• No results found

FINANCIËLE GEVOLGEN VAN DE CORONACRISIS VOOR STUDENTEN IN MBO EN HOGER ONDERWIJS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FINANCIËLE GEVOLGEN VAN DE CORONACRISIS VOOR STUDENTEN IN MBO EN HOGER ONDERWIJS"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanleiding en aanpak onderzoek

De uitbraak van de coronacrisis en daarbij horende maatregelen heeft een aanzienlijke impact gehad op de Nederlandse economie en arbeidsmarkt. Ruim de helft van de studenten in Nederland werkt in sectoren die veel hinder ondervinden van de getroffen coronamaatregelen 1. Het doel van het huidige onderzoek is om meer inzicht te geven in gevolgen van de coronacrisis op de financiële situatie van studenten in mbo en ho. Om de impact van de coronacrisis op het inkomens- en oplossingsgedrag van studenten te onderzoeken, is een vergelijking van de huidige situatie met die van vóór de coronacrisis noodzakelijk. Met behulp van administratieve gegevens (CBS-microdata) zijn feitelijke veranderingen voor en tijdens corona in kaart gebracht. Dit is aangevuld met verdiepende informatie vanuit het perspectief van studenten met behulp van enquête-data. In deze factsheet geven we de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek weer. Het onderzoeksrapport is beschikbaar via de kennisbank van Instituut Gak en via de website van ResearchNed.

Veranderingen in inkomen uit betaalde arbeid

Het percentage studenten met betaald werk is in het eerste corona-studiejaar (2019/2020) daalde vanaf maart 2020. Het dieptepunt ligt in april 2020 waarna dit gestaag weer stijgt na ingang van de versoepelingen: in augustus 2020 ligt het percentage werkenden vrijwel op hetzelfde niveau als in augustus 2019. Wel is er vanaf september 2020 weer een daling zichtbaar die aanhoudt tot december 2020.

Rond de 15% van alle studenten die in februari 2020 werkten, doet dat niet meer in mei 2020; uitgesplitst naar onderwijstype liggen deze percentages 6 à 7 procentpunt hoger in vergelijking met studenten in 2018-2019 (zie figuur 2).

Dat studenten in april/mei relatief vaker niet werkten heeft zich wel redelijk hersteld (zie figuur 3);

de meerderheid van de studenten die in februari 2020 werkten, maar dat in mei niet meer deden, zijn in augustus 2020 wel weer aan het werk (54 procent van deze groep). Ook zijn er in augustus 2020 in totaal meer studenten aan het werk dan in februari 2020.

FINANCIËLE GEVOLGEN VAN DE CORONACRISIS VOOR STUDENTEN IN MBO EN HOGER ONDERWIJS

Figuur 1 Aandeel werkende studenten naar onderwijstype (%)

bron: CBS-microdata

okt dec feb apr jun aug Mbo bol

okt dec feb apr jun aug Hbo vt

okt dec feb apr jun aug Wo vt

18-19 19-20 20-21

18-19 20-21

Figuur 2 Aandeel studenten dat werk had in februari, maar niet meer in mei, naar onderwijstype

bron: CBS-microdata

Mbo bol

Hbo vt

Wo vt

0% 5% 10% 15% 20% 25%

+6%

+6%

+7%

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

(2)

Figuur 3 Aantal werkende studenten voor februari, mei en augustus 2020 (mbo bol, hbo vt en wo) en veranderingen daarin

bron: CBS-microdata

Het gemiddelde inkomen voor alle studenten (dus inclusief studenten die niet werken) is weinig veranderd in 2019-2020 ten opzichte van 2018-2019 en ligt in augustus 2020 op hetzelfde niveau als in augustus 2019 (zie figuur 4).

Wel zien we dat het aantal studenten dat substantieel minder verdient is toegenomen (hier opgevat als een inkomen in mei wat meer dan 10 procent van het gemiddelde inkomen per onderwijssector lager is; dit komt overeen met bedragen van ca. 40, 70 en 80 euro voor resp. mbo /hbo /wo). Dit verschil in inkomen tussen deze studenten was voor studenten in 2019-2020 duidelijk hoger; hoewel ook vóór corona meer dan 20 procent van de studenten een lager inkomen had in mei dan in februari, ligt dit voor studenten in 2019-2020 8 tot 9 procentpunt hoger.

Figuur 5 Verandering in daling inkomen tussen februari en mei, naar onderwijstype

bron: CBS-microdata

18-19 20-21 Mbo bol

Hbo vt

Wo vt

0% 5% 10% 15% 20% 25% 35% 40%

+9%

+9%

+8%

Figuur 4 Gemiddelde inkomen per maand naar opleidingssoort voor alle studenten

bron: CBS-microdata

okt dec feb apr jun aug Mbo bol

okt dec feb apr jun aug Hbo vt

okt dec feb apr jun aug Wo vt

18-19 19-20 20-21 7 700

7 600 7 500 7 400 7 300 7 200 7 100 7 0

Werkt feb ‘20 Werkt mei ‘20 Werkt aug ‘20

Werkt niet

Werkt wel

Werkt niet

Werkt wel

Werkt niet

Werkt wel 900.000

600.000

300.000

0

(3)

Veranderingen in hoogte van inkomstenbronnen en uitgaveposten

Naast het inkomen uit een betaalde baan, genereren studenten ook inkomsten uit andere bronnen, zoals studiefinanciering, studielening, bijdrage van ouders en overige bronnen (bijvoorbeeld studiebeurs of uitkering). Zowel vóór corona (2018-2019) als tijdens corona (2020- 2021) zijn de drie grootste inkomstenbronnen van studenten in het hoger onderwijs: betaalde arbeid, ouderlijke bijdrage en studielening.

Nu is de vraag of de totale inkomsten uit deze bronnen zijn veranderd tijdens de coronapandemie. Uit onze analyses blijkt dat er geen aanzienlijke verschillen zijn in de totale inkomsten tussen de twee studiejaren. En hoewel sommige studenten wel een hoger totaal inkomen hebben dan andere studenten (bijv. oudere studenten meer dan jongere studenten), zijn dergelijke verschillen tussen verschillende groepen studenten niet groter of kleiner geworden tijdens de coronapandemie.

De tweede vraag is of er veranderingen zichtbaar zijn in de drie grootste inkomstenbronnen. Het gemiddelde inkomen uit betaalde arbeid van studenten is toegenomen in 2020-2021 ten opzichte van twee jaar ervoor. Wat betreft het leengedrag zijn wo-studenten aanzienlijk minder gaan lenen in 2020-2021, terwijl het leengedrag van hbo-studenten onveranderd is gebleven. Tussen eerstejaars- en ouderejaarsstudenten is sprake van toegenomen verschillen in het leenbedrag gedurende corona, waarbij eerstejaars aanzienlijk minder zijn gaan lenen dan ouderejaars in 2020-2021 (ten opzichte van twee jaar ervoor). Tot slot is de gemiddelde ouderbijdrage afgenomen gedurende corona dan twee jaar ervoor. Hierbij zijn verschillen tussen bepaalde groepen studenten niet toe- of afgenomen.

Studenten hebben hun uitgaven voor drie van de vier verschillende posten (studie, ontspanning en overig) aanzienlijk teruggeschroefd in 2020-2021 ten opzichte van twee jaar ervoor (zie figuur 7). Daarmee zijn de totale maandelijkse uitgaven (optelsom van alle posten) van studenten beduidend lager geworden in coronatijd. Doordat studenten met hoogopgeleide ouders en studenten waarvan de ouders bovenmodaal verdienen minder zijn gaan uitgeven tijdens de pandemie, zijn de verschillen in de totale maandelijkse uitkomsten met eerstegeneratiestudenten en studenten waarvan de ouders een ondermodaal inkomen hebben, aanzienlijk kleiner geworden.

Figuur 6 Maandelijkse inkomsten (in euro-bedragen) uit verschillende bronnen van studenten in het hbo en wo in 2018-2019 en 2020-2021

bron: Studentenmonitor 2019 en aanvullende enquête 2021

Basisbeurs Aanvullende beurs Lening Arbeid Ouders (incl. natura) Ouders (excl. natura) Overig Totaal (excl. natura) Totaal (incl. natura) Basisbeurs Aanvullende beurs Lening Arbeid Ouders (incl. natura) Ouders (excl. natura) Overig Totaal (excl. natura) Totaal (incl. natura)

18-19 20-21

HboWo

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 -19

-8

-1

+61 -49 +2

+10

+44

-8

+1 -7

-42 +28

-64 -13

+15

-18

-69

(4)

Strategieën voor omgaan met verandering in inkomen

In de aanvullende vragenlijst afgenomen in de zomer van 2021 is gevraagd aan studenten in het mbo en hoger onderwijs in hoeverre hun totale inkomen (uit verschillende bronnen) is afgenomen door corona. Mbo-studenten ervaren daarbij het vaakst een terugval door corona (45%), gevolgd door hbo-studenten (41%) en tot slot door wo-studenten (34%). Het is echter niet bekend hoe groot die terugval in het inkomen is.

De meest gebruikte strategieën voor het omgaan met een terugval in het inkomen door corona zijn hetzelfde onder studenten in het mbo en hoger onderwijs, namelijk: (1) uitgaven terugbrengen, (2) extra geld lenen via DUO, en (3) extra geld van ouders ontvangen. Het terugbrengen van de uitgaven blijkt de meest gekozen strategie om terugval in het inkomen op te vangen. Opvallend is dat extra geld lenen via DUO of geld ontvangen van ouders vaker als strategie voorkomt bij studenten met ouders die bovenmodaal verdienen dan studenten met de ouders die een minder dan modaal inkomen hebben. Daarnaast zijn meer uren gaan werken en een extra (bij)baan nemen vaak aangekruiste strategieën onder studenten in het mbo en hoger onderwijs.

Figuur 7 Maandelijkse uitgaven (in euro-bedragen) van studenten in het hbo en wo in 2018-2019 en 2020-2021

bron: Studentenmonitor 2019 en aanvullende enquête 2021

Wo

18-19 20-21Hbo 18-19 20-21 Studie Levensonderhoud Ontspanning Overig Totaal

1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0

-8 +7

-13 -18 -32

-23 -15

-22 -21 -79

Figuur 8 Copingstrategieën van studenten die terugval in inkomsten hebben ervaren, naar opleidingsniveau

bron: Aanvullende enquête 2021

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Uitgaven teruggebracht

Extra geld van ouders

Thuis gaan wonen

Extra lenen via DUO

Extra lenen anders

Profileringsfonds

Meer uren gaan werken

Een extra (bij)baan

Mbo Hbo Wo

44%

60%

61%

25%

19%

22%

4%

10%

11%

34%

36%

37%

7%

4%

3%

1%

1%

15%

16%

9%

13%

17%

13%

(5)

Ervaren financiële moeilijkheden voor en tijdens corona

Het aandeel studenten dat veel tot ernstige financiële moeilijkheden ervaart is alleen onder hbo-studenten aanzienlijk gestegen in 2020- 2021 ten opzichte van twee jaar ervoor; voor wo-studenten is dat niet het geval. Het verschil in ervaren financiële moeilijkheden tussen hbo- en wo-studenten is ook toegenomen in coronatijd.

Daarnaast ervaart een groter aandeel mbo-studenten financiële moeilijkheden vergeleken met studenten in het hoger onderwijs in coronatijd, ook wanneer we rekening houden met relevante achtergrondkenmerken (32% t.o.v. 24% in hbo en 18% in wo). Omdat onder mbo-studenten geen voormeting heeft plaats gevonden, is niet bekend of binnen deze groep studenten sprake is van een toe- of afname in de ervaren mate van financiële moeilijkheden tijdens de coronacrisis ten opzichte van de situatie daarvoor. Wel blijkt het aandeel studenten dat aangeeft dat corona een negatieve invloed heeft gehad op hun financiële moeilijkheden het grootst te zijn onder mbo- studenten (47% t.o.v. 36% in hbo en 27% in wo).

Veranderingen in sectoren waar studenten werken

Per bedrijvensector zien we drie patronen wat betreft het aantal werkende studenten: sectoren met een tijdelijke dip (o.a. Horeca), sectoren met een (voorlopig) blijvende dip (o.a. Zakelijke dienstverlening en Cultuur, recreatie en overige diensten) en sectoren waarin geen veranderingen te zien zijn. De sectoren waar studenten het vaakst werken zijn Horeca, Handel en Zakelijke dienstverlening; ook tijdens corona is dit het geval.

In dit onderzoek zijn verschillende bronnen gebruikt. Voor het inkomen van studenten, of studenten werk hebben en in welke sectoren ze werken zijn CBS-microdata gebruikt. Hierin zijn registerdata over onderwijsinschrijvingen (afkomstig van DUO) gecombineerd met arbeidsmarktgegevens (polisadministratie) over werknemersbanen. Studenten die als zelfstandige werken zijn hierin dus niet opgenomen. Qua studentenpopulatie kijken we naar mbo bol-studenten en hbo en wo voltijdstudenten. Daarnaast maken we gebruik van de Studentenmonitor hoger onderwijs (studiejaar 2018-2019) als meetmoment van de situatie vóór corona (0-meting). In de zomer van 2021 is een aanvullende enquête uitgezet die dezelfde vragen bevat.

Deze enquête brengt de situatie van studenten tijdens corona in kaart (1-meting). Alle gepresenteerde grafieken over enquête-gegevens zijn gewogen.

© 2021 Ardita Muja, Joris Cuppen & Anja van den Broek. ResearchNed Nijmegen, onderzoek mogelijk gemaakt door Instituut Gak. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorleefd gegevens uit dit rapport te gebruiken in publicaties zonder nauwkeurige bronvermelding.

Figuur 10 Aantal werkende studenten (mbo bol, hbo vt, wo vt) per maand naar sector in indexcijfers (september = 100)

bron: CBS-microdata

Indexcijfers (sep = 100) M-N

Zakelijke dienstverlening

Openbaar O bestuur en overheidsdiensten Verhuur van L

en handel in ontroerend goed FinanciëleK

instellingen

Recreatie, R-Z cultuur en overige diensten Gezondheids en Q

welzijnszorg P

Onderwijs Bosbouw enA

visserij

NijverheidB-E en energie

Informatie enJ communicatie HorecaI

Vervoer en H opslag HandelG

BouwnijverheidF

Studiejaar 18-19 19-20 20-21 200

150

100

50

200

150

100

50

Figuur 9 Ervaren financiële moeilijkheden (subjectief) in het hoger onderwijs, studiejaar 2018-2019 en 2020-2021

bron: Studentenmonitor 2019 en aanvullende enquête 2021

Wo

Hbo 18-19 20-21

25%

20%

15%

10%

5%

0%

18%

24%

18% 18%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Figuur 3.2: Sector Onderwijs: percentage uitval in bekostigde voltijd hbo-bacheloropleidingen en bekostigde voltijd wo-masteropleidingen, naar subsectoren, sector en het totale

Figuur 3.5: Sector Techniek: percentage uitval uit bekostigde voltijd hbo-bacheloropleidingen van studenten met een mbo-vooropleiding, naar subsector, sector en totaal hoger

Studenten konden hiervoor extra hulp of ondersteuning van school krijgen; ze mochten bijvoorbeeld vaker naar school komen, hadden meer individuele gesprekken met de mentor of

Naarmate de instroom van internationale studenten in opleidingen met een beperkt aantal plaatsen toeneemt, zijn er dus minder beschikbare plaatsen voor Nederlandse studenten

De inspect ie conc ludeert dat de meeste onderzochte inste l l ingen de (wette l i jke ) toe lat ingse isen 27 voor de bache lorop le id ing onvo ldoende na leven3. D it komt door

psychische klachten niet zelf heeft (h)erkent, of drempels heeft ervaren om hulp of advies te zoeken vanwege psychische klachten. Ruim een kwart van alle studenten geeft aan in

ik maak het liefst digitaal maar ook soms mondeling want ik heb dislexy en dan is het soms lastig om te lezen als er veel text is misschien is het slim dat er ook een knop je kom