• No results found

Pyelumplastiek Operatie om de vernauwing in de overgang van de nierbekken naar de urineleider op te heffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Pyelumplastiek Operatie om de vernauwing in de overgang van de nierbekken naar de urineleider op te heffen"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pyelumplastiek

Operatie om de vernauwing in de overgang van de

nierbekken naar de urineleider op te heffen

(2)

Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s)

U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door- geven per E-mail: patienteninformatieWKZ@umcutrecht.nl

(3)

1

Inleiding voor ouders 2

Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar 4

Pyelumplastiek 6

Tips 12

Wil je meer weten? 13

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding 14

Wat staat er in deze folder

(4)

Een behandeling in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te

begeleiden. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en allerlei medische termen.

Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op de behan- deling. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren.

Begrijpelijke informatie is van groot belang. Als je weet wat je te wachten staat, geeft dat een gevoel van zekerheid en vertrouwen.

Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts bespreekt de volgende zaken met u, en als het mogelijk is ook met uw kind:

• Waarom uw kind deze behandeling krijgt.

• Hoe we deze behandeling doen.

Thuis stellen kinderen vaak meer vragen dan in het ziekenhuis.

Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. Deze folder helpt u daarbij. U weet het best welke informatie uw kind begrijpt en emotioneel kan verwerken.

Inleiding voor ouders

Inleiding voor ouders

(5)

3

Lees de folder éérst zelf. Zorg dat u goed weet wat er gaat gebeuren.

U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek in elk geval samen of alles duidelijk is.

Achterin deze folder staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij de behandeling.

(6)

Een behandeling in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, arts-assistenten en verpleegkundi- gen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden op de behandeling. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.

Wie beslist: jij, je ouders of samen?

Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk?

Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige

Behandelings Overeenkomst (WGBO).

Ben je ouder dan 12 jaar

Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven.

Maar wat gebeurt er als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl

Ben je ouder dan 16 jaar

Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl

Belangrijke informatie voor jongeren vanaf 12 jaar

(7)

5

Tips

Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Je vader, moeder of iemand anders die je vertrouwt.

Praat met je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen over wat er gaat gebeuren in het ziekenhuis.

Schrijf je vragen op, dan vergeet je ze niet. Bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis kun je ze stellen.

Wil je meer weten?

www.hetwkz.nl

www.opeigenbenen.nu www.ikvoelpijn.nl

(8)

Je komt in het ziekenhuis voor een pyelumplastiek. De dokter heeft gezien dat de overgang van de nier naar de urineleider bij jou te nauw is. Daardoor wordt jouw urine (plas) niet goed afgevoerd.

Pyelumplastiek bestaat uit twee woorden:

pyelum: je nierbekken. Dit is een onderdeel van je nier. Hier zit je urineleider aan vast.

plastiek: is een ander woord voor operatie.

Een pyelumplastiek is een operatie waarbij de dokter de vernauwing in de overgang van het nierbekken (pyelum) naar de urineleider (ureter) opheft.

Door de vernauwing kun je:

pijn in je buik hebben.

een nierbekkenontsteking krijgen.

een nier hebben die minder goed werkt.

Niet ieder kind heeft dezelfde klachten. Een pyelumplastiek zorgt ervoor dat deze klachten verdwijnen.

Van de operatie zelf merk je niks, want je bent onder narcose.

Pyelumplastiek

(9)

7

Als je weer wakker wordt uit de narcose, kun je wel pijn in je buik hebben.

De operatie duurt ongeveer 2 à 3 uur.

Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt, mogen de hele dag bij je blijven. Alleen niet tijdens de operatie. Maar dat merk je niet, omdat je dan onder narcose bent.

Voor een pyelumplastiek moet je een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Je komt meestal op afdeling Dolfijn te liggen. De opname duurt gemiddeld 3 tot 5 dagen. Dit hangt van af welke techniek de dokter gebruikt en hoe het met je gaat. Meestal wordt je op de dag van de operatie opgenomen. Soms ook een dag ervoor. Dat hangt af van waar je woont en hoe laat de operatie is.

(10)

Je urinewegen zorgen ervoor dat je kunt plassen. Ze bestaan, van boven naar beneden, uit:

nieren urineleiders blaas

urinebuis Je urinewegen

(11)

9

Nieren

Een nier is ongeveer zo groot als je eigen vuist. De meeste mensen hebben twee nieren, maar één kan ook. Ze zitten aan de achter- kant in je buik. Links en rechts van je wervelkolom. Als je je handen in je zij zet, met je duimen naar voren, zitten jouw nieren bij je vingers.

Nieren zijn een soort zeefjes die je bloed schoonmaken. Ze halen de stoffen die je niet nodig hebt uit je bloed. We noemen dat afvalstoffen. Je hebt ook altijd meer vocht in je lichaam dan je nodig hebt. Je nieren zorgen er voor dat het teveel aan vocht èn de afvalstoffen naar je blaas gaan. Dat is je plas. Een ander woord voor plas is urine.

Het gedeelte van je nier waar je urine naar je urineleider gaat, heet het nierbekken (pyelum).

Urineleiders (de ureteren)

Dat zijn de verbindingen tussen je nieren en je blaas. Je hebt dus twee urineleiders. Eén vanuit je linkernier en één vanuit je rechternier.

Blaas

Je blaas zit onder in je buik. Hij heeft twee taken:

plas bewaren

plas uit je lichaam laten gaan, plassen Urinebuis (de urethra)

Dat is de verbinding tussen je blaas en je plasgaatje. Je plast gaat dus via de urinebuis naar buiten.

Wil je weten hoe de dokter de operatie doet, lees dan de volgende tekst. Wil je dit niet, lees dan verder bij ‘Vóór de operatie’.

(12)

De operatie kan op 2 manieren:

Open: via een snede aan de zijkant of bovenkant van je buik tot bij je nier.

Laparoscopische: De dokter maakt vier kleine sneetjes van ongeveer 5 millimeter in je buik. Door één ervan brengt hij een buisje met een cameraatje in. Via de andere sneetjes brengt hij de instrumenten in waarmee hij opereert. Met het cameraatje kan hij precies zien hoe het er in je buik uit ziet en wat hij doet. Dit cameraatje noemen we een laparoscoop.

De dokter bekijkt welke manier bij jou het meest geschikt is.

Hoe doen wij een pyelumplastiek?

(13)

11

Voor de ‘open’ operatie kunnen we verschillende technieken gebruiken. Maar meestal kiest de dokter voor de techniek waarbij het vernauwde stukje urineleider helemaal weggehaald wordt en de urineleider opnieuw aan het nierbekken wordt gehecht.

De dokter bespreekt met jou en je ouders voor welke techniek hij kiest.

Twee of drie weken vóórdat je aan je nier geopereerd wordt, heb je een afspraak op de POS-poli. POS-poli is de afkorting van:

Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.

Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicij- nen. Je voelt dan niks van de operatie. We noemen dit wel slapen maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden.

De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen geeft.

Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de operatie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.

De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8.

Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter.

Vóór de operatie

(14)

Wat gebeurt er op de POS-poli?

Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:

• welke ziektes je hebt gehad.

• of je koorts hebt.

• of je verkouden bent.

Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dit doet geen pijn.

Ze bespreken met jou en je ouders:

• hoe het gaat als je onder narcose gaat • hoe jij het beste de narcose kunt krijgen:

o met een prik.

o of met een kapje.

wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent.

Als je tegen de narcose op ziet, zeg het dan tegen de POS- verpleegkundige of de slaapdokter!

Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld. Daarna ga je naar de apotheekbalie en bespreek je met de medewerker welke medicijnen je thuis gebruikt.

(15)

13

Voor ouders

• Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de operatie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts.

• Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.

• Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof?

Meld dit dan altijd.

• (Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt.

Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder) aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.

• Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen.

We houden de volgende periode aan:

o twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie.

o twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie.

(16)

In de folder "Narcose” lees je hoe het gaat als je onder narcose gaat. Je leest daar ook hoe het gaat op de dag dat je

geopereerd wordt.

Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort:

Thuis/op de verpleegafdeling

Je mag ’s ochtends niet meer eten en drinken. Dat heet nuchter zijn.

Meestal mag je die dag je medicijnen gewoon innemen.

Behalve als de dokter heeft afgesproken dat hij niet wil dat je je medicijnen neemt.

Op de verpleegafdeling

Je komt op de verpleegafdeling en krijgt een bed.

De verpleegkundige stelt nog wat vragen aan jou en je ouders.

Als je wilt kun je de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken.

Meestal wordt er gevraagd of je nog een plasje kan doen om je urine op te vangen, dit plasje wordt dan naar het

laboratorium gebracht.

De operatiedag

(17)

15

Misschien krijg je een drankje, pilletje of zetpil.

Als je aan de beurt bent, ga je in bed.

Jullie gaan samen naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer.

In de holding

Eén van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen een schort aan, 'slofjes' over de schoenen en zetten een speciale muts op.

De medewerkers van de operatiekamer (met een blauw pak en een muts) komen jullie ophalen. Ze stellen nog wat vragen aan jou en je ouders.

Ze nemen jou, één van je ouders en de pedagogisch

medewerker of verpleegkundige mee naar de operatiekamer.

In de operatiekamer

Je gaat op de operatietafel liggen.

Je krijgt een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt.

Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt.

Je krijgt de narcose met een kapje of een prik.

(18)

Als je slaapt, gaat je vader of moeder terug naar de afdeling en wachten tot je klaar bent.

De dokter doet de operatie.

In de uitslaapkamer

Je ligt weer in je eigen bed als je wakker wordt.

Eén van je ouders mag bij je komen zitten.

Je hebt nog steeds de monitor-stickers, het lampje op je vinger.

Je hebt een infuus in je hand. In “na de operatie” lees je wat er nog meer aan je lichaam zit.

Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling.

Na de operatie

Terug op de afdeling

Als je weer op de afdeling bent, mag je rustig in je bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig bij je

(19)

17

Misschien voel je je niet zo lekker, ben je misselijk of heb je ergens pijn. Zeg het tegen je vader of moeder of tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of je extra medicijnen geven.

Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen.

Als je goed wakker bent, mag je weer eten en drinken.

Het is belangrijk dat je goed probeert te drinken.

Maaike (8 jaar): ‘Ik was heel zenuwachtig voordat ik naar de operatiekamer moest.

Maar toen ik mijn moeder met die rare muts

op zag, moest ik toch ook wel weer lachen.’

(20)

Na de operatie heb je een aantal katheters (buigzame slangetjes/

buisjes) in je buik : Een wonddrain

De wonddrain komt via je huid naar buiten, via die zijde van je lichaam waar je geopereerd bent. Deze zorgt ervoor dat wondvocht en bloed uit je lichaam gaat. Dit wondvocht en bloed vangen we op in een dicht zakje dat aan de drain vastzit. Het lijkt een beetje op een lampionnetje met van die harmonicavouwen erin. Na 1 of 2 dagen halen we de drain uit de wond.

De splint (stent)

Een splint is een blauw of wit slangetje waarvan je het grootste gedeelte niet ziet. Het zorgt ervoor dat de nieuwe verbinding tussen de nier en de urineleider open blijft. De splint heeft ook een uitgang naar buiten. Die kun je wel zien.

Er zit een zakje aan waar de urine in loopt. Voordat je naar huis mag, halen we dit opvangzakje eraf en plaatsen we een dopje op de splint.

Twee weken na de operatie kom je terug naar de polikliniek.

We halen dan de splint er weer uit.

De dubbel J katheter

Alleen bij de laparoscopische operatie krijg je een dubbel-J- katheter. Dit is een dun, soepel buisje (je kan het ook slangetje noemen) met aan de beide uiteinden een krul, waarvan de ene krul in de nier ligt en de andere in de blaas. Het slangetje Na de operatie

(21)

19

zit in je buik en kun je niet zien. Je merkt er meestal niets van. Sommige kinderen kunnen wat krampen voelen.

Ongeveer 1 maand na de operatie mag deze katheter eruit.

Hiervoor moet je nog een keer naar het ziekenhuis komen.

Je gaat nog een keer onder narcose op de operatiekamer.

De epiduraal katheter

Dit is een heel dun plastic slangetje in je rug (een soort infuus). Via dit slangetje kunnen we je medicijnen tegen de pijn geven. Doordat het in je rug zit, komen de medicijnen precies op de goede plek en werken zo het beste. Deze epiduraal katheter blijft meestal 1 of 2 dagen zitten. Of langer als jij dat nodig hebt.

De urinekatheter

Dat is een dun slangetje dat via je plasgaatje, via je plasbuis, in je blaas zit. Je urine (plas) loopt dan door het slangetje, door je urinebuis, uit je blaas in een opvangzak. Jij hoeft er niets voor te doen. Deze urinekatheter houd je zolang je de epiduraal katheter hebt. Wanneer de epiduraal katheter er uit mag, halen we ook de urinekatheter weg. Je kan dan weer zelf plassen.

Een infuus

Dit is een flexibel buisje dat in een bloedvat in je arm of been zit. Via het infuus kun je vocht (drinken) en medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica) krijgen. Het infuus halen we weg als je zelf goed eet, drinkt, medicijnen kunt slikken en de epiduraal katheter er uit is.

(22)

Mogelijke bijwerkingen van de pyelumplastiek

Na de operatie kun je pijn hebben in je buik, waar de wond zit.

Daarom krijg je na de operatie medicijnen tegen de pijn. Via de epiduraal katheter en drie of vier keer per dag een paracetamol (zet)pil. Tegen de blaaskrampen krijg je een drankje of tablet, dit medicijn heet dridase.

Het kan zijn dat je ongeveer een half uur na het innemen van de dridase een rood gezicht krijgt. Dit gaat vanzelf weer over.

Na het uithalen van de urinekatheter kan het plassen de eerste paar keer nog wat pijnlijk zijn. Dit gaat na een poosje weer over.

Bijwerkingen

Patrick (11 jaar): ‘Dat zag er raar uit, zo’n slangetje uit je zij, waar

je plas uit komt. Gelukkig ging

er een dopje op voordat ik naar

huis ging, hoefde ik tenminste

niet met zo’n opvangzakje voor

urine rond te lopen.’

(23)

21

Mogelijke bijwerkingen van de narcose

Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over.

Door de slaapmedicijnen kun je wat misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleeg- kundige in de uitslaapkamer of op de afdeling.

Soms kan het soms even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dit is normaal.

Zelfs wanneer een operatie helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen

noemen we complicaties.

Ook bij een pyelumplastiek gaan de dingen soms anders dan de bedoeling is. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.

Wat kun jij merken van een complicatie?

Mogelijke complicaties bij een pyelumplastiek Wondinfectie

Na de operatie heb je een wond of 4 kleine wondjes op je buik. Soms kan de wond gaan ontsteken. De wond wordt dan rood, er kan pus uitkomen, het kan pijn doen en je kunt koorts krijgen. Tegen de wondinfectie krijg je medicijnen, antibiotica, zodat deze weer overgaat.

Complicaties

(24)

Urineweginfectie

De kans op een urineweginfectie is na de operatie groter.

Om dit te voorkomen, krijg je antibiotica via je infuus en na een dag antibiotica in een drankje of tablet.

Blaaskrampen

Door de urinekatheter kun je blaaskrampen krijgen. Je krijgt daarom drie keer per dag Dridase. Dat is een medicijn tegen blaaskrampen. Voordat de urinekatheter er uit wordt gehaald, stop je met de dridase.

Te veel plassen

Sommige kinderen gaan na de pyelumplastiek te veel plassen. De verpleegkundige schrijft precies op wat je drinkt en plast.

Verstopping van de splint en/of de urinekatheter In de splint of urinekatheter kunnen bloedstolsels komen.

Daardoor raakt het slangetje verstopt. De verpleegkundige probeert de stolsels op te lossen door met een spuitje zoutoplossing het slangetje door te spuiten.

Pijn of koorts

Het kan zijn dat een kind pijn of koorts krijgt als er een dopje op de splint wordt gedaan. Dan wordt opnieuw een opvang- zakje voor de urine aangesloten. Soms gaan ze dan met een opvangzakje, voor urine, aan de splint naar huis.

(25)

23

Mogelijke complicaties van de narcose

Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig eigenlijk bijna nooit meer voor.

Algemene informatie

Het is belangrijk dat je thuis ook goed drinkt.

Bij je urine kan tot 10 dagen na de operatie nog bloed zitten, waardoor deze rood van kleur is, dit is normaal.

Je krijgt medicijnen, antibiotica, mee naar huis. Deze moet je gebruiken tot je weer bij de dokter op de polikliniek komt.

Het is de bedoeling dat, als je 1 x per dag antibiotica hebt, je dit 's avonds neemt.

Bescherm verse littekens tegen de zon in verband met

makkelijk verbranden. Smeer hiervoor zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor.

Bij een 'open' pyelumplastiek

Als je een splint hebt mag je alleen douchen. Na het

verwijderen van de splint, op de poli, mag je na 1 dag in bad als de wond niet lekt en er goed uitziet.

Wat mag wel, wat mag niet

(26)

Zolang de splint er nog in zit, is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en trampoline springen moet je niet doen. De splint kan het nierweefsel beschadi- gen. Er ontstaan dan bloedingen. De eerste 6 weken mag je niet sporten of zwemmen.

Als je een splint hebt, moet je op de insteekplaats dagelijks bethadine jodium oplossing doen. Hier kunnen je ouders je thuis bij helpen.

Als je een splint hebt, moet je samen met je ouders iedere dag kijken of de splint nog goed vast zit met de pleister. Zo niet, dan moet er een nieuwe pleister op.

Op de afdeling laten we je zien hoe deze het beste geplakt kan worden met een ‘tunneltje’.

Bij een 'laparoscopische' pyelumplastiek

Je mag drie dagen na de operatie weer (kort) douchen.

Na een laparoscopische operatie mag je na 1 week in bad.

Met een katheter in de nier (dubbel J katheter) is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en

trampoline springen mag je niet doen. De katheter kan het nierweefsel beschadigen. Er ontstaan dan bloedingen.

(27)

25

Als je een splint hebt, kom je na twee weken terug op de polikliniek. Dan halen we de splint (blauw of wit slangetje) eruit.

Als je een dubbel J katheter hebt, kom je na 4 tot 6 weken naar de dagbehandelingsafdeling. Deze katheter halen we er op de operatiekamer tijdens een narcose weer uit. Je mag meestal dezelfde dag weer naar huis.

Je krijgt een afspraak op de polikliniek bij de dokter. Deze wil bekijken of de operatie goed gelukt is en hoe het met je gaat.

Neem makkelijke kleding mee. Een shirt met korte mouwen of een (pyjama)jasje met knopen. Dit is fijn omdat je katheters, een infuus en een wonddrain hebt. Ook een pyjamabroek of trainingsbroek draagt prettiger. Want die zit niet te strak op je buik waar de wond zit.

Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt.

Probeer zoveel mogelijk te ontspannen: doe samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. De pedagogisch medewerker kan je daarbij helpen.

Vervolgafspraak

Tips

(28)

Neem iets mee om je af te leiden. Je kunt maar aan één ding tegelijk denken! Bijvoorbeeld een knuffel, boek, bellenblaas of een mobiele telefoon om muziek te luisteren.

Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen.

Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt.

Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen.

Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen.

Bedenk van te voren alvast waar je over wilt dromen tijdens de narcose.

Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt.

Heb je geen Pijnpaspoort*? Bedenk dan van te voren wat jij wilt. Bijvoorbeeld een kapje of prik. En bedenk ook alvast wat jou dan helpt. Bijvoorbeeld kijken/niet kijken. Of tellen.

Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan/tegen kunnen doen.

Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.

(29)

27

Kijk dan op:

www.hetwkz.nl

www.kindenziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl

Heb je nog vragen?

Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.

Voor vragen over de operatie of voor vragen na de ziekenhuisopname, kun je bellen naar de polikliniek:

telefoonnummer 088 75 540 75.

Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedago- gisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:

• op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur

• telefoonnummer 088 75 542 24.

Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.

Wil je meer weten?

(30)

Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past.

• Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bij voorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen.

• Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het ‘hier en nu’. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen.

• Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen.

Zo merkt u of alles begrepen is.

• Vraag hoe uw kind tegen de behandeling aan kijkt en hoe het zich voelt. Uw kind kan bang zijn of pijn hebben. Bespreek thuis alvast wat uw kind kan helpen. Bijvoorbeeld een hand

vasthouden, een mobiele telefoon om muziek mee te luisteren.

• Betrek de andere kinderen van het gezin bij de voorbereiding.

Dan weten zij ook wat er met hun broertje of zusje gaat

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding

Hoe kunt u uw kind voorbereiden

(31)

29

Wat vertelt u en hoe

• Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk.

Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld.

• Vraag wat uw kind al weet over de behandeling.

• Let erop dat uw kind de informatie goed begrijpt en verwerkt.

Vooral jonge kinderen kunnen gaan fantaseren over het ziekenhuis.

• Geef vooral bij jonge kinderen niet alle informatie tegelijk.

• Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over.

• Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens de behandeling. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft.

• Laat dingen zien als u over het ziekenhuis vertelt.

Doktersspulletjes bijvoorbeeld. Of gebruik boeken en internet.

Via www.hetwkz.nl kan uw kind alvast een kijkje nemen in het ziekenhuis.

(32)

• Ga met uw kind mee naar de behandeling. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dit geeft steun en veilig- heid. Tijdens de behandeling kunt u voor afleiding zorgen.

Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen.

• Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee.

• U mag verwachten dat u tijdens de behandeling duidelijke informatie krijgt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt.

• Hebt u extra advies nodig voor de voorbereiding of begeleiding van uw kind? Dan kunt u contact opnemen met een pedagogisch medewerker van het WKZ, via het Secretariaat Pedagogische Zorg:

- op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur - telefoonnummer 088 75 542 24

• Blijf tijdens de behandeling zo rustig mogelijk. Dat maakt uw kind ook rustiger.

• Richt uw aandacht op uw kind. Zorg dat uw kind er ook bij betrokken blijft als u met de arts of verpleegkundige praat. Zo geeft u uw kind de aandacht die het nodig heeft.

• Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onver- wachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, Hoe kunt u uw kind voorbereiden

(33)

31

• Blijf tijdens de behandeling zo rustig mogelijk. Dat maakt uw kind ook rustiger.

• Richt uw aandacht op uw kind. Zorg dat uw kind er ook bij betrokken blijft als u met de arts of verpleegkundige praat. Zo geeft u uw kind de aandacht die het nodig heeft.

• Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onver- wachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens de behandeling. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund.

Tips voor uzelf

(34)

Schrijf hier je aantekeningen

--- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- --- ---

(35)

KITE.06.017

Colofon

Divisie Kinderen

Afdeling Urologie, locatie WKZ

© maart 2016, UMC Utrecht

(36)

UMC Utrecht Locatie WKZ

Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55 www.hetwkz.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als de operatie klaar is, zorgt de slaapdokter ervoor dat je snel weer wakker wordt. Je bent misschien nog wel een beetje suf als je

Hoewel veel mensen aannemen dat de grote meerderheid van de werkende bevolking uit passieve kandidaten bestaat, toont ons onderzoek aan dat de meeste mensen redelijk actief

Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als het onderzoek klaar is.. We noemen hem ook wel

Deze afwijking komt vaak bij toeval aan het licht, tijdens een ander onderzoek (bijvoorbeeld bij een echo van de buik), maar kan dus ook worden vastgesteld naar aanleiding van pijn

Binnenlandse testen voor toegang (voor bijvoorbeeld evenementen) blijven wel gratis, maar zijn niet voor wintersport- reizen bedoeld.. Bovendien is dit niet altijd de

Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u die tijdens uw opname stellen aan de verpleegkundige, verpleegkundig specialist of uw behandelend vaatchirurg.

Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de operatie klaar is.. We noemen hem ook wel

Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de operatie klaar is.. We noemen hem ook wel