened in November 2018.
During her doctoral project, she finished her training to obtain the registra on as Epidemiologist B by the Netherlands Epidemiological Society. Since January 2018, she is a post-doc researcher in cancer diagnos c and health technology accessment in Department of Epidemiology, UMCG.
This thesis is published within the Research Ins tute SHARE (Science in Healthy Ageing and healthcaRE) of the University Medical Center Groningen / University of Groningen.
Further informa on regarding the ins tute and its research can be obtained from our internet site: h p://www.share.umcg.nl/
More recent theses can be found in the list below. ((co-) supervisors are between brackets)
2018
Miranda Azevedo R de
Shades of blue; an epidemiological inves ga on of depressive symptom dimensions and the associa on with cardiovascular disease
(prof P de Jonge, dr AM Roest)
Pang C
Computa onal methods for data discovery, harmoniza on and integra on; using lexical and seman c matching with an applica on to biobanking phenotypes
(prof MA Swertz, prof JL Hillege)
Arifin B
Distress and health-related quality of life in Indonesian Type 2 diabetes mellitus outpa ents
(prof MJ Postma, dr PJM Krabbe, dr J A hobari)
Zakiyah N
Women's health from a global economic perspec ve
(prof MJ Postma, dr ADI van Asselt)
Me ng, EI
Development of pa ent centered management of asthma and COPD in primary care
(prof T van der Molen, prof R Sanderman, dr JWH Kocks)
Scheffers WJ
Body experience in pa ents with mental disorders
Suhoyo Y
Feedback during clerkships: the role of culture
(prof JBM Kuks, prof J Cohen-Schotanus, dr J Schönrock-Adema)
Kikkert LHJ
Gait characteris cs as indicators of cogni ve impairment in geriatric pa ents
(prof T Hortobagyi, dr CJ Lamoth, dr N Vuillerme)
Veen HC van der
Ar cula on issues in total hip arthroplasty
(prof SK Bulstra, dr JJAM van Raay, dr IHF Reininga, dr I van den Akker-Scheek)
Elsenburg LK
Adverse life events and overweight in childhood, adolescence and young adulthood
(prof AC Lie roer, dr N Smidt)
Becking K
Inflammatory ma ers; exploring the underlying pathophysiology of unipolar and bipolar disorder
(prof RA Schoevers, dr BCM Haarman)
't Hoen EFM
Prac cal applica ons of the flexibili es of the agreement on trade-related aspects of intellectual property rights; lessons beyond HIV for access to new essen al medicines
(prof HV Hogerzeil, prof BCA Toebes)
Stojanovska V
Fetal programming in pregnancy-associated disorders; studies in novel preclinical models
(prof SA Scherjon, dr T Plösch)
Eersel MEA van
The associa on of cogni ve performance with vascular risk factors across adult life span
(prof JPJ Slaets, dr GJ Izaks, dr JMH Joosten)
Rolfes L
Pa ent par cipa on in pharmacovigilance
(prof MY Berger, prof GH de Bock, dr AJ Berendsen)
Oldenkamp M
Caregiving experiences of informal caregivers; the importance of characteris cs of the informal caregiver, care recipient, and care situa on
(prof RP Stolk, prof M Hagedoorn, prof RPM Wi ek, dr N Smidt)
Kammen K van
Neuromuscular control of Lokomat guided gait; evalua on of training parameters
(prof LHV van der Woude, dr A den O er, dr AM Boonstra, dr HA Reinders-Messelink)
Hornman J
Stability of development and behavior of preterm children
(prof SA Reijneveld, prof AF Bos, dr A de Winter)
Vries, YA de
Evidence-b(i)ased psychiatry
(prof P de Jonge, dr AM Roest)
Smits KPJ
Quality of prescribing in chronic kidney disease and type 2 diabetes
(prof P denig, prof GJ Navis, prof HJG Bilo, dr GA Sidorenkov)
Zhan Z
Evalua on and analysis of stepped wedge designs; applica on to colorectal cancer follow-up
(prof GH de Bock, prof ER van den Heuvel) For more 2018 and earlier theses visit our website
