• No results found

2010MME132 bijlage DEEL 1: ACHTERGROND NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2010MME132 bijlage DEEL 1: ACHTERGROND NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2010MME132 bijlage

Beleidskader Natuur- en Milieueducatie (NME) Inleiding

In 2008 is de Rijksnota NME ‘Kiezen, Leren en Meedoen; naar een effectieve inzet van natuur- en milieueducatie in Nederland, 2008-2011’ uitgebracht. In deze nota wordt onder andere een pleidooi gehouden voor bestuurlijke samenwerking, gericht op gezamenlijke regie en een meer effectieve aanpak. Naar aanleiding van deze landelijke NME-nota is in het IPO afgesproken dat de provincies een licht coördinerende rol op zich nemen.

Op dit moment heeft de provincie Utrecht geen visie op NME-beleid. Provincie Utrecht verstrekt wel jaarlijks een exploitatiesubsidie aan het IVN Consulentschap. Ook worden projecten op ad hoc basis financieel ondersteund, bijvoorbeeld vanuit de programma’s Leren voor Duurzame Ontwikkeling en Agenda Vitaal Platteland.

De provincie Utrecht beoogt met het opstellen van een NME-visie richting te geven aan haar inzet op gebied van NME en een beleidskader te geven voor een efficiënte en effectieve inzet van middelen ten behoeve van NME. Op deze wijze kan NME concreter bijdragen aan het behalen van provinciale beleidsdoelen, waaronder die van Utrecht2040. Met het opstellen van een NME-visie laat de provincie zien dat zij het belang onderkent van natuur- en milieueducatie.

Het eerste deel van dit document schetst de achtergrond van NME, in het tweede deel wordt de visie beschreven en een laatste deel geeft kort een doorkijk naar de uitvoering. De visie geeft op hoofdlijnen aan wat de provincie onder NME verstaat, wat zij met NME beoogt (doel), waar zij haar accenten wil leggen en welke rollen de verschillende partijen daarbij moeten hebben.

DEEL 1: ACHTERGROND NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE 1.1 Wat is Natuur en Milieueducatie (NME)?

Definitie

In de rijksnota NME ‘Kiezen, Leren, Meedoen, 2008-2011’ van de ministeries LNV, OCW en VROM wordt natuur- en milieueducatie als volgt gedefinieerd: Natuur- en milieueducatie (NME) zorgt voor kennis en inzicht in natuur en milieu. Effectieve NME is zó ingericht en wordt zó aangeboden dat mensen van verschillende leeftijd en diverse leefstijlen er geïnteresseerd in zijn en het laten doorwerken in hun houding en gedrag.

In het op deze Rijksnota gebaseerde landelijke Uitvoeringsprogramma NME 2008-2011 is vastgelegd dat speciale aandacht wordt besteed aan de inhoudelijke thema’s groen, water en energie.

Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO)

Zowel LvDO als NME behoren tot het sociaal instrumentarium voor duurzaamheidbeleid en in beide velden staat leren centraal. Voor LvDO is dat met name het sociale leren (leren van elkaar), terwijl NME vooral praktijkgericht is met educatie en ervaringsactiviteiten. Hoewel beide velden andere doelgroepen en actoren hebben, zijn er duidelijke raakvlakken tussen NME en het door Rijk en provincies uitgevoerde programma LvDO.

(2)

Tegenwoordig ligt het accent bij NME veel meer op beleving van natuur, milieu en landschap, het belang van een groene en duurzame leefomgeving en het kunnen maken van duurzame keuzes.

Termen als bewustzijn en draagvlak, participatie en eigen verantwoordelijkheid zijn kernbegrippen geworden. NME ontwikkelt zich steeds meer tot een integraal veld waarin aandacht is voor planet, people en profit en de effecten op andere plaatsen en toekomstige generaties. En daar raken LvDO en NME elkaar. LvDO en NME zijn twee velden die elkaar kunnen versterken en van elkaar kunnen leren. Belangrijk is daarom dat de partijen die actief zijn op NME- en LvDO-gebied elkaar informeren en met elkaar afstemmen. De verhouding tussen NME en LvDO is beschreven in bijlage 1 van de Rijksnota NME.

1.2 Het belang van natuur- en milieueducatie

Natuur- en milieueducatie (NME) is aantoonbaar en langdurig effectief. NME beoogt mensen, van jong tot oud, te betrekken bij hun natuurlijke omgeving, zodanig dat zij meer verantwoordelijkheid nemen voor die omgeving. NME beoogt dit niet alleen, maar realiseert dit ook. Zo is ondermeer bewezen dat:

• NME na 15 jaar nog steeds significant bijdraagt aan meer kennis en duurzamer gedrag bij burgers.

(Bron: Hoe duurzaam is NME, Universiteit van Wageningen, Universiteit Utrecht, Veldwerk Nederland, 2006).

• Natuurbeleving gezond is. Niet het bewegen, maar puur de beleving. Natuurbeleving draagt bij aan een grotere fysieke en geestelijke gezondheid. (Bron: Vitamine-G, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009).

• Acht op de tien Nederlanders het belangrijk vindt om bezig te zijn met en te leren van de natuur, en negen van de tien geven dat aan over milieu. De respondenten achten vooral de overheid verantwoordelijk voor effecten van NME. (Bron: Draagvlak Natuur en Milieueducatie, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 2009).

Door op een efficiënte en effectieve manier natuur- en milieueducatie in te zetten, draagt NME bij aan het behalen van een belangrijk deel van de provinciale algemene beleidsdoelen, waaronder die van Utrecht2040. Daarnaast kan NME bijdragen aan het realiseren van doelen van beleids- en

uitvoeringsprogramma’s van bijvoorbeeld de afdelingen Milieu, Groen en Bodem en Water. Denk hierbij aan doelen op gebied van geluidhinder, bodemvervuiling, duurzaamheid, afval, landschap, energie, klimaat, aardkundige waarden, natuurkwaliteit en biodiversiteit. In zoverre vormt de provincie een schakel in de keten van de verschillende overheidslagen (Rijksoverheid – provincies-

waterschappen – gemeenten) om te komen tot een effectieve NME inzet.

In het strategisch werkdocument Utrecht 2040 (november 2009) wordt voor de provincie Utrecht als hoofddoel het streven naar een duurzame en aantrekkelijke regio genoemd. “Duurzame ontwikkeling is de weg die wij bewandelen. Dit doen wij door bij het benoemen van doelen en opgaven en de keuze van projecten steeds rekening te houden met effecten voor andere delen van de aarde, voor andere generaties en voor de domeinen: people, planet, profit.

Met 6 strategische doelen streven we naar een provincie:

- waarin ruimte is voor goed wonen, werken en natuur;

- met een innovatieve kenniseconomie;

- die bereikbaar is, met auto, fiets of openbaar vervoer in een beter milieu;

- die klimaatneutraal en klimaatbestendig is;

- waarin alle mensen meetellen en kunnen meedoen op school, in hun wijk en in hun vak;

- met een mooie natuur en een gevarieerder landschap.”

Burgers, bedrijven en organisaties raken meer en meer betrokken bij vraagstukken op het gebied van natuur- en milieu en onze leefomgeving; terreinen waar ook enkele van onze beleidsdoelen betrekking op hebben. Met behulp van educatie en participatie beïnvloed je bewustzijn, keuzes en gedrag van mensen en creëer je draagvlak. Dit is de expertise van het NME-veld.

(3)

1.3 Huidige situatie NME in de provincie Utrecht

In de Rijksnota wordt aangegeven, dat veel van de bij NME betrokken organisaties en partijen het ontbreken van sturing en regie als centraal knelpunt zien. Er worden vergelijkbare activiteiten door verschillende organisaties tegelijk ontplooid, terwijl op andere terreinen juist te weinig gebeurt. In de huidige situatie is er sprake van enige ‘wildgroei’ aan materiaal, activiteiten en producten. Dit aanbod is van wisselende kwaliteit en kenmerkt zich door onvoldoende aansluiting tussen vraag en aanbod.

Mede door een beperkte afstemming tussen het landelijke NME-beleid en de regionale en lokale agenda’s is er regelmatig gebrek aan inhoudelijke actualiteit. Ook de afstemming en coördinatie tussen overheden en het werkveld is niet structureel geregeld.

De provincie Utrecht herkent zich voor een groot deel in deze geschetste situatie van het NME-veld. In de provincie vinden inmiddels verschillende initiatieven plaats om de samenwerking en afstemming tussen partijen te versterken en de NME producten en diensten te verbeteren.

Partijen in het NME-veld

Op het gebied van NME is de afgelopen jaren een breed palet aan instrumenten ontwikkeld, dat in staat is om burgers van jong tot oud te informeren, te motiveren, te inspireren en te activeren rondom actuele maatschappelijke thema’s.

In de provincie Utrecht zijn de NME producten en diensten afkomstig van de volgende partijen:

- NME-centra en gemeenten;

- IVN;

- Vrijwilligersorganisaties;

- Overige organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Landschap Erfgoed Utrecht, Het Utrechts Landschap);

- Boeren (boerderijeducatie) i.s.m. NME-centra;

- Waterschappen.

Deze partijen bieden NME producten en diensten aan voor de volgende doelgroepen/eindgebruikers:

- scholieren (o.a. basisonderwijs);

- volwassen burgers/inwoners via excursies en cursussen;

- recreanten.

Daarnaast zijn er diverse partijen op andere manieren actief op NME-gebied:

- IVN Consulentschap Utrecht

Het IVN Consulentschap heeft als algemene taak het ondersteunen en mede ontwikkelen en professionaliseren van de NME infrastructuur (netwerkbeheer), kennismanagement

vernieuwing en innovatie.

- Uitvoerders van Natuur en Milieueducatie (UNO)

Het UNO is een platform voor NME-centra in Utrecht en wordt gefaciliteerd door het IVN- consulentschap. Binnen dit platform vindt uitwisseling plaats van NME-materialen, deskundigheidsbevordering en gezamenlijke product- en projectontwikkeling zoals kwaliteitsverbetering lesmateriaal, groene voetstappenproject.

- Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO)

De vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling is een bestuurlijk netwerk van gemeenten die hun lokale NME-centra voor de uitvoering van nieuw NME-beleid willen inzetten. Zij heeft regionale vertegenwoordiging in de provincie Utrecht in de vorm van een regioconsulent GDO. Zij werkt aan bestuurlijke regie, gezamenlijke programmering, versterking van de infrastructuur, vernieuwing en professionalisering van NME.

(4)

1.4 Huidige rol van de provincie Utrecht

Provincie Utrecht faciliteert op dit moment het NME-veld concreet via een exploitatiesubsidie op jaarbasis aan het IVN Consulentschap. Met het IVN heeft de provincie in dat kader twee keer per jaar een bestuurlijk overleg; een keer over de verrichtte werkzaamheden (het jaarverslag) en een keer over de planning van het IVN Consulentschap (werkplan).

Daarnaast worden er incidentele projecten op NME-gebied financieel ondersteund vanuit de afdelingen Milieu (bijvoorbeeld via Leren voor Duurzame Ontwikkeling) en Groen (AVP). Een voorbeeld van een NME-project dat vanuit de provincie (Agenda Vitaal Platteland) wordt ondersteund is: ‘Boerderij in de kijker’. Jongeren bezoeken een boerderij om te zien waar bepaalde

voedingsmiddelen (melk, groenten e.d.) vandaan komen. Vanuit Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) is het project ‘Cool!Climate after school’ gesubsidieerd. Kinderen op de buitenschoolse opvang (BSO) bouwen een zonnecelauto om te leren hoe zonne-energie werkt. Daarnaast krijgen ze informatie over energiebesparing in huis (licht uit bij verlaten kamer, gebruik spaarlampen, kort douchen etc.). Inmiddels hebben ook enkele NME-centra dit lespakket in hun programma opgenomen.

DEEL 2: NME-VISIE 2.1 Inleiding

De navolgende visie op NME is tot stand gekomen op basis van gesprekken met NME-aanbieders in het veld, waaronder NME-centra, de provincies Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant, de vereniging GDO en het IVN. Ook de landelijke NME-nota ‘Kiezen, leren, meedoen’ is gebruikt als inspiratiebron.

De visie geeft op hoofdlijnen aan wat de provincie onder NME verstaat, wat zij met NME beoogt (doel), waar zij haar accenten wil leggen en welke rollen de verschillende partijen daarbij moeten hebben.

2.2 Visie in het kort

De provincie Utrecht heeft inwoners die zich bewust zijn van de waarde en kwetsbaarheid van de natuur en het milieu. Zij hebben de kennis, de vaardigheden en het inzicht om weloverwogen handelingskeuzen te kunnen en te willen maken op het gebied van natuur, milieu en landschap en weten deze keuze te concretiseren in de dagelijkse praktijk. Vanuit deze kennis en inzichten is er draagvlak voor provinciale beleidsbeslissingen op gebied van natuur, milieu en landschap.

2.3 Wat verstaan we onder NME in onze visie?

Wij sluiten ons aan bij de eerder genoemde definitie uit de landelijke nota NME:

Natuur- en milieueducatie (NME) zorgt voor kennis en inzicht in natuur en milieu. Effectieve NME is zó ingericht en wordt zó aangeboden dat mensen van verschillende leeftijd en diverse leefstijlen er geïnteresseerd in zijn en het laten doorwerken in hun houding en gedrag.

Daarbij leggen wij enkele accenten:

- Kennis en inzicht:

Kennis, vaardigheden en inzicht worden niet alleen verkregen door ‘schoolse’ educatie, maar ook door communicatie, voorlichting en praktijkervaringen/initiatieven van burgers

(participatie1). Inzet van educatie is voor de lange termijn; communicatie, voorlichting en

1Participatie zoals hier bedoeld is deelname van burgers aan en initiatieven van burgers bij uitvoering van NME-

(5)

participatie zijn vooral voor de korte termijn. Het begrip natuur- en milieueducatie wordt hiermee breed gedefinieerd. Natuur- en milieucommunicatie zien wij als een begrip dat zowel de korte- als de lange-termijn aspecten van NME zoals hierboven genoemd, omvat.

NME moet aansluiten bij de fysieke leefomgeving en de beleving van de burger. Zo wordt het belang van natuur en een gezond milieu begrijpelijk en voelbaar gemaakt. Hierdoor wordt de burger in staat gesteld om ook natuur en milieu in zijn eigen keuzes mee te nemen.

- Natuur en milieu:

NME ondersteunt het behalen van beleidsdoelstellingen van de provincie op het gebied van natuur, milieu en landschap. De beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd in diverse provinciale beleids- en uitvoeringsplannen en visies (Utrecht2040, Agenda Natuur, Provinciaal

Milieubeleidsplan, Bodemvisie, Provinciaal Waterplan).

In het landelijke programma NME is vastgelegd dat de inhoudelijke thema’s groen, water en energie speciale aandacht gaan krijgen. Deze thema’s zullen ook binnen de provincie prioriteit krijgen in de samenwerking met de NME-partners. Omdat wij NME willen inzetten voor het realiseren van een duurzame en aantrekkelijke regio, voegen wij daar duurzaamheid als insteek aan toe. Bovengenoemde provinciale beleidsplannen dienen daarbij als leidraad (zie verder onder ‘Doelstellingen NME’).

2.4 Doelstellingen NME

De provincie onderkent het belang van NME en heeft de volgende doelen op dit gebied:

- De burger bewust maken van de waarde en de kwetsbaarheid van natuur, milieu en landschap door gerichte inzet van NME-activiteiten en daarmee draagvlak creëren voor de beleidsdoelen van de provincie Utrecht op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid.

- Vergroting van de efficiency van het NME-veld door meer bestuurlijke samenwerking, afstemming tussen partijen en intensievere uitwisseling op regionaal niveau tussen gemeenten onderling (i.s.m. GDO) en de provincie. Dit vraagt om een goede infrastructuur.

- Verbeteren van het NME producten en diensten (professionalisering, kwaliteitsverbetering en efficiency), ondermeer i.s.m. het IVN en GDO. Een van de verbeteringen is de ontwikkeling van arrangementen.

- Verbreden van de doelgroepen (voortgezet onderwijs, volwassenen, ‘senioren’, allochtonen, mensen met een beperking etc.) en daarbij een passend vraaggestuurde programma ontwikkelen;

dit eveneens i.s.m. onder meer het IVN en GDO.

- Verbreden van het aantal thema’s in het aanbod door naast de centrale thema’s groen, water en energie het onderdeel milieu breder te interpreteren dan nu gebeurt door leefbaarheidthema’s (geluid, licht, lucht, biodiversiteit etc.) en duurzaamheid toe te voegen. Het thema energie moet meer dan in het verleden aandacht krijgen.

Behalve een bijdrage aan de beleidsdoelen, zien wij graag dat NME-activiteiten ook een bijdrage leveren aan de stimulering van een duurzame economie (o.a. cradle-to-cradle-gedachtengoed;

streekproducten) en sociale cohesie (o.a. via burgerparticipatie).

2.5 Strategie

De provincie wil de door haar gestelde doelen bereiken door:

- via een beleidskader meer sturing te geven aan de structurele en incidentele ondersteuning van het NME-veld;

- bestuurlijke en ambtelijke samenwerking met gemeenten/GDO en de verschillende NME-partijen tot een speerpunt te maken en te komen tot een gezamenlijke NME agenda. Hiervoor is een efficiënte en effectieve NME infrastructuur in de provincie Utrecht nodig

- uit te gaan van de eigen kracht van elke organisatie: taken moeten daar komen te liggen, waar ze horen en waar ze het beste kunnen worden uitgevoerd. Dit is de basis voor de rol van elke betrokken NME-partij.

(6)

Ondersteuning NME-veld

Op dit moment geven we een jaarlijkse exploitatiesubsidie aan het IVN Consulentschap om het NME- veld te ondersteunen. Het is belangrijk dat deze ondersteuning wordt voortgezet.

De provincie wil de verbetering van NME producten en diensten ondersteunen. Een voorwaarde voor deze financiële ondersteuning is dat kennis, ervaring en de ontwikkelde producten en diensten uitgewisseld moeten worden met andere partijen, zoals NME-centra of gemeenten. Verder wordt als voorwaarde meegenomen dat bij ontwikkeling van producten en/of bij uitvoering zo mogelijk een NME-centrum of NME-dienst wordt betrokken. Ook cofinanciering kan als voorwaarde aan de ondersteuning worden gesteld. Dit om commitment te creëren.

De provincie gebruikt haar NME budget voor:

- structurele financiële ondersteuning van taken zoals deze door het IVN Consulentschap in hun nieuwe rol worden uitgevoerd (zie hiervoor bijlage 1).

- eenmalige financiële bijdrage/cofinanciering aan de ontwikkeling en realisatie van een efficiënte en effectieve bestuurlijke en ambtelijke infrastructuur.

- financiële ondersteuning van het ontwikkelen van arrangementen voor NME-centra en eventueel ook ‘halffabrikaten’ die door de verschillende NME-centra zelf verder worden ontwikkeld;

- financiële ondersteuning van NME-projecten die vernieuwend zijn, bijvoorbeeld gericht op

‘nieuwe’ doelgroepen of ‘nieuwe’ thema’s.

NME-projecten die bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelen worden gefinancierd vanuit de middelen behorend bij die beleidsdoelen.

Samenwerking als speerpunt

Zoals in 1.3 ‘Huidige situatie NME in de provincie Utrecht’ al is genoemd, is er nieuw beleid nodig om de NME-aanpak effectiever en efficiënter te maken. Een middel hiervoor is (bestuurlijke) samenwerking met organisaties op het gebied van NME, zowel aan de beleidskant als aan de

uitvoerende kant. Op deze manier kan de provincie haar middelen efficiënter inzetten, wordt overlap met projecten met andere organisaties voorkomen en wordt de borging van bijvoorbeeld lespakketten in bestaande NME-structuren verzekerd. Deze samenwerking wordt vastgelegd in een

gemeenschappelijke agenda.

De samenwerking met het GDO zal onder meer bestaan uit deelname aan het programmateam GDO, waarin ook andere partijen, zoals het IVN zitting hebben. Onze samenwerking met IVN bestaat vooral uit financiële ondersteuning en aansturing van het Consulentschap. Met de overige partijen in het NME-veld is geen directe samenwerking, tenzij door financiële ondersteuning van ad hoc projecten.

Ook binnen de provincie als organisatie wordt samenwerking meer dan voorheen een speerpunt. NME vraagt om een integrale benadering, waarbij verschillende beleidsprogramma’s een rol spelen. Om dit efficiënt aan te pakken is het van belang ambtelijk een NME-coördinator aan te wijzen, die de

volgende taken heeft:

- coördinatie en afstemming van alle NME-activiteiten binnen de provincie;

- aanspreekpunt voor NME binnen de provincie;

- aanspreekpunt voor NME naar externe partijen (richting GDO, gemeenten, IVN etc.);

- ambtelijke aansturing van het IVN Consulentschap;

- deelnemen aan het programmateam GDO;

- afstemming met de LvDO-coördinator binnen de provincie.

Rol provincie

In de regiegroep NME-LvDO van 16 september 2009 zijn in het Streefbeeld de rollen van de overheden als volgt voorgesteld:

- Rijksoverheid: vaststellen van inhoudelijke en financiële kaders, aanjager, financier van langjarige

(7)

- Waterschappen: uitvoerder en (co-)financier.

- Gemeenten: beleidsontwikkeling en coördinatie / uitvoering op lokaal niveau, financier en initiator.

Voor de provincies is door het IPO vervolgens overeengekomen dat zij een licht coördinerende rol krijgen.

De provincie Utrecht ziet, hierbij aansluitend, voor zichzelf een faciliterende en licht coördinerende rol en bepaalt mede het NME-beleid in de provincie. Om deze rol goed te kunnen vervullen, is

bestuurlijke en ambtelijke samenwerking een belangrijk speerpunt. Waar en wanneer nodig kan zij mede zorgen voor bestuurlijke druk. Met verschillende partijen willen we tot een gezamenlijke NME- agenda komen.

De rol van de provincie in verhouding tot de rollen van de verschillende partijen in het NME-veld wordt nog nader uitgewerkt in het plan van aanpak/uitvoering. Uitgangspunt hierbij is de eigen kracht van elke organisatie: taken moeten daar komen te liggen, waar ze horen en waar ze het beste kunnen worden uitgevoerd. De uitvoering van NME-activiteiten is met name een lokale aangelegenheid en moet dus ook bij de lokale partijen liggen, zoals NME-centra en gemeenten.

De rollen van de overige organisaties zijn globaal weergegeven in bijlage 1.

DEEL 3: DOORKIJK NAAR UITVOERING 3.1 Uitvoering

Na vaststelling van de visie wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin deze visie concreter wordt uitgewerkt. Dit plan van aanpak bevat ondermeer de volgende onderwerpen:

1. Aan welke beleidsdoelen kan NME een concrete bijdrage leveren, op welke manier en welke middelen zijn hiervoor beschikbaar.

2. Inrichting van de infrastructuur voor het NME-veld.

3. Kennismanagement: provincie bekijkt samen met GDO, gemeenten, NME-centra en IVN de behoefte aan informatie-uitwisseling. Zo mogelijk wordt aangesloten bij landelijke

initiatieven. Het is van belang voor alle NME-partijen in te zetten op een centraal ‘loket’ dat toegang biedt tot alle beschikbare informatie. De provincie kan deze taak delegeren aan bijvoorbeeld het IVN.

4. Opstellen van criteria voor financiële ondersteuning van het IVN Consulentschap.

5. Opstellen van criteria voor financiële ondersteuning voor onder meer het ontwikkelen van arrangementen en vernieuwende NME-projecten.

6. Nadere invulling van de NME-coördinatie binnen de provincie. Het benoemen van NME- aanspreekpunten op de afdelingen Milieu, Groen en Bodem&Water; zij geven samen met de coördinator het NME-beleid vorm.

7. Een planning.

8. Een communicatiestrategie, waarbij afspraken gemaakt worden tussen de partijen over gebruik logo’s etc.

(8)

BIJLAGE 1: Rollen overige NME-partijen

Rol gemeenten en GDO

Het GDO stimuleert samenwerking op bestuurlijk niveau. Om bovengenoemde efficiencyslag te kunnen maken is het belangrijk dat gemeenten op bestuurlijk niveau de agenda bepalen voor de NME- centra. Hiermee kunnen beleidsdoelen worden gerealiseerd en doelen worden gesteld met betrekking tot kwaliteitsverbetering en professionalisering. Bijkomend voordeel is dat NME onder de aandacht van het bestuur blijft. Het GDO is eerste aanspreekpunt voor de provincie.

IVN Consulentschap Utrecht

Het IVN Consulentschap Utrecht heeft als kerntaken netwerkbeheer en kennismanagement voor vrijwilligers, NME-centra en andere NME-partners. Kennismanagement is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

- evalueren gebruikersbehoeften;

- creëren van nieuwe ideeën voor witte vlekken op thema’s;

- kwaliteitsbewaking;

- integreren (kennis expliciteren, betekenis geven, context geven);

- deskundigheidsbevordering;

- distribueren van NME-producten van binnen de provincie en producten uit het landelijke NME-netwerk;

- toepassen (bijscholing leerkrachten).

Het IVN Consulentschap creëert zelf geen nieuwe NME-producten, maar ondersteunt andere partners daarbij.

Een andere taak van het IVN Consulentschap is de ondersteuning van het UNO.

UNO

Het UNO is het platform waar informatie en kennis wordt uitgewisseld. Binnen het UNO vindt afstemming plaats tussen de NME-centra. Op projectmatige basis kunnen lespakketten volgens het principe van halffabrikaten (aanpasbaar naar iedere lokale situatie) worden ontwikkeld, vernieuwd en verspreid. Met het Landelijke Platform NME wordt informatie uitgewisseld over de nieuwe en/of te ontwikkelen halffabrikaten.

NME-centra

NME-centra zijn en blijven voor NME-gerelateerde producten het centrale aanspreekpunt voor de relevante partijen, zoals scholen (basis en voortgezet), BSO, volwasseneneducatie etc. Zij krijgen een centrale rol in aanbod en vraag naar NME. De gemeenten zijn hun opdrachtgever.

De NME-centra zorgen voor:

- Een samenhangend, afgestemd programma;

- Kwaliteitsborging;

- Communicatie.

Bij de ontwikkeling van NME-producten door andere al dan niet commerciële aanbieders moeten de NME-centra en het UNO vroegtijdig betrokken worden. Voor een inhoudelijk advies kan ook de adviesgroep van het GDO ingeschakeld worden.

Rol overige NME-partijen

Andere partijen, zoals SBB, LEU, HUL, Natuurmonumenten en milieucentra bieden ondersteuning aan NME door het aanbieden en organiseren van activiteiten en informatie. Zij stemmen hun programma richting het onderwijs direct af met de NME-centra. Daarnaast bieden zij hun eigen locatiespecifieke onderwerpen aan.

NMU

(9)

burgerparticipatie op het gebied van natuur en milieu. Participatie wordt door de NMU vooral gebruikt op het gebied van gebiedsontwikkeling (i.r.t. natuur, milieu en landschap).

Rol niet-NME-partijen

Er wordt waar mogelijk en wenselijk samengewerkt met partijen die zich bezig houden met educatie op andere gebieden, zoals cultuur en verkeer. Hierbij vindt gelegenheidssamenwerking plaats. Ook binnen de provincie wordt naar dwarsverbanden met andere beleidsvelden gezocht.

Landelijke samenwerking

Waar mogelijk en wenselijk wordt op landelijk niveau samengewerkt en uitgewisseld. Zowel de vereniging GDO, landelijke NME-producenten en de provincie spelen een rol hierbij. Landelijk is het NME Platform actief waarin NME spelers opereren zoals de Universiteiten van Utrecht en

Wageningen, Stichting Veldwerk Nederland, SME Advies, GDO en IVN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

H in Nederland past ook product X toe en heeft enige jaren geleden onderzoek laten doen naar de effectiviteit van ‘Het Trefpunt’: een plaats in de winkel waar kinderen kunnen

Het aanbod aan producten en diensten ter ondersteuning van thuis wonen met dementie is volgens deze methode geclusterd door een team van vijf personen: twee onderzoekers, een

De periode 2005-2014 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Decennium van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO).. Dit plaatst Natuur- en Milieueducatie (NME) zowel in

VCA opleidingen en andere trainingen kunnen in een andere taal verzorgd worden onder andere: Duits, Engels, Pools, Arabisch of Turks (examen basisveiligheid in elke EU

Bij onderzoek met passive sampling zijn er nog diverse kosten, zoals: veldmetingen, chemische analyses, bio-assays, materiaalkosten, kosten voor transport van

In deze spiritualiteit staat een scherp besef van maatschappelijk onrecht én van de eigen betrokkenheid in dat onrecht aan de wieg van een persoonlijke bestaanscrisis;

Op de eerste plaats leeft de nadruk op productie-efficiëntie in het secundair en hoger landbouwonderwijs nog steeds op gespannen voet met de aandacht voor duurzaamheid in het

• Open makkelijk en snel een extra giro- en/of spaarrekening via DSB I Internet Banking Hiernaast zijn er nog meer mogelijkheden zoals bijvoorbeeld een creditcard