• No results found

je plas uit komt. Gelukkig ging er een dopje op voordat ik naar

huis ging, hoefde ik tenminste

niet met zo’n opvangzakje voor

urine rond te lopen.’

21

Mogelijke bijwerkingen van de narcose

Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over.

Door de slaapmedicijnen kun je wat misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleeg-kundige in de uitslaapkamer of op de afdeling.

Soms kan het soms even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dit is normaal.

Zelfs wanneer een operatie helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen

noemen we complicaties.

Ook bij een pyelumplastiek gaan de dingen soms anders dan de bedoeling is. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.

Wat kun jij merken van een complicatie?

Mogelijke complicaties bij een pyelumplastiek Wondinfectie

Na de operatie heb je een wond of 4 kleine wondjes op je buik. Soms kan de wond gaan ontsteken. De wond wordt dan rood, er kan pus uitkomen, het kan pijn doen en je kunt koorts krijgen. Tegen de wondinfectie krijg je medicijnen, antibiotica, zodat deze weer overgaat.

Complicaties

Urineweginfectie

De kans op een urineweginfectie is na de operatie groter.

Om dit te voorkomen, krijg je antibiotica via je infuus en na een dag antibiotica in een drankje of tablet.

Blaaskrampen

Door de urinekatheter kun je blaaskrampen krijgen. Je krijgt daarom drie keer per dag Dridase. Dat is een medicijn tegen blaaskrampen. Voordat de urinekatheter er uit wordt gehaald, stop je met de dridase.

Te veel plassen

Sommige kinderen gaan na de pyelumplastiek te veel plassen. De verpleegkundige schrijft precies op wat je drinkt en plast.

Verstopping van de splint en/of de urinekatheter In de splint of urinekatheter kunnen bloedstolsels komen.

Daardoor raakt het slangetje verstopt. De verpleegkundige probeert de stolsels op te lossen door met een spuitje zoutoplossing het slangetje door te spuiten.

Pijn of koorts

Het kan zijn dat een kind pijn of koorts krijgt als er een dopje op de splint wordt gedaan. Dan wordt opnieuw een opvang-zakje voor de urine aangesloten. Soms gaan ze dan met een opvangzakje, voor urine, aan de splint naar huis.

23

Mogelijke complicaties van de narcose

Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig eigenlijk bijna nooit meer voor.

Algemene informatie

Het is belangrijk dat je thuis ook goed drinkt.

Bij je urine kan tot 10 dagen na de operatie nog bloed zitten, waardoor deze rood van kleur is, dit is normaal.

Je krijgt medicijnen, antibiotica, mee naar huis. Deze moet je gebruiken tot je weer bij de dokter op de polikliniek komt.

Het is de bedoeling dat, als je 1 x per dag antibiotica hebt, je dit 's avonds neemt.

Bescherm verse littekens tegen de zon in verband met

makkelijk verbranden. Smeer hiervoor zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor.

Bij een 'open' pyelumplastiek

Als je een splint hebt mag je alleen douchen. Na het

verwijderen van de splint, op de poli, mag je na 1 dag in bad als de wond niet lekt en er goed uitziet.

Wat mag wel, wat mag niet

Zolang de splint er nog in zit, is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en trampoline springen moet je niet doen. De splint kan het nierweefsel beschadi-gen. Er ontstaan dan bloedinbeschadi-gen. De eerste 6 weken mag je niet sporten of zwemmen.

Als je een splint hebt, moet je op de insteekplaats dagelijks bethadine jodium oplossing doen. Hier kunnen je ouders je thuis bij helpen.

Als je een splint hebt, moet je samen met je ouders iedere dag kijken of de splint nog goed vast zit met de pleister. Zo niet, dan moet er een nieuwe pleister op.

Op de afdeling laten we je zien hoe deze het beste geplakt kan worden met een ‘tunneltje’.

Bij een 'laparoscopische' pyelumplastiek

Je mag drie dagen na de operatie weer (kort) douchen.

Na een laparoscopische operatie mag je na 1 week in bad.

Met een katheter in de nier (dubbel J katheter) is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en

trampoline springen mag je niet doen. De katheter kan het nierweefsel beschadigen. Er ontstaan dan bloedingen.

25

Als je een splint hebt, kom je na twee weken terug op de polikliniek. Dan halen we de splint (blauw of wit slangetje) eruit.

Als je een dubbel J katheter hebt, kom je na 4 tot 6 weken naar de dagbehandelingsafdeling. Deze katheter halen we er op de operatiekamer tijdens een narcose weer uit. Je mag meestal dezelfde dag weer naar huis.

Je krijgt een afspraak op de polikliniek bij de dokter. Deze wil bekijken of de operatie goed gelukt is en hoe het met je gaat.

Neem makkelijke kleding mee. Een shirt met korte mouwen of een (pyjama)jasje met knopen. Dit is fijn omdat je katheters, een infuus en een wonddrain hebt. Ook een pyjamabroek of trainingsbroek draagt prettiger. Want die zit niet te strak op je buik waar de wond zit.

Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt.

Probeer zoveel mogelijk te ontspannen: doe samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. De pedagogisch medewerker kan je daarbij helpen.

Vervolgafspraak

Tips

Neem iets mee om je af te leiden. Je kunt maar aan één ding tegelijk denken! Bijvoorbeeld een knuffel, boek, bellenblaas of een mobiele telefoon om muziek te luisteren.

Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen.

Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt.

Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen.

Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen.

Bedenk van te voren alvast waar je over wilt dromen tijdens de narcose.

Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt.

Heb je geen Pijnpaspoort*? Bedenk dan van te voren wat jij wilt. Bijvoorbeeld een kapje of prik. En bedenk ook alvast wat jou dan helpt. Bijvoorbeeld kijken/niet kijken. Of tellen.

Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan/tegen kunnen doen.

Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.

27

Kijk dan op:

www.hetwkz.nl

www.kindenziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl

Heb je nog vragen?

Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.

Voor vragen over de operatie of voor vragen na de ziekenhuisopname, kun je bellen naar de polikliniek:

telefoonnummer 088 75 540 75.

Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedago-gisch medewerker via het secretariaat Pedagopedago-gische Zorg:

• op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur

• telefoonnummer 088 75 542 24.

Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.