PvB Ondernemen Ruimtelijk vormgever

(1)

Opleidingsdomein

Media en vormgeving 79040 Kwalificatiedossier

Ruimtelijk Vormgeving 23098 MBO niveau: 4

Crebo nummer: 25212 Cohort: 2016/2017 Kerntaken: P2K3 Versie: 1

Cursusjaar: 2019/2020

Eindredactie door Annet Leeflang (GOC) Vastgesteld door de examencommissie:

3 september 2019

PvB Ondernemen Ruimtelijk vormgever

Crebonr. 25212

Instructie voor de Kandidaat

(2)

19 20 PvB Ondernemen 25212 Ruimtelijk Vormgever 2 Instructie kandidaat.docx 2

Instructie voor de kandidaat, examen ondernemen Ruimtelijk vormgever

Uitleg examen

Door middel van dit examen sluit je kerntaak 3, Voert ondernemerstaken uit, van het Profieldeel van het dossier Ruimtelijk vormgever af. Dit noemen we de Proeve van Bekwaamheid Ondernemen.

Tijdens de Proeve van Bekwaamheid Ondernemen ga je de volgende exameneenheden uitvoeren.

Exameneenheid 1. Schrijft een ondernemingsplan

Exameneenheid 2. Stelt bedrijfsprocedures en voorschriften op Exameneenheid 3. Schrijft een marketingplan

Exameneenheid 4. Stelt calculaties en offertes op Eindgesprek (het gesprek duurt 20 minuten)

De totale tijd die je voor het examen hebt, is 35 klokuren waarvan een deel is ingeroosterd bij een begeleider. Je maakt zelf een plan om je uren te verdelen over de verschillende exameneenheden rekening houdend met het lesrooster.

Examen- en beoordelingsvormen

Dit examen is een proeve van bekwaamheid. Dit sluit goed aan bij de beroepspraktijk, waar vooral de praktische vaardigheden van belang zijn. De volgende beoordelingsvormen komen terug in de proeve.

Productbeoordeling: Je ontwikkelt verschillende producten tijdens je examen die beoordeeld worden (bijvoorbeeld het ondernemingsplan en de offerte).

Eindgesprek: Als al je producten klaar zijn, heb je een gesprek met de twee beoordelaars. Tijdens dit gesprek zal ook nog een aantal punten beoordeeld worden. Welke dat zijn kun je verderop in het examen lezen.

Wie zijn er betrokken bij jouw examen:

Begeleider: Tijdens je proeve mag je met de begeleidende docent van het Cibap sparren over jouw ideeën. Zie hieronder het kopje Hulp, daar staat wat je mag verwachten van deze docent.

Beoordelaars Cibap: Twee beoordelaars beoordelen jouw examen afzonderlijk. Eén van de beoordelaars is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Zijn de beoordelingen verschillend dan proberen de beoordelaars tot consensus (= overeenstemming) te komen.

(3)

Hulp

Tijdens het verloop van je examen mag je vragen stellen aan de aanwezige docenten, maar deze vragen mogen niet gaan over de inhoud of de uitvoering van de proeve. Je mag dus wel een vraag stellen als bijvoorbeeld een computer het niet doet, maar bijvoorbeeld niet vragen wat een marketingplan is. De aanwezige docenten mogen echter niet een tussentijds oordeel geven.

Je mag wel sparren met de docenten over jouw ideeën, omdat dat netwerken in een echte beroepssituatie ook zo gebeurt. De docent gaat jou echter niet ideeën aandragen, en zal niet vertellen wat goed of fout is.

Beoordeling

Voor ieder werkproces is er een beoordelingsmodel aan de hand waarvan de beoordelaars tot een oordeel komen. Beide beoordelaars komen onafhankelijk van elkaar tot een oordeel.

Bij iedere exameneenheid/opdracht kun je zien op basis van welke criteria zij tot een oordeel komen.

Je kunt hierin lezen aan welke eisen jij moet voldoen voor een voldoende. Een beoordeling Goed kun je per kerntaak krijgen als je meer hebt gedaan dan van je wordt gevraagd. Hier staan geen extra criteria voor geformuleerd.

Beslissing

Uiteindelijk geven de twee beoordelaars per kerntaak afzonderlijk een oordeel.

Je krijgt een voldoende voor een exameneenheid als beide beoordelaars jou op de exameneenheid een voldoende geven. Een voldoende voor de kerntaak Ondernemen krijg je als alle werkprocessen voldoende zijn.

Een beoordeling Goed kun je krijgen per kerntaak als alle werkprocessen voldoende zijn én je hebt meer laten zien op de kerntaak dan verwacht mag worden van een startende zzp’er op het gebied van ruimtelijk vormgever. Je komt alleen in aanmerking voor een Goed als je geen herkansing hebt gehad voor een werkproces binnen de betreffende kerntaak.

Herkansing

Als je voor een exameneenheid een onvoldoende haalt, mag je deze eenmaal herkansen. Herkansen gaat altijd in overleg met je beoordelaar van het Cibap.

Mogelijkheden tot afbreken van de proeve

De Proeve kan direct worden onderbroken als de kandidaat tijdens de uitvoering zich niet houdt aan de reglementen van het OER (fraude, veiligheid in gevaar brengen).

(4)

De examenopdrachten

Exameneenheid 1. Schrijft een ondernemingsplan

Je gaat een ondernemingsplan schrijven voor jouw eigen onderneming. Om je ondernemingsplan te kunnen schrijven, ga je voor je zelf na welke onderneming bij jou past en waar jij al een portfolio voor hebt opgebouwd.

Je moet in het ondernemingsplan de volgende punten aan bod laten komen:

• Een helder en logisch opgebouwd CV;

• Je motieven en kwaliteiten;

• Een omschrijving van een bedrijfsidee met een realistisch USP;

• Een duidelijke omschrijving van de marketingmix (product/dienst, etc.) die je levert;

• Een realistische prijs met toelichting (je bepaalt hier ook je uurprijs en de prijs van het product);

• Een realistisch onderzoek met daarin een marktanalyse en een concurrentieanalyse (bijvoorbeeld m.b.v. het DESTEP-model, het mag ook een ander model zijn);

• Een SWOT-analyse van je bedrijf o.b.v. het onderzoek;

• Een realistisch investeringsplan;

• Een realistisch financieringsplan;

• Een realistische exploitatiebegroting;

• Liquiditeitsbegroting.

In het ondernemingsplan laat je zien dat je je financiële en persoonlijke gegevens netjes en volledig beschrijft.

Eindgesprek

Tijdens het eindgesprek aan het eind van je proeve ga je jouw ondernemingsplan toelichten.

Er zullen in ieder geval vragen gesteld worden over:

• Het budget dat beschikbaar

• Jouw fiscale verplichtingen

• Wanneer je advies/ hulp in wil schakelen van anderen (bijvoorbeeld t.a.v. de financiële administratie).

(5)

Je levert op:

• Een ondernemingsplan waarin alle bovenstaande punten terugkomen.

Criteria waaraan je moet voldoen voor een Voldoende:

De examenkandidaat

• heeft zich verdiept in verschillende bronnen om zo op de hoogte te zijn of te komen van de markt, theorieën (marketing en bedrijfskundig) en wet- en regelgeving.

De examenkandidaat schrijft in zijn ondernemingsplan:

• relevante informatie, hij laat hiermee zien dat hij zijn bronnen goed geanalyseerd heeft.

• reële en correcte voorstellen als het gaat om: uurprijs / prijsproduct, marktanalyse,

concurrentieanalyse, SWOT analyse, omzetprognose, investeringsplan en financieringsplan.

• een weloverwogen beslissing ten aanzien van het opzetten van een eigen bedrijf.

De examenkandidaat schrijft een ondernemingsplan dat:

• dat actueel, haalbaar, goed gestructureerd en helder geschreven is.

• waarin alle gevraagd onderdelen terugkomen.

• schrijft nauwkeurig de financiële en personeelsgegevens op in zijn ondernemingsplan.

• kan tijdens het eindgesprek duidelijk aangeven wanneer hij een (externe) deskundige in schakelt voor het uitvoeren van (delen van) de (financiële) administratie en voor advies op dit gebied.

• kan tijdens zijn eindgesprek duidelijk aangeven dat hij inzicht heeft in zijn budget en in zijn fiscale verplichtingen.

• Kan tijdens zijn eindgesprek het ondernemingsplan duidelijk toelichten.

Exameneenheid 2. Stelt bedrijfsprocedures- en voorschriften op

In een apart hoofdstuk of bijlage bij het ondernemingsplan schrijf je welke bedrijfsprocedures- en voorschriften van toepassing zijn op jouw bedrijf. Vervolgens stel je deze procedures op.

Bijvoorbeeld procedures en voorschriften voor het maken van een offerte of een nacalculaties.

Je levert op:

• De nodige bedrijfsprocedures- en voorschriften

• beschrijft correct welke bedrijfsprocedures en -voorschriften van toepassing zijn op zijn onderneming.

• stelt op basis van de gevonden informatie correct geformuleerde bedrijfsvoorschriften en - procedures op.

(6)

Exameneenheid 3. Schrijft een marketingplan

Je marketingplan voeg je als bijlage of hoofdstuk toe aan je ondernemingsplan. In jouw marketingplan komen in ieder geval de volgende punten terug:

Een beschrijving van:

• jouw netwerk en hoe je dit verder gaat opbouwen en uitbreiden

• jouw doelgroep en klanten en hoe je deze gaat bereiken

• hoe je social media gaat gebruiken om jouw bedrijf te promoten en hoe je ervoor gaat zorgen dat jouw doelgroep/ jouw klanten jou gaan volgen.

• Een verwijzing naar jouw digitale portfolio.

Jij laat in je marketingplan zien hoe deze aansluit bij de eerder geformuleerde USP.

Jij zorgt ervoor dat je marketingplan onderscheidend is, maar tegelijkertijd zorg je dat er één lijn in het verhaal zit.

Eindgesprek

Tijdens het eindgesprek aan het eind van je proeve presenteer je jouw marketingplan en jouw portfolio aan jouw beoordelaars. Je presenteert vol overtuiging wat jij voor een opdrachtgever kan betekenen.

Je levert op:

• Een marketingplan waarin bovengenoemde punten terugkomen.

• schrijft een marketingplan, waarin de gevraagde onderdelen (beschrijving van: netwerk, van doelgroep en klanten en hoe hij deze gaat bereiken, social media en hoe hij dat gaat inzetten om zijn doelgroep te bereiken) op deskundige wijze zijn beschreven.

• Schrijft een onderscheidend marketingplan dat aansluit bij zijn USP.

• houdt een representatief portfolio bij

• presenteert zijn portfolio tijdens zijn eindgesprek op een overtuigende wijze aan (potentiële) opdrachtgevers.

• laat in zijn marketingplan een reële en creatieve marketingmix zien.

• presteert tijdens zijn eindgesprek enthousiast zijn onderneming.

• presenteert tijdens zijn eindgesprek de kwaliteiten en diensten van zijn bedrijf op deskundige wijze, het is duidelijk voor een opdrachtgever wat het bedrijf voor hem kan betekenen.

(7)

Exameneenheid 4. Stelt calculaties en offertes op

Op grond van je verdienmodel stel je een marktconforme offerte op. Je doet dit op grond van een voorcalculatie. In de calculatie laat je ook zien dat je rekening houdt met de materialen die je nodig hebt en eventuele inzet van andere professionals. Wat betreft de inkoop van materialen en middelen laat je zien dat je meerdere leveranciers met elkaar vergeleken hebt. Je beschrijft waarom je voor één van de leveranciers gekozen hebt.

Op grond van je offerte maak je een factuur.

Eindgesprek

Het maken van een nacalculatie wordt besproken in het eindgesprek. De beoordelaar zal aan jou vraag welke stappen jij neemt om te komen tot een nacalculatie. Hoe pak jij dat aan?

Je levert op:

• Voorcalculatie, offerte en factuur.

• Vergelijking leveranciers en beschrijving keuze voor één van de leveranciers

• vraagt de juiste gegevens op bij (verschillende) leveranciers.

• laat in een beschrijving zien dat hij meerdere leveranciers met elkaar vergeleken heeft.

• beargumenteert correct waarom hij voor één van de leveranciers gekozen heeft.

• stelt een correcte offerte op.

• stelt een correcte factuur op.

• stelt een correcte voorcalculatie op.

• kan tijdens het eindgesprek de stappen voor het opzetten van een nacalculatie goed benoemen.

Eindgesprek

Van de begeleidende docent krijg je het rooster van de eindgesprekken. Het eindgesprek duurt 20 minuten.

Tijdens je eindgesprek presenteer jij je ondernemingsplan en marketingplan en licht jij de gemaakte keuzes toe. De beoordelaars stellen vragen, zodat jij je plan kunt verdedigen.

In de beoordelingsmodellen kun je lezen welke punten tijdens het eindgesprek beoordeeld worden.