• No results found

Bijlage 2.1 Beschrijving en evaluatie van de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 2.1 Beschrijving en evaluatie van de"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 2.1

Beschrijving en evaluatie van de 14C-dateringen, in samengevatte vorm weergegeven in de tabellen 2.2 en 2.3.

ONL-D001 (Beta-424045) huisplaats: 3

diepte: ca. 2,20 m -NAP

monsternummer: GIA116-M175

gedateerd niveau: de betreffende boomstronk bevindt zich iets boven de basis van eenheid Oo.

gedateerd materiaal: buitenste 2 à 3 mm van het hout; bast niet meegerekend of meegemonsterd.

resultaat (14C-ouderdom): 4090 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2855 - 2810 cal. BC (4805 - 4760 cal. BP), 2750 - 2720 cal. BC (4700 - 4670 cal. BP), 2700 - 2570 cal. BC (4650 - 4520 cal. BP) en 2515 - 2500 cal. BC (4465 - 4450 cal. BP)

13C: -26,6 ‰

foutenbronnen: hoewel alle macroscopisch zichtbare plantenworteltjes uit het monster zijn verwijderd is het mogelijk dat er nog fijnere worteltjes aanwezig waren. Het zal daarbij overigens niet om een zodanige grote hoeveelheid gaan dat het resultaat daardoor beïnvloed zal zijn.

evaluatie: zie ONL-D002 ONL-D002 (Beta-424046) huisplaats: 3

diepte: ca. 1,60 m -NAP

monsternummer: GIA116-M197

gedateerd niveau: de betreffende boomstronk bevindt zich iets boven de basis van eenheid Oo.

gedateerd materiaal: buitenste 2 à 3 mm van het hout; bast niet meegerekend of meegemonsterd.

resultaat (14C-ouderdom): 4100 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2860 - 2805 cal. BC (4810 - 4755 cal. BP), 2755 - 2720 cal. BC (4705 - 4670 cal. BP), 2705 - 2570 cal. BC (4655 - 4520 cal. BP) en 2510 - 2505 cal. BC (4460 - 4455 cal. BP)

13C: -25,4 ‰

foutenbronnen: hoewel alle macroscopisch zichtbare plantenworteltjes uit het monster zijn verwijderd is het mogelijk dat er nog fijnere worteltjes aanwezig waren. Het zal daarbij overigens niet om een zodanige grote hoeveelheid gaan dat het resultaat daardoor beïnvloed zal zijn.

evaluatie: de resultaten van de resultaten van de dateringen van D001 en D002 zijn op z’n minst verrassend, omdat er van uit is gegaan dat de bemonsterde bomen Middeleeuws zijn. Technisch gezien lijkt er weinig mis met de dateringen; de hoeveelheden koolstof in de monsters was voldoende.

Het feit dat de resultaten identiek zijn is een duidelijke aanwijzing dat deze boomstronken inderdaad prehistorisch zijn. Een eventuele bijmenging met jongere worteltjes zal alleen een verjongingseffect gehad hebben. Het is wel vreemd dat twee monsters van (op het eerste gezicht) verschillende

stratigrafische niveaus hetzelfde resultaat opleveren. Ook zit er ± 0,6 m tussen de diepteliggingen van de twee monsters. Het is mogelijk dat er een aansnijdingsprobleem over het hoofd is gezien bij het inkrassen van het profiel ter hoogte van (de in het vlak ook niet herkende) locatie 94.

De dateringen wijzen er overigens op dat het doodgaan van deze bomen niet samenhangt met de aardewerk- en vuursteenvondsten bij huisplaats 8, die op typologische gronden tot pre-Drouwener Trechterbeker worden gerekend (zie hoofdstuk 12).

ONL-D003 (Beta-424047) huisplaats: 8

diepte: ca. 0,90 m -NAP

monsternummer: GIA116-M294

gedateerd niveau: boomstronk aan de basis van eenheid Oo.

gedateerd materiaal: buitenste 2 à 3 mm van het hout; bast niet meegerekend of meegemonsterd.

resultaat (14C-ouderdom): 3130 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1450 - 1380 cal. BC (3400 - 3330 cal. BP) en 1340 - 1305 cal. BC (3290 - 3255 cal. BP)

(2)

13C: -28,8 ‰

foutenbronnen: hoewel alle macroscopisch zichtbare plantenworteltjes uit het monster zijn verwijderd is het mogelijk dat er nog fijnere worteltjes aanwezig waren. Het zal daarbij overigens niet om een zodanige grote hoeveelheid gaan dat het resultaat daardoor beïnvloed zal zijn.

evaluatie: deze datering lijkt technisch gezien in orde. De hoeveelheid materiaal was voldoende. Een eventuele bijmenging met jongere worteltjes zal alleen een verjongingseffect gehad hebben. De datering is aanzienlijk jonger dan de aardewerk- en vuursteenvondsten uit het dekzand direct onder de boomstronken (op typologische gronden tot pre-Drouwener Trechterbeker gerekend; zie hoofdstuk 12). Dit geeft in ieder geval voldoende tijd voor de ontwikkeling van een bos. Het laat ook ruimte voor een latere bewonings- of exploitatiefase in het late Neolithicum of vroege Bronstijd waartoe de eergetouwkrassen dan behoren. De 13C-waarde wijkt wel af van de andere houtmonsters (ONL-D001 en ONL-D002).

ONL-D004 (Beta-424048) huisplaats: 22

vondstnummer: GIA116-V447

gedateerd niveau: bewoningsfase 1##

gedateerd materiaal: graanresten uit aankoeksel aan scherf resultaat (14C-ouderdom): 1010 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 985 - 1040 cal AD en 1110 - 1115 cal AD

13C: -25,0 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: dit is een mooie rechtstreekse datering van een van de vroegste bewoningsfasen van de polder Matsloot-Roderwolde. Weliswaar is de uitkomst iets ouder dan verwacht, maar er is verder geen reden om aan dit resultaat te twijfelen. Ook methodologisch is deze datering interessant. Het laat zien dat dateringen van aankoeksel zonder “vissoepeffect”goed mogelijk zijn, als het aankoeksel goed bekeken wordt en herkenbare resten bevat.

ONL-D005 (Beta-424049) huisplaats: 22

diepte: ca. 1,0 m -NAP

monsternummer: GIA116-M212

gedateerd niveau: vulling van een sloot buiten huisplaats 22

gedateerd materiaal: onverkoolde zaden en vruchten (alleen terrestrische soorten) resultaat (14C-ouderdom): 960 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1020 - 1155 cal AD (930 - 795 cal. BP)

13C: -24,9 ‰

foutenbronnen: klein monster, net genoeg voor een datering; verder geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: op zich een goede datering, die het oudste deel van de gecalibreerde ouderdom overlapt met het jongere deel van datering ONL-D004. Het is dus niet uitgesloten dat de sloot gelijktijdig is met de bewoning. Jammer genoeg valt de datering in een 14C-plateau, waardoor de spreiding in de gecalibreerde ouderdom nogal groot is.

ONL-D006 (Beta-424050) huisplaats: 50

diepte: ca. 1,3 m -NAP monsternummer: GIA116-M9

gedateerd niveau: kuil/ingraving (spoor 5070) uit bewoningsfase 3 gedateerd materiaal: verbrand stro

resultaat (14C-ouderdom): 460 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1415 - 1455 cal AD ( 535 – 495 cal. BP)

13C: -25,6 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

(3)

evaluatie: deze datering valt iets jonger uit dan op grond van de stratigrafie was verwacht. Dat lijkt verder geen probleem; op grond van de datering kan deze kuil ook aan een latere fase toegekend worden zonder dat het beeld daar erg door verandert.

ONL-D007 (Beta-424051) huisplaats: 92

diepte: ca. 1,6 m -NAP

monsternummer: GIA116-M39

gedateerd niveau: vulling van een sloot (spoor 92049) onder het overslibbingspakket gedateerd materiaal: onverkoolde zaden en vruchten (alleen terrestische soorten) resultaat (14C-ouderdom): 1220 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 690 - 750 cal AD (1260 - 1200 cal. BP) en 760 - 885 cal AD (1190 - 1065 cal. BP

13C -25,7 ‰

foutenbronnen: klein monster, net genoeg voor een datering

evaluatie: Ondanks het feit dat het hier om een nogal klein monster gaat, lijkt er verder weinig mis met de datering. Wel valt het resultaat wat ouder uit dan de verwachte datering in de 10e of 11e eeuw na Chr., wat deze sloot aan de eerste ontginningsfase zou koppelen. Stratigrafisch is de oudere datering geen probleem omdat de overslibbing in de 11e/12e eeuw gedateerd is. Het zou hier dus goed om een sloot/ingraving kunnen gaan van een eerdere, incidentele of lokale ontginning(spoging).

ONL-D008 (Beta-424052) huisplaats: 9

diepte: ca. 0,8 m -NAP

monsternummer: GIA116-M153

gedateerd niveau: vulling van een paalkuil (spoor 91153) behorend bij de huisplattegrond gedateerd materiaal: verkoold graan

resultaat (14C-ouderdom): 800 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1190 - 1275 cal AD (760 - 675 cal. BP)

13C: -25,7 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen n evaluatie: zie bij datering ONL-D009

ONL-D009 (Beta-424053) huisplaats: 9

diepte: ca. 0,8 m -NAP

monsternummer: GIA116-M157

gedateerd niveau: vulling van een paalkuil (spoor 91140) behorend bij de huisplattegrond gedateerd materiaal: vruchten en zaden

resultaat (14C-ouderdom): 760 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1220 - 1285 cal AD (730 - 665 cal. BP)

13C: -26,3 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: de twee dateringen op materiaal uit de huisplattegrond van huisplaats 9 sluiten mooi op elkaar aan, met een overlappende range tussen 1220 cal AD en 1275 cal AD. Er is geen reden om aan deze dateringen te twijfelen; vooral bij datering ONL-D008 zijn alle mogelijke foutenbronnen uitgesloten.

ONL-D010 (Beta-424054) huisplaats: n.v.t.

diepte: 4,01 - 4,02 m -NAP (3,21- 3,22 m –mv) monsternummer: B2402

gedateerd niveau: basis eenheid O1, start van de veengroei op deze locatie gedateerd materiaal: verkoolde plantenresten

resultaat (14C-ouderdom): 6550 ± 30 BP

(4)

gecalibreerde ouderdom (2): 5605 - 5595 cal. BC (BP 7555 - 7545 cal. BP) en 5560 - 5470 cal. BC (7510 - 7420 cal. BP)

13C: -24,0 ‰

foutenbronnen: mogelijk iets te oud door uit de bodem opgenomen koolstof

evaluatie: dit monster lijkt een realistische datering te hebben opgeleverd. De 13C-waarde is relatief hoog,maar het is de vraag of dat veel uitmaakt. Uiteindelijk dient deze datering geen ander doel dan het geven van een indicatie van de start van de groei van basisveen; gezien de variaties in

diepteligging van de basis van het basisveen zal dit niet op elke locatie op hetzelfde moment gebeurd zijn.

ONL-D011 (Beta-424055) huisplaats: n.v.t.

diepte: 2,90 - 2,91 m –NAP (2,10 -2,11 m -mv ) monsternummer: B2402

gedateerd niveau: top eenheid O1 (overgang fase B2 - fase C) gedateerd materiaal: verkoolde plantenresten

resultaat (14C-ouderdom): 3830 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2435 - 2420 cal. BC (4385 - 4370 cal. BP), 2405 - 2380 cal. BC (4355 - 4330 cal. BP), 2350 - 2200 cal. BC (4300 - 4150 cal. BP), 2160 - 2150 cal. BC (4110 - 4100 cal. BP)

13C: -25,6 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: deze datering is ca. 100 14C-jaar jonger dan de 14C-datering van de start van de hernieuwde veengroei (eenheid O2) 0,80 m hoger in dezelfde kern (zie datering ONL-D024). Een van de

dateringen (of beide) moet daarom wel fout zijn. Het is moeilijk in te schatten welke van de twee dat dan is. Een voor de hand liggende oplossing is aan te nemen dat het materiaal in datering ONL-D024 verspoeld is. Jammer genoeg is voor beide monsters verkoold plantenmateriaal (van overwegend grasachtige planten) gebruikt, waarvan aangenomen mag worden dat het niet ver of vaak verspoeld zal zijn.

ONL-D012 (Beta-424056) huisplaats: n.v.t.

diepte: 1,55 -1,56 m -NAP (0,75 - 0,76 m -mv) monsternummer: B2402

gedateerd niveau: top van eenheid O2

gedateerd materiaal: verkoolde plantenresten (grasachtige planten) resultaat (14C-ouderdom): 3640 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2130 - 2085 cal. BC (4080 - 4035 cal. BP) en 2045 - 1930 cal. BC (3995 - 3880 cal. BP)

13C: -27,0 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: deze datering lijkt op het eerste gezicht geen problemen op te leveren, maar met dateringen ONL-D024 en ONL-D011 in gedachten moet ook dit resultaat met wat voorzichtigheid betracht worden. Het is mogelijk dat deze datering te oud is, maar ook snelle veengroei behoort hier zeker tot de mogelijkheden. Ook elders (onder andere bij huisplaats 77) groeit tijdens deze periode riet- en rietzeggeveen.

ONL-D014 (Beta-424057) huisplaats: 77

diepte: ca. 2,1 m -NAP (1,28 - 1,29 m -mv) monsternummer: G116-M230

gedateerd niveau: start veenvorming op deze locatie gedateerd materiaal: verkoolde plantenresten resultaat (14C-ouderdom): 4700 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 3630 - 3580 cal. BC (5580 - 5530 cal. BP), 3530 - 3490 cal. BC (5480 - 5440 cal. BP) en 3470 - 3370 cal. BC (5420 - 5320 cal. BP

(5)

13C: -28,7 ‰

foutenbronnen: het monster bevat mogelijk houtachtige resten, die verspoeld zouden kunnen zijn evaluatie: hoewel dit monster aan de krappe kant was, levert het resultaat van de datering vooralsnog geen problemen op. Weliswaar valt de datering op een nogal onregelmatig deel van de calibratiecurve (en de gecalibreerde ouderdom vertoont daarom een nogal grote spreiding), maar voor dit monster is dat geen probleem omdat een indiciatie van de start van de veengroei hier volstaat. De datering is ook vrijwel identiek aan de datering van pollendiagram ‘Matsloot’1. Zie verder ook bij ONL-D015.

ONL-D015 (Beta-424058) huisplaats: 77

diepte: ca. 1,95 m -NAP (1,16 – 1,17 m –mv) monsternummer: GIA116-M230

gedateerd niveau: top van het veen direct onder het overslibbingspakket gedateerd materiaal: verkoolde plantenresten

resultaat (14C-ouderdom): 3090 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1425 - 1265 cal. BC (3375 - 3215 cal. BP)

13C: -27,0 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: met dit monster lijkt weinig aan de hand. Met het beschikbaar komen van datering ONL- D017 en ONL-D018, die stratigrafisch boven het hier gedateerde niveau liggen, moet echter geconcludeerd worden dat deze datering aanzienlijk te jong is en daarom verworpen moet worden.

ONL-D016 (Beta-431604) huisplaats: 77

monsternummer: GIA116-M232

diepte: ca. 1,0 m -NAP (0,20 - 0,21 m -mv

gedateerd niveau: verlandingssequentie van het meer. Weliswaar begint de verlanding al enkele decimeters lager, maar de lithologie van deze lagen (doorwortelde detritusgyttja en amorf zeggeveen) geeft aanleiding om te denken dat het risico op verspoeld materiaal hierin nog vrij hoog is. Daarom is er voor gekozen een iets hoger niveau te dateren, mede omdat voor dit monster voldoende

betrouwbaar materiaal voorhanden was (zie hieronder). Daarnaast dateert het monster het voorkomen (en daarmee de verbouw) van Cannabis bij deze locatie.

gedateerd materiaal: zaden en vruchten, waaronder Carex spp. en Cannabis.

resultaat (14C-ouderdom): 370 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1445 - 1530 cal AD (505 - 420 cal. BP) en 1545 - 1635 cal AD (405 - 315 cal. BP)

13C: -23,3 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: het resultaat van deze datering geeft geen aanleiding tot discussie. Het is jammer dat het resultaat in een 14C-plateau valt, maar in ieder geval geeft een datering in de 15e eeuw voldoende tijd om het meer vol te laten sedimenteren en dicht te laten groeien.

ONL-D017 (Beta-431605) huisplaats: 77

diepte: ca. 1,28 m -NAP

monsternummer: GIA116-M227

gedateerd niveau: zeggeveen (spoor 77097) boven zandlaag (spoor 77103) gedateerd materiaal: matrix

resultaat (14C-ouderdom): 3590 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2025 - 1885 cal. BC (3975 - 3835 cal. BP)

13C: -28,1 ‰

foutenbronnen: de macrobotanische analyses van deze niveaus waarvan ONL-D017 en ONL-D018 afkomstig zijn leverden onvoldoende betrouwbaar dateerbaar materiaal (zaden en vruchten van terrestrische plantensoorten) op. Bij het dateren van de volop in de monsters aanwezige wortels is er 1 Woldring & Zomer 2009.

(6)

een aanzienlijk risico dat er jongere wortels meegedateerd worden, wat tot te jonge dateringen zou leiden. De zandlaag lijkt nauwelijks doorworteld, en dit zou betekenen dat van het monster onder de zandlaag, ONL-D018, de wortels zonder veel risico gedateerd kunnen worden. Hetzelfde kan echter niet gezegd worden van het monster boven de zandlaag (ONL-D017). Omdat het in zulke gevallen wenselijk is dezelfde fractie van een monster te dateren, is er dus voor gekozen om de matrix te gebruiken. Hierbij bestaat overigens wel de kans dat de matrix deels uit geremanieerd materiaal bestaat, en er daarom een verouderingseffect optreedt. Aangezien de zandlaag hoogstwaarschijnlijk door de wind van elders is aangevoerd moet dit risico niet onderschat worden.

evaluatie: weliswaar lijkt de datering van het veen boven de zandlaag (ONL-D018) iets ouder dan die van het veen onder de zandlaag (ONL-D017), maar de resultaten van de dateringen geven eenduidig aan dat de zandlaag (spoor 77103) in het Late Neolithicum is afgezet. De gecalibreerde

ouderdommen (2) overlappen elkaar voor een groot deel in het bereik tussen 1975 cal. BC en 1885 cal. BC, zodat met enige redelijkheid aangenomen mag worden dat de zandlaag op enig moment gedurende deze periode is afgezet.

ONL-D018 (Beta-431606) huisplaats: 77

diepte: ca. 1,32 m -NAP

monsternummer: GIA116-M227

gedateerd niveau: zeggeveen (spoor 77104) onder zandlaag (spoor 77103) gedateerd materiaal: matrix

resultaat (14C-ouderdom): 3560 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2005 - 2000 cal. BC (3955 - 3950 cal. BP), 1975 - 1875 cal. BC (3925 - 3825 cal. BP), 1840 - 1820 cal. BC (3790 - 3770 cal. BP) en 1795 - 1780 cal. BC (3745 - 3730 cal. BP)

13C: -27,8 ‰

foutenbronnen: zie datering D017 evaluatie: zie datering ONL-D017 ONL-D019 (Beta-431607) huisplaats: 22

diepte: ca. 1,60 m –NAP monsternummer: GIA116-M211

gedateerd niveau: basis van bemonsterde veensequentie (eenheid O2) onder huisplaats, indicatie voor start van de groei van oligotroof veen

gedateerd materiaal: vruchten van Rhynchospora alba resultaat (14C-ouderdom): 2940 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1225 - 1045 cal. BC (3175 - 2995 cal. BP)

13C: -25,5 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: deze datering geeft een goede indicatie van de start van de groei van het oligotrofe veen, en zal in combinatie met de datering van ONL-D023 vooral uitsluitsel geven over de groeisnelheid van het hoogveen.

ONL-D020 (Beta-431608) huisplaats: 50

diepte: ca. 2,25 m -NAP monsternummer: GIA116-M57

gedateerd niveau: kleiige slootvulling (spoor 5011 en spoor 5029) onder overslibbingspakket gedateerd materiaal: zaden en vruchten (terrestrische soorten)

resultaat (14C-ouderdom): 1020 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 980 - 1035 cal AD (970 - 915 cal. BP)

13C: -24,5 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen, behalve dat er materiaal uit een vrij dik niveau is gebruikt.

(7)

evaluatie: deze datering heeft een goed resultaat opgeleverd. De overlap met ONL-D022, waarmee de overslibbing gedateerd is, is minimaal. Op grond hiervan kunnen zowel de sloot als de aanzet tot de overslibbing met zekerheid in het begin van de 11e eeuw na Chr. gedateerd worden.

ONL-D021 (Beta-431609) huisplaats: 77

diepte: ca. 0,85 m -NAP

monsternummer: GIA116-M257

gedateerd niveau: hoogste nog aanwezige oligotrofe veen gedateerd materiaal: verbrande resten van Ericales resultaat (14C-ouderdom): 2800 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1015 - 895 cal. BC (2965 - 2845 cal. BP)

13C: -26,1 ‰

foutenbronnen: mogelijk enige verontreiniging met jonger, ingetrapt materiaal

evaluatie: deze datering, die in samenhang met monsters ONL-D017 en ONL-D018 uitsluitsel moest geven over de ontwikkeling van het veenpakket onder huisplaats 77, heeft een goed resultaat opgeleverd. Het veen is in het veld niet als oligotroof veen herkend, omdat de top van de veenlaag hier veraard en enigszins vertrapt is. De macrobotanische analyse wwes uit dat er echter veel resten van heide-achtigen in voor te komen. Er is daarom gekozen om materiaal te dateren dat met

zekerheid aan het oligotrofe veen toegeschreven kon worden. Het resultaat laat zich ook goed vergelijken met bijvoorbeeld ONL-D019 (2940 ± 30 BP) en ONL-D023 waar nog aanzienlijk meer hoogveen aanwezig was.

ONL-D022 (Beta-409085) huisplaats: 50

diepte: ca. 1,95 m -NAP monsternummer: GIA116-M57

gedateerd niveau: top van het overslibbingspakket gedateerd materiaal: onverbrande plantenresten resultaat (14C-ouderdom): 910 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1010 cal AD - 1210 cal AD (920 - 740 cal. BP)

13C: -23,8 ‰

foutenbronnen: mogelijke veroudering door inclusie van ouder (verspoeld) materiaal; mogelijke veroudering door gebruik van niet-terrestrisch materiaal. Verder zijner twee monsters gecombineerd i.v.m. kleine hoeveelheden dateerbaar materiaal.

evaluatie: deze datering valt duidelijk binnen de verwachting, maar heeft, zeker in de gecalibreerde ouderdommen, een vrij brede range. Dat is niet verwonderlijk omdat de datering in een 14C-plateau valt. Daarnaast zijn er twee mogelijke foutenbronnen, die beide een te oude datering zullen opleveren.

Ten eerste bestaat de mogelijkheid dat er verspoeld, ouder materiaal is gebruikt om te dateren. De monsters bevatten namelijk ook verbrande blaadjes van Calluna en Erica (deze zijn uiteraard niet gedateerd), wat wel aangeeft dat er materiaal vanuit het (onderliggende) hoogveen is verspoeld. Voor onverkoolde zaden en vruchten die niet uit een duidelijk afwijkend milieu afkomstig zijn, is dit niet aan te geven. Dit geldt bijvoorbeeld onder andere voor de resten van Carex sp. Daarnaast kan de

standplaats van de planten, waarvan zaden of vruchten gedateerd zijn, een rol spelen. Er zijn geen aquatische soorten gedateerd, maar alleen soorten die min of meer terrestrisch genoemd kunnen worden. In de meeste gevallen gaat het om soorten uit oevervegetaties (vooral Ranunculaceae), en het is maar de vraag of hierbij niet ook een zeker hardwater-effect kan optreden. Overigens is vooralsnog niet duidelijk of het water waarin het overslibbingspakket is afgezet ook daadwerkelijk kalkhoudend was; er is een enkele oöspore van een Characeae gevonden maar dit zegt niet alles.

Vooral met het oog op de ligging binnen een 14C-plateau zal het niet eenvoudig zijn om een

nauwkeuriger datering van de overslibbingspakketten te krijgen. Een tweede datering van hetzelfde niveau (of van de basis van de overslibbing) zal dezelfde problemen en onzekerheden opleveren. Een monster met voldoende zaden en vruchten van soorten die met zekerheid terrestrisch zijn zou in ieder geval de onzekerheid over een eventueel hardwatereffect wegnemen.

ONL-D023 (Beta-409084)

(8)

huisplaats: 22

diepte: ca. 0,95 m -NAP monsternummer: GIA-M208

gedateerd niveau: top oligotroof veen onder huisplaats

gedateerd materiaal: verbrande plantenresten (heide-achtige planten) resultaat (14C-ouderdom): 1760 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 220 - 345 cal. BC (1730 - 1605 cal. BP) en 370 - 375 cal. BC (1580 - 1575 cal. BP)

13C: -25,6 ‰

foutenbronnen: geen voor de hand liggende foutenbronnen

evaluatie: deze datering levert geen problemen op. Het hiaat tussen de datering van de huisplaats en de top van het onderliggende veen is aanzienlijk. Er is blijkbaar een flinke hoeveelheid oligotroof veen verdwenen

ONL-D024 (Beta-409083) huisplaats: n.v.t.

diepte: 2,10 m –NAP (1,30 - 1,31 m –mv) monsternummer: B2402

gedateerd niveau: basis eenheid O2

gedateerd materiaal: verbrande plantenresten (grasachtige planten) resultaat (14C-ouderdom): 3930 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 2485 - 2340 cal. BC (4435 - 4295 cal. BP)

13C: -26,1 ‰

foutenbronnen: mogelijk verspoeld materiaal evaluatie: verworpen; zie datering ONL-D07711.

ONL-D025 (Beta-407533) huisplaats: 31

diepte: ca. 2,75 m -NAP monsternummer: GIA116-M94

gedateerd niveau: 0,10 m boven basis van ontsloten meersequentie gedateerd materiaal: 1 verbrande plantenstengel (grasachtig) resultaat (14C-ouderdom): 3260 ± 30 BP

gecalibreerde ouderdom (2): 1615 - 1495 cal. BC (3565 - 3445 cal. BP) en 1480 - 1455 cal. BC (3430 - 3405 cal. BP)

13C: -23,8 ‰

foutenbronnen: mogelijk marien reservoireffect

evaluatie: op zich is dit een goede datering, al is de 13C-waarde aan de hoge kant in vergelijking met andere dateringen. Mogelijk heeft dit te maken met het gedateerde materiaal, maar zekerheid hierover is niet te krijgen omdat de plantenstengels niet op soort te determineren zijn. Verder ligt het

gedateerde niveau slechts 0,2 m boven de in hetzelfde profiel gevonden scherven uit de

IJzertijd/Romeinse tijd. Mogelijk is dus sprake van een aanzienlijk hiaat in de meersequentie, alhoewel duidelijke aanwijzingen daarvoor verder ontbreken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als dan pas de stempas naar deze kiezers wordt verstuurd bestaat het risico dat een deel van de kiezers de stempas niet ontvangen voor het verstrijken van de termijn voor

De verdiende PPS-toeslag wordt vervolgens door de Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s) ingezet in (nieuwe) R&D in PPS-verband, waar vaak ook weer private bijdragen

• De kwartiermaker heeft actief gestuurd op een huurovereenkomst tussen de gemeente en Caracola die alle mogelijkheden bood voor het bewust ontwikkelen van de plek tot culturele

professionalisering die zijn weerslag heeft gevonden in de dagelijkse praktijk van raden van toezicht. Raden van toezicht in zorg en welzijn zijn duidelijk meer bezig

Ook komt het voor dat bij de uitvoering van het MJOP 2 door tijdsverloop niet altijd alle oorspronkelijk geplande werkzaamheden konden worden uitgevoerd.. De reden hiervoor is

- minder plannen te toetsen aan welstand, indien voor bepaalde thema’s daadwerkelijk tot welstandsniveau 4 (= welstandsvrij) zou worden besloten. - minder plannen te toetsen

In deze visie stond Asten als zelfstandige gemeente zo stevig als een huis, met een vergaande samenwerking (ambtelijke fusie) tussen Asten en Someren als fundament, aangevuld

De uitgangspunten en de beleidslijn uit het beleidsplan openbare verlichting 2015-2018 zijn in de afgelopen periode de leidraad voor aanleg, beheer en onderhoud geweest..