GIVE AWAY 3
Functionele Analyse
Nadat u of uw team heeft vastgesteld welk doel Purpose wenselijk is, exploreren we hoe en wat de reden is dat de huidige situatie in stand wordt gehouden. Welke factoren beinvloeden elkaar in een circulair patroon? En wat is daarin de factor die uw /jullie ontwikkeling naar het Purpose verder kan ondersteunen of een belemmering vormt? Welke
circulaire interactie is er tussen de entiteiten en met welk effect? Welke ontwikkelingsvraag ontstaat dan, om dit patroon in de interactie te doorbreken, om het gewenste effect en de gewenste situatie te bereiken. Dit onderzoeken we in een Functionele Analyse.
In gegeven document staan diverse vraagstellingen die u voor uzelf of met uw team kunt beantwoorden.
Indien u begeleiding wenst om nog dieper op de materie in te gaan of om een vervolg traject te bespreken, dan
kunt u altijd contact met ons opnemen.
De Functionele Analyse
Hier onderzoeken we 3 elementen
1. Sociale Ondersteuning
Welke invloeden zijn er van buiten die uw ontwikkeling ondersteunen? Hoe is het gesteld met uw sociale
ondersteuning?
2. Context
Welke triggers beinvloeden uw drijfveren, emoties, opvattingen en gedrag in relatie tot uw Purpose?
Hier zoomen we uit, liefst zo breed mogelijk.
3. IJsberg
U bevindt zich in een huidige situatie waar u verandering in wilt zien. Wat merkt u wat de triggers in de context doen met uw drijfveren, emoties, opvattingen en gedrag? Welk effect heeft dit op u? Welke wisselwerking wordt zichtbaar. Welke circulariteit kan worden ontdekt.
DOELSTELLING ONDERZOEK:
Hoe kunt u zich ontwikkelen naar een gewenste situatie.
- Welke drijfveren, emoties, opvattingen en gedrag hoort daarbij om uw groei en ontwikkel doel te bereiken?
-
Welke wisselwerking is hierbij wenselijk en wat betekent dat voor u / jullie?CONTEXT EN IJSBERG ANALYSE
In onderstaand 9-luik vindt u links 3 belangrijke vraagstellingen mbt de CONTEXT en welke triggers daar spelen. Dit zijn feitelijke
gegevens en is niet hoe u of uw team ze interpreteert.
In de twee rechter kolommen vindt u vraagstellingen mbt uw/jullie IJSBERG, mbt de huidige situatie en hoe u de situatie eigenlijk wenst. De ijsberg betreft GEDRAG, GEDACHTEN/OPVATTINGEN/
EMOTIES, en DRIJFVEREN
CONTEXT
Welke triggers zijn er feitelijk?
HUIDIGE SITUATIE
Wat doet dat met u /
uw team?
GEWENSTE SITUATIE
Wat is wenselijk om uw doelen te bereiken?
Wat ervaart u / ervaren julie als te veel?
Welk gedrag vertoont u / vertonen jullie?
Welk gedrag wilt u / jullie?
Wat ervaart u / ervaren julie als te weinig?
Welke opvattingen en emoties heeft u / hebben jullie?
Welke
opvattingen en emoties wilt u / willen jullie?
Wat ervaart u / ervaren julie als dubbelzinnig?
Welke drijfveren heeft u / hebben jullie?
Welke drijfveren wil u / hebben jullie?
Vragen om de interactiepatronen helder te krijgen.
Hieruit kunt u ontdekken wat er echt te leren is.
• Wat is uw eigen bijdrage in deze situatie / hoe zet u zichzelf klem / hoe zetten jullie jezelf klem?
• Wat is de winst?
• Hoe wordt de situatie in stand gehouden?
• Hoe kunt u / kunnen jullie het adaptief vermogen vergroten (wisselwerking intern/extern systeem)?
• Welke hypotheses roepen deze vragen op?
• Wat heeft u / hebben jullie te leren?
• Wat is dan het gewenste eindresultaat?
• Hoe weet u / weten jullie dat straks het doel is bereikt?
• Waaraan merkt de omgeving / context dat het doel is bereikt?
• Wat is dus de uw leervraag?
• Kunt u dit formuleren met een SMART vraagstelling die begint met; HOE KAN IK .. of HOE KUNNEN WIJ ..
De 5 kritieke succesfactoren
Succes wordt behaald in uw ontwikkeling aan de hand van de 5 kritieke succesfactoren (“De vijf kritieke Succesfactoren voor coaching, G. van Doorn & M. Lingsma, 2017). We
begeleiden u doelgericht op de juiste balans op de interactie tussen de volgende kritieke succes factoren:
1. CONTEXT: Omgevingsbewustzijn in werken en leren.
2. MEETLAT: Doelgerichtheid in werken en leren.
3. EIGENAARSCHAP: Zelfsturing in werken en leren.
4. IJSBERG: Competentiegericht leren.
5. HIER EN NU: Ervaringsleren.
Alle gedrag, houding, vragen, emoties, gedachten,
opvattingen en drijfveren worden steeds aan de hand van deze 5 KSF-en bevraagd, onderzocht en wordt het leren, het ontwikkelen, het groeien als individu, als team en als organisatie in de context gestimuleerd. Als een casus
ergens vast zit, dan is er altijd een onbalans in de 5 KSF-en.
Andere helpende explorerende vragen
• Hoe competent bent u / zijn jullie in de context.
• Beschrijf eens de onbalans in de 5 kritieke succesfactoren.
• Voor wie is dit een oplossing? Wie heeft het meeste baat bij deze oplossing?
• Waar mag ik niet aankomen?
• Y, stel dat X gelijk heeft, wat is dan de reden dat Z hier geen genoegen mee neemt?
• Waar zit ruimte voor variëteit?
• Wie denk je dat in jullie team zich niet gehoord voelt?
• Wie heeft welke urgentie? Wat is hiervoor de reden?
• Wie is probleemdrager, is hij ook probleem eigenaar?
• Waarom komt het nu op de agenda?
• Waarom heeft wat eerder is gebeurt niet het gewenste resultaat geleverd?
• Wat doet de opdrachtgever waardoor de situatie in stand blijft?
• Waartoe laat ik mijzelf verleiden? In welke waarheid?
Wie doet het werk?
• Is echt alle context onderzocht?
• Hoe liggen de onderling emotionele relaties? Als het er echt op aan komt, voor wie of wat kies je dan? En wat zegt dat over de kwaliteit van je/jullie interactie (als team).
• Welke afspraken kunnen jullie maken die jullie ondersteunen: storingen gaan voor, volzitten / leervermogen, afleiding, wakker blijven.
• X, wat denk je dat het effect is op Y is, als Z iets over Y zegt?
• Wat doet Y als X iets doet.
• Op welke laag leert u / leren jullie het beste en hoe? In de IJsberg van boven naar beneden of van beneden naar boven.
•
INZICHT
WELKE INZICHTEN HEB JE/JULLIE GEKREGEN?
WAT GA JE DOEN?
EN HOE GA JE DEZE AKTIE BORGEN?
________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________