• No results found

FOVIG TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN OUDERVERENIGINGEN EN GEBRUIKERSRADEN IN INSTELLINGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 2019 JAARGANG 35 NR 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FOVIG TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN OUDERVERENIGINGEN EN GEBRUIKERSRADEN IN INSTELLINGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 2019 JAARGANG 35 NR 2"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

FOVIG

TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN OUDERVERENIGINGEN EN GEBRUIKERSRADEN IN INSTELLINGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

2019 | JAARGANG 35 | NR 2

(2)

COLOFON

INHOUD

Woord vooraf 3 Woon- en leefkosten 5 Verslag uit de werkgroep Woon-en leefkosten Sint-Gerardus Diepenbeek 10

Sprokkels 12

Perensiroop 15

Wonen en leven in zorg 17

Nadenkertjes 23

VAPH hulpmiddelen Tijd om op te staan! 24

Correctie Transitie persoonsvolgende

financiering 28

Column 30

Waar kun je terecht? 32 FOVIG

Federatie van ouderverenigingen en gebruikers raden in instellingen voor personen met een handicap vzw Onafhankelijk pluralistisch

Redactie

Nadia Dekoning, Georges Goffin, Rita Jaenen, Erik Meersman, Eddy Vandemeulebroucke, Simonne Vanoppen

Maatschappelijke zetel

Rodenbachstraat 20, 9470 Denderleeuw

Voorzitter Nadia Dekoning T +32 (0)53 68 05 85 E dekoning.nadia@fovig.be

Stafmedewerker Eddy Vandemeulebroucke T +32 (0)470 58 31 25

E vandemeulebroucke.eddy@fovig.be

Lidmaatschap

Individueel: € 20 storten op rekening FOVIG BE55 8906 8416 1744

Collectief overleg: € 50 storten op dezelfde rekening

Herkomst beeldmateriaal

Fabien Burgue (cover), Calum Lewis (p. 6), Louize Perdieus (p. 12, 13 en 14), Jeremy Sallee (p. 8), senseofhome.be (p. 18, 19 en 20)

(3)

WOORD VOORAF

Beste leden Vakantie in zicht!

Ontspanning, genieten, zon en … rust.

Voor velen onder ons is dit niet zo vanzelfsprekend. De zorg voor en de handicap van onze mensen verdwijnen niet, nemen geen vakantie. Maar een fijne namiddag in de tuin, een goede wandeling in de buurt kan al wonderen doen. Ons hoofd leegmaken, ons één voelen met de natuur, ons één voelen met ons kind.

Uit die kleine momenten putten wij kracht.

En die zullen we eens te meer nodig hebben in september, voor die tweede correctiefase op de persoonsvolgende financiering.

Eind september krijgen de cliënten in transitie, dus zij die vóór de invoering van de persoonsvolgende financiering al in een gesubsidieerde voorziening waren, hun definitieve zorgpunten toe- gewezen.

Vereenvoudiging van het zorgzwaarte-in- strument, het verdubbelen en hertekenen van de budgetcategorieën en het weg-

werken van de historische verschillen tus- sen de verschillende zorgaanbieders heeft het VAPH betere inzichten gegeven voor een herberekening van de budgetten.

Ten laatste over acht jaar zal iedere per- soon met een handicap voor dezelfde zorgvraag het zelfde budget krijgen.

Eindelijk!

Maar waarom stemt het ons toch niet echt tevreden, waarom voelen wij toch geen rust?

Het is nog onduidelijk wat dit zal bete- kenen voor de zorggarantie. Hiermee is het hoge woord gevallen: zorggarantie.

Die zorggarantie zullen we met FOVIG sterk bewaken.

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap definieert zorgga- rantie als volgt:

“De vergunde zorgaanbieders garande- ren dat u met uw budget dezelfde on- dersteuning kunt krijgen, als u sinds 31 december 2016 uw ondersteuning niet gewijzigd hebt. Ook als uw persoons- volgend budget gestegen of gedaald is ten opzichte van uw budget voor 2017.”

Kleine kanttekening bij de laatste zin:

ook als jouw budget stijgt, heb je geen recht op meer.

Wat betekent zorggarantie eigenlijk?

‘Zorg voor de gezondheid’ moet gega- randeerd blijven. Medisch moet alles goed blijven lopen.

(4)

‘Verzorgd voorkomen’ moet een vanzelf- sprekendheid zijn. Onze gasten moeten er altijd netjes bijlopen.

‘Zorg voor mobiliteit’ moet garanderen dat onze gasten de nodige beweging krijgen.

Voor FOVIG betekent zorggarantie ook de ‘zorg voor een kwalitatief leven’. Elke dag.

Naast de fysische zorg willen wij dat er blijvend aandacht geschonken wordt aan het individu, aan welzijn en welbe- hagen. Leven in groep lukt maar als elke persoon binnen die groep zich goed voelt, zowel de cliënt als de medewerker.

Die zoektocht naar kwaliteit is een van de redenen van het ontstaan van gebrui- kersraden, nu collectieve overlegorganen.

Kunnen wij begrijpen dat je met min- der personeel niet dezelfde service kan brengen?

Natuurlijk kunnen wij dat.

Kunnen wij de vertegenwoordigers van de voorzieningen begrijpen als ze zeggen dat de beloofde zorggarantie misschien anders zal moeten worden ingevuld.

Zouden we ook nog kunnen.

Wat wij niet willen begrijpen, is dat er zomaar voor de meest gemakkelijke oplossingen zal worden gekozen. Bij- voorbeeld: nog grotere leefgroepen, minder goed opgeleid personeel, min- der activering.

We willen wel instemmen met een an- der concept mits evenveel aandacht voor het welbehagen (zowel voor per- soneel als bewoner).

FOVIG zal mee naar oplossingen zoeken.

Soms ziet een buitenstaander zaken die efficiënter kunnen gebeuren. Laat ons dat dan ook benoemen, mee creatief zijn en samen naar de meest gepaste werking groeien.

Zorggarantie is ook altijd het stokpaard- je geweest van onze secretaris Luc. Er ging geen vergadering voorbij of dit kwam ter sprake. Geen enkele beslis- sing, geen enkele uitspraak van de raad van bestuur mocht afbreuk doen aan de kwaliteit en garantie van de zorg.

Bij de editie van dit nummer zal Luc niet langer onze secretaris zijn en dat zullen we missen.

Luc, bedankt voor alles, bedankt voor jouw geloof in ons, de ouders en familie.

Het ga je goed! ■

Nadia Dekoning

VOORZITTER 30 JUNI 2019

(5)

In de overgang naar persoonsvolgende financiering werd ook bepaald dat de eigen bijdrage die gebruikers van een vergunde zorgaanbieder betalen, tegen 2020 moet omgevormd worden naar het betalen van woon- en leefkosten.

De nieuwe instromers na 1 januari 2017 betalen nu al woon- en leefkosten. Wat wordt daarmee bedoeld? Wat zal er dan veranderen?

Hoe was het vroeger?

Iedere gebruiker die voor 1 januari 2017 gebruik maakte van de diensten van een vergunde zorgaanbieder (vza) betaalde aan die vza maandelijks een eigen finan- ciële bijdrage.

▹ Wie in een voorziening woonde, betaalde per dag aanwezigheid 35,39 Euro.

▹ Wie naar een dagcentrum ging, be- taalde per dag 12,66 Euro (vervoer inbegrepen).

▹ Wie gebruik maakte van ‘thuisbege- leiding’, betaalde per uur 5,30 Euro.

▹ Er wordt rekening gehouden met het gewaarborgd zakgeld (371,85 Euro of 198,32 Euro). De gebruiker was dus zeker om nog een mini- mum over te houden voor eigen kosten. Om deze berekening te kunnen doen, moest elke gebruiker zijn inkomsten of de veranderingen van de inkomsten meedelen aan de vza.

▹ Er wordt socio-culturele bijdrage

betaald door de voorziening van 2,278 Euro of 1,4807 Euro per aan- wezigheidsdag.

▹ Ook de supplementen (enkel indivi- dueel toewijsbaar) worden vermeld op de maandelijkse factuur: me- dische kosten, medicatie, vervoer, uitstappen,….

Deze bedragen werden jaarlijks aange- past aan de geldende index, bepaald door de Overheid.

Een instromer in een voorziening voor meerderjarigen die geen 21 jaar was, betaalde verder de financiële bijdrage van het MFC (multifunctioneel centrum) tot de leeftijd van 21 jaar.

Wat zijn woon- en leefkosten?

De nieuwe regeling vertrekt van het principe dat woon- en leefkosten niet kunnen vervat zitten in het persoonsvol- gend budget. De woon- en leefkosten moeten daarom betaald worden met het persoonlijke inkomen van de cliënt (tegemoetkoming, ziekte-uitkering, pen- sioen, uitkering voor werkloosheid…).

Er zijn drie groepen van kosten die mo- gen aangerekend worden: algemene leefkosten, kosten dagondersteuning en woonvergoeding.

Algemene leefkosten: voeding, vervoer, activiteiten, medicatie, verzorgingsproducten…

Kosten dagondersteuning: ver- voer van en naar de voorziening, activiteiten…

WOON- EN LEEFKOSTEN

(6)
(7)

Woonvergoeding: gebruik van een kamer/studio/appartement, nuts- voorzieningen (gas, elektriciteit, water, internet…), gebruik gemeen- schappelijke ruimten, wasserij, kledij, verzekeringen, poetsen van individuele kamer en gemeen- schappelijke ruimten…

Waarom overstappen naar woon- en leefkosten?

Er zijn een aantal argumenten aange- bracht om de wijziging door te voeren.

▹ Aanpassen aan de doelstellingen van de persoonsvolgende financie- ring: het principe dat een persoon met een handicap de regie over zijn leven op zich neemt is er een van.

▹ De vraag naar transparantie: het oude systeem van financiële bijdra- ge bepaalde helemaal niet wat de verschillende prijzen juist inhielden.

Er werd nooit bij wet vastgelegd wat de financiële bijdrage inhield.

De vermelding van de kost van een specifiek onderdeel - zoals voe- ding, gebruik infrastructuur…- moet de factuur helder maken.

▹ Vermaatschappelijking van de zorg:

dit betekent dat veel meer beroep gedaan wordt op gewone, be- staande diensten (dienstencheques, OCMW, openbaar vervoer, sociale huisvesting…)

Anderzijds is het ook een besparende maatregel voor het VAPH, zij het in be- perkte mate. In het systeem van de fi- nanciële bijdrage nam het VAPH het niet kunnen betalen van die bijdrage door een te klein inkomen op zich. Deze regeling

valt weg en moet op een andere manier gerealiseerd worden, waarvoor de zorg- aanbieder verantwoordelijk wordt.

Wetgeving en richtlijnen?

De wetgever heeft aangegeven wanneer er moet overgeschakeld worden naar het systeem van woon- en leefkosten.

▹ Nieuwe instromers (vanaf 1 januari 2017) betalen geen ‘eigen bijdrage’

maar woon- en leefkosten (dus ook instromers jonger dan 21 jaar).

▹ Elke vergunde zorgaanbieder moet overgeschakeld zijn van de financi- ele bijdrage naar woon- en leefkos- ten ten laatste op 1 januari 2021.

Bij overschakeling in deze periode moet er een uitdrukkelijk akkoord zijn van het Collectief Overleg.

▹ Tot zolang de vergunde zorgaan- bieder niet overschakelt, moet het vorige systeem volledig verder uitgevoerd worden (socio-culturele bijdrage, gewaarborgd zakgeld…).

Dit is de enige wetgeving die hierover bestaat. Er zijn geen andere wettelij- ke bepalingen, zoals bv. hoe hoog de woon- en leefkosten mogen zijn. Het VAPH werkte wel nog enkele richtlijnen uit voor vergunde zorgaanbieders, maar deze zijn niet afdwingbaar.

▹ De maandelijkse factuur mag niet hoger zijn dan het inkomen van een cliënt.

▹ De regeling mag niet meer kos- ten aan de cliënt dan in het oude systeem.

(8)

Welke ervaringen kunnen we ondertussen delen vanuit de contacten die we hebben met collectieve overlegorganen?

Er is intussen al wat onderzocht hoe de vergunde zorgaanbieders omgaan met de invoering van de woon- en leefkos- ten. Een aantal vaststellingen werden verzameld.

▹ De verschillen tussen de vergunde zorgaanbieders zijn groot, zowel in prijzen als in onderdelen die aangerekend worden. Het gebruik van een kamer kan variëren van 250 Euro tot 650 Euro.

▹ Er zijn twee grote kostendrijvers:

de was binnen woonondersteuning en het vervoer van en naar de voor- ziening binnen dagondersteuning.

▹ De betrokkenheid van het Col-

lectief Overleg is heel gevarieerd, gaande van betrokkenheid in het hele denkproces naar woon- en leefkosten tot helemaal geen be- trokkenheid.

▹ We zien heel transparante bereke- ningen en we zien er die helemaal geen transparantie uitstralen.

▹ We stellen vast dat het cijferma- teriaal dat voorhanden is (boek- houding van de voorziening) voor leden van het Collectief Overleg zeer moeilijk te begrijpen is.

Welke tips kunnen we meege- ven aan leden van het Collec- tief Overleg inzake de invoe- ring van woon- en leefkosten?

▹ Waak er over dat de richtlijnen vanuit het VAPH gevolgd worden.

(9)

▹ Zorg er voor dat je betrokken bent bij het proces naar woon- en leefkosten.

▹ Vraag naar transparantie bij de berekening die leidt tot woon- en leefkosten.

▹ Probeer steeds een gedragen en gezamenlijk standpunt van het Col- lectief Overleg te verdedigen.

▹ Indien er een zekere vorm van solidariteitsfonds wordt opge- richt, dan is medezeggenschap over de besteding ervan wel heel belangrijk. Op welke manier wordt het besteed? Wie kan hierop een aanspraak maken?

▹ Vergeet de cliënten met beperkte middelen niet.

▹ Het is niet meer mogelijk om een systeem van woon- en leefkosten uit te werken, waarbij de vergun- de zorgaanbieder blijvend op de hoogte moet zijn van het inkomen van zijn cliënten.

▹ Vraag een transparante facturatie.

▹ Het nieuwe systeem woon- en leef- kosten kan maar in voege treden na het uitdrukkelijk akkoord van het Collectief Overleg.

▹ Er bestaat een meldpunt bij het VAPH om problemen met de invoering van het nieuwe systeem te melden.

▹ Je kan altijd een beroep doen op FOVIG om de nodige ondersteu- ning hierin te krijgen.

▹ Een belangrijke toets is het verschil te laten maken tussen de inkom- sten die uit het vroegere systeem (financiële bijdrage) kwamen en de inkomsten die men nu zal genereren uit het nieuwe systeem (woon- en leefkosten) met daarbij de redenen van het verschil. ■ Eddy Vandemeulebroucke

(10)

VERSLAG UIT DE WERKGROEP WOON- EN LEEFKOSTEN SINT-GERARDUS DIEPENBEEK

PVF… pffff… Begin er maar eens aan!

Wat was…

Persoonsvolgende financiering, basis- ondersteuningsbudgetten, zorgbudget- ten, vrij besteedbare budgetten, woon- en leefkosten, MFC… Nieuwe termen en benamingen vliegen je om de oren de laatste tijd. Begrijpen wie nog begrijpen kan! Er wordt met cijfers, punten en eu- ro’s gegoocheld dat het een lieve lust is.

Vanuit het collectief overleg in Sint-Ge- rardus (Diepenbeek), maakten wij ons een beetje zorgen in verband met de berekeningen van woon- en leefkosten die vorig jaar op stapel stonden. De wetgeving zegt dat de voorziening deze woon-en leefkosten bepaalt. We zaten dan ook met verschillende vragen, waar we geen antwoord op wisten. Welke basisprincipes zullen gehanteerd wor- den voor de berekeningen? Gaan we voor het solidariteitsprincipe of gaan we voor individualisering? Dezelfde prijs voor alle kamers of niet?

“Er werd gevraagd vanuit de gebruikers inspraak te krijgen en nauw betrokken te worden bij deze berekeningen.”

Vanuit de directie hadden we al enkele berekeningstabellen ontvangen met

voorlopige bedragen - een ruwe schets.

Maar als we dit moesten gaan betalen!?

Op onze eerste vergadering collectief overleg in september van het nieuwe werkjaar 2018-2019 maakten we onze grieven dan ook bekend aan de directie van onze instelling. Er werd gevraagd vanuit de gebruikers inspraak te krijgen en nauw betrokken te worden bij deze berekeningen. Zo zijn we veel beter ge- informeerd, krijgen we een duidelijker inzicht in de kostenstructuur en kunnen we korter op de bal spelen, zonder voor voldongen feiten te staan. We wilden graag stap voor stap de berekeningen van de woon-en leefkosten volgen om zo onze bedenkingen te kunnen ver- weven in het hele verhaal, onze eigen inbreng.

Er werd dan ook een ‘Werkgroep woon- en leefkosten’ opgericht. Vanuit de instelling zijn hier twee directieleden vertegenwoordigd. Vanuit het collectief overleg zijn we met vier mensen.

Op 23 oktober 2018 kwamen we voor de eerste keer samen.

Wat is…

In ons eerste overleg werden de krijtlij- nen van de besprekingen uitgetekend.

Het doel is om met deze groep, voor- bereidend op het collectief overleg, de

(11)

verschillende items binnen de woon-en leefkosten te bespreken. Op basis daar- van gaat het dan gezamenlijk naar het volledige collectief overleg. Eventueel zijn er meerdere, uitgewerkte voorstellen, waaruit een keuze gemaakt kan worden.

Er werd ook een planning opgemaakt.

De data voor overleg werden vastge- legd, telkens voorafgaande aan een collectief overleg. Binnen de tijdsspan- ne van een jaar zullen alle onderdelen binnen de berekening van de woon-en leefkosten aan bod komen.

“Eventueel zijn er meerdere, uitgewerkte voorstellen, waaruit een keuze gemaakt kan worden.”

Er is ook gekozen om maximaal te blijven werken onder de huidige dag- prijsregeling (eigen bijdrage), met col- lectieve overstap na akkoord van het collectief overleg, of verplicht op 1 ja- nuari 2021.

Nieuwe zorggebruikers ontvangen hun berekeningen volgens de nieuwe regel- geving met woon-en leefkosten. Deze berekening wordt nu als basis genomen voor het overleg binnen de werkgroep.

Wat nog gaat komen…

Onze planning heeft een vaste vorm gekregen, en de onderwerpen zullen besproken worden volgens onderstaan- de opsomming.

▹ Woonkosten residentieel

» Vergoeding voor het gebruik of de huur van een woning, kamer,

studio of appartement en eventu- eel gemeenschappelijke ruimtes » Vergoeding voor het gebruik van

nutsvoorzieningen zoals water, verwarming, elektriciteit … » Vergoeding van normale en

kleine herstellingen: (preventief) onderhoud en nazicht installa- ties, reparaties …

▹ Leefkosten residentieel

Onder leefkosten verstaan we de vergoeding voor het levensonder- houd. Dit betreft, zoals omschreven door het VAPH, onder meer de kosten voor

» Leefkost 1: voeding en drank » Leefkost 2: onderhoud en

schoonmaak van kamer/studio en gemeenschappelijke ruimtes » Leefkost 3: aansluiting internet,

tv en telefoon

» Leefkost 4: Was-en strijkservice » Leefkost 5.1: medicatie

» Leefkost 5.2: arts/hulpmiddelen » Leefkost 6: verzorgingsproducten » Leefkost 7: kleding

» Leefkost 8: vervoer » Leefkost 9: ontspanning

▹ Leefkosten dagcentra » Basiskost per maand:

» Kost per effectieve aanwezig- heidsdag (basisbedrag: activitei- ten, koffie… en ook vervoer en voeding)

» Kost naargelang verbruik (extra activiteiten, uitstappen, film…

en het vervoer hiervan)

Maar hierover graag meer een volgende

keer! ■

Judith Wynants

(12)

SPROKKELS

De nieuwsbrieven van voorzieningen, dat is altijd een bron van leerrijke din- gen!Het is een beetje rondneuzen in al die websites en magazines, maar de oogst is een hoop creativiteit, enthousiasme en vooral een pak ‘doen’.

Pluk er maar wat ideeën uit, prik ze vast in uw achterhoofd, ze komen zeker nog ooit van pas.

Het tuinproject van De Maretak – Duffel

Met dit nieuwe project maken we het groene gebied rond de woningen en het dagverblijf een heel stuk aantrekkelijker.

Het moet een mooi en attractief kijk- en wandeldomein worden. Dat doen we door gemakkelijk toegankelijke - ook met rolstoel dus - kijkweides met die- ren aan te leggen. Daarnaast plannen we ook een aangepaste speeltuin en de nodige rust- en picknickplaatsen. Zo krijg je een afwisselend parcours dat uitnodigt om rond te wandelen of te verpozen. En het brengt leven in de

brouwerij. We zetten onze deuren open voor de omgeving. Wandelaars, gezin- nen met kinderen die naar de kijkweides komen, toevallige bezoekers... brengen de buitenwereld binnen in de leefwe- reld van de mensen van De Maretak.

De ‘buitenwereld binnen’ en de volgen- de doen het omgekeerde: enclavewer- king.

Er zijn nog voorzieningen die dat doen,

“De Bolster” uit Zwalm onder meer, maar ik haal het berichtje uit het nieuws van…

De Triangel – Lievegem

Met enclavewerking. bedoelen we een groep cliënten die gaat werken in een andere organisatie of bedrijf, met bege- leiding van De Triangel. Dat biedt voor alle betrokkenen een meerwaarde.

Voor de cliënt is dat een bijdrage aan een groter gevoel van zelfwaarde. Wer- ken in een gewoon bedrijf, buiten de veilige omgeving van een voorziening, dat is al een avontuur. Leren omgaan met andere verwachtingen zoals op- drachten uitvoeren binnen een afge- sproken tijdsbestek, op tijd komen, gro-

(13)

tere zelfstandigheid, dat is een mooie opgave!

Het bedrijf gaat een sociaal engage- ment aan, houdt rekening met de ei- genheid van onze cliënten, kijkt verder dan het economische en kan soms op- drachten aan, die anders moeilijk in de gewone werking in te passen zijn.

Voor De Triangel betekent dat meewer- ken aan een positieve beeldvorming ten aanzien van personen met een beper- king, een bijdrage leveren aan een meer inclusieve maatschappij en een grotere zelfstandigheid van de medewerkers.

Waar moet Abraham de mosterd halen?

Niet bij de NMBS maar bij…

De Okkernoot – Halle,

Die gaan of hebben het stationsgebouw van Herne aangekocht.

Voilà! Niks trein meer te laat. NMBS te laat! Want…

Bedoeling is om op een afzonderlijke lo- catie bijkomend aanbod te creëren voor onze gasten, een ontmoetingsplaats voor personen met en zonder handi- cap. De treinreiziger, buurt, wandelaar, fietser verwelkomen voor een kort of langer bezoek, bieden van onderdak

bij kou en regen, take away-koffie op z’n ecologisch, de thermosfles gevuld voor een treinrit naar het werk... Maar ook, in samenspraak met de gemeente Herne, invulling geven aan het concept voorplein: terras en groeninrichting, kis- s&ride-zone, mogelijk bushalte, fietsop- laadpunt, fietsboxen …

Zo hebben we eindelijk ons eigen bui- tenshuis werk’station’ dat goed bereik- baar is en een heus uithangbord bete- kent voor cliënteel en sympathisanten.

Oei, pas op voor de tocht. Hier staan alle deuren open. Een meerkeuzevraag:

nuttig, efficiënt, voordelig of toekomst- gericht?

Ter Muiden – Oedelem

Organisaties, scholen, verenigingen kunnen aankloppen voor:

▹ Inleefstage: de studiekeuze voor een toekomstige job is niet eenvoudig. Door het aanbieden van een inleefstage willen we de mogelijkheid geven om een unieke kijk achter de schermen van onze zorgvoorziening te hebben.

▹ Outreach: behoefte aan handi- capspecifieke knowhow? Iemand

(14)

ondersteunen met een beperking kan een aantal vragen oproepen.

Aan de hand van outreach willen we onze expertise delen om die vragen te beantwoorden.

▹ Locatie gebruiken: vzw Ter Muiden stelt zijn deuren open. Als organi- satie beschikken we over enkele ruimtes die ook door andere ver- enigingen gebruikt kunnen worden.

Zo hebben we een grote tuin met terras en grasvelden, een feestzaal voor… personen, met kleine keuken, een vergaderzaal en sportzaaltje op de eerst verdieping.

▹ Samenwerken: omdat we geloven in de versterkende kracht van sa- menwerken, blijven we als organi- satie openstaan voor nieuwe kleine of grote samenwerkingsverbanden.

Heb je een voorstel of idee hoe we iets voor elkaar kunnen betekenen, laat het ons dan zeker weten. ■

Nieuwsbrieven per post of digitaal altijd héééél welkom bij

Rita Jaenen

Engstegenseweg 78, 3520 Zonhoven jaenen.rita@fovig.be

Alvast hartelijk dank en tot de volgende sprokkelronde.

Rita Jaenen

(15)

PERENSIROOP

Ik smeer nu mijn boterhammen voor ‘s middags terwijl ik mijn ontbijt verorber.

Door twee dingen samen te doen, spaar ik een tweetal minuten en ‘s morgens telt elke seconde. Ik ontbijt alleen. Mijn kinderen en mijn vrouw slapen nog of zijn aan het ontwaken. De radio geeft de reclame en om zeven uur het nieuws. Af en toe is er gestommel boven. Dit zijn de eerste tekenen van de anderen in mijn dag. Soms is mijn zoon ook al beneden wanneer hij zijn lessen voor de school nog moet herlezen. Dit geeft een andere glimp contact en doet de dag ietsje an- ders starten maar gauw valt alles weer in zijn vertrouwde plooi.

Op de bus suf ik een beetje, knik goeie- dag tegen Greta die enkele haltes verder opstapt en dan wacht ik op Marcel die halverwege Leuven-Tienen ook bijna elke morgen deze bus neemt. Hij komt gewoonlijk naast mij zitten en vertelt over de kou, het uitgaan in het week- end, over een recent ongeval of een pro- ces-verbaal wegens te snel rijden ofwel over zijn auto die kapot is, die niet meer start, die niet door de controle is geraakt of weer eens te koop staat. Soms som ik de recente autokwalen bij mezelf op en zuchten we samen over de rekeningen van de garage.

De dienstingang van de instelling is be- neden in de kelderverdieping. De gang is daar laag en terwijl je naar de tikklok stapt, valt de zwaarte van het instituut

boven op je. Het licht is kelders. In de gang staan waskarren, eetkarren en rommel. De motor van de nieuwe co- la-automaat vol blikjes ronkt en wordt rond acht uur stelselmatig onderbro- ken door de droge klik van de prikklok wanneer er iemand zijn kaart insteekt.

Er wordt her en der goeiemorgen ge- wenst. Soms kan er een grapje af. Door de keldergang ga ik elke dag naar de verst afgelegen lift die ik neem tot op het tweede. Ik rinkel de juiste sleutel uit mijn bos en beland in mijn bureau. Soms liggen er nota’s en berichten onder de deur. Na een blik op mijn agenda en het programma van de dag stap ik terug op en begin aan de ronde van mijn acht leefgroepen.

Vandaag zitten ze in Groep twee al aan tafel voor het ontbijt, fris gewassen door de opvoedsters en in propere klederen, ieder met zijn bord boterhammen voor zich. Deze gasten hebben na een ge- duldige training toch geleerd om zelf- standig te eten. Ze kunnen hun brood zelf naar de mond brengen. Sommigen kunnen happen bijten uit een normale boterham, bij anderen is het brood in blokjes of in repen gesneden. Een paar bewoners moeten begeleid worden omdat ze gulzig eten en zich zouden kunnen verslikken. Er zit dan een bege- leidster naast hen.

Julie, iemand met het syndroom van Down en een zware verstandelijke be- CURSIEFJE

(16)

perking, zit rustig aan haar tafel te eten.

Ik ga naast haar staan en buig door de knieën zodat onze hoofden op gelijke hoogte komen. Ik vraag haar vriende- lijk of het lekker is. Ik denk dat ze niet verstaat wat ik bedoel maar dat ze mijn toenadering interpreteert als een vraag tot contact. Ze heeft nog enkele vier- kante blokjes brood voor zich op haar plastic bord. Plots pakt ze een brokje en gaat ermee naar mijn mond. Ik herinner me dat ik eens gezien heb dat ze haar eten met een lepel aan haar pop gaf. Ze is dit soort imitatiegedrag meester. Ik aarzel: dit overvalt me zo plots, kan ik dit

wel doen, is dit hygiënisch, wat gaan de begeleidsters niet denken? Dan doe ik toch mijn mond open en bijt een stuk- je van haar boterham af. Julie begint te glimlachen. Wanneer ik mijn mond weer opendoe, stopt ze er opnieuw een in. Ik doe weer een hap. Haar ogen beginnen te glanzen. Dan doe ik mijn mond wa- genwijd open en ze stopt het restantje erin. Ik proef de perensiroop. Julie scha- tert en ik met haar. Onze dag kan niet

meer stuk. ■

Herman Wouters

(17)

WONEN EN LEVEN IN ZORG

Een pleidooi voor levensbreed handelen in de zorgsector.

Een bruikbaar kader voor het collectief overleg?

Toevallig kreeg ik de brochure a sense of home1 in handen. Onmiddellijk was ik getroffen door een belangrijk aantal parallellen tussen de ouderenzorg en de zorg voor mensen met een handicap, in het bijzonder waar het gaat om het thuis voelen en zichzelf kunnen zijn. Mai- te Mallentjer, coauteur en -onderzoeker, maakte tijd vrij om hierop in te gaan.

Het onderzoek

In de periode 2013-2017 voerde de opleiding Orthopedagogie van Arte- sis Plantijn Hogeschool Antwerpen een onderzoek naar de beleving van bewoners van woonzorgcentra (oude- renzorg). Men wilde graag weten hoe men kwaliteit van leven en thuisgevoel ervaart2. Het doel was de elementen te bepalen die bijdragen aan een beter thuisgevoel en zo ook een verhoogde kwaliteit van leven: a sense of home.

In de woonzorgcentra werd zo aange- toond dat er naast de verzorgfunctie, de paramedische ondersteuning en het

1 Maite MALLENTJER e.a. A sense of self/a sense of home. Artesis Plantijn Hogeschool.

Antwerpen. 2018.

2 Vertrekpunt waren de orthoagogische con- cepten Quality of Life (Schalock & Verdugo, 2002) en A Sense of Home in Residential Care (Falk, Wijk, Persson & Falk, 2012).

medisch toezicht, ook duidelijk nood bestaat aan een orthoagogische3 bena- dering. Zo een aanpak is breed, neemt alle aspecten van leven mee en is ge- richt op kwaliteit. De bewoners worden direct en persoonlijk betrokken. Tegelij- kertijd worden de gebruikers versterkt:

waar mogelijk kunnen zij de keuzes zelf maken en hun waarde toevoegen. On- getwijfeld een verfrissende wind in een verder strak georganiseerde omgeving.

A sense of home

Vertrekpunt van het onderzoek en het begeleidende kader is kwaliteit van leven. Die is gedeeltelijk objectief en meetbaar: een dak boven het hoofd, de juiste gezondheidszorg, de ruimte voor onafhankelijkheid. Maar er zijn ook sub- jectieve en waarde gebonden aspecten aan kwaliteit van leven: waardigheid, plezier, tevredenheid. Deze aspecten zijn per individu verschillend en dyna- misch. Ze veranderen naargelang de le- vensfase en omstandigheden van elke persoon.

3 Orthoagogiek legt zich toe op het begelei- den van volwassenen met een specifieke ondersteuningsvraag of in een kwetsbare situatie.

(18)

“De voorziening kan het

‘thuisgevoel’ niet organiseren.

De bewoner bepaalt dit zelf.

Hij of zij moet de kans krijgen om zijn of haar persoonlijke thuis te creëren.”

(Maite Mallentjer)

A sense of home legt de nadruk op wo- nen en leven in een omgeving waar tra- ditioneel zorg centraal staat. Het belang van het thuisgevoel is erg groot. Mensen zijn vaak trots op de plek waar ze wonen.

Je woonst is verbonden met wie je bent.

Het is niet vanzelfsprekend om in een zorginstelling te wonen: de zorg durft al eens bepalender worden dan het wo- nen. Hoe kunnen gebruikers in de zorg zich thuis voelen? Maite Mallentjer stelt het als volgt. “De voorziening kan het

‘thuisgevoel’ niet organiseren. De be- woner bepaalt dit zelf. Hij of zij moet de kans krijgen om zijn of haar persoonlijke thuis te creëren.” De voorziening draagt bij in de randvoorwaarden.

In de eerste plaats is er de verbonden- heid met de plek: er moet ruimte zijn voor de gebruikers om zich te verbinden met de eigen kamer of zich een ruimte eigen te maken. Dat kan op verschillen- de manieren gestimuleerd worden. Dit gaat bijvoorbeeld over inspraak bij het

inrichten, de mogelijkheid om zich te- rug te trekken, controle over wie er bin- nenkomt maar ook over het kiezen van de outfit. “Mijn kamer weerspiegelt wie ik ben”, vatte een bewoner het samen.

Zich verbinden met de omgeving binnen de voorziening is een tweede aspect.

Men hecht zich sterker aan een plek wanneer deze kansen biedt om vriend- schappen het vormen en te onderhou- den. Dit moet kunnen gebeuren op ei- gen ritme, vanuit eigen voorkeuren, als uiting van de eigen persoonlijkheid. De eigen inbreng van elke bewoner moet naar waarde geschat worden. Samenle- ven is meegeteld worden, waardering voelen, zich hechten. Dat gebeurt nooit gedwongen maar bij voorkeur vanuit een beleefde spontaniteit. Details zijn daarbij niet onbelangrijk: “De planten in de leefruimten mogen wel wat beter verzorgd worden”.

Contact onderhouden buiten de voor- ziening is een derde aspect van thuis voelen. Sociale inclusie toont zich al in interesse hebben voor de ruime omge- ving. Bruggen moeten onderhouden blijven: van binnen naar buiten en om- gekeerd. Ook in een zorgomgeving kan er nog ruimte zijn voor bijvoorbeeld inbreng van vrijwilligers. Buitenlucht,

(19)

letterlijk en figuurlijk, inspireert. Nooit mag een bewoner het gevoel krijgen

‘vergeten’ te zijn: “Waarom kan ik geen lessen of een cursus volgen?”

A sense of self

Aansluitend bij het uitwerken van a sen- se of home ontdekten de onderzoekers dat bewoners over zichzelf, hun omge- ving, hun identiteit en verwachtingen op verschillende tonen praten. Bood- schappen worden anders geformuleerd afhankelijk van gemoedsstemming, omstandigheden of ervaringen. Bete- kenissen zijn daardoor ook niet altijd even eenduidig: afhankelijk van de toon zijn er andere nuances en zelfs ande- re inhouden. Zo wordt communiceren met gebruikers, over hun ervaringen en verwachtingen, een ingewikkelde taak. Grote aandacht voor het juist si- tueren van de boodschap van een ge- bruiker, is noodzakelijk. Dit leidde tot een vernieuwend model om te praten met bewoners, om hen te versterken en hun onderliggende ervaringen te ontdekken en te verhelderen. De keuze voor een bepaalde toon, een bepaalde stem is een strategische keuze: ze toont aan hoe een gebruiker zich verhoudt tegenover het thuis voelen. Ze demon- streert hoe men zijn positie probeert te beschermen.

“Identiteit wordt vorm gegeven samen met de ander. De houding en de rol van het personeel zijn hierin cruciaal.”

(Maite Mallentjer)

Er werden vijf stemmen vastgesteld:

verzetten, verwerken, verbinden, ver- dragen en verschillen. Verzetten is on- der meer opkomen voor zichzelf (“Ik heb niemand nodig feitelijk”). In de stem van verwerken leeft er dikwijls verdriet, angst en machteloosheid (“Hier heb ik niet voor gekozen”). Het spreken de stem van verbinden toont het belang van relaties en de mogelijkheid om ook nog te geven (“Rosake, die heb ik in het begin veel geholpen”). Onvrede toont zich onder meer in de toon van verdagen, geregeld met een onder- toon van bescherming van eigen kun- nen (“Ik vraag niet vlug iets. Ik zeg niet vlug iets”). In de stem van verschillen getuigt veerkracht en positiviteit (“Ik maak mezelf soms bezorgd om andere mensen hier”).

Door juist in te spelen op de variaties van stemmen, kan een begeleider de boodschap van een gebruiker juister

(20)

interpreteren. Hoewel deze stemmen heel specifiek zijn voor woonzorgcen- tra voor ouderen, zijn er heel wat paral- lellen met residentiële voorzieningen voor personen met een handicap. Ook zij worstelen wel eens met niet (meer) kunnen, zoeken naar meer samenhang, zich neerleggen bij situaties, de nood aan veerkracht om verschillen te over- bruggen.

Bruikbaarheid voor het collec- tief overleg

Ook in de voorzieningen voor personen met een handicap mag ervan uitgegaan worden dat kwaliteit de bepalende norm is. In de evolutie van vermaat- schappelijking van de zorg verschuift de verzorgende focus naar een bre-

dere benadering gericht op kwaliteit van leven. Dat kader is intussen in veel voorzieningen voor personen met een handicap geïntroduceerd. Met a sense of home | a sense of self krijgt het col- lectief overleg (de gebruikersraad) een mooi en bruikbaar kader aangeboden om de werking van de voorziening te beoordelen. De verankering in een ei- gentijdse visie op kwaliteit, de heldere schema’s en de uitgewerkte voorbeel- den helpen om het gesprek met de professionals aan te gaan. De aandacht voor de eigen plek, de spanning rond privacy, het belang van zelf keuzes kunnen maken en de eigen regie zijn in een voorziening voor personen met handicap niet echt anders dan in een woonzorgcentrum voor ouderen. Hech- ting staat telkens centraal. En ook de

(21)

gevaren van aangeleerde hulpeloosheid zijn niet verschillend: denk daarbij aan keuzes in verband met mobiliteit of het aanbod van ontspanningsactiviteiten.

Er zijn ook verschillen. In woonzorgcen- tra voor ouderen was er in het verleden een nadrukkelijker klemtoon op het (para)medische. Een orthoagogische aanpak is daar eerder nieuw. In de resi- dentiële gehandicaptenzorg is die bre- de, holistische aanpak traditioneel wel sterker aanwezig. Al wordt die hier en daar nu ook bedreigd (zie verder).

Het klopt dat het onderzoek en de con- clusies zijn opgebouwd vanuit het re- sidentiële, het wonen en leven in een voorziening. Maar tegelijkertijd is het opzet voldoende breed en open om as- pecten ook naar andere elementen, zo- als dagbesteding, over te zetten. Want alles hangt immers samen, of zou samen moeten hangen.

Grote doelgerichte bevraging, betrokken luisterbereidheid, gevoeligheid voor empathie en consequent handelen.

Het collectief overleg kan dit stimuleren.

Bovenal is dit een duidelijk pleidooi voor volwaardige participatie van de gebruiker. Die volwaardigheid wordt gegarandeerd door een bijzonder gro- te doelgerichte bevraging, betrokken luisterbereidheid, gevoeligheid voor empathie en consequent handelen.

Het collectief overleg kan dit stimu- leren. Door de juiste vragen te stellen, door de timing van veranderingen af- hankelijk te maken van participatietra- jecten, door de kansen op meedenken en meebeslissen te benutten. Adviezen en beslissingen worden beslecht in de vergaderingen van het collectief over- leg. De participatie gaat daaraan vooraf,

met vele lengtes. ■

Georges Goffin

Wil je als voorziening of collectief over- leg aan de slag met a sense of home | a sense of self dan kun je voor algemene informatie terecht op de website http://

senseofhome.ap.be/ of in de publicatie (referentie als voetnoot i).

Er is ook een aanbod van vorming op maat of een standaard tweedaagse (zie website).

Met vragen kun je ook terecht bij maite.mallentjer@ap.be.

(22)

Residentiële voorzieningen voor personen met een handicap hebben een voorsprong, maar…

A sense of home | a sense of self toont woonzorgcentra voor bejaarden hoe zorg en kwaliteit van leven onscheid- baar verweven zijn. Het is opvallend hoe positief daarop gereageerd wordt in de sector. Beetje bij beetje krijgt de brede orthoagogische aanpak daar voet in huis. De modellen, instrumenten en effecten hebben zeker ook nut voor voorzieningen voor personen met een handicap. Daar kunnen ze immers nog sneller en dieper geïntegreerd worden door een traditie van holistische aanpak.

Maar is dat wel zo?

Vermaatschappelijking van de zorg was voor de overheid de rode draad in de hervorming van de sector van de gehandicaptenzorg. De brede kijk op kwaliteit van leven is daardoor explicie- ter in het beleid van de voorzieningen doorgedrongen. Toch minstens als (the- oretisch) model voor handelingsplan- nen en ondersteuningsvragen. Want de positieve evolutie van vijftien jaar is

doorkruist met de introductie van de persoonsvolgende financiering. Die bracht een nieuwe opdeling binnen de zorginstellingen voor personen met een handicap. Zorg koop je in met je per- soonsvolgend budget - tenminste als je dat hebt - en de rest koop je in met je vervangingsinkomen.

Of met andere woorden: plots is wonen en leven geen onderdeel meer van de zorg. Om de woon- en leefkosten apart te kunnen berekenen en factureren, is er een strakke scheiding gekomen met de zorg. Er wordt in de voorzieningen gezocht naar een meer helder onder- scheid om de betreffende taken ook qua personeel op te splitsen. Steeds nadrukkelijker wordt er gezocht naar goedkopere alternatieven onder de vorm van poetshulp, gezinshulp en mobiele zorgkundigen. Staat de totaal aanpak onder druk?

(23)

NADENKERTJES

Ook al is men kreupel, dan nog kan men zijn beste beentje voorzetten.

Ik kan wel zeggen ‘mijn mongooltje’

maar niet ‘mijn syndroompje van Down’ of

‘mijn downsyndroompje’.

De eerste ernstige vraag voor ouders met een gehandicapt kind is: hoe zullen we mekaar opvoeden?

Georges De Poovere †

(24)

VAPH HULPMIDDELEN TIJD OM OP TE STAAN!

Hoe word jij gewekt om op te staan?

Laat je je wekken in lieflijke omstandig- heden? Met persoonlijk contact? Of is er een radio in de buurt die je meteen met het nieuws van de dag confronteert?

Misschien is er een muziekje dat wekt, zelf gekozen of zo maar een dat toeval- lig in de ether zweeft? Of heb je toch een of ander ‘gerinkel‘ nodig om zeker goed wakker te zijn?

Het kan ook dat je trillend wordt gewekt met nog een sterke lichtflits er bij. Zo wordt onze zoon gewekt: trilkussentje onder het hoeslaken op de matras en van op de kleine kamerkoelkast - die bijkomend als nachtkastje dienst doet - een sterke lichtflits verbonden aan de wekker. Tom is doof en kan met deze bijzondere wekker volledig zelfstandig en autonoom opstaan.

(25)

Na het wassen, tanden poetsen en zich aankleden, wordt het bed gemaakt en zit hij op tijd aan de ontbijttafel, bene- den in de groep. Goed dat deze hulp- middelen dit toelaten, eenvoudig maar doeltreffend.

Eind april 2018 hield de wekker op met tikken. Geen wekmiddel meer. Er moest letterlijk gewekt worden: binnentreden in de kamer, licht maken en te kennen geven dat het tijd was om op te staan.

Een nieuwe wekker aankopen. Dat was de boodschap.

Toch trachtte men eerst nog na te kij- ken wat er scheelde aan het ding en of er misschien herstel mogelijk was.

Maar technische hulp inroepen kost tijd.

Het atelier ligt niet bij de deur en zo een wekker hoort niet tot de prioriteiten. Op de wachtlijst dus. Van waar kennen we dit nog? Herhaald vragen helpt even, maar niet afdoend.

Uiteindelijk bleek de wekker niet te her- stellen. Dus diende een aanvraag bij het VAPH ingediend te worden.

Eind juni vertrok een bundel van maar liefst zeven (7) bladzijden om een weksysteem aan te vragen. Een hoop identificatiegegevens dienden ingevuld te worden, alsof er nog nooit kennis was genomen van betrokkene.

Op 25 juli ontving ik een brief van het VAPH. Er diende een kopie van het von- nis van het beschermingsstatuut van Tom toegevoegd te worden. Dat had ik aan de maatschappelijk werkster be- zorgd en was normaliter meegestuurd bij de originele aanvraag.

Op 13 juli evenwel verscheen in het Staatsblad afschrift van het nieuwe von-

nis door de vrederechter opgesteld om in de nieuwe wetgeving Bewindvoering te treden. Zouden ze bij het VAPH zo efficiënt alles opvolgen om dan meteen een brief te sturen om naar de nieuwe verklaring te vragen? Merkwaardig.

Meteen stuurde ik een met de hand ge- schreven brief met als bijlage een nieuw afschrift van de beslissing van het aan- gepaste vonnis. Omdat ik het allemaal al lang duren vond, uitte ik enig ongenoe- gen. Tegenwoordig doen mensen een bestelling online om ’s anderendaags al het bestelde aan huis geleverd te krij- gen. Dat de autonomie van zoonlief al meer dan twee maanden ingedijkt was, doet er blijkbaar niet toe. Wachten.

Op 10 augustus stuurde het VAPH af- schrift van de beslissing die genomen werd. Een uitgebreid document waarin ook sprake is van de Europese kaart en andere.

Het hoofd van de audiologische dienst van de voorziening krijgt inzage in het dossier en stelt vast dat er slechts toe- lating is gegeven voor een gewone reiswekker. Naar zijn oordeel kan die niet het effect scoren dat eigenlijk bedoeld is voor iemand die aan de ka- merdeur ook nog een flitssysteem heeft dat bij aanbellen in werking treedt. Hij stelt voor een bijkomende aanvraag in te dienen. Het geheel wordt dan wel duurder maar hoort normaal gesproken tot een vrij klassieke aankoop voor een dove persoon die mede daardoor vrij zelfstandig kan wonen.

Ja, jongens, een heel mooie bekommer- nis, maar het komt toch allemaal wat

(26)

over als slecht gecoördineerd en zeker niet goed gecommuniceerd.

Tom zelf vraagt ondertussen geregeld:

“Zeg, mama, waar blijft in ’s hemelsnaam mijn nieuwe wekker?” Terecht. Er geldt slechts één antwoord: wachten.

Op 4 december ontvang ik elektro- nisch het grote nieuws van de maat- schappelijk werkster dat ’s anderen- daags, op 5 december, de wekker van Tom zal geleverd worden, zoals in eer- ste aanvraag. Een Sinterklaascadeau.

Stel je voor. Het wordt een wekker die als proef kan opgesteld worden en na goed bevinden definitief eigendom zal worden.

Tom al blij. Wij opgelucht dat dit deel van ‘het dossier’ een oplossing heeft gekregen.

De rest van het verhaal gaat blijkbaar verder. Er dient immers bijkomend een onderzoek ingesteld te worden om door het multidisciplinair team een gepast beslissing te laten nemen.

Op 6 juni 2019 is iemand van het zie- kenfonds ter plaatse komen vaststel- len of en hoe een systeem van deurbel geïntegreerd kan worden in het wek/

belsysteem. Tegelijkertijd kon Tom even ontmoet worden, want een noodzake- lijk element alvorens een beslissing kan/

mag genomen worden door het multi- disciplinair team.

Het zal allemaal wel de bedoeling heb- ben om ernstig werk te leveren en zeker niet lichtvaardig om te springen met overheidsmiddelen? Daar willen we nog begrip voor opbrengen. Maar voor een reiswekker van nog geen honderd ( 100 ) euro is deze procedure toch wel erg omslachtig. Dan mag het volledig systeem een veelvoud kosten, de admi- nistratieve rompslomp is toch niet meer goed te praten in onze XXIste eeuw waar bestellingen, aankopen, com- municatie… geautomatiseerd kunnen verlopen. En of, uiteindelijk, het totale systeem zal kunnen aangeschaft en ver- goed worden blijft inmiddels de vraag.

(27)

Het is tijd om op te staan.

Tijd om op te staan voor een direct over- leg binnen de diensten van de voorzie- ning om in een eerste aanvraag een vol- ledig en gepast verzoek te richten tot het betreffend agentschap. Tijd om op te staan om de administratieve aanvraag tot een absoluut minimum te herleiden.

Tijd om op te staan om de aanschaf van eenvoudige hulpmiddelen met beperkte financiële impact direct toe te laten. Tijd om op te staan voor het agentschap om diensten en aanvragen sneller, directer, concreter af te handelen. Het kan niet anders dan dat dit een grote kost be- sparende operatie zal zijn.

Het is vooral tijd om op te staan om

betrokkenen die de dupe zijn van deze mallemolen niet langer in de kou te la- ten staan. Want aldus worden ze be- roofd van een deel opgebouwde zelf- standigheid en autonomie. Het is toch doelstelling nummer één: onze kinderen helpen op de weg naar volwassenheid en zelfwaarde zodat hun leven meer kwaliteit zal kennen. Als een hulpmid- del daartoe kan bijdragen: alstublieft!

Moge een eenvoudige trilwekker ons dit vertellen om verder te kunnen beplei- ten dat het nu wel echt tijd is om op te

staan. ■

Simonne Janssens-Vanoppen

(28)

Correctie

TRANSITIE PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING

De regelgeving verandert voortdurend.

Bij het ter perse gaan van ons artikel

‘Transitie persoonvolgende financie- ring’ in het vorige ledenblad (jaargang 35, nr.1) was het besluit nog niet goed- gekeurd in de Vlaamse Regering. Na goedkeuring bleek dat het nieuwe be- sluit verder reikt dan wat in de taskforce voorzien was (een rechtzetting van 15%

in min of in plus) en dat de regering er toch voor koos om alle historische ver- schillen tussen voorzieningen weg te werken. Dat betekent dat het artikel van vorig ledenblad wat moet bijgestuurd worden wat betreft de tweede correc- tiefase.

Die tweede correctiefase wordt opge- deeld in 2 fasen: een eerste fase van 1 januari 2020 tot 1 januari 2023 waarin de eerste 15% wordt aangepast en een tweede fase van 1 januari 2024 tot 1 januari 2027 waarin de rest van het verschil wordt weggewerkt. Tegen 1 januari 2027 heeft elke gebruiker in elke voorziening hetzelfde budget voor dezelfde zorg. Dat was immers een be- langrijk uitgangspunt bij de invoering van persoonsvolgende budgetten.

Onderstaande tabel verduidelijkt deze werkwijze.

▹ Persoon 1 (-8%) behaalt zijn defini- tief budget op 1 januari 2023 (fase 1)

▹ Persoon 2 (+10%) behaalt zijn definitief budget op 1 januari 2023 (fase1)

▹ Persoon 3 (+162%) behaalt zijn definitief budget op 1 januari 2027 (fase 2)

▹ Persoon 4 (-26%) behaalt zijn definitief budget op 1 januari 2027 (fase 3)

▹ Persoon 5 (+20%) behaalt zijn defi- nitief budget op 1 januari 2024. Dit is nog een bijkomende specificatie waarbij de verschillen tussen 15%

en 20% onmiddellijk in het 5de jaar worden goedgemaakt.

De andere afspraken die er al gemaakt werden blijven behouden: geen nieuwe inschalingen, de invoering van de nieu- we budgetcategorieën, de knipperlich- ten, zorggarantie...

In september 2019 mogen de cliënten een brief verwachten van het VAPH met hun definitief aantal punten, waarop ze ten laatste op 1 januari 2027 recht zullen

hebben. ■

Eddy Vandemeulebroucke

(29)

1 42,71

39,38

-3,33

-8%

41,88 41,05 40,21 39,38 39,38 39,38 39,38 39,38 2

31,70

34,81

+3,11

+10%

32,48 33,25 34,03 34,81 34,81 34,81 34,81 34,81 3

2,96

7,75

+4,79

+162%

3,07 3,18 3,29 3,41 4,49 5,78 6,66 7,75 4

54,25

40,21

-14,04

-26%

52,23 50,20 48,18 46,15 44,67 43,18 41,70 40,21 5

54,31

65,17

+10,86

+20%

56,35 58,38 60,42 62,46 65,17 65,17 65,17 65,17 Persoon met handicap

Transitiebudget (1/01/2017)

Nieuwe budgetbepaling CF2

Verschil in punten

Verschil in %

FASE 1

FASE 2 1 januari 2020

1 januari 2021 1 januari 2022 1 januari 2023 1 januari 2024 1 januari 2025 1 januari 2026 1 januari 2027

(30)

COLUMN

VLIEGEND TAPIJT

Het was al bijna 23 uur toen de vergade- ring van FOVIG provinciaal gedaan was.

Bij het buitengaan zegt een ouder “Ik vecht al 40 jaar, en ik moet nog...”.

We hadden het over gelijke financiering voor gelijke zorgvraag en -problematiek, de ‘tweede correctiefase’. Vooruitzicht is nu dat die tegen 2027 volledig zal ‘uit- gerold’ zijn. Om daar van overtuigd te zijn, moet je wel een karrenvracht aan positivisme in je hoofd hebben, denk ik.

“Want er is geen budget. Voor niets, nu niet en de volgende jaren... misschien”, aldus de gouverneur van de Nationale Bank in de krant. Vergeet alle beloften maar. Misschien als die grote pot met begrotingstekort van 11,1 miljard leeg- gemaakt is...

Hoe is het dan mogelijk dat je die ’twee- de correctie’ met exacte cijfers, percen- tages en jaartallen voor de verscheide- ne stappen kunt ‘uitrollen’? Terwijl er absoluut geen vaste grond is om je tapijtje op uit te rollen? Een zwevend tapijt?

Vliegend tapijt… illusie!

Maar onze kinderen hebben wel hulp, vakkundige ondersteuning en degelijke opvang nodig. En de mensen die daar elke dag met volle inzet voor zorgen moeten ook leven. Dus betaald wor- den! En niet met onzekere of flexibele contracten, want zij hebben ook een huishouden en misschien nog een le- ning lopen. Dus, zekerheid gevraagd.

En die voorziening moet ook nog draai- en en liefst kwaliteitsvol, gebruikers- gericht, eigentijds, betaalbaar en nog zoveel.

Ja, dan begint die mooie slogan ‘regie in eigen handen’ verschrikkelijk pijn te doen in mijn oren.

En soms hoor ik dan ook nog, en lees ik dat zelfs in een onderzoek van de KU- Leuven naar de gevolgen van PVF ”dat er vooral aandacht werd besteed aan personen met handicap met de groot- ste zorg, en dat heeft een nadelig ge- volg op de grote groep wachtenden”.

Om te beginnen los je het ene probleem niet op door bij het vorige een pro- bleem te maken. En denken dat het bij

(31)

de zwaar zorgbehoevenden rozengeur en maneschijn is, vergeet het maar! Ik kan het je vertellen. Het is daar precies zoals bij de anderen: zorgen!

Een individueel systeem als PVF toepas- sen in een gemeenschap, dat is bijna zo erg als water en vuur verzoenen. En met water blus je het vuur! Maar zonder vuur werk je niet in de zorgsector. De trucs van ‘sociaal ondernemen’ om dat water en vuur in balans te houden, zijn dan dikwijls een té kort laddertje! Om het ook in ‘blustermen’ uit te drukken.

Toen ze 95 werd zei mijn moeder: ‘”Wat hebben ze ons toch allemaal wijs ge- maakt!” Dan bedoelde ze dat in heel veel domeinen.

Zo ver ben ik nog niet. Maar in een paar domeinen begin ik toch stilaan vroe- grijp te worden.

Dank zij ook 40 jaar vechten?

■ R. Moeilijkmens

(32)

WAAR KUN JE TERECHT?

Stafmedewerker

Eddy Vandemeulebroucke T +32 (0)470 58 31 25

E vandemeulebroucke.eddy@fovig.be Voorzitter

Nadia Dekoning T +32 (0)53 68 05 85 E dekoning.nadia@fovig.be Antwerpen

Georges Goffin T +32 (0)477 42 76 32 E goffin.georges@fovig.be Hugo Verhoeven

T +32 (0)472 66 64 33 verhoeven.hugo@fovig.be Limburg

Rita Jaenen

T +32 (0)475 40 25 24 E jaenen.rita@fovig.be Simonne Janssens-Vanoppen T +32 (0)476 34 38 40 E sim.vanoppen@gmail.com Samra Mackic

T +32 (0) 498 50 57 61 E samramackic@yahoo.co.uk

Oost-Vlaanderen Michel De Caesemaeker T +32 (0)473 71 61 29

E michel.decaesemaeker@skynet.be Willy De Keyser

T +32 (0)496 10 44 74 E dekeyserwil@gmail.com Vlaams-Brabant en Brussel Roger Festraets

T +32 (0)16 20 07 75

E roger.festraets-sterz@telenet.be Herwig Vaes

T +32 (0)484 59 99 35 E vaes.herwig@fovig.be West-Vlaanderen Kurt Devos

T +32 (0)476 41 73 37 E kurt_devos@skynet.be Martine Buyssens T +32 (0)59 27 69 47

E atelier.martine@telenet.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 2013 sprak het VN-Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap zich uit voor een strikte interpretatie van artikel 29, die volledig afstand neemt van de idee om

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

Redelijke aanpassingen maken het niet alleen gemakkelijker voor personen met een handicap, maar ook voor gezinnen met kinderen in buggy’s of voor oudere mensen: parkeerplaatsen

De drie gewesten hebben weliswaar maatregelen genomen voor voorzieningen; ze hebben evenwel weinig voorzien voor mensen die tijdens de lockdown thuis woonden, ongeacht