• No results found

Nadere regels stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nadere regels stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nadere regels stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid 2020-2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Almere 2020;

gelet op het collegebesluit van 3 juli 2018 waarbij het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft ingestemd met het plan van aanpak Citylab Stedelijke Grondstoffen, waarvan het stimu- leringsfonds voor circulaire bedrijvigheid onderdeel uit maakt;

besluit:

vast te stellen de navolgende Nadere regels stimuleringsfonds circulaire bedrijvigheid 2020-2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a. College: Het college van burgemeester en wethouders;

b. Organisatie: Een organisatie van mensen en middelen met als doel het leveren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren;

c. Cofinanciering: Middelen - in de vorm van een bijdrage in geld of natura, die door een aanvrager worden ingezet naast de subsidie ingevolge deze nadere regels.

d. Circulaire economie: De circulaire economie is een ruim begrip, voor het stimuleringsfonds wordt de figuur in bijlage 1 gehanteerd om te bepalen hoe circulair een oplossing is. Hoe hoger een oplossing staat, hoe beter de oplossing is; dus het voorkomen van het gebruik van grondstoffen is het meest circulair, en het gebruiken van energie uit afval het minst circulair. Voor het stimule- ringsfonds komen de oplossingen van ‘refuse’ tot en met ‘repurpose’ in aanmerking voor subsidie.

e. De-minimisverklaring: Bijlage 3 bij deze nadere regels.

f. De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L352);

Artikel 2. Doel Stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid

Het college stelt middelen ter beschikking vanuit het Fonds Verstedelijking Almere voor de uitvoering van het stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid. Hierbij gaat het om aanvragen die betrekking hebben op bedrijven die al circulair zijn, ondersteunen om innovatieve producten en diensten in de markt te zetten door middel van cofinanciering van de kosten van marktonderzoek, R&D, certificering of vergunningsaanvragen. Het college wil met het verstrekken van subsidie op grond van deze nadere regels bedrijven stimuleren om innovatieve circulaire producten en diensten te ontwikkelen, in de markt te zetten, en zo de circulaire economie in Almere versterken.

Artikel 3. Reikwijdte van de nadere regels

De nadere regels zijn van toepassing op de projecten die worden goedgekeurd en uitgevoerd onder het stimuleringsfonds circulaire bedrijvigheid.

Artikel 4. Aanvraag

1. Het college kan op een aanvraag subsidie verlenen aan in Almere gevestigde organisaties, die bij de Kamer van Koophandel zijn geregistreerd.

2. Een aanvraag om subsidie geschiedt door het indienen van het “Aanvraagformulier stimulerings- fonds circulaire bedrijvigheid” en een ingevulde de-minimisverklaring als bedoeld in bijlage 2.

3. Aanvragen kunnen één keer per kwartaal worden ingediend. Dit betekent dat aanvragen moeten worden ingediend voor de deadline van het betreffende kwartaal, te weten uiterlijk op:

a. 31 maart (kwartaal 1);

b. 30 juni (kwartaal 2);

c. 30 september (kwartaal 3); of d. 31 december (kwartaal 4).

Nr. 346657

GEMEENTEBLAD

24 december 2020 Officiële uitgave van de gemeente Almere

(2)

Binnen 6 weken na de sluiting van elk termijn volgt het besluit op de aanvraag.

4. Per kwartaal kunnen twee aanvragen om subsidie worden goedgekeurd. Indien er budget over is van een eerder kwartaal, dan kan dit aantal te honoreren aanvragen worden opgehoogd, met dien verstande dat het budget dat tot op dat moment beschikbaar is niet wordt overschreden.

5. Volledige aanvragen worden integraal afgewogen en beoordeeld op hun bijdrage aan de verbe- tering van de circulaire economie van stad. Het project dient aantoonbaar de circulaire economie van de stad te versterken. De projecten die het hoogst scoren middels het toetsingskader (mits boven het minimale puntenaantal) krijgen de subsidie toegewezen.

6. Aanvragen die boven het minimale puntenaantal scoren, maar lager scoren dan de hoogste twee aanvragen als bedoeld in lid 4, kunnen indien de aanvrager dit wil, éénmalig worden mee genomen naar het kwartaal erop. De aanvrager behoudt het recht om een subsidieaanvraag in te dienen en heeft de mogelijkheid om een (verbeterde) aanvraag in te dienen voor het volgende kwartaal.

7. De aanvraag richt zich op de bovenste kant van de circulaire ladder (t/m repurpose)

8. De aanvraag onder het stimuleringsfonds draagt bij aan de doelstellingen/ambitie van uw orga- nisatie.

9. Het project zorgt voor werkgelegenheid in de gemeente Almere.

Artikel 5. Aanvullende subsidievoorwaarden

Het college kan subsidie verlenen indien een aanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

1. Het project dient aantoonbaar en structureel bij te dragen aan het hoofddoel;

2. Het project formuleert zijn doel en resultaat SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden);

3. Er dient sprake te zijn van minimaal 50% cofinanciering op de totale projectbegroting, dit mag ook in uren zijn;

4. Per aanvraag kan maximaal € 20.000 worden aangevraagd;

5. De activiteiten waarvoor subsidie aangevraagd wordt vangen aan in het jaar van de aanvraag en hebben een maximale looptijd van 12 maanden.

6. Alleen kosten die gemaakt worden in de periode genoemd in lid 6 komen én die direct verband houden met de voorgestelde activiteiten zoals benoemd in het projectplan komen voor subsidie in aanmerking.

7. De financieel economische haalbaarheid en de maatschappelijke haalbaarheid van het project dient afdoende onderbouwd te zijn;

8. Het project moet innovatief zijn. Dat wil zeggen dat de uit te voeren activiteiten, diensten of pro- ducten vernieuwend zijn, of dat de schaal waarop ze vertoond worden vernieuwend is. Ook kan de innovatie in ketensamenwerking of business model zitten, ook dan betekent het dat deze ver- nieuwend moeten zijn;

9. Er mag geen sprake zijn van stapeling van subsidies, d.w.z. de eigen bijdrage voor deze cofinan- ciering mag niet worden vervangen met een andere subsidie. Wel mag gebruik worden gemaakt van verschillende subsidies binnen het project.

10. Het project versterkt aantoonbaar de circulaire economie van de stad;

11. De aanvraag valt tussen ‘refuse’ en ‘repurpose’ op de circulaire ladder;

12. Het is project is markttechnisch gezien attractief; aantrekkelijke bedrijfsactiviteit met een goed verdienmodel of voor een organisatie zonder winstoogmerk een gewaarborgde formule voor het zelfstandig voortbestaan van dit project, dat helder omschreven is in het aanvraagformulier.

13. De resultaten van de cofinanciering moeten, maximaal 3 maanden na de einddatum van het project, gedeeld worden met de gemeente Almere in de vorm van een rapportage, film of product (geen bedrijfsgevoelige informatie). De gemeente heeft het recht om geanonimiseerde resultaten breder te delen met derden.

14. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze in overeenstemming is met de de-minimisveror- dening.

Artikel 7. Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 8. Intrekking

De nadere regels subsidies stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid 2020 worden ingetrokken.

Artikel 9. Overgangsbepalingen

Aanvragen van subsidies die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze nadere regels en waarop nog niet is beslist, worden afgehandeld volgens de bepalingen van deze nadere regels.

Gemeenteblad 2020 nr. 346657 24 december 2020 2

(3)

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze nadere regels indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11. Citeertitel

De nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels subsidies stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid 2020-2021’

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Almere in zijn vergadering van 15 december 2020,

Het college voornoemd, de secretaris, de burgemeester, R. Wielinga, F.M. Weerwind

(4)

BIJLAGE 1 Prioriteitsvolgorde

Gemeenteblad 2020 nr. 346657 24 december 2020 4

(5)

BIJLAGE 2 Toetsingskader

(6)

Gemeenteblad 2020 nr. 346657 24 december 2020 6

(7)

BIJLAGE 3 Verklaring

(8)

Gemeenteblad 2020 nr. 346657 24 december 2020 8

(9)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, vindt periodieke subsidiëring van instellingen plaats door middel van een vaste bijdrage

Vrijstelling op de parkeernorm is conform de centrale gedachte mogelijk, als er voldoende restcapaciteit aanwezig is rekening houdende met de piekmomenten van de nieuwe en al

De algemene bijstand kan om niet of in de vorm van een geldlening worden verstrekt (artikel 48 lid 2 onderdeel a Participatiewet). Mocht de belanghebbende daadwerkelijk over

Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager voor wie sprake is van een inkomensterugval die volgens opgave van de aanvrager verband houdt met de

tijdelijk nieuw terras: een geheel nieuw ter- ras bij een openbare inrichting dat voor COVID-19 geen terras exploiteerde;.. openbare inrichting: openbare inrichting als bedoeld

Nadere regels Gemeente Oldenzaal 2016 procedurele en uitvoeringsregels ondergrondse infrastructuur..

instemmen met het uitgangspunt dat het percentage bedrijfsruimte van aan huis gebonden beroepen voor heel Almere verhoogd wordt tot 50% van het oppervlak van een woning

Ten aanzien van andere dan de hierboven genoemde voertuigen geldt, dat een ontheffing niet wordt verleend, tenzij er sprake is van aantoonbare bijzondere